A
Donderdag
14 Januari]
Buitenlandsch O ver zi gt.
ACHTSTE JAARUAAG.
1869.
No. 2.
B01SWARDSCHE COURANT
de vaderlandsliefde des volks nog wel eens noodig kon heb-
paar
De Abonuements-prijs is 0,80 per drie
aanden franco per post f 0*95.
De prijs der Adver tentien s van 16
regels 40 Cts.behalve 35 Cts. voor het A d-
vertentiezegel; elke regel meer kost
10 Cts. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend.
De Uitgave dezer Courantdie eiken Don
derdag het licht zietgeschiedt door
B. C UP E R U S Az. te Bolswardwien men
alles dit B’ad betreffendeuiterlijk tot Woens
dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen
den. Alle briefporten komen op rekening dpr
inzenders.
Het jaar 1868 bragt verschillende belangrijke zaken tot
beslissing, inaar liet zijn opvolger ook iets te doen achter.
Van de vorsten, die in 1868 de eer hadden, dien voorna
men titel te dragen werd een vermoord terwijl een an
derop de pninhoopen zijner stormenderhand veroverde
hoofdstad een zelfmoordenaar werd. Eene plotselinge en
regtvaardige omwenteling wierp eene tien eeuwen oude mo
narchie omver en verbrijzelde de kroon eener vermaarde
dynastiedie weleer nog vier andere troonen van Europa
bezette en de schatten van Amerika de hare noemde. In
het meest constitutionele land van Europa kwam zonder
beroering of schokken eene belangrijke parlementshervor-
ming tot stand die ’t bestaan bewees van echt constituti-
onelen zin bij regering en onderdanen. Een dapper en on
dernemend volk, meer prat op den roem zijner voorvaderen
dan in staat hen te evenaren misbruik makende van de
toegeeflijkheid zijner beschermers, ter wille van eerzuchtige
plannen, gaf Europa tegen ’t einde van 1868 een voorstel
ter oplossing. Dit en de regeling der spaansche aangelegen
heden is de erfenis, die het afgeloopen jaar aan het tegen
woordige naliet.
Ter oplossing van het grieksch-turkscbe vraagstuk kwa
men de heeren zamen te Parijs. De prins von Metternich
uit Oostenrijklord Lyons van Engeland de heer Nigra
uit Italiëgraaf van Stackelberg uit Ruslandpacha Me-
heined Djemil uit Turkijede heer Rangabé van Grieken
land en graaf Solms-Sonnewalde van Prutssen zullen onder
presidentschap van den franschman de Lavalette overleggen
en bepalen hoe ’t nu eigenlijk zonder vechten tot vrede
kan komen.
’tSchijnt echter, dat de Grieken niet veel vertrouwen
stellen in het beleid van die heeren. In plaats van af te
wachtendat ze de boodschap krijgen dat de zaak al in
orde is stellen ze zich aan alsof die boodschap wel ge
heel niet komen zal en het zonder een kloppartijtje niet
zal kunnen.
Het hoofdcommité der bewegingspartij te Athene heeft de
Grieken aangemaand om zich niet door Turkije’s bedrei
gingen vervaard te laten maken. «De ongeloovigezoo
zegt zij«heeft op nieuw de hand tegen ons opgeheven
hij wil het vrije Griekenland vernietigen. Doch gansch
Europa zal tegen zijne barbaarsche handelingen opkomen.
Zestigduizend turksche soldaten waren niet bij magte om
Creta te bedwingen één van onze schepen geeft werk aan
de gansche zeemagt van den Turk. Zoo wij den moed
onzer voorvaderenden moed onzer broeders op Greta
hebben, dan zal onze vlag nog eens weder over Byzantium
wapperen. Houdt rnoed 1 Wij waken over u. Aan geld
en strijdmiddelen ontbreekt het ons niet. Voor den onge-
loovigen Turk heeft het laatste uur geslagen.”
Dat ’s krasse taal. Men zietdat de Grieken nog niet
vergeten hebben wat hunne voorvaderen waren nu 2300
jaar geleden. Maar in 23 eeuwen kan er nog al zoo iets
veranderen en de Grieken zijn waarlijk niet in hun voor
deel veranderd.
Intusschen beginnen de in Rumenië gevestigde Grieken
ook te gevoelen dat hun grieksch bloed door de aderen
vloeit. Zij zonden aanzienlijke geldsommen naar Athene
en de jongelingen maken aanstalten om als vrijwilligers in’t
grieksche leger te gaan dienen.
Ook de grieksche regering schijnt nog te denken dat zij
ben. De ministerraad vaardigde eene proclamatie uit, waarin
gewezen wordt op de werkzaamheid van zijner majesteits
gouvernement, om de noodige middelen te vinden tot hand
having van de nationale eer en de regten des vaderlands.
Voorts wordt de overtuiging uitgesproken dat die werk
zaamheid was en is in overeenstemmig met den geest der
gansche natie, en dat de vaderlandsliefde, die ten allen
tijde het kenmerk was van den Griek, het vertrouwen der
regering niet zal beschamen. Die vaderlandsliefde zal niets
meer te doen hebben dan geld en soldaten te bezorgen.
De Turken laten zooveel niet van zich hoorenmaar
herinneren zich toch ook dat zij voorvaderen gehad heb
ben die vechten konden. Zij hebben geen goed oog op
Rusland en geen volkomen vertrouwen op den uitslag van
de zamenkomst der heeren te Parijs. Als die heeren nu
maar kunnen goedvinden om de vechtlustige lui maar te
laten vechten zonder een van beide bij te staan, dan kon 't
wel eens afloopen als met die twee vechtende honden, die
elkander zoo toetakelden dat er van hen niets overbleef
dan de staarten.
De zaken in Spanje gaan niet over een zandpadje. 't Gaat
er met schokken en stooten het waait er uit alle hoeken,
en niemand kan zeggenwat overeind zal blijven staan
of wat ter neer zal worden gesmeten. De voorloopige re
gering is bang voor doortasten de verschillende partijen
doen ieder haar best en als 't zoo nog wat duurtzal eene
tegen-omwenteling geen wonder zijn, ’t Is moegelijkon
rijpe vruchten lang voor bederf te bewaren bij een onrijp
volk, als het spaansche, is het ook moeijelijk de kiemen van
bederf op te sporen en weg te nemen.
De Gaulois verhaalt de volgende gebeurtenis
«De heer H. was gehuwd met zijne nichtschoon en
lieftallig, maar doofstom. Onlangs beviel zij van eene
dochter. Eenige dagen na den afloop der verlossing werd
de geneesheer bezorgd. «Bewaak uwe vrouw zorgvuldig,”
zeide hij tot den heer H. «zij heeft iets vreemds in haar
oog, iets onrustigs over zich, waarschijnlijk eene voorbij
gaande waanzinnigheid; laat haar dan niet alleen, zij mogt
iets doen dat schadelijk is.” Na eenige dagen ontkwam
echter de moeder aan hare bewakersijlde in den tuin
rukte met groote inspanning een zwaren steen uit den grond,
snelde naar hare slaapkamer terug en wierp dien steen vlak
naast de wieg van haar dochtertje op den vloer. Het kind
ontwaakte met schrik, en met een blik vol naamlooze blijd
schap viel de moeder op de knieën. Goddankhaar kind
was niet doofstom1”
Bij een duitsch juwelier te Parijs verschenen een paar
vreemdelingen, die zeiden uit Mexico te komen en stofgoud
te koop hadden. Echt was hetdat zou hij zien aan een
staaf goud die zij hem toonden en die uit het stofgoud
was vervaardigd. Maar hij kon 't nog niet zien en de vreem
delingen stonden hem toede staaf aan het onderzoek van
een deskundige te onderwerpen. Deze bevond, dat het echt
goud was en gaf den juwelier een fleschje sterk water mee,
om het stofgoud ook nog te beproeven. De proef viel gun
stig uit; het stofgoud werd door het sterk water niet aan
getast. De man kocht er voor 70,000 francs van. Toch
was hij gefopthij had koper gekocht. De vreemdelingen,
zeker niet onbedreven in de goochelkunstschenen het
fleschje met sterk water met een gaauwigheid te hebben
verwisseld met een ander, dat niets dan zuiver water be
vatte. Deze toer was zeer raogelijkdaar alle fleschjcs