ADVERTENTIEBLAD. NIEUWS- EN Twaalfde Jaargang. 1873. No. 1. BUITENLAND. WOENSDAG 1 Januarij. Een woord van de Bolsward- sche Courant aan Allen. »- Boiswardsclie Courant zien hoe de dwaling len; moge’t jaar 1873 een allen, en wie meent, van spoed zijn deel niet te ontvangen, moge hij be* denken dat dit deel bepaald wordt door een lief derijk Vaderdie de juiste maat veel beter kent, dan iemand onzer. Aan stof ontbrak om Dat deed ik ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels. Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens naar plaatsruimte. jaar velen de overtuiging schenken dat ze mij of uit onbekendheid of uit vooroordeel, verkeerd hebben beoordeeldMoge de taakdie ik met gelijken lust blijf verrigtcn mij veraangenaamd worden door de ondervinding dat ik niet meer door zoovelen met verachting worde aangezien. Mogen’t zooveel mogelijk voor allen gunstige en verblijdende berigten zijn, drsi>ik heb mede te dee- gelukkig jaar zijn voor het geluk en den voor- gevaarlijk voor hen moeten zijn Gevaarlijk vrijezelfstandige menschen die in den loop dei wereldgebeurtenissen als in een spiegel kunnen voor de waarheid moet wij ken ook al hield ze eeuwen stand Maar dat mag niet geziendat mag niet gekend worden. Openlijk wordt dal niet gezegd, openlijk ook treden mijne tegenstanders niet tegen mij op. In ’t geheim, buiten mij ombrengen ze mij in verdenkingzonder mij in de gelegenheid te stellen hunne aantijgingen te wederleggen. Daarom word ik door velen afgewezen ze willen mij niet hooren omdat ja omdat hun Den 10 December werd het hótel der 5de Lane te Nieuw-York dóór een brand verwoest. Kort vóór middernacht openbaarde zich die brand in de bo venste verdieping van het gebouw. De meeste rei zigers waren op hunne kamers of stonden gereed zich daarheen te begeven, toen de alarmkreet werd gehoord. De vreesachtigslen snelden naar beneden om zich zoo spoedig mogelijk te redden; anderen wierpen wat hen voor de band kwam, in hunne koffersen begaven zich naar het bureau om hunne rekening te betalen. De schrik was alge meen vooral onder de vrouwen. Weldra stond het geheele gebouw vol rook zoodat ook zij gewekt werden die men niet ge waarschuwd had. Eene groote menigte vulde alras de vestibule en het binnenplein. Het personeel van het hótel bleef zeer kalm en zeidedat er geen gevaar wasmaar toen men het angstge- schrei hoorde der kamermeisjesdie van boven kwamen, was het gevaar niet meer te ontkennen. Het was toen niet meer mogelijk, iels op een voet afstands te onderscheiden het gansche ge bouw was vol rook. De verwarring steeg nu ten top onder de me nigte die door het gedruisch of den rook gewekt was en wanhopende pogingen deed om een uit gang te vinden. Niemand had er nog aan gedacht de brandweer te waarschuwen en een half uur was voorbijgegaan eer men de zaak ernstig genoeg achtte om dq hulp der pompiers in te roepen. Een agent van politie, die voorbijging en den rook opmerkte, ging hen met het onheil bekend maken. In een oogenblik waren nu de stoombrandspuiten voor de deur en begonnen zij te werken maar een kostbare tijd was verloren gegaan het vuur, dat eerst den gevel aan de zijde der 23ste street had verwoesthad nu het geheele gebouw aan getast. Het was een verschrikkelijk schouwspel, te zier; hoe op het binnenplein in de conversatiezaa! en overal waar men buiten gevaar meende te zijn valiezen koffers reiszakken dozen manden en pakjes gehragt werden door half geklecde mannen en vrouwen die ten prooi waren aan den groot- sten angst. Eene menigte menschen rende door den rook heen en weerangstkreten slakende en veel leelijks van mij gezegd iswat ze echter zelf nooit aan mij zagen of van mij zelve hoorden. Zal ik er mij over beklagen dat ik zooveel vijandige gezindheid ontmoet? Aangenaam is 't zeker niet. Maar de bewustheid van zelf geen vijandige gezindheid te koesteren, tegen wien ook; de bewustheidvan niets anders te zoeken dan het goede te bevorderen niets anders te willen dan mijne lezers opmerkzaam te maken, hoe dik wijls er in de wereld nog misbruik wordt gemaakt van de onnoozelheid der menschen, die den schijn voor 't wezen aannemen die bewustheid doet mij voor de min aangename ondervinding minder ge voelig zijn. Het is al eens meer gebeurddat iemanddie blinden de oogen wilde openen en het ook deed gehaat werd door hen die het vermogen om te zien voor anderen gevaarlijk achtten. De menschen zelve te laten zien hooren rui ken proeven gevoelen oordeelen dat is het, waartoe ik altijd heb willen medewerken. En nog heb ik daartoe den moed en den lust niet ver loren. Want niet overal word ik afgewezen en op velen heeft het bang maken geen invloed. Nog heb ik ook mijne vrienden, die zeer zeker ook niet altijd precies met mij instemmen maar daarom nog de vrees niet koesteren dat de om gang met mij hen ongelukkig zal maken. Met den aanvang des nieuwen jaars kom ik met mijn groet en heilwensch tot allen maar ook met de verzekering, dat ik mijn karakter niet kan verloochenen. Zijn er, die meenen door mij geërgerd te worden zij mogen het er gerust voor houdendat ze mij verkeerd begrepen en het nimmer mijne bedoeling is, iemand te ergeren. En wie dit niet zoo gaaf wil aannemen welnu ik ben niet doof voor tegenspraakze zij slechts openlijk en rond. Gaarne word ik overtuigd van dwaling maar veel ook is er mij aan gelegen te weten wie het isdie mij tegenspreekt en op welken grond hij het doet. En word ik op goede gronden overtuigd dat mijne woorden de strek king hebben, om waarheid of deugd te bestrijden, neen dan schaam ik mij nietzulks te erken nen openlijk en voor ieder verstaanbaar. Ziedaar, wat ik meende te moeten zeggen, nu een blik op mijn afgelegde baan en de gedachte aan de taakdie mij weer wachter mij aanlei ding toe gaf. Een bodedie als ikzich in be trekkelijk kleinen kring beweegt en zich hoofdza kelijk blijft ophouden in zijn eigen buurtkan het niet onverschillig zijn, hoe over hem gedacht wordt. Moge dan de toekomst, moge reeds dit en daar betere inzigten en verstandi ger gedrag, dan maakte ik dat bekend en ja, ik had er schik in als ik vertellen mogtdat zoo hier en daar den blinden de oogen werden geopend. Dat was voon sommigen een oorzaak om mij met een boos oog aan te zien. Maar waarom toch? Er bleven immers nog dwalingen en dwaasheden genoeg over, waarmee de liefhebbers zich vrolijk konden maken en ik heb hun dat nooit misgund. Nog meer; er zijn, die meenen een goed werk te doen wanneer, ze de menschen bang voor mij maken. Maar zie ik er dan zoo vreeselijk uit Of zijn zij die ik elke week in de gelegenheid wil stellen om kennis te nemen van wat in mijn oog der moeite waard is om gekend te worden zulke kinderen; dat mijne berigten noodzakelijk voor T Een jaar verdween een jaar verscheen. Weer 52 maal klopte ik aan en werd binnen gelaten 'k had praatjes over allerleigelijk ik ze nu reeds elf jaren voor ieder over heb. het nooit; veeleer was er dikwijls gelegenheid over gewigtige dingen te spreken. op mijne manier, en ik moet het eens zeg gen door sommigen werd mij dat euvel ge duid ik kreeg vijanden. Er zijn menschen die het rad der wereldge schiedenis gaarne eenige wentelingen terugwilden doen gaan en hun was het leed wanneer ik kwam vertellen dat het weer een weinig was vooruitgekomen. Maar wat zou het dan toch heb ben gebaat of ik al hadde gezwegen Men kan door zwijgen immers niet ongedaan makenwat gebeurd is Als dwalingen en dwaasheden hier plaats maakten voor ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1