JNo. 25.
VIJFDE JAARGANG.
1806.
BOLSWABDSCHE CDITRANT
Donderdag
21 J11 n ij.
®U
BUITENL ANDSCH 0VEBZ1GT.
roemvollen strijdtevens
dépêche van von Bismarck zal Pruisen
De Uitgave dezer Courant, die eiken Do n-
i) e r d ag het licht zietgeschiedt door
B. C P E R (J S Az. te Bols wardwien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens-
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen op rekening
der inzenders.
De Abonnements-prys is 0,80 per dria
maanden franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien is van 16
regels 40 Cts.behalve 35 Cts. voor bet A d-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
Zooals we reeds gemeld hebbenzouden de Holsteinsche
stenden den 11 den dezer te Itzehoe bijeenkomen. Dat wilde
keizer Frans Jozef zoo, maar koning Wilhelm (of von
Bismarck wilde ’t anders. Reeds den 9den werd Itzehoe
door Pruisische soldaten bezet en den 10 kwamen de gene
raal von Manteuffel en de president van het burgerlijk be
stuur in de beide hertogdommen, baron von Scheel Plessen
aldaar aan.
In den loop van dien dag kwamen ook de meeste afge
vaardigden die nog des avonds eene voorloopige bijeen
komst hielden. Zij werden niet gestoord; maar ’s nachts te
een uur kreeg de regeringsraad Lesser bezoek van den ka
pitein Gotlberg die hem een lastbrief van von Manteuffel
vertoonde, volgens welken de kapitein den regeringsraad
naar de vesting Rendsburg moest brengen. Lesser ging
zonder tegenpraten meê. Den 11 den kwamen de stenden
weder bijeenmaar werden nu door Pruisische militairen
verpligt uiteen te gaan en voor het gehouw der zamen-
komst werd eene wacht geplaatst.
Hertog Frederik van Augustenburg schijnt de stendenver-
gadering beschouwd te hebben als zijn laatsten troef, en
daar hij nu ook dezen kwijt iszonder iets te hebben ge
wonnen wil hij maar niet langer spelen. Hij heeft de
hertogdommen verlaten en is naar Engeland vertrokken.
Hij wilde de koe wel hebben en zei ookdat ze hem toe
kwammaar anderen moesten ze voor hem bij de
horens pakken.
Dat bezetten van Holstein door de Pruisendat uit el
kander jagen der stenden heeft den oorlog een stapje nader
gebragt. De Oostenrijksche regering heeft het besluit ge
nomen om de diplomatieke betrekkingen met Pruisen af-
tebreken en den gezant bij het hof te Eerlijngraaf Ka-
ioly gelast, die stad te verlaten. Ook de Pruisische ge
zant te Weenen, baron von Werther, ontving zijn paspoort.
Nog een ander feit werkt den oorlog in de hand.
In eene buitengewone zitting van den bondsdagden
llden dezer, deelde Oostenrijk mede, dat Pruisische troe
pen Holstein waren binnengerukt, waardoor het Weener
tractaatzoowel als het voorloopige verdrag van Gastein
was geschonden. Oostenrijk had dit verdrag in stand wil
len houdentot dat de bond zou beslist hebben. Maar nu
had Pruisen zich zelven regt verschaften moest dus de
bond zich laten gelden. Daarom stelde Oostenrijk voor,
om binnen 14 dagen het bondsleger, uitgezonderd de aan
Pruisen behoorende korpsen, mobiel te maken. »AIs dat
voorstel aangenomen wordtdan moeten we immers den
oorlog wel beginnen”, zoo liet Pruisens regering zich hooren.
Het voorstel is den 14den in de zitting van den bonds
dag met 9 tegen 6 stemmen aangenomen. De Pruisische
afgevaardigdede heer von Savignyverklaarde nu, dat
Pruisen niet langer lid van den bond zou zijn, diende
voorstellen in om een nieuwen bond te vormen en ging
toen heen.
Volgens een dépêche van von Bismarck zal Pruisen nu
de staten, die vóór het voorstel gestemd hebben, beschou
wen als zijne vijanden, en die stemming zelve als eene
oorlogsverklaring.
Zoo behoeft dan nog slechts één enkel woord te worden
gesprokenen de oorlog zal zijne verschrikkingen beginnen.
t Zou kunnen gebeurendat de 18 Junijgedenkdag
van een roemvollen strijd, tevens eene treurige vermaard
heid verkrijgt, door het uitbarsten van een oorlog, die
zijnen grond vindt in de schandelijkste beginselen.
In Italië wordt vurig naar dien aanvang verlangd. Ieder
wil dienst nemen. Vele personendie wel bemiddeld zijn,
willen zich gaarne hij ’t leger voegen, zoodra het blijkt,
dat dit niet enkel bestaat om parade te maken en garni
zoensdienst te doen. In Milaan vooral is de geestdrift on
geloofelijk groot. Er zijn kooplieden die hunne winkels
sluiten, om met hunne bedienden onder Garibaldi te dienen.
Garibaldide held der Italianenheeft Caprera verlaten en
is te Comobij het leger aangekomen.
Zoodra nu het gebulder van ’t geschut uit Duitschland
naar Italië overklinktis het vrij zekerdat de Italianen
een inval doen in het Venetiaansche. Hier heeft Oostenrijk
een leger van 170,000 man, terwijl Italië terstond 270,000
man troepen en 40,000 vrijwilligers in ’t veld kan brengen.
De kans voor Italië staat gunstig.
Keizer Napoleon III heeft door een brief aan de buiten-
landsche gezanten te Parijs zijne meening doen kennen
die in t kort hierop neer komt»De keizer toont zich
teleurgesteld door ’t niet tot stand komen der conferentie
waarvan hij zich het behoud des vredes had voorgesteld.
Aan gebiedsvergrooting denkt de keizer niet, als het even-
wigt van Europa niet van eene andere zijde wordt verbro
ken. Eerst dan wanneer de aangrenzende gewesten zelf
verlangen, bij Frankrijk te worden ingelijfd, zal de keizer
er aan denken, de grenzen des rijks uit te breiden. Verder
komt het hem billijk voor, dat Venetië aan Italië kome
maar vooreerst zal ’t nog niet noodig zijndat Frankrijk
den degen trekt”.
Zouden al die mootje woorden ook kunnen beteekenen
Weest maar gerust; wij zullen Oostenrijk en Pruisen laten
oorlogen tot zij zich zelven hebben afgemat en dan dan
zullen we eens zienof we voor een goeden prijsden
een of ander kunnen helpen
Uit Laubbach meldt men, dat daar, in plaats van vier
a vijfhonderd badgasten niet meer dan 21 worden aan
getroffenterwijl te Emswaar men om dezen tijd ge
woonlijk twee a drie duizend vreemdelingen bijeen vindt
thans niet zooveel zijn, dat het de moeite waard is, open
tafel voor hen te houden. Als voor velen van hen maar
geen bloedbad bereid wordt.
De Zweedsche stad Gothenberg werd den 4 dezer door
een zware ramp geteisterd. Te 2 uur in den morgen ont
stond een hevige brand in de digtbevolkte voorstad Mast-
hagget. 23 huizen zijn tot den grond afgebranden ver
scheidene andere hebben door de vlammen groote schade
geleden. Niet minder dan 21 gezinnen, tellende 330 per
sonen zijn ten gevolge van dit onheil zonder dak.
Op den Great Northern Railway greep Zaterdagnacht,
op ongeveer twintig mijlen van Londen, in de nabijheid
van Hatfield, een vreeselijk ongeluk plaats. Even vóór
elf ure des avonds verliet een goederentrein het Londen-
sche station met bestemming naar Hitchin. Bij het door
rijden van den tunnel te Welwijn sprong eene der voe-
dingspijpen der locomotief, waardoor de trein in het mid
den van dien tunnel bleef staan. Door de eene of andere
reden beging men de onvoorzigtigheidden wachter niet
te waarschuwen zoodat de machinisten van de komende
treinen in den waan verkeerden, dat de weg veilig was.