WW wwwww.
Bfea
rr
>'o. 31.
vui l)]; jaakgng.
1866.
A- u g- u s t u s.
BUITENLANDSCH OVERZ1GT.
I
X JE, I, O, JET.
I tin (hirda p;
geweestmaar toen
vj geweren en ka-
wie het meeste regt
De Uitgave dezer Courantdie eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
I*. C B P E II (J S Az. te Bolswardvvien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens
dag-mor gen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen op rekening
der inzenders.
BOIS WABDSCHE COURANT
Austria Eripiet Imperium Orib Universi. Deze oude
leus van Oostenrijk zal voorloopigvoorzigtig ingepakt,
weggeborgen moeten worden. Voorzigtig ingepakt', want
er zijn er in Oostenrijk, die meenen, dat ze nog wel
weer te pas zal komen en dan zou’t jammer zijn, als ze
beschadigd was.
Oostenrijk zal zich meester maliën van 't gebied der ge-
heele wereld, dat durfde men vroeger in Oostenrijk zeg
gen dat durven sommige Oostenrijkers nog denken. Velen
zullen wel wijzer zijn velen misschien ook te dom om
het te begrijpen, en weinigen toonen in deze dagen lust
om Oostenrijks meesterschap met hun leven te koopen.
Wel heeft keizer Frans Jozef zijn krijgers nog bij duizen
den gereed staan maar uit liefhebberij blijven ze niet in
de wapens.
Twee telegrammeneen uit Berlijn-Parijs en een uit
Mannheim-Weenen, houden beide de gewigtige mededeeling
in dat Pruisen zijn zin heeft gekregen.
Oostenrijk n.l. zou, daar de vrede-partij te Weenen ge
zegevierd heeft, bereid zijn, de fransche voorstellen aan
te nemen op den grondslag van een bond onder leiding
van Pruisen met uitsluiting van Oostenrijk. Aan de beurs
te Parijs is aangeplaktdus bijna officiéél verkondigd, dat
deze tijding allezins waarheid behelst. En geen wonder
want Oostenrijk is in de laatstverloopen vier weken op
verscheiden slagvelden te zwaar beproefd; zijn militaire
roem is te veel getaand zijne positie als groote mogend
heid ook moreel te zeer geschoktzijne zwakte door den
afstand van Venetië te zeer bewezenen het vertrouwen
dat men nog in dien staat steldeisdoordien hij zich
zoo plotseling in Frankrijks armen wierp, te zeer geschokt,
dan dat het nog te vermoeden zou zijndat niettegen
staande het besluitdoor den minister- en familieraad op
het paleis van keizer Frans Jozef genomen om den oor
log tot het uiterste voort te zetten dit besluit tot uitvoe
ring zou komen. De bewilliging van het weener kabinet
m een wapenrust van vijf dagen was naar onze meening
reeds als de voorbode van het aannemen der vredes-preli-
mmairen aan te merken. r
Preliminairen zijn voorlöopige bepalingen die men aan
genomen wenschtals men in het sluiten van den vrede
wil toestemmen. Dat aannemen gaat niet altijd zoo dadelijk
maar; men begint te loven en te bieden, hier wordt wat
atdaar wat bijgedaan tot men eindelijk van weerszijden
toeslaat en dan is t vrede. Nu waren Oostenrijk en Pruisen
ook al voor den oorlog aan ’t bieden ge
was ’t nog niet uitgemaaktwie de beste
nonnen had; en wist men dus niet, i
had om zijn zin door te drijven. Dat is nu in orde.
volgens de preliminairen nu, die Pruisen, uit kracht
zijner naaldgeweren en de kanonnen van Krupp stelt zou
de reorganisatie van Duitschland op het volgende neêrko-
menDuitschland zal bestaan uit een Noord-Duitschen
bond en uit een Zuid-Duitschen bond. De noorder-staten
zullen zich scharen om Pruisen welke mogendheid de lei-
ding der militaire krachten van die staten hebben zalen
wier gemeenschappelijke zaken zullen beheerd worden ’door
een parlement en een bondsbestuur. Pruisen neemt in be
zit de Elbe-IIertogdommen, benevens dat gedeelte van Han-
l)e Abonuenients-prijs is 0,80 per drie
maanden; franco per post 0,95.
De prijs der Adrertentien is van 1—6
regels 40 Ots., behalve 35 Cts. voor het A <1-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
never noodig tot de vereeniging van zijne westelijke pro
vinciën met het oostelijk deel der monarchie. Al de ver
dreven souvereinen zullen op hunne troonen hersteld wor
den mits zij het pruisisch programma aannemen. Tot
den Zuider-Bond zullen behooren BeijerenWurtemberg
Baden en Hessen-Darmstadt; de koning van Beijeren is op
perbevelhebber van het leger dier staten. Oostenrijk is
geen lid van den Noorder-Bond en geen lid van den Zui
der-Bond doch kan traktaten van alliantie sluiten met
laatstgenoemden, die op zijne beurt zich door zulke ver
dragen met den Noorder-Bond verbinden kan. Voor geheel
Duitschland zal eenheid van maatgewigt en munt be
staan. Oostenrijk betaalt een gedeelte der oorlogskosten
waartegen hem het ongeschonden bezit zijner staten (met
uitzondering van Venetië) wordt gewaarborgd. Volgens de
Köln, Zeil, zou Pruisen onder de voorwaarden ook willen
opgenomen zien amnestie in Oostenrijk voor allendie
zich als voorstanders van Pruisen gekompromitteerd hebben.
Behalve deze voorwaardenaan Oostenrijks overweging
onderworpen wenscht Pruisen nogdat drie millioen in
woners zullen worden ingelijfd bij Rusland.
Er staat dus niets in van a, e, i, o, u. Oostenrijk zal
zich moeten schikken, ’t Is zeker een hard gelag, als men
zich zelven belooft, de wereld te zullen vermeesteren, en
er dan een ander komtdie u niet eens meester laat van
datgenewat ge reeds uw eigendom noemt. De druiven
zijn toch maar zuur, zei de vos, want ze zaten hem te
hoog. t Is maar goed, dat we van al dien duitschen om
slag af zijn, zeggen sommigen in Oostenrijk; we zullen
nu zoo veel te beter op onze eigen zaken kunnen passen.
En daarin hebben ze zoo geheel geen ongelijk. De oosten-
rijksche staat is een lappedekendie nog al wat oppassen
vereischtals hij niet scheuren zal. De'draden, waarmee
de verschillende lappen aan een zitten worden te oud, en
de keizer is er tegen, dat ze vernieuwd worden. Dat het
volk de noodzakelijkheid dier vernieuwing begint in te zien,
blijkt o. a. uit het volgend adresdoor den gemeenteraad
van Weenen aan den keizer gerigt.
»De gemeenteraad van Weenen beschouwt het in de te
genwoordige omstandigheden als zijn pligtUwe Majesteit
de vernieuwde betuiging te geven van zijne verknoch'theid,
en tevens de hoop en de verwachtingen kenbaar te maken
van Weenens bevolking. Vier gewesten van het rijk zijn
door den vijand bezet; zelfs het gewest, waaruit de oosten-
rijksche monarchie haar oorsprong nam, wordt bedreigd;
duizenden van onze zonen en broeders hebben vruchteloos
hun bloed vergoten.
In deze kommervolle dagen wenscht de vertegenwoordi
ging van Weenen niet al de oorzaken na te gaan, welke
de schuld dragen van dezen bagchelijken staat van zaken,
maar dit althans mag zij verklaren dat naar hare over
tuiging, die toestand niet zoo zeer veroorzaakt is door den
grooten tegenspoed op het slagveld, als wel door de treu
rige staatkunde, welke door de raadslieden der kroon reeds
jaren lang, zoo wel in het binnenland als in het buiten
land is gevolgd.”
«Thans echter”, zoo vervolgt het stuk: «moet het oog
gerigt zijn op de toekomst, en men zich het schoone wooril
waardig toonendoor Uwe Majesteit gesproken «dat de
oostenrijksche volken nooit grooter zijn dan in het ge
vaar.” Maar dan houden zij zich ook geregtigd tot
de verwachtingdat de keizer de beginselen ten uFtvoer
leggen zal, welke hij herhaaldelijk het hoofddenkbeeld zijner