NIEUWS- EN
ADVERTENTIEBLAD.
1872.
Elfde Jaargang.
DONDERDAG 1 February.
BUITENLAND.
No. 5.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
liggen
eene
Dë koningin van Griekenland is bevallen vari
een zoon en de koningin van Engeland is weer thuis.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 régels.
Vervolgens 10 Gent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
Bolswardsche Courant.
De runderpest lieerscht nog in eenige vlaamschë
dorpen, waar de boeren niet den veearts, maar den
pastoor raadplegen. De gouverneur van West-Vlaan-
ilerën bezocht dezer dagen een kleine hoeve en
de pachtersvrotlw welke hij hierover onderhield
zeide hem: «Wat raakt het u? Zijt gij dan
gouverneur der beesten »Ja”, hernam hij
«uw gouverneur ook.”
Uit Chicago werd aan dë New-York Times kort
na kerstijd geschreven
«Indien gij de menigte kostbare geschenken ge
zien hadt, zoudt gij er niet uit opmaken, dat Chi
cago zooveel geleden h'ad. Alle winkels, die weel
deartikelen verkoopen, hebben buitengewoon goede
zaken gemaakt, liet is goed, dat zij die in an
dere plaatsen hun best doen om voor eenezoo
zij meenën, lijdende bevolking geld bijeen te bren
gen, weten, dat Chicago volkomen in staat is zich
Zelve te helpen. Van de bevolking hebben 235,000
niets door den brand geleden. Onze handel levert
waarschijnlijk meer op, dan in eenige stad, behalve
New-York naar evenredigheid der bevolking en
wij kunnen, als particulieren of' als stad, ons zel-
ven zeer goed redden. De 235.000 inwoners, die'
niet door den brand geleden hebben', hebben geen
Sedert langen tijd werd vermoed dat het in ’t
krankzinnigengesticht van Evere in België niet
toeging zooals ’t behoorde. Verleden jaar, toen de
heer Cornesse minister van justitie was werd de
directeur wegens gepleegde mishandelingen veroor
deeld en toen reeds drong de justitie op verder
onderzoek aan waaraan de minister echter niet
voldeed De heer Delantsheerethans justitiemi
nister, heeft zich de zaak aangetrokken. De pro
cureur des konings bezocht het gesticht. Eender
krankzinnigen vertelde hem, dat hij twee menschen
vermoord had. Och zei de vrotïw die den pro
cureur door ’t gesticht geleidde dat praatje heeft
die man altijd, 't Is zoo’n gekkemanspraa’tje. Dat
hoorde de krankzinnige en hij vervolgde: mijnheer
moet er Jérome maar eens naar vragen. Jérome?
waar is Jérome vroeg de procureur. Die heeft
al lang het gesticht verlaten antwoordde de be
geleidster. Maar de procureur scheen te begrijpen,-
dat de vrouw hem om den tuin wilde leiden en riep
met luider stem door den gangJérome En Jé
rome kwam en vertelde van vreeselijke dingen.
Twee krankzinnigen die zich zonder opzigt in
een vertrek bevonden waren door een derde ge
worgd. De lijken waren in stilte ter aarde besteld.
Een Italiaan die voör zijne verpleging betaalde
was aan handen en voeten gebonden in een kel
der geworpen. Het vertrek was niet verwarmd en
den man waren de voeten afgevroren. De direc
teur had van die schandalen maar geen kennis
gegeven en ’t is duidelijk, dat ze ook zonder mede
weten van den dokter niet konden plaats hebben,
't Gesticht is thans ontruimd en de krankzinnigen
toonden groote blijdschaptoen ze naar andere
plaatsen werden overgebragt.
Koning Amadeus, die verleden jaar Zoo'n plei-
zierige reis deed door zijn land, heeft nu zoo veel
pret niet. De cortes hebben hét regerings-pro-
gramma der ministers afgekeurd en de koning
heeft de cortes ontbonden. Toen het besluit daar
toe was voorgelezen stond een der afgevaardigden
van de banken der oppositie op en riep »Nu de
koning zijne gelofte aan de natie schendt door het
ministerie der minderheid te handhaven, blijft ons
geen ander middel over dan de barricade Zo-
nlla riep uit: «God behoede de vrijheid en het
vaderland Radicalen verdedigt n 1"
Nu zijn er natuurlijk verkiezingen te wachten en
de soldaten staan gereed omdat er vrees bestaat
voor ongeregeldheden. Vooral in de hoofdstad is
de ontevredenheid groot en weren zich de repu
blikeinen en radicalen om het volk van verkiezings
manifesten te voorzien.
Belasting op de grondstoffen wilde de president
Thiers. Hij zei dat duidelijk, maar even duidelijk
sprak het volk zijn afkeer van zoodanige belasting
Uit. Thiers Zocht zijn zin te krijgen, door te ver
klaren dat hij tevreden Zou zijn als het beginsel
maar werd aangenomen; de regering zou dan deze
belasting alleen gebruiken als sluitpost voor de be-
grooting. De heer Marcel Barthe was zoo slim om
dien wensch voor den president te bedenken en
deze was regt in zijn schik er mee, want hij dacht,
dat daar toch wel niemand iets tegen hebben kon.
Maar de heer Feray zei zoo dood onnoozelwe
moesten dan maar eerst eens afwachten of er zoo’n
sluitpost bij de begrooting te pas komt en dan
kunnen we er nog eens over praten of die juist
door belasting op de grondstoffen moet gedekt
worden. Dat voorstel werd aangenomen en dat
vonden alle ministers zoo verdrietig, dat Ze ten
huize van Thiers eene vergadering hielden en daar
overeenkwamen om elk zijn portefeuille aan de
heeren volksvertegenwoordigers te zendenwant
die heeren wilden toch maar altijd hun zin hebben.
Thiers zei, dat ze gelijk hadden en hij wilde ook
niets meer met den regeringsboel te doen hebben.
En hij legde zijn mandaat in handen der Kamer
neder; Frankrijk was een oogenblik zonder presi
dent. Want de Kamer oordeelde, dat het zoo toch
eigenlijk niet moest; om zoo’n kleinigheid moest
men den heer Thiers niet laten loopen. Op 6 na
waren de heeren het hierover eens en terstond
ging eene deputatie den heer Thiers aanzeggen
dal zijn ontslag niet zou worden verleend. Dat
was streelend voor den vaderlandlievenden man
hij zou dan nu toch maar president blijven; even
wel zei hij tot de deputatie: «Ziet, mijne heeren,
ik heb zoo mijne denkbeelden. Dat wisten de
Franschen weltoen zij mij tot het hooge ambt
van president hebben geroepen en om die denk
beelden te veranderen, dat gaat niet meer, daartoe
zijn ze te oud geworden. Ik boud maar vol, dat
ik gelijk had met eene belasting op de grondstof
fen voor te stellen en ook omtrent andere punten
heb ik eene gevestigde overtuiging. Nu moet ik
toch wel, als goed burger en eerlijk man, voor
mijn gevoelen uitkomen en verdedigen wat ik voor
waarheid houd, en het kan dus niet anders of er
komen wel eens punten, waarover ik met de Ka
mer verschillen moet, liet zou dus misschien be
ter zijn, dat ik op mijn ontslag bleef aandringen,
maar mijne vaderlandsliefde verbiedt mij dat, en
zegt maar aan de heeren dat ik mij bedacht heb.
’tls toch wel wat oudcmanachtig, met de hooge
waardigheid die Thiers bekleedtzoo te spelen.
Zoo in een oogenblik waarin men zijn zin niet
krijgen kan, met de vuist op de tafel te slaan en
op hartstogtehjken toon uit te roepenIk wil zoo
niet langer I en dan een uur later te verzeke
ren t is al weer overlaat ons maar weer be
ginnen dat mag, bij een beroep op vaderlands
liefde, in Frankrijk zoo kunnen, maar’t bewijst
dan toch, dat men daar niet weet wat eene repu
bliek is of wat den bestuurders eener republiek past.
Intusschen hebben ook de ministers gedaan zoo
als de president deed en is de toestand' in Frank
rijk weer als vóór die gewigtige besluiten en te-
genbesluiten. Neen toch niet geheel zoo. Zij
die de republiek alweer oud genoeg achten om
verwisseld te worden tegen een koningrijk, hebben
in de zwakheid van Thiers zoowel als van de Ka
mer een voorwendsel om het onhoudbare van den
tegenwoordigen regeringsvorm in ’t licht te stellen
en zij die alleen van de republiek heil verwach
ten kregen eene herinnering dat de tegenwoor
dige toestand alleen den naara niet het wezen
eener republiek heeft. Zij die voor de monarchie
zijn, kregen door ’t gebeurde meer zelfvertrouwen
en hooger dunk van eigene krachtterwijl hun
vertrouwen op Thiers zoo het al bestond zeer
geschokt werd. De klovedie er is tusschen de
partijen, werd grooter; T gevaar, waaraan de Zucht
naar verandering Frankrijk ten allen tijde bloot
stelt, komt door het aan den dag leggen van zulke
zwakheden, naderbij. Voor heden mag de twist al
zijn bijgelegdreeds morgen kan die vernieuwd
worden en wanneer dan Thiers maar eenvoudig
zegtIk wil met dien boel niet meer te doen
hebben dan zullen er wel zijn die op den loer
om elk op zijne manierFrankrijk aan
regering te helpen.
Pruissens minister van eeredienst, de heer von
Mühler, heeft zijn ambt neergelegd en is opge
volgd door den heer Falk, In Pruissen is een
minister van eeredienst, vooral in den tegenwoor
digen tijd geen onbelangrijk persoon. De slaat
spreekt er in kerkelijke zaken nog al een krachtig
woord mee, en daar de minister van eeredienst
dit ook tevens is van onderwijs en geneeskunde
heeft die man een sterken invloed op den welstand
van ziel en ligchaam der Pruissen. De liberalen
beloven zich van deze mintster-verandering aan
winst voor hunne zaakde ultramontanen hebben
geen zoo’n goede verwachting. Falk moet een
slimme vogel ifijn die bovendien scherp ziet en
stevig aanpakt. Volgens de duitsche pers geeft
de nieuwe minister waarborg dat bij den vinni-
gen strijd tusschen kerk en staat, die in het nieuwe
duitsche rijk met hevigheid wordt gevoerd, de
hoogste belangen van den staat krachtig zullen
worden gehandhaafd, zonder dat er tekort gedaan
wordt aan de zedelijke en godsdienstige belangen
van het volk.