ADVERTENTIEBLAD. NIEUWS- EN Elfde Jaargang. No. 9. 1872. ONZE FEESTVIERING. n BUITENLAND. DONDERDAG 29 February. Bolswardsche Courant I dan dat bij in we t' ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post. 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cents van 1—7 regels. Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens naar plaatsruimte. zoo weinig hem zijn veer- en gaf den moed ’t Begint al wat te lijken. N N. mag gerust zijn; we zullen feest vieren. Zijn wensch werd vervuld, eene cominiisie is tot stand gekomen. We zullen feest vieren en wat zal de grondtoon zijn der feestvreugde? Zoo ooit dan dient men op den I April 1872 te weten, waarom dan toch eigenlijk een feestelijke stemming te pas komt. Toen prins Willem I de tijding ontving van het bemagtigen van Brielle door de Watergeuzen was hij verre van feestelijk gestemd. IIij had plannen van groo- teren omvang, maar die hij eerst ten uitvoer wilde brengen wanneer het volk door de toenemende gestrengheid van Alva in ’t vorderen van den tien den penning, tot algemeene vertwijfeling zon ge- bragl zijn en hij op den steun van allen kon ver trouwen. Ook meende hij te kunnen voorzien dat Alva na het verlies van bet door de Span jaarden veronachtzaamde Briellezich niet meer zoo zeker omtrent de weerloosheid der Nederlanders zou achten, en meer gewigtige plaatsen door mili taire raagt versterken. Zijn blik, anders zoo scherp, reikte niet ver genoeg, om de belangrijke gevolgen van het bemagtigen eener zoo onbeduidende plaats te overzien. Intusschen, het waagstuk was gelukt en Oranje beloofde aan van der Mark zijne onder steuning. Nadat de Spanjaarden een vergeefsche poging in ’t werk gesteld hadden om de stad te hernemen liet van der Mark hare inwoners en de bewoners van Voorne zweren, »dat zij de stad voor den prins van Oranje, als koninklijk stadhouder van Holland, zou den bewaren”. Dat was een gewigtige handeling. Oranje te erkennen als koninklijk stadhouder, tegen den wil des konings, onbewust of het in overeenstem ming was met den wil des volks, zonder ook te weten of Oranje zelf het wilde. Maar de grondsteen van ’t gebouw der vrijheid was gelegd; de prins kreeg, eerder dan hij ’t verwacht had den sleutel van Holland in zijne magtalle uitgewekenen hadden weer een toevlugtsoord op vaderlandschen bodem waar zij hunne krachten, hun vermogen hunnen moed en hunne in den vreemde toegenomen haat tegen de tirannie als een gezamenlijk kapitaal kon den aanwenden. De onderdrukten kwamen tot de overtuiging, dat het geluk den moedigen behoort. De hoop ontwaakte en ontrolde haar ruischende banier. Haat tegen de tirannie. Welken indruk due d’Albe, d. i. de hertog van Albamaakte, vernemen ’t uit een volkslied dier dagen. Want geeft men Due van tienen een Daer blijft ten laetsten een of geen Wol mag den Herder stillen Dees Wolfs is met Wol noch Melk tevreên, Hij wil de Schaepkens villen. Sijn Buik is onversadelijk Bloed- en gelddorstig stadelijk Als die met wreden moede ’t ’s Lands geld verguist verradelijk Aen Coninklijken bloede. Verdient dan sulk een huurlink fel Den tienden penning niet seer wel Om ‘t Nederland te schinden hebbe tengevolgedat we in verhoogde male ons Nederlanders gevoelen voor wie de vrijheid juist de hechtste band is ter vereeniging, die door vrijheid eendragtig zijn en sterk, die zich de vrij heid niet laten ontrooven. Wij vieren feest en dankbaar slaan we d’oogen Op 't voorgeslachtop d’ edle heidenrij Wij vieren feest, God lof! dat wij het mogen Wij vieren feest en juichen: wij zijn vrij! Geeft gij hem die so maekt gij snel Den band om u te binden. 0 Nederland gij sijt belaen Dood en leven voor u staen Dient den tyran van Spangien Of volgtom hem te wederstaen Den Prince van Orangien. Helpt desen Prins die voor u stryt Of helpt den Wolf, die u verbijt, Weest niet meer Neutralisten Verbijt den tyran ’t is nu den tijd Met al sijn tyrannisten. Was dan die tiende penning zoo’n zware be lasting? Och neen, maar zij was in strijd met de gewoonten des volksin strijd met de voor- regten die vroegere graven met hun zegel had den bekrachtigdin strijd met het gevoel des volks voor regt en vrijheid. Sommige steden bo den meer geld aan, dan de tiende penning kon bedragen 't was niet om den knikkermaar om de geregtigheid van ’t spel. En die geregtigheid van't spel verloren de spaansche koning en zijne handlangers geheel uit het oog; zij hadden in Spanje niet kunnen leeren dat een volk andere gedachten mag hebben dan zijn koning. En gelijk het was met opzigt tot het betalen van belastingzoo was het in allesde koning wilde als koning bij de gratie Gods gehoorzaamd worden en sloeg geen acht op de meest gegronde bedenkingen. Hij was heer en meester van het lijf en het goed zijner onderdanen ja meer nog, hij had te gebieden over ’t geweten van allen. Dat mogt een Spanjaard zich laten welgevallen en een Spanjaard mogt des konings tirannie willen die nen de Nederlander bezat te veel zelfstandigheid, dan dat hij zoo iets op den duur kon dulden. Al leen de overmagt deed hem voor korten tijd bukken, alleen het zien op die overmagt kon hem den toestand voor eene poos als hopeloos doen voorkomen maar eene gebeurtenis als de inne ming van Brielleop zich zelve van beteekeniswas voldoende om kracht te hergeven, was het sein tot een algemeenen opstand. En daarom herdenken we die gebeurtenis fees telijk. Want we stellen prijs op ons onafhankelijk volksbestaan we stellen prijs op de vrijheid die ons deel is. Die vrijheid zou nooit ons deel zijn geworden wanneer de band niet was verbroken waarmee we aan Spanje waren gebonden. En als we feestvierenwillen we de watergeuzen niet vergoden want zij waren menschen en wel ge tergde menschen, maar wij willen juichen, omdat, wat zij begonnen, Nederland ten zegen is geweest. Wij zullen feest vieren, ook onze kinderen. Ja, ook zij want zij moeten leeren de voorregten op prijs te schattendie wij Nederlanders bezitten boven zoovele andere natiën. Nog beseffen ze ’t nieten ook vele volwassenen beseffen ’t niet omdat ze buiten staat zijn vergelijkingen te ma kenmaar wanneer zich de gelegenheid aanbiedt, om het Nederlandsche volk en de Nederlandsche jeugd te stemmen tot liefde voor het plekjen gronds, waar in den meest redelijken zin elk vrij is, die gelegenheid mag niet ongebruikt voorbijgaan. Onze feestviering worde als zoodanig aangemerkt. Zij Frankrijk trekt weder de aandacht tot zich. Er is gisting. Een aantal bonaparlische en radicale brochures werd op last van de regering in be slag genomen. Er werd gewaagd van een zamen- zwering met drie van de meest beruchte militaire personen van ’t keizerrijk aan ’t hoofd en die ten doel zou hebben de vergadering te Versailles uit elkander te jagen, ’t Is nog wat onbepaald], men weet er nog niet alles van, maar mijnheer Thiers zelf zal niet ontkennen dat de aanvoerders der partij van Napoleon in onbeschaamdheid wint. Het leger blijft ook niet onbesproken. Men durft reeds van het 54ste regement'van linie bepaald zeggen, dat het voor den ex-keizer zou gewonnen zijn. Mogt er eens het een of ander worden] be proefd om de republiek er onder en den keizer er boven op te krijgen, dan meenen velen te mogen verwachten, dat de soldaten er ten minste niet erg veel tegen zullen doen en dat er bovendien in Pa rijs velen zullen gevonden worden die met den tegenwoordigen toestand niet tevreden een ande ren willen helpen tot stand brengen. Thiers is niet aller vriend.' En zelfs zij die bovenal de republiek verkiezen, roepen leve de keizer! omdat zij dezen nog liever zouden zien terugkeeren dan een Orleans. Weg met Aumale leve de keizer werd er geschreeuwd door een menigte, diezamen- geschoold was voor het hotel van den eerste, ter wijl daar receptie was. De politie moest komen om aan ’t schandaal een einde te maken en eenige kraaijers werden gearresteerd. Rouher en generaal Fleery staan met hunne hengels gereed om in het troebele water te visschen. De hertog van Chambord kwam naar Antwerpen, om daar te zien hoe de kat uit de boom komt. Hij kreeg reeds gezelschap van aanzienlijke man nen en geestelijken uit Frankrijk en op een afstand staan spionnen van de regering der republiek om de bewegingen van den graaf gade te slaan. De graaf kan natuurlijk zijn belangstellende vrien den niet op een droogje laten zitten en op een maaltijd dien ze met elkander hadden werd ge dronken op koning Hendrik V en op 't herstel van 't wereldlijk gezag van den paus. De verwachtingen, die de geestelijkheid van den graaf koestert, spoort zelfs duitsehe clericalen aan om zich ook eens in Antwerpen te laten zien; de heer Windthorst bragt den graaf eene visite in gezelschap van George, ex-koning van Hannover. Een en ander gaf den hoer Defré aanleiding om in een zitting der belgische Kamer de regering eens opmerkzaam te maken op »de tegenwoordig heid van een buitenlandsch zamenzweerder op bel-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1872 | | pagina 1