1800.
VIJFDE JAARUAVG.
ÏNo. 50.
13 December.
D omlerdajg
Binnenlandsch Overzig-t.
13 u i t e n 1 an <1 s c h O verziet.
BOLS W ABDSCHE COURANT
maar werd den vol
beleed ten volle zijn
van den 4
Zuid-Holland
De Aboiinenieuts-prijs is 0,80 per drie
maanden franco per post 0,95.
De prijs der A dv er ten tien is van 16
regels 40 Cts., behalve 35 Cts. voor het A d-
verteutiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. CUPERUS Az. te Bolsward, wien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens-
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen per rekening
der inzender.
Volgens de Staats-Courant zijn in de week
tot den 10 November door de veeziekte in
aangetast 510 runderen Utrecht 1003Noord-Holland 38,
totaal 1551.
In de week van den 11 tot den 17 November in Zuid-
In on?e Oost is men volstrekt niet blijde met de be
noeming van den nieuwen gouverneur-generaal. In het
Nieuw Bat. Handelsblad van 29 October leest men: «Aller
treurigst was de indruk, die door het berigt der benoeming
van den heer mr. P. Myer tot gotiverneur-generaal hier
werd te weeg gebragt. Een gevoel van verslagenheid en
moedeloosheid maakte zich meester niet alleen van de
voorstanders der vrijzinnige beginselen maar ook van de
weinige europesche ingezetenen, die het stelsel der behouds-
part'y zijn toegedaanbij de gedachtedat de man der
«schorsende overpeinzing” ons op nieuw zou komen storten
in den afgrond van weifeling en onzekerheid waaruit wij
ons eindelijk opgeheven waanden. Eene meer algemeene
impopulairiteit dan die den nieuw benoemden gouverneur-
generaa! hier te wachten stond, is niet denkbaar.”
En dan geeft genoemd blad te kennendat men het te
Batavia voor waarschijnlijk houdt, dat de heer mr. Myer
zijn nieuwe betrekking wel niet zal aanvaarden daar in
de tweede kamer over zijne benoeming zoo afkeurend ge
sproken is. Maar dat heeft men mis de nieuwe gouver
neur is al eenigen tijd op reis naar het landwaar men
van zijne «goochel-politiek’ geen te besten dunk heeft.
Dat daar in de Oost de beschaving nog niet tot allen is
doorgedrongen en men ook daar nog treurige gebeurtenis
sen kan beleven blijkt uit het volgende.
Men schrijft van Meester Cornells:
Zaterdag den G October des namiddags had in het distrikt
Bekassi een afschuwelijke moord plaats.
Een inlander van de kampong Kaliabong had eene week
te voren eene hoog zwangere vrouw van die kampong over
haren toestand schertsenderwijs toegesproken en deze had
dien scherts met een paar onder den inlander overigens
vrij gebruikelijke scheldwoorden beantwoord.
De grappenmaker was daarop doorgeloopen zonder te
laten merken, dat hij daarover boos was, maar op den
volgenden Zaturdag voormelde vrouw in gezelschap van
drie andere menschen in de sawa ontmoetende bragt hij
haar de gebezigde scheldwoorden in herinnering, trok zijn
gollok en bragt haar daarmede acht houwen toe zoodat
zij onmiddellijk den geest gaf.
De moordenaar ging op de vlugt
genden nacht door de politie gevat en
misdrijf.
Jongstleden Zaturdag voor den assistent-resident gebragt,
erkende hij op nieuw met de grootst mogelyke kalmte
zijne gepleegde wraakoefening.
Toen hem het daartoe gebezigde wapen voorgehouden
was en hij dit als zoodanig herkend had werd hem ge
vraagd hoe het kwam dat het zoo schoon was en daarbij
geene bloedvlekken zigtbaar waren.
Hij antwoordde dat hij het had schoongemaaktdoch
gedrongen om mede te deelen waarmede hij het dan zoo
schoon had gemaaktzeide hij na eenige aarzeling
«Ik zal er maar niet om liegen en u mijn hart open
leggen ik heb die vrouw vermoord dat is waarmaar
daarmede was ik nog niet voldaan ik gevoelde behoefte
om ook haar bloed te proeven, daarom heb ik mijn gollok
afgeliktvandaar is zy zoo schoon.”
Het was afschuwelijk te zien met welke kalme zelfvol
doening die man dat verhaal deed hoezeer men in het
district Bekassi anders nog al ligt met wapens omgaat
behooren zulke moordenaars daar echter gelukkig tot de
zeldzaamheden.
De toestand van den ongelukkigen keizer Maximiliaan
wordt ons nog op de meest uit een loopende wijzen voor
gesteld Naar ’t schijnt winnen de republiekeinen veld.
In New-York zal een proces gevoerd worden om de na
latenschap van Anneke Jans, ehevrouw van dominé Bogar-
dusoverleden voor nagenoeg tweehonderd jaar. Die na
latenschap bestaat uit landerijen, die bij haar leven weinig
waarde hadden maar nu op 65 millioen dollars geschat
worden. Deze landerijen zijn gelegen rondom de Trinity-
kerkwelke kerk ze vroeger voor eene lange reeks van
jaren in huur heeft bekomen en ze later maar als haar
eigendom heeft aangemerkt. Nu komen een drie honderd
tal nakomelingen van Anneke Jans hun over- overgroot
moeders goed opeischen. Een kostelijk baantje voor de
heeren advokaten.
In New-York meent men te wetendat de Indianen in
’t verre westen van Amerika zich gereed maken voor een
grooten oorlog.
De engelsche bladen wijden thans bijna dagelijks een
hoofdartikel aan de woelingen der Fenians in Ierland
waaruit blijktdat men den staat van zaken niet zonder
eenige bekommering inziet. De regering is echter op hare
hoede. De Naval and Military Intelligence verzekertdat
reeds 26,000 man troepen en 10,000 constables zich op
lersch grondgebied bevinden. Voorts zijn er 3 regementen
infanterie en 400 mariniers op weg naar dat eiland. De
staat van spanning, waarin men intusschen verkeert, werkt
verlammend op handel en vertier.
Uit den opstand der Kandioten wordt een feit vermeld
dat aan de onverschrokkenheid herinnert waarmeê de
Grieken vroeger den onafhankelijkheids-oorlog hehben ge
voerd. Een vijf honderdtal Kandioten meer dan voor de
helft uit vrouwen en kinderen bestaandehadden de wijk
genomen naar een klooster in Arcadiëwaar zij door de
Turken belegerd werden. Geene uitkomst ziendemaar
zich ook niet willende overgevenstaken zij den brand in
vaatjes buskruid, en sprongen zoo, in gezelschap- van velen
der Turken in de lucht.
De Hanoveranen blijven nog steeds ongehoorzaam aan
von Bismarck. De dienstpligtige jongelingen verzetten zich
tegen de rekrutering. De militairen die kwamen om hen
te halen werden door de bevolking buiten de gemeenten
gezet. Te Hameln namen de rekruten het stadhuis in
even zoo te Springewaar zij alle papieren die op de
militie betrekking hadden, vernielden. Van zulke rekruten
mogt von Bismarck anders wat goeds verwachten zy too-
nen dat zij hart in 't lijf hebben. Maar dat zij nu juist
begrijpen hun moed aan don dag te leggen tegen hunne
weldoenersdat zal von Bismarck hun kwalijk genoeg ne
men en zeker bitter genoeg laten bekomen. Naar men
zegtis hij weer geheel van zijn ziekte hersteld en ar
beidt hij al weer als een ezel.