VIJFDE JAARGANG.
I860.
IN o. 35.
B01SWABDSCHE COURANT
30 Augustus.
Donderdag
BÜITENLANDSCH OVERZ1GT.
De Abonnements-prijs is 0,80 per drie
maanden; franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien is van 16
regels 40 Cts., behalve 35 Cts. voor het A d-
verteutiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. CUPERUS Az. te Bolsward, wien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens
dag -morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen op rekening
der inzenders.
De pruisische regering heeft bij de vertegenwoordiging een
wetsvoorstel ingediend tot inlijving van Hanover, Hessen-
Kassel, Nassau en Frankfort, en de vertegenwoordiging
heeft die inlijving goedgekeurd. In de memorie van toe
lichting bij genoemd voorstel liet de regering niet na te
herinneren aan de goede voornemens, die zij bij den aan
vang van den oorlog had. Niet het veroveren dier landen
was Pruisens doel; maar hunne vijandige gezindheid jegens
Pruisen maakt het noodzakelijk, dat zij ophouden te be
staan. En nu zal Pruisens koning de regering over die
landen niet op zich nemen als koning van Hanover, keur
vorst van Hessen en hertog van Nassaumaar als koning
van Pruisen namens Pruisen, zoodat Hanoveranen, Hessen,
Nassauers en Frankforters voortaan burgers zijn van Prui
sen. Reeds heeft de regering dan ook verklaarddat de
grondwetten der ingelijfde landen hebben opgehouden te
bestaan.
’t Is voor een gewoon menchenverstand wel wat moeije
lijk, Pruisens handelwijze met de uitspraken van zedelijk
heid en regt overeen te brengen. Wij kunnen zeer goed
begrijpen, dat de bezetting van de nu ingelijfde landen in
het begin des oorlogs voor Pruisen noodzakelijk is geweest,
want zij waren inderdaad Pruisen vijandigen zij wisten
ook zeer goed waarom. Het bondsregt, waaraan zij zich
hielden; de bond, welks behoud zij wenschten, werd door
Pruisen bedreigddoor Oostenrijk beschermd. Pruisen moest
hen dus onschadelijk makenen had redener zijne troe
pen heen te zenden. Maar nu is de oorlog geëindigdde
vijandige staten zijn verzwakt, en Pruisen heeft voortaan
van hunne gezindheid niets meer te vreezen. Ook Wur-
temberg, Beijeren, Saksen, Baden en Hessen-Darmstadt
waren tegen Pruisenen toch worden ze niet ingelijfd.
Alleen zullen ze wat grondgebied moeten afstaan. Wij
begrijpen dus nietwaarom het noodzakelijk istot eene
inlijving over te gaan beter zouden we ’t begrijpen als
Pruisens regering zeidewij gevoelden de begeerteom
ons rijk uittebreidenen die begeerte hebben we nu vol
daan.
Maar von Bismarck begrijpt het zeker, en dat is genoeg.
Voor straf worden de vijandige volken nu onderdanen van
den godvreezenden koning Wilhelm en ’t kan niet anders
of de straf van zulk een koning is een weldaad. Hanove
ranen, Hessen en Saksen waren niet veel gewoon; hunne
volksvertegenwoordigers hadden niets te zeggen. Dat is
in Pruisen andersdaar zeggen de vertegenwoordigers des
volks nog al eens wat, maar zij worden niet gehoord.
Toen onlangs de afgevaardigde Hoverbeck eene kleine ver
andering wilde brengen in het wetsvoorstel, dat betrekking
heeft op de goedkeuring van de sedert eenige jaren door
de regering gedane uitgavenzonder dat die door de ver
tegenwoordiging waren toegestaanvond de regering die
verandering niet goed, en de minister von der Heijdt zeide
heel bedaard: «het regeren zonder begrooting heeft ons tot
dusverre niet veel moeite gekostwel is de regering be
reid, om de hand ter verzoening aan de kamer 'te reiken,
maar als de kamer niet zoo wil als wijdan nemen we
eenvoudig de wet terug.” Gelukkig land, waar het de
regering zoo weinig moeite kost, om van alles zelf de ver
antwoording op zich te nemen
De vrede met Beijeren Wurtemberg, Baden en Hessen-
Darmstadt is geteekend. Beijeren staat eenig grondgebied
met 4000 inwoners af; Hessen doet afstand van Homburg
en het uitsluitend bezettingsregt van Mainz. Over den
vrede met Oostenrijk is men nog niet uitgepraatook de
Italianen weten nog nietwat Oostenrijk met hen voor
heeft.
«Als iemand verre reizen doetdan kan hij wat verha
len,” zingt Claudius, en wie’t geluk heeft, na een veld
slag dien hij bijgewoond heeftnog tong of pen te kun
nen gebruiken, die heeft zeker ook wel stof, ’t Is een
avontuurlijk leven, het oorlogsleven, en men praat er met
meer pleizier over, als’t voorbij dan wanneer ’tnog te
genwoordig is. Dit is onder anderen ’t gevalals men ge
bruikt is tot bouwstof van een barricadezoo als plaats
had met een oostenrijksch soldaat, die’t volgende aan zijn
vader schreef
«De slag bij Koniggratz had eene voor ons nadeelige
wending genomen de Pruisen rukten tegen onze batterij
op, toen ik een kogel in de borst ontving en voor dood
bleef liggen. Kort daarna was de batterij gedwongen zich
op eene hoogte terug te trekkenvan welk punt zij een
vernielend vuur op de Pruisen opende. Deze zochten, om
zich voor de kogels te beveiligen, de rondom hen liggende
lijken op, en stapelden die op elkander. Ook ik werd voor
dood aangezien men nam ook mij op en wierp mij op
den hoopwaar achter de Pruisen zich verschansten.
Ten gevolge van het alarm en de pijnen mijner wonde
kwam ik tot bezinning en ontdekte in welk een vreeselij-
ken toestand ik mij bevond. Rondom mij drongen de ko
gels in de lijken mijner wapenbroeders, en natuurlijk was
ik blootgesteldom thans voor goed te worden doodge
schoten. Ik raapte al mijne krachten bijeen en smeekte
een achter mij staanden Pruisischen soldaat, mij te redden.
Deze liet van schrik zijn geweer vallen en met levensge
vaar want hij moest een bres maken in de lijkenver-
schansing redde hij mij. Ik werd van het slagveld ge
dragen en naar het hospitaal te Nachod getransporteerd”.
Ée.n pruisisch grenadier had een prettiger avontuur. Met
eenige zijner kameraden kwam hij in het dorp Schlowitz.
Zij waren vermoeid en hongerig, en de boerin, bij wie ze in-
gekwartierd werdengaf haar de troostvolle verzekering
dat zij niets voor ben te eten haddaar doortrekkende
militairen haar van alles hadden beroofd. Maar een inge-
kwartierd grenadier is op dat punt juist niet ligtgeloovig
hij wil proefondervindelijk overtuigd worden. Onze grena
diers gingen daarom het huis doorzoeken en kwamen zoo
bij ^en gesloten kast. Op hun verzoek, om die te openen,
gaf de boerin ten antwoorddat zij met wistwaar de
sleutel was; maar toen men haar beduidde, dat een grena-
dierssabel ook de dienst van sleutel kan doen, opende zij
de kast, en nu kwamen daaruit te voorschijn twee
flinke boerenmeiden hare dochters. En schoon de grena
diers thans meer aan hunne magen dan aan maagden dach
ten, en op hun proef dit verschijnsel met hadden verwacht,
zoo was het hun toch niet onaangenaamvooral toen de
moederdie bemerktedat zij met fatsoenlijke grenadiers
te doen had nu ook brood boterkaasspek en worst
voor den dag haalde.
Keizer Nqpoleon is ziek.
De berigten uit Madrid luiden treurig. De toestandal
dus schrijft men uit die stad, is van dien aard, dat bijna
niemand meer den moed heeft zijne gedachten zelfs in
bijzondere brieven mede te deelen. Sedert de dagen der