i
1) onderdag
27 U e c e m. to e r.
B uit enlands ch O ver z i g t.
IS’o. 52.
VIJFDE .TAATÏDANG.
1866.
BOLSWARDSCHE COURANT
Es gibt
Kaiserstad Es gibt
1
1
De Uitgave dezer Courant, die eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C l P E R (J S Az. te Bolswardwien men
alles dit Blad betreffende, uiterlijk tot Woens-
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te
zenden. Alle briefporten komen per rekening
der inzender.
nur a Wien 1
De Abomiements-prijs is f 0,80 per drie
maanden franco per post f 0,95.
De prijs der Advertentien is van 16
regels 40 Cts., behalve 3b Ots. voor het Ad-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
vrolijken aard. Op den boulevard (wandelplaats) Mont
martre te Parijs werd sedert eenige weken een buitenge
woon groot aquarium (inrigting om waterdieren levend te
bewaren) vertoond. Op een Zondag, terwijl tal van Parij
zenaars, in hun nieuws aangeschaft winter-zondags-pak naar
de laatste mode, den boulevard op en neer wandelden of
met hun neus in de hoogte voor het aquarium bleven
staan, sprong een der glazen waterbakken, die 20,000 kan
water met allerlei gedierte bevatte. Die het digtst bij ston
den hadden het meeste genot van dit gratis stortbadsom-
miger sierlijk gekapte haren geraakten totaal in de war,
door het verwijderen daaruit van hagedissen en andere
beestjes die bij ’t vergaan van hun wereld zich vol angst
daaraan vastgeklemd hadden. Veler kostelijk pak was geen
sous (een stuiver en niet te verwarren met saus) meer
waard, en in een oogenblik zag men den geheelen boule
vard schudden; de natten omdat zij nat waren, de droe
gen van het lagchen om de kromme sprongen, die zij te
zien kregen.- Een enkel voorbijganger werd gewond door
de glasscherven.
Wie een jeugdig paar zamenbrengt en het zoo weet aan
te leggen dat het wordt
«Twee zielen gloênde aaneen gesmeed”,
verdient een nieuwen hoed. Die gewoonte schijnt ook in
Pruisen bekend te zijn. Pruisens koning heeft dit jaar
zooveel aan elkander geholpendat hij het koppelaarsloon
wel verdiend heeft. En hij zal het hebben ook. Met nieuw
jaar zal hij present ontvangen een nieuwen gouden helm.
Misschien denkt von Bismarck weldat hij hem eigenlijk
verdiend heeft, maar dat gaat wel meer zoo; de pruisi-
sche soldaten zouden 't ook wel kunnen denken.
Nu is’t intusschen wel wat leelijk, dat de zamenkoppe-
ling van koning Wilhelm niet overal eene gelukkige kan
heeten. De Hanovcranen hebben niet eens de wittebroods
weken willen uitvierenal dadelijk toonden ze af keer van
de verbmdtenis en die afkeer is haat geworden.
In Hanover (de hoofdstad) is de haat tegen de Pruisen
ten top gestegen zoo schrijft men uit de Rijnprovinciën.
De pruisische officieren en soldaten worden openlijk op de
straat gehoond en uitgelagchen. De geliefkoosde spotnaam
is«koekoek”, een spotnaam op den pruisischen adelaar.
In West-Riding heerscht algemeene ontroering, sedert
men de ramp van’Barnsley vernomen heeft. De pogingen
om de lijken te vinden zijn den ganschen nacht van Woens
dag op Donderdag voortgezet. Kloeke en schrandere lie
den hadden het moeijelijk en gevaarlijk werk ondernomen
en telkens als een lijk gevonden was, werd het in de
timmerloods gelegd, waar dadelijk alles heensnelde om het
te herkennen. Bijna alle lijken, die men vond, lagen in
het noordelijk gedeelte, dat gesprongen was en nog slechts
een puinhoop vormde. Het zuidelijk gedeelte had men
nog niet bezocht. Uit de houding der lijken maakte men
op, dat de mijnwerkers, op eene of andere wijze het ge
vaar ziende aankomen, den dood gevonden hadden, terwijl
zij zich naar het achtergedeelte der mijn begaven. Don
derdagmorgen te 9 uur waren nog slechts 70 lijken ge
vonden en 16 a 20 levenden. Van de lijken was een
twaalftal nog kenbaar.
Donderdagmorgen had een nieuwe ontploffing plaats
waardoor de ingenieur en vijf van hen, die lijken zochten,
het leven verloren. Een uur later volgde eene derde ont
ploffing, die den ventilatie-toestel vernielde. Men begreep,
dat de mijn in brand stond en onder water gezet zou
moeten worden. Er waren 75 lijken uitgehaaldmaar
daarbij zou het moeten blijven. Van alle kanten zag men
de jammerlijkste tooneelen van angst en vertwijfeling. Een
ingenieur van Steffield en de heer Smith van Lundhill be
gaven zich nogmaals in de mijn, maar waren er geen vijf
minuten of eene nieuwe ontploffing had plaatsdikke
rookwolken stegen uit de schachten op en massa’s puin
werden naar boven geworpen. Men liet herhaaldelijk de
kokers zakken, doch zonder dat men iemand ophaalde. Het
leed geen twijfel of ook de 28, volgens anderen 37 moe
dige mannen, die ter redding waren nedergedaald, waren
omgekomen. De reddingspogingen moesten gestaakt wor
den en weldra verkreeg men de overtuiging, dat aan her
vatten niet te denken viel.
Volgens de berigten van Vrijdagavond bad de brand op
gehouden, althans men bespeurde daarvan geene teekenen
meer. Daar evenwel alle hoop op redding vervlogen was,
werd op advies eener conferentie van 'ingenieurs beslo
ten de verdere werkzaamheden tot Maandag te staken.
Volgens opgave van den secretaris der mijn-directie, zijn
bij de ramp 263 vaste arbeiders omgekomen de overigen
waren slechts tijdelijk aldaar werkzaam.
bedert 1797 is dit het achttiende ongeluk van dien aard
in de mijnen van Yorkshire.
Dien zelfden dag heeft in eene andere mijn, in Noord-
Staffordshire, insgelijks eene ontploffing plaats gehad. Daar
omtrent wordt nu gemeld, dat slechts 13 personen levend
daaruit zijn te voorschijn gehaald. Later heeft men nog
36 lijken gevonden, doch buitendien worden nog ruim 100
arbeiders vermist, waaromtrent niet de minste hoop bestaat,
dat nog één in leven zal zijn. De meeste der omgekome
nen waren huisvaders.
Op verschillende plaatsen in Engeland circuleren reeds in-
schrijvingslijsten, om den noodlijdenden gezinnen te hulp
i”ih?men' V°or die te Barnsley heeft de koningin dade
lijk 200 pond sterling gezonden, om voorloopig in de eerste
dringende behoeften te voorzien.
Pa$s k.an °°k zijne ontploffingen hebben, maar natuur
lijk zijn dit fransche, dus minder degelijk en van meer
is«koekoek”,
De meest populaire straatdeun luidt
Es gibt nur a
Es gibt uur a Rauberstadt, Das ist Berlin.
Kommt ein Vogel geflogen Setzt zich nieder in unserLand
Hat geraubt und gestohlen Und wird Kuckuk genannt.
Dit zal beteekenenEr is maar ééne keizerstad I Er is
maar één WeenenEr is maar ééne rooversstaddat is
Berlijn. Er kwam een vogel aangevlogen en zette zich ne
der in ons land hij heeft geroofd en gestolen en wordt
koekoek genoemd.
Onlangs werd in Hanover door Pruisen oproeping van
2 ligtingen gedaan. Op de keuringdie te Meppen moest
plaats hebben waren van de 500 opgeroepenen slechts 2
aanwezig. Dit bewijst ten volle hoe weinig sympathie in
Hanover voor de pruisische dienst bestaat. Naar men zegt
bevindt zich eene menigte der opgeroepenen op nederlandsch
grondgebied.
Maar Pruisens regering heeft voor die zangers en andere
ondankbaren kostelijke gevangenissen, en wanneer iemand
het waagt’s konings dierbare soldaten te beleedigen, dan
hebben dezen het regt, om maar terstond van leer te trek-