1SOO
VIJFDE J^IARGANG.
JNo. 14.
Donderdag-
BUITENLANDSCH OVERZIGT.
t
het toen levend
BOLSWARDSCHE COMMIT
De Abonnements-prijs is 0,80 per drie
•maandenfranco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien is van 16
regels 40 Cts., behalve 35 Gts. voor het Ad-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C B P E R (J S Az. te Bolsward, wien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen op rekening
der inzenders.
De Fenians trekken nog steeds de aandacht. Wel schijnt
het dat ze in Ierland vooreerst tot zwijgen zijn gebragt,
maar in Amerika laten ze zich nog hooren. Daar zeggen
ze dat ze het gemunt hebben op Canada, de uitgebreidste
bezittin- der Engelschen in N. Amerika, en gelegen ten N.
van de°Vereen. Staten, of zoo als die zich nu noemen,
Amerika. Binnen kort willen ze, met een krachtig leger,
dat land een bezoek brengen. In verschillende havens zul
len ze schepen uitrustenom daarmeê de landraagt te on
dersteunen. Men is dan in Canada ook niet gerust en met
rustig. Door geheel de kolonie worden uitgebreide militaire
maatregelen genomen.
Het gouvernement van de Vereen. Staten heeft den rem-
ans doen weten, dat zij alles in ’t werk mogen stellen, om
met groote woorden Engeland bang te maken maar dat
hun niet zal worden toegestaan van het grondgebied der
Vereen Staten eene verzamelplaats te maken voor een in
val in Canada of in Ierland. De heer Seward heeft koe
nen naar Buffalo uezonden, die den Fenians zullen beletten,
de -renzen van “Canada over te trekken liet Enge sch-
West-Indisch escader is naar Halifax vertrokken, ook al om
een oou te houden op de verwachte indringers.
’t Is wel wat moegelijk, indringers altijd te weren, vooral
als zij de overmagt hebben.
Een gezelschap van 12 personen kwam op t midden van
den da- te Liberty Clay County (staat Missouri)3 hun
ner begaven zich even buiten de stad, de 9 anderen naar de
bank 3 Hier bezetteden 7 hunner al de toegangen tot dit
gebouw en de 2 anderen drongen er binnen. De kassier
Baird die met zijn zoon daar aanwezig was, moest hun al
het geld der bank afgevenin gevalle van weigering zou
den beiden worden neergeschoten. Met eene som van
f 180 000 verwijderden zich de roovers. De heer Baira
stak nu het hoofd uit een venster en poogde volk op de
been te krijgen. Zekere Wynoon hoorde zijn geroep en
begon ook te schreeuwenmaar viel terstond daaropdoor
5 geweerschoten getroffen, dood neder. De 12 roovers
sprongen te paard en ontkwamen, niettegenstaande een 30
tal burgers der stad hen achtervolgde.
Ook te New-York is anderhalf milhoen dollars gestolen.
Wie ze terug bezorgt zal een belooning ontvangen van
f 180,000. n a 11
Op den 27 Januarij jl. stierf in Caledoniaeen klein
stadje in Wisconsin zekere Joseph Crete, die geacht mogt
worden de oudste man van de wereld te zijn. Hij bereikte
den ouderdom van 141 jaar. Hij werd 20 jaar ouder dan
Jean Claude Jacob, een lid van de Fransche Nationale Ver
gadering, die het grootste wonder van het toen levend
menschelijk geslacht' werd genoemd.
Joseph Crete was uit Fransche ouders geboren en zag
in 1725 het levenslicht. De aanteekening in de doopregis
ters in de plaats zijner geboorte (Detroit), verheffen dit feit
boven allen twijfel.
Tot in het jaar 1864 was Crete zoo fiksch en gezond
als een man van zeventig. Hij kon toen nog eenige mij
len loopen zonder vermoeid te worden en had de ge
woonte, hout te sprokkelen voor de behoeften van het huis
gezin. Hij woonde alle verkiezingen bij, en van hetoogen-
blik af, dat hij voor Washington stemde, was hij steeds
een groot voorstander van de Unie. Hij had geene slechte
gewoontenmaar was een aartsliefhebber van rooken.
Zijne lengte was iets boven het middelmatige; hij was niet
vetdoch men kon het hem aanziendat hij in zijne
jonge jarenomstreeks eene eeuw geleden, een man van
groote spierkracht was. In zijne laatste levensjaren ver
zwakten zijne vermogens eenigermate, en meermalen maakte
hij de opmerkingdat de dood hem misschien vergeten
had. Hij liet er evenwel altijd op volgendat God wel
voor hem zorgen zou.
Jonas op den walvisch.
De heer Berniereen Amerikaan, was op zee bezig met
visschen. Hij zag eene zwarte massa drijven en op zijne
boot aankomen. Die zwarte massa was een slapende wal
visch. «Dien moest ik maar pakken”, zegt Bernier zoo in
zich zelven, en slaat den visch zijn bootshaak in den rug.
Aan dien haak wil hij een touw vast makenen dan zoo
zoetjes aan zijn prooi naar den wal slepen. Om dit in
orde te krijgen moet hij de boot uit en op den rug van
het dier plaats nemen, ’t Is al bijna in orde, maar de
walvisch ontwaakt, zet het op een zwemmen, en in wei
nig tijds ziet Bernier zijn boot zelfs niet meer. Hij houdt
zich aan den haak vast en maakt zoo een zwemtoertje
van eenige uren. Uit verveling begint hij eindelijk den
walvisch met zijn mes in den rug te porren en deze be
zwijkt, gelukkig in de nabijheid van het strand.
Daar zijn er die twijfelen aan Jona’s togt in den visch,
maar wie mogt willen twijfelen aan den togt van Bernier,
leze de Qucbecsche courant, waarin de man zelf zijn avontuur
beschrijft, en ten slotte meêdeelt, dat de walvisch 25 ton
traan heeft opgeleverd.
Gedurende vele eeuwen verstonden de bewoners van Noord-
Afrika niet veel anders dan den zeeroof. Barbarije boot
het daar en barbaren waren de bewoners, ’t Is al anders
geworden. De keizer van Marokko, een der Staten aldaar,
laat door zijn gebied tege-raaflijnen aanleggen, en toont
alzoode voorregten der beschaving op prijs te stellen.
Wel waren zijne onderdanen nog zoo ver ten achteren
dat ze uit bijgeloof het aangevangen werk des nachts ver
nielden wel was het nog barbaarsch, dat de keizer eenige
bygeloovige hoofden liet afslaan maar ook de hervormer
der Russen Czaar Peter de grootebleef een ruwe Rus.
Het zaad der beschavingeenmaal ontkiemdontwikkelt
zich wel langzaammaar zeker.
In eenige districten van Moldavië heerscht verschrikke
lijke hongersnood. Geheele dorpen zijn ontvolkt. Gras,
boomstekken en maïs-stroo is voor velen het eenige voed
sel dat zij sinds weken gebruikt hebben. Om een hand
vol maïs wordt een moord gepleegd.
«Gij zult hooren van oorlogen en geruchten van oorlo
gen”. Geen gezegde is er voorzeker, dat meer dan dit ten
allen tijde zijne toepassing vond en nog vindt. Sla eens
een geschiedboek op en tel de bladzijden, waarop niet van
oorlog wordt gesproken. Zij zijn weinige. Maar de oorlog
behoort nog niet tot de geschiedenis, d. w. z., de tijd van
oorlogen is nog niet geheel voorbij. Ook nog niet voor de
beschaafde natiën van Europa, al erkennen ze, dat de oor
log een kwaad en een ongeluk is. Pruisen en Oostenrijk
voerden oorlog tegen Denemarkenzij behaalden overwin
ningen zij verdreven de Denen uit Holstein en Sleeswijk.
Waarom? Om die hertogdommen vrij te maken. Zoo
heette het. «De hertogdommen moeten aan Pruisen ge-