ADVERTENTIEBLAD.
NIEUWS- EN
No. 4.
1872.
De Spoorweg komt,
„Want wij willen't!
Elfde Jaargang.
DONDERDAG 25 Jamiarij.
BUITENLAND.
Dat we binnen kort alzoo mogen
juichen
Bolswardsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Gents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
maalwist niet hoe ze er mee aan moest Toch
wilde ze niet toelaten dat het jong uit het hok
werd gehaald om aan de borst van een geit te zo-
i was grooter dan hare
eens ’t geval bij moe-
Aan honger is 't
ting liggen hebben 't volstekt niet lekker,
nu en dan wordt er eens een vermoord en
doet de politie vergeefs ijverig onderzoek,
duitsche bevelhebers nemen
Tot groote droefheid der moeder is in de dier
gaarde te Londen overleden het nijlpaardjeop
den Zeer jeugdigen leeftijd van twee maal 24 uur.
Het arme schepsel was' te onnoozel om moeders
borst te vinden en moeder zelve, ’t was de eerste
Als we hier een spoorweg krijgen, moet het ver
boden worden om in den waggon zijn maaltijd te
doen. Grootvorst Alexis was op reis van Ottawa
naar Toronto. Hij zat aan tafel in een der twee
laatste rijtuigen van den trein, die slechts uit vier
waggons bestond. De twee achtersten- rukten los
en werden op hel sneeuwveld geworpen. Toen
men te hulp kwam vond men den grootvorst en
zijn gevolg onder de spijzen bedolven de prins
met Zijn hoofd in de soepterine een zijner adju
danten gedekt door den schotel salade, terwijl de
sausen, vleesch en groenten zich aan hunne klee-
deren hadden vastgehecht en in hunne zakken
waren doorgedrongen. Andere ongelukken hadden
er niet plaats, en de grootvorst kwam des avonds
ten elf ure, bij eene koude van 5 graden onder
nulbehouden te Toronto aan. Maar ’t was toch
zonde van ’t heerlijke eten!
aan de borst
gen; hare moederlijke liefde
wijsheid en dit is ook wel i
ders, die geen nijlpaarden zijn,
arme beest bezweken.
De heer Spurgeon een bekend engelsch pre
diker, die door zeer velen gaarne gehoord wordt,
hield in de vorige week een toespraak tot lon-
densche werklieden. Hij sprak zoo over ’t kerk-
gaan en over de verontschuldigingen die de men
schee inbrengen als hun gevraagd wordtwaar
om Ze er niet komen. Sommigenzeide hij be
weren dat zij den predikant niet kunnen volgen.
En dat had zijn reden want er zijn predikers
die te groote woorden gebruikenmaar daartoe
behoort hij zelf nietwantzeide hij »een huis
moeder kan niet naauwkeuriger de steentjes uit
het deeg van de plumpudding zoeken dan ik de
groote woorden uit mijn preek verwijder.” En
dan ook de preken duren te lang. Dat stemde
hij toe en keurde 't af. Als iemand lang preekt
zeide hij kómt het daarvan dat hij niets te zeg
gen heeft. Hij was het eens met Chalmersdie
gezegd heeft: om een preek te maken, die een
half uur moet duren. Zijn drie dagen noodig; voor
een van drie kwartier behoeft men twee dagen
maar een preek van een uur kan in een uur ge
maakt worden.” Mijnheer Spurgeon had er ook
nog wel een woordje bij kunnen voegen over ’t lang
bidden, of zou dat in Engeland zoo erg niet zijn?
streeksche verbinding brengen met Amsterdam, al-
zoo met Holland. Aan het uit Hollanders en Frie
zen bestaande comité (waarvan uit Bolsward de
heer W U. de Jong als lid genoemd wordt) is
het gelukteene engelsche maatschappij te vin
den die na herhaalde onderzoekingen op het ter
rein zelve tot de overtuiging is gekomen dat de
onderneming heel wel kan slagen. Die maatschap
pij wil baar dan ook wel op zich nemen als de
betrekkelijk niet groote som die zij van de be
trokken plaatsen vraagt in subsidie en aandeelen,
wordt gevonden. Het comité nam die aanbieding
voorwaardelijk aan en meent nu op de belangstel
ling - ook in financiëlen zin van de zijde
des publieks te mogen rekenen.
Aan heeren Burgemeesters in Noord-Holland en
Friesland werd door het comité eene circulaire ge-
rigt, waarin het vermeldt wat het zelve reeds in ’t
belang der zaak deeddat de minister van staat
en van binnenlandsche zaken Zijne medewerking
toezeide; dat het comité onder de mannen van be-,
langstelling en invloed meent te mogen rekenen
de hoofden der gemeenten hunne wethouders en
medebestuurders. Verder wordt er in de circulaire
op gewezendat eene spoorwegverbinding voor
handel en nijverheid, voor de welvaart van gewest
en gemeenten meer en meer eene levensvraag is
geworden. De circulaire eindigt met het verzoek
aan gemeentebestuurders om tegenwoordig te zijn
in de bijeenkomstden 20 Januarij in Hoorn en
insgelijks op eene dergelijke vergadering op een
nader te bepalen dag te houden in Sneek.
Eerstgenoemde bijeenkomst is alreeds gehouden
en waartoe zij geleid heeft, zal wel spoedig open
baar worden.
Voorloopig werd als rigting aangenomenvan
Amsterdam tot Medemblik, van daar per snelvarende
stoomboot, mede in T plan begrepen naar Hinde-
loopen en verder over Workum Parraga Bols
ward Nijland Folsgare Ysbrechtum Sneek,
Goënga, Gauw, SybrandaburenIrnsum en Grouw
in verbinding met den staatsspoorweg.
Dunkt o ook niet lezersdat het plan er zeer
aannemelijk uitziet? Friesland zal er zeker bij
winnen en wei inzonderheid zal er de zuidwest
hoek van profiteren die tiu nog zoo’n vergeten
hoek is dat er zijn die eene reis hierheen een
moeijelijke reis noemen. En ’t helpt niet, dat we
ze uitlagchen die slumperts omdat ze reeds zóó
verwend zijn, dat ze zich in onze welingerigte
barges en regelmatig rijdende rijtuigen niet wél
gevoelen; ze zijn nu eenmaal zoo verwend en och,
het behoort immers ook tot de voorregten van onzen
tijd, dat we op reis weinig tijd te zoek brengen en aan
’t einde der reis niet onderzoeken of alle ledematen
nog op hun regte plaats zitten. De spoorweg,
waarover nu gehandeld wordtzal den reizigers
tijd en geld besparen en gemak aanbrengen: En
wat het voordeel voor handel en nijverheid aan
gaat hel is hier reeds eenmaal uitgesproken en
bij meerderheid van stemmen uitgemaaktdat
voordeel kan niet achterwege blijven.
Wat de zaak bovendien nog zoo mooi maakt
er wordt niet veel geld voor gevraagd, en om ze
kerheid te hebben dat de engelsche heeren aan
hunne verpligting zullen voldoen is als voor
waarde gesteld dat de eerste storting der in Ne
derland te plaatsen aandeelen zijnde J van do
Aldus eindigt een artikel in de Parmerender
Courant. Ja lezers, ’t geldt hier niet een spoor
weg maarmaar den spoorwegdie ook langs
Bolsward zal loopen. ’t Is een belangrijk plan,
dat nu in behandeling genomen is. Men wil ons,
door middel van spoorweg en stoomboot, in regt-
’t Zijn geen bijzonder merkwaardige berigten
die ditmaal uit het buitenland tot ons komen. In
de nationale vergadering te Versailles spreken de
heeren ijverig over belastingen en besparingen en't
blijkt, dat het ook in Frankrijk onmogelijk is een
belastingwet te maken waarop niemand wat te
zeggen heeft. Volgens sommige heeren kon ook
de minister van oorlog vooral wel wat Zuiniger
huishouden maar de lieer Thiers Zeidaarover
willen we later eens spreken en dan zal T u blij
ken dat de Franschen door de vorige regering
duchtig bij den neus geleid zijn; zij meenden een
knap leger te hebben, en ’t was niets, niemendal.
Ik heb dat altijd al gezegd en de menschen ge
waarschuwd, maar dan hadden ze fransche ooren.
We zullen nu onze soldaten eens wat beter over
eind zetten en hoeveel geld daarvoor noodig is? als
wc er aan toe zijn, zult gij ’t hooren en dan moogt
gij zelve mee oordeelen of onze oorlogsminister
wel zoo ver mis is.
De heer Thiers wil ook c-ene belasting leggen
op de grondstoffen van den fabriekarbeid. Daar
hebben velen erg op tegen en ze konden wel eens
gelijk hebben. Voor handel en nijverheid is vrij
heid een kostelijke zaak en waar een fabrikant de
grondstoffen tengevolge van belasting duur beta
len moet, zijn hem, om te concurreren, de han
den gebonden, ’t Kon er wel eens op loopen dat
Thiers zijn zin niet krijgt, en dat zou den ouden
man in dit geval zeer leed doen.
De heer Catheliueau, ex-bevelhebber der pauselijke
Zouaven meende een goed werk te doen met in
het zuiden van Frankrijk hier en daar te gaan
spreken teneinde de menschen te voorzien van
geestelijken troostongeveer zoo als sommige do
minos, die zoo vreesehjk bezorgd zijn, dat gemeen
ten, waarmee zij niets te maken hebben, hun troost
zullen missen, ’t Bekwam Catheliueau niet te best.
Vooral te Montpellier kon hij van zijn troost niets
aan den man brengen; gedurende twee dagen werd
hij, waar hij zich maar vertoonde, met steenwor
pen ontvangen, zoodat hij ligte kneuzingen bekwam.
De politie kreeg er zelfs moeite mee en er werd
nog bloed vergoten. Maar ofschoon de fransche
couranten den heer Gathelineau den raad gaven
om Zijne reis liever te staken, vertok hij toch van
Montpellier naar Toulouse om daar de kracht van
Zijn woord te beproeven. Zoo’n courantenraad is
toch ook maar de raad van een courant, en't is al
te kinderachtig zich aan courantengeschrijf te storen.
De Duitschersdie nog in Frankrijk in bezet
ting liggen hebben 't volstekt niet lekker. Zoo
dan
De
duitsche bevelhebers nemen dat erg kwalijk en ’t
Zou er wel van komen kunnen dat onschuldigen
’t moeten ontgelden. Van oorlog komt toch nooit
veel goeds.