NIEUWS- EN
ABVERTENT1EBLAD.
d
Elfde Jaargang.
1872.
No. 41.
DONDERDAG 10 October.
BUITENLAND.
1
Bolswardsche Courant
gevangenisstraf van
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Gent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
Te Baltimore legde de zich noemende firma
Stabler Co., het wat anders aan om een der
stoutste schurkenstreken uit te voerenwaarvan
in den laatsten tijd gehoord werd. Als graanhan
delaars bragten zij hun kantoor over naar een der
aan de bank grenzende huizen. Spoedig nadat zij
daar gevestigd waren, begonnen zij den muur,
die hun kantoor van de bank scheiddeopen te
breken zoodat zij op de drie duim dikke ijzeren
platen der brandkast stieten waarin de bank de
aan haar toevertrouwde kapitalen bewaarde. In
deze platen waren ook weldra gaten geboord en
de dieven stelden zich in ’t bezit van 35,000 dol
lars in banknoten 15,000 dollars in staats-effec-
ten en 100,000 dollars in particuliere deposito’s.
het onheil aan den pastoor. Deze had immers
door zijn gebed het on weder kunnen afweren! Hoe
dikwijls had hij zoodanige verwachting niet bij hen
opgewekt en versterkt! Een woeste bende trok
op de kerk af om den pastoor dood te slaan, die
hun graan had laten plat hagelen. De ongeluk
kige bekende nu wel dat hij tegenover de elemen
ten onmagtig was, maar dat hielp niet en hij
moest in de sacristie vlugten om zijn leven te
redden. Nu werden zijne vensters ingesmeten,
zijne meubels vernield, zijne bedienden mishandeld.
Toen een lid van den gemeenteraad toesnelde om
de woedende menigte tot bedaren te brengen, ont
ving hij een pak slagen. De politie en justitie
heeft er zich mee moeten bemoeijen en het mis
drijf werd gestraft. Misdrijf te straffen is het
werk van weinig tijds; den wortel van ’t misdrijf
uit te roeijen kan men zoo spoedig niet en helaas!
nog zoo velen willen het ook niet.
In de oostenrijksche stad Korneuburg drongen
drie onbekendemet pistolen gewapende personen
in den winkel van den horologiemaker en hande
laar in goud Zachler, braken alle kisten en kasten
open en stopten alles wat zij vonden in zakken
die zij -medegebragt hadden. In hunne bezigheid
werden zij echter gestoord door den huisheer en
door den nachtwacht Leopold Engert. De eerste
had eenig gedruiscli in den winkel gehoord, opende
het venster zijner slaapkamer en riep om hulp;
de nachtwacht had de winkeldeur zien openstaan,
was naar binnengeslopen en toen hij het hulpge
schrei hoordetrad hij vastberaden den winkel
binnen. De roovers stormden hem tegemoet en
een hunner schoot hem dadelijk neder. Engert
Wat men zaait zal men oogsten; wie het bijge
loof in de hand werkt zal den bijgeloovige tot
zijn last hebben, en voor beiden zal ’teen ramp
zijn.
Eenige inwoners van het dorpje Chdtre-Langlin
in Frankrijk werden dezer dagen door den regter
gevonnisd wegens eene overtreding, die alleen door
een domme en bijgeloovige hoop kan worden ge
pleegd. Op het einde van Julij vernielden gewel
dige hagelbuijen in genoemde gemeente het gewas
en de boeren zagen hun hoop op een goeden oogst
verijdeld. Van hunne jeugd af geleerd de wer
kingen in de natuur te beschouwen als middelen
tot straf en belooning in de hand van een wille
keurige raagt, gaven ze nu ook de schuld van
De mikado van Japan toont dat hij wil breken
met het's lands wijs’s lands eer. Hij deed een
reis door zijn land en deed zijnen onderdanen
europesche gezigten zien. Begeleid door een es-
cader van japansche stoomschepenbezocht hij
eerst de stad Ohasaka waar duizenden lampen
zijn pad verlichtten. Zijn gevolg bestond uit de
hoogste beambten allen in europesche kleeding
en een escorte lansiers in franschen uniform. Van
Ohasaka werd de reis te paard voorlgezet over
Fuschimi naar Kioto. Een voorrijder gelastte de
bevolking matten voor hare woningen te leggen
om daarop te knielen als de stoet voorbijkwam
(dat is nog volkomen japansch).
De mikado bezocht den tempel van Kenendschin
en TschoeTschoe-o-ingwaar eene tentoonstelling
van kunst en industrie werd gehouden. Hij maakte
geen gebruik van het hem daar aangeboden ont
bijt, maar dronk een glas melk, wat een Japan-
nees anders niet ligt doen zal. De mikado wil
ook dat vooroordeel door zijn voorbeeld doen ver
dwijnen. In Japaneven als ook wel elders, heb
ben echter de vooroordeelen de eigenschapdat
ze zeer taai zijn, en de mikado moge’t nog zoo
goed meenen, ’t is voor een Japannees nog al wat
te zeggen, dit van zoo’n modern vorst te gelooven.
Binnen kort zal een dekreet uitgevaardigd wor
den waarbij het geheele rijk voor vreemdelingen
zal worden opengesteld. Reizen in de binnenlan
den zullen echter nog steeds met gevaren gepaard
gaandaar er overal dweepers gevonden worden
wien ieder vreemdeling een gruwel is. Onlangs
nog werden twee Amerikanendie hun con
sul naar Kioto vergezeld hadden in een theetuin
aangevallen en gewond. De politie ontzette ze nog
juist bij tijds.
Maar en dit geeft wat moed alle kwee-
kelingen der openbare scholen hebben examen ge
daan en 6480 kinderen werden waardig bevonden,
hunne verdere opleiding op staatskosten te ontvan
gen meestal van vreemde onderwijzers. Eenige
rijke Japannezen hebben in de provincie Mikawa
scholen opgerigt waar vreemde talen geleerd wor
den. Ook en dit beteekent nogal zoo iets
hebben de geestelijken vergunning gekregen om
alle soorten van vleesch te eten te huwen hun
haar te laten groeijen en zich te kleeden zooals
zij willen.
In eene beschouwing over de verwaarloozing der
kinderen door de ouderswaardoor deze dikwijls
voor hun leven ongelukkig worden, haalt As Echo
een afgrijselijke zaak aandie voor eenige dagen
voor de regtbank te Londen behandeld is.
Zekere Spaul had n.l. het onzinnige denkbeeld
opgevat om proeven te nemen of peper ook als
een pijnstillend middel gebezigd kon worden en
gebruikte daartoe zijn pleegkind, een wichtje van
14 maanden. Op dien leeftijd had de ongeluk
kige het kindje reeds peper, mosterd, enz., leeren
eten. Op zekeren dag kwam hij dronken thuis
zette het kind de peperbus in den mond en schudde
dien zoo geweldig heen en weder, dat de dop er
af viel en een groote hoeveelheid peper in de keel
en over het gezigt van het kindje stoof, waar
door hel spoedig den geest gaf. Toen de man zag
wat hij gedaan hadkwam hij eenigzins tot be
zinning en riep de hulp zijner vrouw. Deze wist
geene betere maatregelen te nemen dan het kind
een goede hoeveelheid heete thee in de keel te
gietenniettegenstaande deze zoo vol peper zat
dat zij ze er best met een lepeltje uit bad kun
nen scheppen.
Voor de regtbank verklaarde zijdat Spaul het
slechts gedaan had om het kind dat schreide, te
stillen «daar het veel van zulke zaken hield.”
De regtbank oordeelde Spaul schuldig aan manslag
en legde hem een gevangenisstraf van zes maan
den op.
was onmiddellijk daarna dood. De roovers pakten
nu al het draagbare bijeen en gingen op weg naar
Spillern.
Het schot en Zachlers hulpgeschrei hadden de
buren uit hun slaap gewekt, die dan ook spoedig
ter hulp opdaagden. Ook een gendarme was toe
gesneld doch de roovers waren verdwenen.
Terwijl de buren zich met het lijk bezig hielden
begaf de gendarme zich op weg, om de voortvlug-
tigen te vervolgen. Hij sloeg de rigting in die
Zachler hem beduid had, en inderdaad zag hij op
den weg naar Spillern drie mannen die in snellen
draf hun weg vervolgden. Toen zij zagen dat
de gendarme hen op de hielen was keerde een
van hen zich omen een goed gemikt schot
maakte het den gendarme onmogelijk, de vervol
ging voort te zetten. Hij moestzwaar gewond
naar Korneuburg terugkeeren. Dadelijk werd aan
de Weener politie en aan die der omliggende plaat
sen per telegram kennis daarvan gegeven en alles
in het werk gesteld om de moordenaars op het
spoor te komen.
Een paar dagen later bespeurde een oppasser
der wijngaarden tusschen Jelzeldorf en Haugsdorf
ongeveer 8 uur van Korneuburg drie mannen
die wijndruiven stolen. Hij ging op hen af, maar
een hunner trok een revolver, vuurde en trof den
oppasserdie dood neêr viel. Op dit schot kwa
men uit andere wijngaarden 5 oppassers, met ge
weren gewapenden ook een twintigtal boeren
met hakenschoffels en bijlen schoot toe bene
vens een gendarme. De dieven verweerden zich
tegen hunne vervolgers en lostten nog 16 schoten,
waarvan een een der oppassers in den heup trof.
Maar nu was hun kruid verschoten en zij zetteden
het op een loopen.
Niet lang duurde ’t evenwel of de boeren hadden
twee van hen gevat; van den derde kregen ze al
leen hoofddeksel en schoenen in handen. De twee
werden nu gebonden en de boeren zagen niét
weinig vreemd optoen ze in de zakken niet al
leen druiven maar ook gouden voorwerpen vonden.
Van den te Korneuburg gepleegden diefstal wisten
ze reeds en had het aan hen gelegen dan was
het met de misdadigers gedaan geweest. Zij sloe
gen er met hunne werktuigen en geweerkolven al
dapper opmaar de gendarme wist hen toch te
bewegen ze verder maar aan zijne zorg toe te ver
trouwen. Loopen konden ze reeds niet meerop
een wagen gebonden werden ze naar Haugsdorf
vervoerd.