ADVERTENTIEBLAD.
NIEUWS- EN
1872.
Elfde Jaargang.
No. 29.
BUITENLAND.
I
DONDERDAG 18 Julij.
.1
j
Bolswardsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Gent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
Vorst Kassai van Tigris in Afrika liet zich kroo*
nen tot «keizer Johannes koning der koningen
van Aethiopie” en bij die gelegenheid werd een
groot kerkelijk feest gevierd. Met groote militaire
pracht begaf Z. M. zich te Axum ter kerk om er
bet avondmaal te gebruiken. Maar daar moest
hij hooren dat de geestelijke reclames had. »Ik
kan u” zoo sprak de eerwaarde, «het avondmaal
niet toedienen want gij zijl de kroon onwaardig;
gij moest den armen aalmoezen gegeven, uwe schul
den betaald uwe gevangenen genade geschonken
hebben van dit alles hebt ‘gij niets gedaan nie
mand hebt gij een weldaad bewezen gij behan
delt de vreemden hardvochtig en hebtals volge
ling van Kaïn hunne kerk verbrand. God Zal it
daarvoor straffen, en daarom bezweer ik u, krach
tens de mij door God gegeven bevoegdheidmet
den ban der kerk, gelijk ook den bisschopdie
zich door geld heeft laten overhalenom U tö
Het berigtdat de werkstaking in de kolenmij
nen zoo goed als geëindigd was, is wat voorbarig
geweest. In eenige groeven in West-falen en aan
den Beneden-Rijn ontbreekt het wel niet aan ar
beiders die terugkwamen, maar "t zijn alleen zij,
die weinig loon ontvangen. De houwers die 400
500 thalers en meer ontvangen, blijven nog weg.
Eigenaardig is liet, dat juist die bergwerkers
welke het meeste geld verdienen het meest kla
gen. «Meer loon en minder werk” is het wacht
woord van deze menscliendie op de onderste
sporten der maatschappelijke ladder staan en in
verhouding tot andere klassen in staat zijn een
aardig sommetje over te leggen of zich eene on
gehoorde weelde in eten drinken en kleederen
veroorloven. De heeren bergwerkers dragen gou
den horloges en kettingen hunne vrouwen en
dochters hoeden met veeren en sluijers. Dat er
evenwel zijn, die met armoede en gebrek te kam
pen hebben is niet te ontkennen evenmin dat
er ook arbeiders zijn die zich over deze of gene
directie te beklagen hebben. De werkstaking in
massa is echter eene dwaasheid en de besturen
der mijnen handelen daarom verstandig wanneer
zij de werkstakers maar laten begaan tot deze
den arbied weder beginnen.
In de omstreken van Dortmund heeft de werk
staking geen bijval kunnen vinden. In twee mij
nen hielden de werklieden op, maar keerden spoe
dig terug, dank zij de flinke houding der overheid
tegen hel drijven der sociaal-democraten de rad
draaiers werden er in hechtenis genomen.
Friedrich Horkart plaatste een brief, aan de
mijnwerkers gerigtin de Westfalische Zeitung.
Zij kunnen daarin lezen «De werklieden hebben
aan de liberalen het regt van vereeniging te dan
ken; maar zij hebben niet beantwoord aan het ver
trouwen hetwelk de liberalen in hen hebben ge
steld. Integendeel, zij hebben aan inblazingen ge
hoor gegeven, niet enkel tot hunne eigene schade,
maar ook tot groot nadeel der geheeie bevolking,
Wanneer toch bijv, de werklieden in het bouw
kundig vak door arbeidstaking eene verhooging
van loon afdwingen, dan wordt het bouwen duurder;
maar dan is het eerste gevolg dat de huurprijzen
worden verhoogd, ook voor de werklieden zelven;
alsook dat er dan minder wordt gebouwd; derhalve
dat er minder werk is. Ook zullen groote onder
nemers niet geneigd zijn arbeiderswoningen te doen
bouwen, ais zij weten dat de bewoners ieder oogen-
blik gereed staan om door hooge eischen allerlei
werkzaamheden en industriën tot stilstand te nood
zaken. Hetzelfde is toepasselijk op de arbeiders
in de mijnen. Hier komt bij, dat de mijnwerkers
in het westen van Pruissen het toch waarlijk zoo
kwaad niet hebben. Zij kunnen althans veel ge
makkelijker in hunne ware en vermeende behoef
ten voorzien dan hunne kameraden in het oosten
des lands. En wie zijn nu. in den strike hunne
aanvoerders Juist dezulken die het minst reden
tot klagen hebben. Daaronder toch is er een, die
in een jaar enkel met gewoon dagwerk 500 tha
ler en een die in 25 schoft niet minder dan 45
thaler verdient. Men ziet dan ook dat hunne vrou
wen op de weekmarkt overal het beste uitzoeken.
Een ander bewijs dat het over 't algemeen met de
mijnwerkers zoo erg niet gesteld is, heeft men in
de spaarkassen; bijv, bij die te Dortmund is alleen
door de mijnwerkers 440,000 thaler ingebragt. Dit
is toch een bewijsdat zij niet kunnen spreken
van gebrek te lijden. Daarbij heeft men de fond
sen voor bejaarde werklieden, weduwen en zieken.
Ook wordt er voor geen anderen stand zooveel ge
daan als juist, voor dezen. Eenige jaren geleden
heeft een aantal Westfaalsche mijnwerkers zich
laten overhalen om naar Rusland te verhuizen, en
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in België be
haalden de liberalen de overwinning. Antwerpen
was den 7 dezer het tooneel eener schitterende ma
nifestatie de liberalen ontvingen eene gelukwen-
sching ter gelegenheid van de door hen behaalde
zege. Bij duizenden zijn de liberale vereenigingen
van Brussel, Gent (alleen uit deze stad ruim 3500
personen) Leuven Luik enz. te Antwerpen ge
komen en er zou vrij wat ruimte noodig zijn om
de geestdrift en den luister te schetsen, waarmede
dit feest is gevierd geworden; hoewel niet officieel,
was het bij niets te vergelijken en overtrof het alles
wat van dien aard tot dus verre daar gezien werd.
De manifestatie had iets amerikaansch en zij liep
in de beste orde af; geen politie-agentgeen sol
daat was op de straat te aanschouwen. Welk een
contrast! Vijf maanden geleden was Antwerpen
de plaats van bijeenkomst voor clericalen en legi
timisten die in bedevaart daarheen trokken om
aan den graaf van Ghambord en aan het katholieke
gemeentebestuur hulde te bewijzen nu zag men
een anti-clericale demonstratieeene feestviering
ter gelegenheid van den val van datzelfde gemeen
tebestuur De legitimistische demonstratie in Fe
bruary eindigde met rustverstoring en bloedstorting,
nu was van het begin tot het einde de orde voor
beeldig.
toen zij aldaar tot armoede waren vervallen zijn
in Westfalen de noodige reisgelden bijeengebragt
om hen in staat te stellen terug te komen. Is nu
hunne tegenwoordige houding de dank voor die
hulp «De werkman moet behoorlijk kunnen le
ven!” roepen de aanvoerders. Dat is waar; maar
het schijnt dat die personen onder een «behoorlijk
leven” ook verstaan het langdurig zitten in de
bierkroeg, het overmatig gebruik van brandewijn
het genot van vechtpartijen, enz. Door naar hen
te luisteren zijn de arbeiders nu reeds een eind
op weg om tot allerlei ruwheid te vervallen. Dat
aanstoken tot eene overmoedige houding zal dan
ook te eeniger tijd aanleiding geven tot een crisis,
waarin niet enkel de schuldigen, maar ongelukkig
ook de onschuldigen zullen getroffen werden. Mog-
ten de werklieden dit inzien en uit gevoel van
pligtzoowel als voor de eer van hun stand zich
vereenigen om die: verkeerdheden tegen te gaan.
De duitsche Reichs anzeiger bevat de zoogenoemde
jezuitenwet en een besluit van den bondsraad tot
hare uitvoering. De keizer heeft niet geaarzeld
die wet te onderteekenen hoewel eene zich noe
mende katholieke deputatie uit Rijnland en West-
falen hare bezwaren er tegen bij Z. M. inbragt.
De keizer is ook niet gesticht door de taal die de
paus onlangs voerde. Die taal brengt in herinne
ring de allocutie, waarin paus Clemens IX den 18
Aprilt701 Pruissen vervloekte en aan den haat en
de verachting dér menschheid prijs gaf. Keurvorst
Frederik 111 had in dat jaar van keizer Leopold
den koningstitel verworven en nam nu ais bondge
noot des keizers deel aan den spaanschen successie
oorlog tegen Frankrijks heerschzuchtigen monarch
Lodewijk XIV. De allocutiedoor paus Clemens
uitgevaardigd begint aldus
«Eerwaarde Broeders
«Men heeft u berigten de tijding is over de
geheeie wereld verspreid, dat Frederik, markgraaf
van Brandenburgmet eene heiligschennende en
tot nu toe onder de christenen bijna ongehoorde
stoutmoedigheid zich den naam en de uiterlijke
teekens van koning van Pruissen heeft aangema
tigd zoodoende het gezag van Gods kerk misken
nende en op misdadige wijze geweld doende aan
de regten van de godsdienstige en militaire orde
der duitsche ridders. Roekeloos heeft hij zich door
deze daad onder hen geschaard, die door het woord
van God veroordeeld worden»»ze hebben gere
geerd en bet was niet door mij ze hebben zich
zelven tot vorsten gemaakt en ik heb bet niet ge
weten.
«Uwe uitstekende vroomheid en bekende ijver
ontslaan mij van de verpligting u te bewijzen, hoe
zeer zulk eene daad nadeelig is voor den aposto-
lischen stoel en in strijd met de heilige canones
die gelasten dat een kettersch vorst het gezag moet
nederleggen in plaats van tot nieuwe waardighe
den verheven te worden. Wij willen u echter me-
dedeelen dat wij over deze misdaad niet gezwe
gen en dat wij in brieven aan de katholieke vor
sten openlijk deze goddelooze, roekelooze daad ver
oordeeld hebben.
«Tevens hebben wij hen op ernstige wijze ge
waarschuwd niet te dulden dat men doordat
zij op geenerlei wijze hunne goedkeuring gaven
aan de usurpatie van dezen markgraaf'dooreen
niet-katholieken koning die koninklijke waardigheid
zou zien onteeren, welke, eerwaardig en heilig als
een bijzondere gave Gods, de steun en het sieraad
van de ware godsdienst moet zijn.”
’t Is tot dusverre niet gebleken, dat het er Pruis
sen minder om gaat, dat de heilige vader zich zoo
boos op den ketterschen vorst heeft gemaakt.