b> No. 22. VIJFDE .JAAIHZANti. 1866. Ssa-öëÏASS^: D ond.erdag' 'ill 31 Mei. i sens waren BOLSWAHDSCHE COURANT De Uitgave dezer Courantdie eiken Don derdag het licht ziet, geschiedt door II. C P E R (J S Az. te Bolswardwien men alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens- dag-morijen 12 ure, franco gelieve toe te zenden. Alle briefporten komen op rekening der inzenders. In de Duitsche staten, die niet tot Pruisen of Oosten rijk behoorenmaar door de houding van deze gedwongen worden, zich te wapenen, bespeurt men ook niet de min ste geestdrift, maar een kennelijken en onoverwinnelijke af keer van het dienstnemen, Wel draagt men algemeen den overmoedigen Pruisischen minister haat toe, maar om met de Oostenrijkers op de Pruisen te schieteneen oorlog te voeren van Duitschers tegen Duitschers, zelfs de soldaten denken er met tegenzin aan en de burgers durven er niet aan denken. De tegenzin tegen zulk een oorlog wordt nog verhoogd door de noodlottige gevolgendie hij voor de handelsbetrekkingen en het onderling verkeer der volken van geheel Duitschland hebben moet. Reeds wezen we op belemmeringen van den arbeid op stremming van ’t ver keer van posterijen telegrafen spoorwegen enz. Deze stremming zal bij t uitbreken van den oorlog natuurlijk overal volkomen zijn. Ook wezen we met een enkel woord op den nadeeligen invloed des oorlogs op ’s volks zedelijkheid en karakter. Thans schrijft men uit Pruisen: »De meeste zaken staan stilde openbare ambtsbetrekkingen worden slechts ten deele waargenomen en de burgers worden geruïneerd. Zelfs de openbare rust wordt bedreigddaar door het stil staan der werkzaamheden van verschillende groote fabrie ken, de arbeiders, die geen soldaat werden, broodeloos zijn. Men rekentdat b.v. alleen te Reichenbach en Gleiwitz 20,000 arbeiders zonder werk zijn. De politiedienaren zijn onmagtig om genoegzaam in de dienst te voorzien, waar om voorname inwoners onderling een korps rustbewaarders hebben opgerigt. De kleine kapitalisten bestormen de spaarbanken om hunne spaarpenningen op te eischen. Te Dantzig moet de toeloop dezer lieden zóó groot zijn ge weest dat men de militaire magt moest inroepen om de orde te handhaven. Hierdoor is als door een tooverslag een massa geld uit de circulatie geraakt en schaarste van gemunt geld ontstaan. Verscheidene faillissementen hebben reeds plaats gehad en men voorziet nog vele. liet Pruisische leger bestaat nu uit 500,000 man die uit ligtingen tusschen de 20 en 32 jaar bij elkander ge- bragt zijn. Dat zulks op den fabriekarbeid een noodlot- tigen invloed uitoefent kan men nagaan daar de geheele bevolking van Pruisen slechts 19 millioen zielen bedraagt. Zoo Pruisen nu nog bovendien de verliezende partij en het leger verslagen werd, zou dit verlies niet hersteld kunnen worden, zonder het land geheel te gronde te rigten. Ja waarlijk, Pruisens bestaan staat op’t spel. Zou de toestand voor Oostenrijk en Italië minder nadeelig zijn Zeker neenwe zullen dit in geene bijzonderheden behoeven aan te wijzen. Maar in Italië meent men, dat de huishouding niet compleet is zonder Venetië en Rome en 't is er niet alleen de regeringdie dat meentmaar ook de bevolking is er vol van. Generaal Lamarmora heeft dan ook aan de gezanten der mogendheden, die 't behoud van den vrede nog willen bewer ken verklaard dat als er den 20sten dezer geen meer uitzigt bestond op een minnelijken afstand van Venetië, de Italiaansche regering gevolg moest geven aan de algemeene roepstem der openbare meening en een eind maken aan den onhoudbaren toestand. Garibaldi ’s naam wordt ook weer genoemd. 26,000 De Abonnements-prijs is f 0,80 per dria maanden; franco per post f 0,95. De prijs der Advert en tien is van 1—6 regels 40 Cts., behalve 35 Cts. voor het Ad vertentieregel; elke regel meer kost 10 Cts. Groote letters worden naar plaats ruimte berekend. BUITENLANDSCH OVERZIGT. Veldzigt, tuinzigt, spoorzigt en dergelijke namen leest men voor buitenplaatsen, herbergen enz. Wij zouden ons buitenlandsch overzigt thans oorlogzigt kunnen noemen. Voor ’t verhaal van alledaagsche gebeurtenissen hebben de dagbladen geen ruimte meer, of zij worden niet opge merkt, omdat elk de oogen gevestigd houdt op het bui tengewone, dat plaats heeft of voorbereid wordt. De Pruisisch-Oostenrijksch-Italiaansche oorlog schijnt te moeten uitbarsten. Men spreekt nog wel van een congres dat te Parijs zal gehouden worden en waar men eens overleggen zal of’t niet nog zonder oorlog in orde kan komenmaar Italië zegt: «de heeren van ’t congres moeten dan maar allereerst zorgen, dat Oostenrijk Venetië aan ons afstaat”. Oostenrijk zegt: x’tzal mij aangenaam zijn, als men ’t in Parijs zoo ver brengen kandat wij vrede hou den maar vooraf dient men te zorgen dat wij in ’t bezit van Venetië blijven”. Pruisen, dat is te zeggen von Bis marckhoudt van geen vredescongres. Pruisen, dat is te zeggen koning Wilhelm, zou misschien wel willen, dat een congres hem er met eer uitredde. Pruisen dat is te zeg gen, de bevolking, zou meer dan driemaal hoerah! roepen, als er van den oorlog niets kwam. Eenige dagen geleden vertrok Pruisens koningin naar Baden. Vóór haar vertrek, bij ’tafscheid nemen, omvatte zij s konings knieënen knielende smeekte zij haren ge maal, vrede met Oostenrijk te maken. De koning was aangedaan, maar, »A1 wilde ik, ik kan het niet. Prui- eer staat op’t spel; ik kan niet meer terug”. Dit i ’s konings woorden tot antwoordhij heeft er niet tij gezegd, wat hij door «Pruisens eer” verstaat. Dit zal von Bismarck zeker moeten weten. Toen onlangs een transport van ongeveer 600 man die opgeroepen waren om «Pruisens eer te verdedigenaan het spoorweg-station te Berlijn aankwam, zagen de omstan ders, dat ruim de helft in handboeijen waren gesloten en door een sterk geleide van soldaten bewaakt werden toen hoorden die omstandersdat die geboeide dienstpligtigen overluid en niet zeer vereerend van von Bismarck spraken. Uit Munster schrijft men het volgende: «Onze stad schijnt tot een leger herschapen. De straten wemelen van jonge menschen van allerlei stand en beroep, en nog brengt ieder trein nieuwen toevoer aan. Allen zijn opgeroepen, reserven en landweer le ban en een gedeelte van den tweeden ban, om bij hunne respectieve corpsen aan te treden. Daar zijn jonge regters, advocaten, geneesheeren, fabriekanten kooplieden en burgers van allerlei bedrijven er ontbreekt geen rang of stand, maar wat er ontbreekt, is de bij een oorlog zoo noodige geestdrift. Niemand wil den oorlog tegen Oostenrijk behalve misschien een enkel hooger officier, die «soldaat van beroep” is. Men hoort de kreten: leve de keizer! leve Oostenrijk! weg met Bismarck! Tengevolge van deze kreten zijn eenige jongelieden gear resteerd. Men hoopt hier nog steeds', dat de vrede moge bewaard blijven. Onderscheiden fabrieken hier en in Rijn land staan reeds geheel, andere ten deele stil. Velen ma ken zich ongerust, dat met den oorlog oproer in het eigen land zal uitbreken.” Ja waarlijk, koning Wilhelm had gelijk: Pruisens eer staat op’tspel; ja waarlijk,won Bismarck maakt de regering van koning Wilhelm tot Pruisens schande.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1866 | | pagina 1