ADVERTENTIEBLAD.
NIEDWS- EN
K K19
w
1572,1672,1872.
1872.
Elfde Jaargang.
No. 1.
DON DE RD AG 4 Jamiarij.
V
Bolswardsche Courant
Kuiitenlanclscli O verziet.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Gents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Gents van 1—7 régels.
Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
De prinsen van Orleans werden gekozen tot leden
der Natronale Vergadering in Frankrijk en na'
eenige aarzeling hebben ze daarin zitting genomen.
Dat achten sommigen een bedenkelijk verschijnsel.
’t Zou de republiek in gevaar brengen. Niet,
dat ze van de prinsen verwachten dat die stor
menderhand zullen te werk gaan en door geweld*
Zich op den verlatenf konings- of keizers-zetel ïvtt’
Een volgend maal zal ik u Zeggen wat nage
noeg in mij omging bij de gedachte aan 1672.
Had het jaar 1871 een onrustige geboorte, het
is kalm en rustig ontslapen., ’t Heeft moeiten ge
kend van verschillenden aard;’t was getuige van ge
ween en gekerm, het hoorde juiebtoonen en vreugde
schoten. Het nam een moegelijke taak vati zijn
voorganger over de oplossing van gewigtige en
ingewikkelde vraagstukken. Het heeft die taak
niet onaangeroerd gelaten maar ook op verre na
niet afgewerkt. Toch ging het heen zonder aan
zijn einde door ernstige politieke of maatschappe
lijke bewegingen gestoord en verontrust te worden.
Het ruste in vrede.
Rust is echter aan de toekomst niet verzekerd.
Regeringen en volken verkeeren in spanning, eene
spanning waarvan niemand weetwaartoe ze zal
leiden. Een gewapende vrede verkondigt een al
gemeen wantrouwen terwijl sociale vraagstukken
worden behandeld op eene wijze, die berust op een
geheel verkeerd begrip van het wezen der maat
schappij. De taak voor het nu ingetreden jaar is
niet minder moegelijken gewigtig dan die van het
verloopene te zwaar is die taak dan dat ze in
1872 zou kunnen afgewerkt worden. Zooveel nog
dat verbeterd én vooruitgebragt moet worden, en
verbeteren en vooruitgaan vorderen overleg en ge
duid. Een goeden wil ook eischen zeeen
goeden wil van allen en bij dien goeden wil
kennis van Zaken. Dat alles is nög niet ge
noeg aanwezig en het komt langzaam het kooit
niet zonder schokken. Dit verkondigt het eene
jaar aan het andere dit roepen alle eeuwen ons
toe, maar eene vergelijking tusschen het heden en
de eeuwen die voor lang vervlogen zijn doet
toch verbetering en vooruitgang kennen, ’t Is dan
ook wel dwaas, zulks te willen tegenspreken en
het oude te verheffen boven het tegenwoordige
niet minder dwaas te wanhopen aan een nog Be
teren toestand in later dagen. Ondankbaar is ’t
het goede van onzen tijd niet te willen erkennen
en genietenverkeerd Ook het kwade niét te wil
len zien en helpen wegruimen.
In ’t heden gewerkt ook voo’r dagen die komen
Gekampt voor de deugd voor de waarheid en ’t
regt
Niet slechts van een zalig verleden gaan droomen,
Niet werkloos gejammerd de tijden zijn slecht
Kan ’t goede nog beter welaan dan geeft raad
ons.
Moet ’t slechte geweerd? leent dan allen uw kracht;
Elke schrede vooruit op het deugdenpad baat ons,
En verligt weer het voortgaan voor’t later geslacht.
T Moog zijn, dat wij kort hier op aarde vertoeven,
Wij maken een deel dit van’t eidloos geheel;
Geen kleinheid van magt hoeft den enkle bedroeven;
Helpt d’een maar den ander, we vermogen dan
veel l
Weer is het morgen geweest en het is avond
geweest, drie honderd vijl en zestig maal, en’t was
ook nu niet anders dan vroeger, ’t Was winter
lente, zomer en herfst en ’t werd weer winter. De
31 December herinnerde ons weer aan den tijd
die heengingde 1 January wekte gissingen en
verwachtingen omtrent de dagen die komen zul
len. Dat deden hun voorgangers ook, en zoo dob
beren we op de golven des tijds daarheen. We
doen dat elk voor zich en met elkander. Keizer Wil
helm en zijne overwinnaars, Napoleon en zijne over
wonnenen, Ze herdenken wat ze waren, ze maken zich
voorstellingen van wat ze zijn zullen. Want die al
len verhoogden en vernederden geprezenen en
gevloekten ze zijn menschen die een verleden
hebben en eene toekomst verwachten. En ’t is
als een eigenaardige trek in de menschen op te
merken dat Ze van het veiledene zich veel ge-
makkelijker het goede dan het slechte herinneren
en er ook gemakkelijk toe overgaan om zich de
toekomst als een goeden tijd voor te stellen. Daarom
weet men te spreken van gouden eeuwen die eens
geweest zijn en van een heilstaatdie zijn zal.
Een courant doet wat anders dan de menschen,
zij moet wat anders doen. Zij mag niet mijme
ren en droomen zij moet de zaken voorstellen
Zooals ze zijn op den huidigen dag. Maar toch
heeft ook zij haar oude- en haar nien'wejaarsover-
deukingen. Welke die waren voor de Bolswardsche*!
Van de eerste zal ze maar niets zeggen; het oude
is immers al voorbij. De niettwejaarsoverdenkingen
werden voor een goed deel geleid door het cijfer,
it welk den rang des nieuwen jaars aanwijst: 1872.
Dat cijfer herinnert zoo als van zelve aan 1572
en 1672. Er zal dit jaar geen gebrek zijn aan
sloffe om eeuwfeesten te vieren; er zal aanleiding
wezen om zich dagen van lijden en strijden voor
den geest te halen en vergelijkingen te maken
tusschen wat was en is.
tZag er treurig uit in de eerste maanden van
1572. Onderdrukking had geleid tot verzetge
leid neen genoodzaakten ’t verzethet maakte
den onderdrukker tot een wreker, ’t Verzet vol te
houden was hagchelijk scheen onmogelijk maar
even onmogelijk was het een tiran te gehoorza
men. Vlugten en zonder vaderland om te zwer
ven was het deeldat door velen gekozen werd.
Liefde voor dat land liefde voor de vrijheid deed
het uiterste wagen en 't waagstuk gehikte. In
het landwaar de övermagtige en overmoedige
Spanjaard geen plekje voor de vrijheid had over
gelaten zag men in 1572 die vrijheid op ver
schillende plaatsen de dwingelandij verdrijven. De
inneming van Brielle was het sein waarop nog
in datzelfde jaar Vlissingen Vore, ZierikZee, Enk-
huizen Medemblik, Purmerend, Hoorn Alkmaar,
Edam, Monnikendam, Dordrecht, Oudewater, Gouda,
Leiden Bommel Haarlem Amersfoort, Naarden,
Zullen Kampen Sneek Franeker Sloten Sta
voren Dokkum Bufswarrf en andere steden* het
dwangjuk afwierpen.
Ide gebeurtenissen van 1572 waren dan' wel in
tegenspraak met de inscriptie geplaatst op het
voetstuk van’t standbeeld, door Alva in 1568
voor zich zelven opgerigt. Daar heette het: »Aan
Ferdinand Alvarez van Toledo hertog van Alva
stadhouder van Koning Philips II van Spanje in
de Nederlanden gewijd opgerigt te zijner eere
omdat hij den opstand onderdrukt, de rebellen ver
dreven de godsdienst verzekerd regtvaardigheid
geoefend en den provinciën een duurzamen vrede
verworven heeft, als des besten konings trouwste
dienaar.”
Die trouwe dienaar van dien besten koning was
dan ook niet weinig uit zijn humeur, toen hij van
de eene stad voor en de andere na berigten kreeg,
die het leugenachlige van dat pogchende opschrift
aan ’t licht bragten. Niets zou hij ontzien om het
tot waarheid te maken. Eu aldra toonden de gru
welen te Mechelen Zutfen en Naarden en in de
beide volgende jaren te Haarlem en Leiden wat
spaansche wraak was Leze wie kan Schillers
Abfall der Niederlande of Motleys Opkomst van de
Nederlandsche Republiek of de Opkomst en bloei
der Vereenigde Nederlanden van Simon Stijl en
zoowel de Duitscher en de Amerikaan als de Har-
linger geneesheer zullen hem zeggen, dat het jaar
1572 aan al wat zich Nederlander gevoeltsloffe
aanbiedt tot overdenking aanleiding om zich té
verbazen en te bedroeven, reden om te juichen en
te danken.
Het ligt reeds drie eeuwen achter ons, dat merk
waardige jaar. Maar zoo merkwaardig was bet
dat de intrede in 1872 de gedachte er aan 'moest
verlevendigen. En wat verbindt zich niet al aan
die gedachte! Wat is nu Spanje wat is Neder
land! Spanjes grootheid is verdwenen en door ram
pen wijzer geworden, begiti^et nu te^haken naar
de vrijheid die het eens^fol van de aarde bad
willen verbannen. Nederland» verduurde nog een
harden, langen kamp; Nederland bereikte een nooit
gedachten trap van welvaart, /oem en aanzien,
maar Nederland gaf aan deivr'yheid een een
zijdige kracht en de grootheid, Jvaartoe hetjn be
trekkelijk korten tijd geraakte nam ook snellijk
weder af. Maar Nederland kcói ook niet bestemd
zijn om in magt en aanzien dan de spitse der vol
ken te staan. Nederland, gelouterd door rampen,
maar ho mag de Bolswardsche de loftrompet
blazen ter eere van het voortreffelijke Nederland?
Zij zou het zoo gaarne; maar wil er nog wat mee
wachten. Ze ging het jaar 1872 in met goeden
moed want ze' merkt veel goeds in Nederland
wat in 1572 niet alzon was en toen niet alzoo
zijn kon. ffoen verlangde men de vrijheid en ver
kreeg ze maar maakte’ er later een verkeerd ge
bruik van nu is het streven naar een leven in
vrijheid zoo edelals alleen in vrijheid het le
ven kan zijn en dat streven, het zal niet vergeefsch
zijn. Lezershelpt een handje meeopdat het
der wereld duidelijk worde, hoe wij woekeren
met wat onze hooggeprezen Vaderen ons nalieten;
hoe de vrijheid, waarvoor zij leden en streden en
stierven, door hunne nakomelingen wordt gewaar
deerd en op waardige wijze gebruikt.
Een volgend maal zal ik u Zeggen