achtste .JAAiHi Ax;. INo. 49. 9 December. Donderdag Bij deze Courant wordt een bijvoegsel I uitgegeven. 1SÖ9 drie i BOLSW AftDSCHE COURANT De Uitgave dezer Cour int, die eiken D on der u a g het licht zietgeschiedt door B C 0 P.i Pi U S Az. te Bolsioard wien men alles dit Blad betreffende niterlijk tot If'oens- dag-morgen 12 ure, franco gelieve toe te zen en. Alle briefporten komen op rekening der inzenders. De Abonuements-prys is 0,80 per maandenfranco per post f 0,95. De prijs der Advertent? en is van 1 7 regels 50 Cts elke regel meer kost 10 Qts. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Buitenlandse!! )\<tz ipt- Volgens belofte heeft Napoleon III den 29 November en niet eerder de vertegenwoordigers der fransche natie zamen- eeroepen. De tijd,'sedert zij naar huis werden gezonden is door de fransche politiekers en politieke Franschen be steed om te schrijven te spreken en te schreeuwen over den bestaanden toestand van ’t fransche volk en de gebre ken die elk daarin ziet. De verkiezingen van eemge nieuwe leden voor de wetgevende vergadering gaven daar- toe uitmuntende aanleidingmaar niet altijd werd van die aanleiding een uitmuntend gebruik gemaakt Als al tijd openbaarde zich ook nu weder de fransche ligtzinnig- heid uroote woorden echte blufweinig degelijks. Maar toch 'liet kan niet gezegd worden dat die bluf beant woordt aan Talleyrands verzekeringdat de taal het mid del is om zijne gedachten te verbergen. De gedachten van veler harten zijn openbaar geworden in een transen kleed ■mstoken verraden ze ook een fransch karakterdat zich wijzigt naar de omstandigheden. Die omstandigheden zijn niet erg geruststellend. De groote en vrije natie bij uitne mendheid is er op gewezen dat zij klein wordt gehouden en dat hare vrijheid een karikatuur is. Zij is er op gewe zen en er aan herinnerd dat een man des gewelds zich door geweld de heerschappij heeft verschaft en zich in die heerschappij handhaaft door met groote woorden eene groot- sche gedachte van zich te verwekken en gaande te houden. Dit zelfte gevoelen en in te zien, daartoe gevoelt de Pransch- man niet op de regte wijze en ziet hij niet scherp genoeg. Eerst toen enkelen den vinger op de wonde legden be gonnen sommigen te klagen en daarna velen te schreeuwen. Ja, nu gevoelt en begrijpt elk, dat hem onregt geschiedt; nu zal ieder, ook de onhandige, een handje helpen om de regtvaardigheid op den troon te plaatsen. Napoleon heeft ten allen tijde getoond.dat hem het waarnemen van den politieken barometer toevertrouwd is. Ook nu is hij zeer goed op de hoogte en al zegt hij ’t niet hardop, hij doet toch vermoeden, dat hij storm ver wacht. Hij weet ook zeer goed, dat zoon fransche storm zich het eerst beweegt in de rigting van het paleis des heerschers en voor dat paleis en zijne bewoners zeer ge vaarlijk is. Daarom wil hij gaarne den storm bezweren. De troonrede waarmede hij den 29 Nov. de wetgevende vergadering opende, draagt zoo geheel en al het kenmerk, dat zij als een middel daartoe moet dienen. Hij zegt zoo mist hetzelfde wat het volk schreeuwtja in mootje zin nen zegt hij nog duidelijker wat het volk wil dan het dit zelf weet. Maar dat hij ook wil wat het volk wil dit ze«t hij niet zoo onbewimpeld en daar zal het toch maar op aankomen. De troonrede wordt verschillend beoordeeld, sommigen zeggen zij is goed janderen neen maar zij misleidt de schare. De tijd zal leeren of en hoe Napoleon zijne verzekering nvoor de orde sta ik in t zal moeten nakomen en wat hij heeft willen zeggen met zijne aan maning aan de vergaderden thelpt my mijne heeren de vrijheid te redden f’ Van orde en vrijheid toch toonde de keizer tot dusverre een eigengemaakt begrip te hebben ’twelk niet in alle deelen overeenkomt met het begrip, dat wij ons liefst van die hoedanigheden maken. De Oostenrijkers hebben in Dalmalië »op de plaats rust gemaaktmet het hoopvol vooruitzigtdat de manoeuvres eenmaal weer met inspanning van alle kracht zullen her vat worden. De Dalmatiërs hebben nog volstrekt geen plan zich voor overwonnen te verklaren en gesteund door de Montenegrijnen, kunnen ze het den Oostenrijkers nog lastig genoeg 'maken. Kamphuizen had met zoo ver mis toen hij zei »De mensch van ware deugden leêg, »En vol van zotten lust, «Zich zelv’ en and’ren in den weeg, «Vermoordt zijn eigen rust.” Van de inwijding van t kanaal van Suez wordt veel moois en van ’t kanaal zelf ook wel wat leeltjks verteld. Er wordt geklaagd dat het niet overal diep genoeg is. Dat was een teleurstelling voor sommige bezoekers. Som migen willen de Lesseps wel beschuldigen dat hij zich schuldig maakte aan misleiding en bij den onderkoning heeft aangedrongen om de feestelijke plegtigheid te doen plaats hebben opdat de bezoekers zich gedrongen zouden gevoelen, nog wat geld te schaffen voor de verdere voltooijing. Een correspondent der Amsterdamsche Courant schrijft uit Alexandrië Egypte’s hooldstad «Alexandrië is met een arabischemaar wel een euro- pesclie stad met Arabieren en morsige huizen. Men heeft er weinig anders te bezigtigen dan het paleis Rasch-el-iin (vijgenboomtop) van den onderkoning, het kanaal Mahinou- dieh, de tuinen van Moharanabey, de naalden van Cleopatra, half vernielde obelisken de katakomben en den zuil van Pompejus. Meer verwondering verwekken de arabische voor steden met leemen hutten en hare kameelen drek— die half naakte bevolking, zich wentelende in modder en slijk op de straten die kinderen welke in een talrijk ge zelschap van mannen en vrouwendood-eenvoudig maar hunne hemdjes opligten om aan natuurlijke behoeften te voldoen die fallakines welke voorbijgaan met gesluijerd gelaat en met een koperen werktuig door den neus dat dienen moet om hun lucht te verschaffen het geschreeuw der muezzins die van de torentjes der kerken de geloovi- »en tot het gebed oproepen de kudden dromedarissen in verschillende riglingen door de straten komende met hunne geleiders in lange kleederen troepen wilde hon den, huilende op de openbare pleinen of in de zijstraten - eindelijk in het uur der middagrust die gele zakken van trijp, waaronder een schraapzuchtige bedelaar of nubisene slaaf verscholen is. «Toen ik den zuil van Pompejus bezocht, woonde ik eene begrafenis bij. Op den drempel van het sterfhuis zag ik weeklagende en schreijcnde vrouwen, die hare losgemaakte gordels' over hare hoofden zwaaiden en uitriepen Mijn man is dood! Wie zal nu verder voor mij zorgen? En welk een man 1 Alle avonden kwam hij te huis om bij mij te huis te blijven nu zal hij niet meer komen maar in de koude aarde liggen De tolk, dien ik bij mij had, zeide mij dat de kreten welke wij vernamenbeteekenden wal ik hier heb neêrgeschreven. Te vergeefs trachtte ik het huis binnen te gaan ik werd teruggestooten door de be dreigingen der inlanders, die niet dulden dat een Euro- peaan een hunner afgestorvenen aanschouwt; ware dit met een overledene het gevaldeze zou er door belet worden bij Mahomed te komen. De houten doodkist stond voor de deur; ik kon het lijk tot de draagbaar zien brengen maar toen waarschuwde mijn tolk mij dat het tijd was weder in het rijtuig te stappen indien ik den toorn der Arabieren niet wilde ondervinden:”

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1869 | | pagina 1