zoo wij hopen
aan de oevers van
jNo. 29.
VIJFDE .TAAKfiWd.
1866.
D on <1 erdag’
19 Ju lij.
rama
den oorlog tegen Pruisen voort te
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C U P E R (J S Az. te Bolswardwien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen op rekening
der inzenders.
BOLS WARDSCHE COURANT
De Abonnemeuts-prijs is f 0,80 per drie
maanden; franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien is van 16
regels 40 Cts.behalve 35 Cts. voor het A d-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts, Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
opend had” zeide een oostenrijksch luitenant »dan
had de ontsteltenis der troepen niet grooter kunnen zijn”.
Alom rees de kreet: «Wij zijn omringd!” het was onmo
gelijk de bewegingen uit te voerendoor deze omstandig
heden noodzakelijk gemaakt. Van alle zijden opeen gedre
ven, stond men bijna man aan man; men vocht niet meer
met de bajonet of het zijdgeweer, daarvoor was geene
ruimtemaar met de handen en niet om te overwin
nen maar om het lijf te bergen. Tot aan de moerassen
by de Elbe was het nog een vrij geregelde aftogtmaar
hier werd de verwarring ontzettendde regtervleugel kon
zich bergen in Königgratzde linker moest de Elbe over.
Op het oogenblik dat ik dezen brief sluitdeelt men mij
de verliezen mede«Gesneuveldin de Elbe omgekomen
en gekwetst: zestig duizend man. Bijna de gansche kaval-
lerie is verdronken”.
En om met eenige forsche trekken de schildering van
den togt over of liever door de Elbe te voltooijenroept
een Weener dagblad
«Sedert den overtogt der Beresinain 1812, levert de
geschiedenis van Europa geen voorbeeld van zulk eene
bedroevende gebeurtenis. Wij betreuren niet de kanonnen
en de gevangenenwelke men ons ontnomen heeftdit
zijn herstelbare verliezen maar de bergen van lijkendie
de ravelijnen en de rivieren bedektendie duizenden ge
kwetsten en verminktenwelke over den weg trachtten
voort te kruipen, welk een afzigtelijk, ijzingwekkend
schouwspelWij hebben de veldslagen van WagramMa
genta en Solferino verlorenzonder dat de eer onzer wa
penen in het minst er door leed, maar die wilde paniek,
welke zich in den slag bij Königgratz van onze bataillons
meester maakte is alleen veroorzaakt geworden door het
nieuwe juistheidswapen. Het overschot van ons noorderle-
ger zal hoogstens 140,000 weerbare mannen tellen!”
Nog een ander schrijven uit Weenen, opgenomen in het
Journal des Debatsluidt aldus:
«Gij weet reeds het nieuws der groote ramp, waardoor
Oostenrijk getroffen is. Ruim 70,000 man gedoodge
vangen genomen of gewond meer dan honderd kanonnen
met al het daarbij behoorende materieel in de magt des
vijands gevallen eene kavallerie bijna zonder wederga in
de Elbe omgekomen een veldmaarschalk en hoofdofficier
elkander beschuldigende ziedaar in zijne sombere wer
kelijkheid den staat van zaken op den 3 Julij.
Weenen verkeert in een toestand van wezenloosheid.
Het is of men er naauwelijks aan denktdat de Pruisen
op nog slechts drie dagreizen van hier verwijderd zijn, dat
de radelooze bevolkingen op hunne nadering de vlugt ne
men en dat de weg naar de hoofdstad geheel en al open
ligt voor het zegevierend leger.
Gisteren zag ik den keizer voorbijkomen. Bleekin
zijn rijtuig gedoken en als overstelpt van smartbegaf hij
zich naar de hospitalen. Dit is nu sedert het begin van
dezen verschrikkelijken oorlogiederen dag zijne eerste
bezigheid.
Ten 4 ure in den namiddag is het bekende telegram
ontvangen. Het was alsof de geheele stad een electrieken
schok gevoelde. Daarna tot nadenken gekomen, vertoonde
zich eene reactie en men hoorde over niets anders meer
spreken dan over de middelen die in het werk gesteld
moesten worden om den oorlog tegen Pruisen voort te
zetten.”
Maarwat zal ’t nu verder worden Dat weten zelfs de
BUITENLANDSCH OVERZ1GT.
Wanneer men verneemt, dat het zündnadelgeweer reeds
zoo lang bekenden de zamenstelling er van volstrekt geen
geheim meer is, dan wekt het bevreemding, dat alleen de
Pruisen er zich van bedienen. Maarals men zoo’n ge
weer heeftmoet men er ook patronen voor hebben en
daar zit het hem juist. Te Berlijn alleen weet men het
donderpoeder naar belmoren klaar te maken, en dat kunstje
willen de Pruisen nog niet aan Jan en alleman leeren. Een
officier der gardewien men er naar vroegantwoordde
«Elkeen kan een naaldgeweer doen makenmen heeft het
ook wel hier en daar beproefd maar de patronen bleven
slechts een paar weken bruikbaarna verloop van dien
t meer. Pruisen alleen
de patronen zoo te makendat ze
de Oostenrijkers
legenheid komen
grond te leeren.
stil naar Berlijn moeten zenden,
in te pakken, dan waren
dingen geweest. Voor een
eener kompagnie patronen
geweer niemand, dan die’t in ue Berlijnsche
Als de vijand het dus maar zoo ver kan bren-
VZ- ez - w V.V luuiivifc liviut
afgebroken, dan zijn de naaldgeweer-schutters weerloos ge
maakt. En dan - wat zouden ze t moeten ontgelden
De Pruisen schijnen evenwel niet enkel aan hunne ge
weren hunne overwinningen te danken te hebben. Door
ooggetuigen en kenners van ’t vak wordt verzekerd, dat de
pruisische officieren zoowel bekwaamheidals de soldaten
dapperheid hebben aan den dag gelegd, en dat de Oosten
rijkers wel wat beter konden opgepast hebben.
Ziehier een briefuit Weenen geschreven die eenige
<mi>n J.,,.,,.,™ „„„ft j_ yan het Oostenrijksche
daar beproefd
tijd ontvlamde het donderpoeder niet
kent het geheim om i'
zelfs na vijftig jaar nog góed zijn”.
Als nu de Oostenrijkers zoo nabij Berlijn stonden als de
Pruisen bij Weenen dan zouden zij misschien in de ge
legenheid komen om het donderpoedermaken ook in den
Benedeck had ze waarlijk mooi kunnen
foppen. Hij had een afdeeling van zijn dapperste soldaten
om al de patronenmakers
te pakken, dan waren de naaldgeweren spoedig onnutte
gewoon geweer kan de helft
kompagnie patronen vervaardigenvoor een naald-
in de Berlijnsche fabriek ge
leerd heeft. Als de vijand het dus maar zoo ver kan bren
gen, dat de gemeenschap der Pruisen met de fabriek wordt
afgebroken, dan zijn de naaldgeweer-schutters weerloos ge
maakt. En dan - wat zouden ze t moeten ontgelden
overwinningen te danken te hebben.
pruisische officieren zoowel bekwaamheidals de soldaten
dapperheid hebben aan
rijkers wel wat beter konden opgepast hebben.
ophelderingen geeft over de stelling' van U,
leger en een vreeselijk licht werpt'over het,
laatste bedrijf van het bloedig dr
de Elbe uitgevoerd.
De briefschrijver zegt: «Het oostenrijksche leger kon
kwalijk eene slechtere, stelling hebben gekozen, dan die tus-
schen Ghlumetz en Königgratz. Achter het leger, de Elbe,
en aan hare oevers uitgestrekte moerassen; deze rivier vormt
hier een regten hoek en langs een barer oevers loopt de
hooge spoorwegdijkdie hier het terrein als het ware af
sluit. Bovendien is dit terrein die zakom zoo te spre
ken, achter het oostenrijksche leger, buitengewoon drassig.
De plaats waar het leger was opgesteld en het eigenlijke
slagveld zijn vol kleine geulen die thans wel is waar ge
heel droog warenmaar toch de operatiën zeer bemoeije-
lijkten. Midden op den dag ongeveer werd het centrum
van het oostenrijksche leger achteruit geworpeneen
gevolg van bewegingen, die óf slecht werden uitgevoerd,
of slecht werden gelast. Te gelijker tijd en niemand
begrijpt tot dusverre hoe dit mogelijk is geweest trok
ken verscheidene pruisische division onopgemerkt achter het
korps omdat bij Ghlumetz stond en thans waren de
Oostenrijkers hier tusschen twee vuren geplaatst. Het is
ónmogelijk de verwarring te beschrijven, welke nu ontstond.
«Wanneer de grond zich eensklaps voor onze voeten ge-