ADVERTENTIEBLAD.
Rauws- EN
s
1872.
Elfde Jaargang.
No. 30.
DONDERDAG 2S Julij.
BUITENLAND.
Bolswardsche Courant
I
liwwq
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
Te Versailles.is Zaturdag weder een comrnuna-
list veroordeeld, en wel tot dwangarbeid voor zijn
leven, terwijl zijne vrouw, die hem had verraden,
tevens de voornaamste getuige tegen hem was.
De man had zich weten schuil te houden en werkte
weder goed even als vroeger voor vrouw en kin
deren toen de eerstedie een losbandig leven
leiddeharen manvan wien zij verlost wilde
zijn verklaagde. De krijgsraad en de advokaat
van den schuldige hebben de vrouw wel geducht
onder handen genomenmaar wat geeft zulk een
schepsel er om? Zij kan nu volgens de wet schei
den en is vrij. Reeds meermalen hebben parijsche
dames zich dank zij der Communevan hare
echtgenooten weten te ontslaan.
en Deventer staan. Zij noemen zich ook oud-room-
sclien, of roomsch katholieken van de bisschoppelijke
klerezy. Bij de in 1723 gehouden provinciale synode
te Utrecht noemden zij zich leden der katholieke kerk,
zij erkennen den paus als het zigtbare opperhoofd der
christelijke kerk maar verwerpen zijne onfeilbaarheid.
Latere pausen verklaarden zich tegen hen en de
sedert 1825 aan den paus medegedeelde verkie
zing van een nieuwen bisschop is telkenmale met
den banvloek beantwoord. Zij tellen thans in Ne
derland 19 gemeenten met ongeveer 5500 zielen.
Sedert nu de onfeilbaarheid van den paus door
het vaticaansch concilie tot een kerkelijk dogma
is verklaard en hun die niet onnoozet genoeg
zijn van aan de onfeilbaarheid eens ouden mans
te kunnen gelooven, door dien ouden man en in
zonderheid door jezuiten en stomme gehoorzaam
heid eiscbende geestelijken het lidmaatschap der
roomseh-katholieke kerk ontzegd wordtnu veree-
nigen zich die niet-onnoozelen en in Duitschland
kwam op verschillende plaatsen een oud-katholieke
gemeente tot stand.
In ’t begin dezer maand vertrok de tegenwoor
dige aartsbisschop Loos' van Utrecht naar Duitsch
land om er dergelijke gemeenten te bezoeken, het
vormsel uit te deelen en godsdienstoefeningen te
houden. Overal wordt hij met groote eerbewijzin-
gen ontvangen en zijn bezoek zal zeker strekken
tot het bevestigen dier gemeenten en het brengen
van eenheid en een gemeenschappelijk bestuur on
der haar.
Uit Kempten, in Beijeren, wordt zelfs berigt, dat
de koning van Beijeren op wiens gehechtheid de
pauselijke stoel vroeger steeds meende te kunnen
rekenende zoogenoemde Vorstenzaal ter beschik
king heeft gesteld voor de plegtigheid van het
II. Vormsel door den aartbisschop bij de oud-ka-
tholieke gemeente aldaar.
sergeant alles behalve op zijn gemak: twee secon
den later kwam hij terug om het touw door te
snijden en het werd tijd want de arme duivel
gaf geen teeken van leven meer en men moest
zoo spoedig mogelijk de hulp der geneesheeren in
roepen om een geduchte ramp te voorkomen. De
zaak kwam den kommandant ter oore en verspreidde
zich als een loopend vuurtje door de stad. Het
geval was zoo afschuwelijk dat men weigerde er
geloof aan te slaan, maar de volgende mededeeling
in den Oldenburger Anzeiger, het officieele orgaan
van het groothertogdom, deed weldra allen twijfel
ophouden. Deze mededeeling luidde als volgt
De komraandant van het reserve-bataillon van het
infanterie-regement no. 91 maakt bekend dat de
sergeant Johann Friedrich Traubös van Bersow
kreits Ost-Preisnitz district Potsdamden 29sten
Junij des avonds de kazerne heeft verlaten en niet
is teruggekomen. Men vermoedt dat hij gedeser
teerd is.” Daarop volgt het signalement van den
vluglelingmet bevel aan de civiele en militaire
autoriteiten hem aan te houden en uit te leveren
aan den ondergeteekenden komraandant.
Sergeant Johann Friedrich Traubös, van het re-
serve-regement infanterie no. 91 in garnizoen te
Oldenburg, had onder de rekruten, die hij moest dres
seren, eiken dag een van die niet zeer bevattelijke
milicienswelke de wanhoop zijn van eiken in-
structeur-onderofficier. Traubös had reeds op zijn
leerling alle mogehjke correctieven toegepastte
beginnen met vloeken en razen en eindigende met
stompen en klappen; ten einde raad besloot hij op
hem een kunstmiddeltje te beproeven, waarvan hij
voor de ontwikkeling van het begripsvermogen
van den ongelukkigen rekruut het schitterendste
resultaat verwachtte. Toen de soldaten van de
exercitie in de kazerne terugkeerden roept Trau
bös zijn man en zegt tot hem: »Ge zijt zoo stom
dat ge den strop niet waard zijttoch zal ik er
de proef van nemen.” Daarop riep hij een kor
poraal en beval hem een bankje te plaatsen op
eene tafel onder den gasbek. Den patient werd
bevolen op dat bankje te klimmen; men deed hem
een touw om den hals en maakte dit vast aan
het gasornament; daarop trok de sergeant hem het
bankje onder de voeten weg en de milicien van
van het Keizerlijk Duitsche leger hing alzoo /goed
en wel alsof hij de ergste der misdadigers ware.
De twee bedrijvers van de gruwelijke aardigheid
verlieten daarop de kamerhun slagtoffer in den
hevigsten angst achterlatende. Intusschen was de
Bij de op handen zijnde verkiezing van gemeen
teraadsleden in Rome deed de clericale partij eene
oproeping aan de katholieken om hen aan te spo
ren tot deelneming aan den strijd. Tot dusverre
was het anders den katholieken voorgehouden
niet aan verkiezingen van burgerlijken aard deel
te nemen. Men had gemeendzoo het bestuur
Reeds sedert eenigen tijd mogt men zich in den
Elzas verheugen over verschijningen der heilige
maagd vooral zich vertoonende op vensterruiten
en een enkelen keer zelfs met een dubbel gelaat
waarvan het eene lachte en ’t andere weende, 't Is
bij die merkwaardige en hoogstbelangryke verschij
ningen niet gebleven. Thans ontluiken er rozen
van allerlei kleur aan de wilgenboomen langs de
rivier de III. Evenwel niet ieder ziet dateven
min als’t verschijnen der heilige maagd; ook kan
niet ieder de rozen plukken. Maar als ze geplukt
zijn jadan kan ieder ze zien en betasten zelfs
en dan moet de ongeloovigste wel erkennen dat
hem een roos vertoond is. Daar hetzelfde wonder
plaats had in het laatste tiental jaren der vorige
eeuw voorspelt men op dezen deugdelijken grond,
dat er weldra weer hevige oorlogen zijn te ver
wachten.
Nog krijgen de Duitschersalthans de duitsche
regeringen geen afkeer van wapengekletter. De
infanterie in Duitschland zal nog eens heelemaal
opgepoetst worden; uiterlijk in t voorjaar van 1873
zal’t zijn, zooals ’t verlangd wordt. De beijersche
armeebij wier infanterie het pruissische exercitie-
reglement eerstdaags in werking komtzal ook
met een gaauwigheid naar de laatste mode klaar
gemaakt worden.' Alles zal zoo geregeld worden
dat de duitsche infanterie door de wapeping met
het nieuw duitsch geweer, niet minder zij dan de
franscheen, als ook de Beijeren met hun nieuw
Werdergeweer in den arm staan de duitsche in
fanterie meer soldaten telle dan de fransche. Ook
zal de duitsche artillerie met 32 nieuwe batterijen
versterkt worden en daardoor bet aantal stukken
geschut veel grooter zijn dan bij de fransche. Bo
vendien wordt verzekerd, dat het legerbestuur nog
in het aanstaande najaar in staat zal zijn, bij de
pruissische garde en bij de liniekorpsen no. 1
no. 12, en zoo noodig ook bij het 15de korps
dadelijk na de oprigting der vastgestelde aanvul-
lingsbataillons een vierde veldbataillon onder de
wapens te brengen waardoor de armee zal wor
den versterkt met 114 bataillons nagenoeg gelijk
staande met vier volledige armee-korpsen. Met
de verandering der in den oorlog buitgemaakte
chassepot-geweren, ongeveer 400,000, is men thans
bezig en dat werk wordt op zoodanigen voet voort
gezet dat het omstreeks den tijd van de oprig
ting der 114 bataillons geheel afgeloopen kan zijn.
Zoo bereidt Duitschland zich in vrede voor voor
den oorlogwe zullen van dien menschenmoorder
nog wel niet af zijn.
Cornells Jansen of Janseniusdie in 1585 te
Acquoi bij Leerdam geboren werd studeerde te
Leuven en werd daar in 1630 hoogleeraar in de
godgeleerdheid. In 1635 werd hij bisschop te
Yperen en overleed in 1638. Met de jezuiten kon
hij 't maar niet eens worden. Hij werkte 22 jaar
aan een geschrift, dat in 1640 in’t licht verscheen,
en waarin de leer van Augustinus als de ware
regtzinnige gehandhaafd wordt. Dit geschrift werd
door paus Ürbanus VIII veroordeeld als kettersch,
terwijl bisschoppen en hoogescholen erkenden
dat Jansens geschrift wat beters verdiende. Vooral
in Frankrijk werd het met grooten bijval ontvan
gen. Er was een strijd geboren die jaren lang
gevoerd werd en nog niet ten einde is. Er volgden
veroordeelingen van verschillende pausende tij
den en gelegenheden waren den jezuiten nog
gunstig. Zij die het gevoelen van Jansen wa
ren toegedaan en die men Jansenisten noemde
konden ook den ketternaam niet ontkomen en toen
Lodewijk XV en kardinaal Fleury den Franschen
hun willekeur deden gevoelen had paus Benedic-
tus XIII het genoegen door die beide hoogge
plaatste mannen de Jansenisten uit Frankrijk ver
dreven te zien. In Nederland vonden zeevenals
in 1685 hunne protestantsche lotgenooten, een toe-
vlugtsoord. Hier ook hebben ze zich staande ge
houden en vormden een afzonderlijkdoor de re
gering erkend van de roomsche kerk gescheiden
kerkgenootschap, aan welks hoofd sedert 1723 de
aartsbisschop v. Utrecht en de bisschoppen v. Haarlem