VIJFDE JAARGANG. No. S2G. 1866. BOISWARDSCHE COURANT 28 J u n ij. Ionderdag BÜITENLANDSCH OVERZ1GT. gewaagd de Pruisen De Uitgave dezer Courant, die eiken Don derdag het licht zietgeschiedt door B. C U P E R (J S Az. te Bolsward, wien men alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens- dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zenden. Alle briefporten komen op rekening der inzenders. De Abonnements-prys is 0,80 per dria maanden franco per post 0,95. De prijs der Adver tentien is van 1—6 regels 40 Cts.behalve 35 Cts. voor het A d- vertentiezegel; elke regel meer kost 10 Cts. Groote letters worden naar plaats ruimte berekend. maar ook eiken druppel vergoten bloed diep betreuren. Ik roep alle autoriteiten op, op haren post te blijven en hare ambten, zooals tot nu toe, te blijven waarnemen, enz”. Klinkt het niet even fraai als indertijd het «vrijheid, ge lijkheid en broederschap” in den mond der Franschen? ’tls dan ook niet te verwonderen dat een koning, die’t zoo goed meenteen bededag wil laten houden, om zegen op zijne pogingen aftesmeeken. Den 27 dezer zullenop bevel des koningsalle Pruisen om dien zegen moeten bidden. Wat de Oostenrijksche opperbevelhebbervon Benedeck eigenlijk wil, kan nog niet gezegd worden. Het is bekend, dat hij het er doorgaans op toelegt zijn tegenpartij in ’t on zekere te houden omtrent zijne plannen, en zijne bewe gingen zoodanig interigtendat hij plotseling daar ver schijntwaar men hem ’t minst verwacht. Zoo denkt men nu, dat hij zijne troepen schijnbaar in Silezië bezig houdt, maar in werkelijkheid de Pruisen zal laten omtrekken en zoo op Berlijn aanrukken. De oorlogsplannen der Italianen schijnen hierop neer te komentwee legerselk ongeveer 80,000 man sterk, zul len trachten Mantua te omsingelen. Als dit geluktzal het voornaamste deel van ’t leger zich naar Legnano (4£ uur van Milaan) begeven en de linie van de Etsch bedrei gen. De voornaamste aanvalwaardoor men Padua wil vermeesteren, zal gedaan worden door een leger van 120000 manonder bevel van Cialdini en Garibaldi. Hebben ze Padua dan op Venetië los. Daar zal de vloot meehelpen. ’tZal er nu maar op aankomen, de gemaakte plannen goed uit te voeren. Dat het kruid en kogels, en ook menschenbloed zal kosten, daarop wordt gerekend. Vóór er echter met die gevaarlijke dingen wordt geschoten vuren de monarchen en de bevelhebbers met groote woorden. Ieder heeft het regt op zijne zijde, allen verwachten het beste van hunne onderhoorigen en rekenen zoo wat op de overwinning. In een manifest, gerigt aan het pruisische volk, zegt koning Wilhelm o. a. «De hoop dat uit de oostenrijksch-pruisische wapen- broederschap een op wederzijdsche achting gegrond bond genootschap tot heil van Duitschlands magt en welvaart zou ontspruiten, is te leur gesteld. Oostenrijk beschouwt Pruisen niet als natuurlijken bondgenoot, maar als een vijandigen mededinger, en heeft uit dien hoofde de duit- sche vorsten tot eene bondsbreijk verleid. De vernedering van Pruisen is de leus zijner vijanden. In het pruisische volk leeft de geest van 1813; zijne vijanden bedriegen zichwanneer zij wanen dat Pruisen door binnenlandsche twisten verlamd is. Tegenover den vijand vereenigt zich wat vroeger verdeeld wasom in lief en leed vereenigd te blijven. »Wij moeten strijden voor ons bestaan, een strijd op leven en dood aanvaarden tegen degenen die het Pruisen van den grooten keurvorst, het Pruisen der vrijheidsoor logen willen vernederen. Schenkt God ons de zege, dan zullen wij sterk genoeg zijn om den zwakken band van Duitschlandverbroken door degenen die het regt en de magt van den nationalen geest vreezen, vaster en zegen rijker te vernieuwen.” Ook keizer Frans Jozef heeft zijn volk nog eens weer herinnerddat het uitbreken van den oorlog zijn schuld niet is, en naar het ons voor komt, heeft hij van allen ’tls oorlog. Pruisen en Italië beide hebben Oostenrijk den oorlog verklaard. Door zoodanige oorlogsverklaring geeft men elkander het regt, om ongestraft te moorden, plunderenverwoestenverbrandenen wat niet al ake ligs meer. Zoo'n oorlogsverklaring vooraf te laten gaan, dat is zoo ’t gebruik in beschaafde landende wilden ne men ’t zoo naauw niet. Intusschen bestond reeds vóór de oorlogsverklaring de oorlogstoestand. Immers de Pruisen rukten in Saksenin Hanover cn in Keurhessen. Zij bezetteden er de hoofd steden en eenige andere plaatsen. Veel meer kunnen we er nog niet van zeggen. Daar, waar zij zich nestelden, maakten zij zich meester van de spoorbanen en telegrafen. Die telegrafen melden dan nu ook niets anders en niets meerdan wat de Pruisen bekend willen makenen dat is tot dusverre nog niet veel. Zoo’t schijnthebben ze dan ook weinig of geen tegen stand gevonden. De Saksische troepen hebben het land ge ruimd en de Pruisen werpen voor Dresden aardewerken en batterijen op. De Hanoveranen schijnen aanvankelijk voornemens te zijn geweest, om den Pruisen het binnenrukken van ’t land te beletten maar hebben zich toen weer bedacht. Hun ko ning heeft de staatskas naar Engeland laten brengen. Van hem zelven heeft men tweemaal berigtdat hij ook op reis was naar ’t Britsche rijk, en driemaal meldde de tele graaf, dat ’tniet waar was. De Hessen hebben took niet gewaagd de Pruisen te keeren. En waarom ook Als zij maar gelooven willen wat do indringers als reden van hunne komst opgeven dan moeten zij zich wel gedwongen gevoelen om hen met opene armen te ontvangen. De bevelhebbers der pruisische korpsen in SaksenKeur hessen en Hanover hebben de strengste instructionom hunne troepen eene vriendschappelijke houding tegenover de bevolking in acht te doen nemenbloedvergieten te voorkomen en de ontwapening te bewerkstelligen door grootere getalsterkte. De heeren bevelhebbers hebben de les goed begrepen. Niet alleen als vrienden, als bevrijders zelfs doen zij zich voor. Generaal Beijer rigtte bij zijn intogt in Hessen de volgende proclamatie aan de bevolking: «Hessische BroedersOp bevel van mijn koning ben ik met een pruisisch korps in uw land gevallen, nadat uwe regering in betreurenswaardige verblinding het voorstel ver worpen had om in vredelievende vereeniging met Pruisen voor een gemeenschappelijk duitsch vaderland eene organi satie tot stand te brengen die aan de billijke vorderin gen van het duitsche volk beantwoordt. Naauwelijks heeft een andere volksstam zoo zwaar onder de duitsche geschillen geleden, als gij. Wij weten, dat gij naar gelukkiger dagen streeften wij komen tot u niet als vijanden en veroveraarsmaar om u de duitsche broe derhand te reiken. Neemt die aanen volgt niet langer de stem van hen die u tot onze vijanden willen maken omdat zij geen hart voor uw welzijn en voor Duitschlands eer hebben! Slechts hem, die zich tusschen u cn ons stelt, beschouwen wij als onzen vijand. Ik zal elke poging tot wederstand met het zwaard in de hand te keer gaan

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1866 | | pagina 1