ADVERTENTIEBLAD. NIEUWS- EN Twaalfde Jaargang. 1873. No. 12. BUITENLAND. DON DE RD AG 20 Maart. Hl» De 1 Bolswardsche Courant l( V lijke Assises in Opper-Savoye heeft dezer ABONNEMENTSPRIJS80 Gents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels. Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het hof van dagen in de volgende zeldzame strafzaak te beslis* sen gehad. Girod Fournier, een onverbeterlijke wildstrooperdroeg een jagtopzigter Deschamps een doodelijken haat toe en had gezworen hem vroeg of laat «te zullen vinden.” Hij ontmoet hem op zekeren dag in het boschschiet hem neder en loopt op hem toe om hem den genadeslag te geven. Deschamps zwaar gewond maar volko men bij kennis, smeekt zijn moordenaar hem het leven te laten. Deze bede treft den wildstrooper zoo diep, dat hij van zijn voornemen afziet, niet alleen, maar den gekwetsten vijand opheft, hem op zijne schouderen beurt en met de grootste zorg en inspanning naar zijne woning medeneemt, hem daar verpleegt en in het leven behoudt. Welligt zou de geheele zaak tusschen de twee mannen ge bleven zijn had niet Fournier zelf zijne misdaad door een onvoorzigtige uitlating verraden. Hij werd in hechtenis genomen. Zijn slagtoffer, maar dat hij zelf gered had pleitte nu voor de jury ge tuigenis afleggende, met de hartelijkste warmte voor zijn moordenaar. Geen wonder, dat hier verzach tende omstandigheden werden aangenomenen Fournier geen andere straf dan de betaling van 200 fr. boete werd opgelegd. In Spanje blijft de onrust nog voortduren de carlisten laten zich nog al eens gelden. Volgens een brief van Antonellidoor de Tempo medege deeld zijn zij dan ook de eenigen die het regt op hunne zijde hebben. Antonelli schreef: «In de tegenwoordige spaansche omwenteling is den geestelijken hun taak door het regt en de gc- regtigheid voorgeschreven. De door de goddelijke Voorzienigheid voor den spaanschen troon uitver korene is don Carlosdie na den val van den vreemden koning besloten heeft spoedig in zijn rijk terug te keeren en de burgerlijke en godsdien stige orde te herstellen. Er is nog eene laatste krachtsinspanning noodig om die te doen gelukken. De koning van Gods genade heeft uwe en aller geestelijke ondersteuning noodig; gij zult hen ra den en bevelen voor de goede zaak alles te doen, wat mogelijk is, en dan zal binnen weinige dagen de strijd beslist wezen. Laat dan alle geestelijken en de geheele katholieke partij met hem opstaan en don Carlos zal op den troon zitten die nog gisteren door een vreemdeling geüsurpeerd was en heden door de demagogie bezoedeld wordt, godsdienst wacht van u een daad van energie en van gehoorzaamheid.” ’t Gerucht verbreidt zich dat don Carlos dood is. Als dat waarheid blijkt te zijn, dan is Anto nelli omtrent de keuze van de goddelijke Voor zienigheid zeker verkeerd ingelicht. Christina Nilsson zong in den schouwburg te Petersburg en vóór ze den mond nog open gedaan had, zeiden allen reeds, dat het mooi was. Toen zij vervolgens een aria gezongen had wilden de toehoorders zich ook doen hooren zij klapten in de handen en stampten met voeten en wandelstok ken en riepen op zijn russisch bravo dat alles daverde. Nu dacht de zangeres zeker ook dat gaat mooimaar niet minder mooi vond zij het dat haar een garnituur van smaragden, in paarlen van groote waarde gevat, vereerd werd benevens een reusachtige lauwerkroon, waarin met bloemen stond geschreven «Vivat Margarita” (zij speelde n.l. den rol van Marguerite in den Faust). Met het ontvangen geschenk in de hand zong zij de aria nog ecus weer en na het derde bedrijf riep men haar terug en regende het bouquetten. In ’t vierde bedrijf bood men haar een adres aan op perkament, dat duizenden onderteekeningen droeg en tijdens de voorstelling was opgemaakt. Het was opgerold en gesloten door een eenvoudigen gouden ring waaraan een groote parel hing uit één diamant bestaande. Daarbij was een lauwer krans van massief goud gevoegd. Na het vijfde bedrijf regende ’t weer bloemen. Christina was wel wat vermoeid, maar omdat het zoo mooi ging, zong zij nog een russisch lied en omdat de mu zikanten al waren heen gegaan, werd er met een gaauwigheid een piano op het tooneel gebragt en accompagneerde eene der dames haar. Toen zij wilde heengaan werd zij naar het rijtuig ge dragen en door eene eerewachl naar haar hotel geleid waar haar eene serenade met fakkellicht werd gebragtwaarvoor een militair korps was geëngageerdterwijl tallooze rijtuigen den stoet vormden. Haar hotêl was geïllumineerd en de trappen met bloemen bedekt. 't Zal dan toch wel waar zijn, dat in ouden tijd de wilde dieren door ’t gezang van Orpheus wer den getemd en de steenen zich vereenigden tot woningen voor menschen. daarom het regt hadden over hunne medemenschen te heerseben; en op grond van diezelfde bewe ring maakt het pausdom aanspraak op het regt van opperheerschappij. Men geeft dus aan de zaak eene verdraaide voorstelling, met het te doen voor komen alsof het der regering te doen ware om de kerk te onderdrukken. Dat zijn van die holle klanken die alleen gebezigd worden om op de domme menigte indruk te kunnen maken. Het is hier alleen te doen om eene grens te bepalen tusschen de koninklijke en de priesterlijke raagt.” «De fractie van het centrum gevormd door de ullramontaansche partij en ontstaan tijdens den oorlog met Frankrijk wil een staat zijn in den staat, een dualisme van de ergste soort. Een con fessionele in een politieken staat is onhoudbaar. Indien het programma dezer fractie was ten uit voer gebragt, in dien zin zoo als de bisschep van Mainz het verlangde, dan zou men thans, in plaats van een Duitscli rijk, twee nevens elkander bestaande staatsorganisatiën hebben de een onder een sou- verein te Rome, de ander onder een soeverein te Berlijn. Natuurlijk kon de regering tegenover de toepassing van zulk een beginsel de handen niet in den schoot leggen. Zij moest zich verdedigen; zij was genoodzaakt den wapenstilstandbekrach tigd in de artt. 15 en 18 der grondwet, op te zeggen en een nieuwe betrekking tusschen de we reldlijke en de kerkelijke overheid tot stand te brengen De niet ullramontaansche pers verwachtdat de woorden van von Bismarck baar gewonen in druk wel zullen hebben gemaakten het Heeren- huis, hoe het ook nog tegenspartelt, toch het wets ontwerp wel zal aannemen. Von Bismarck heeft Varzin waar hij een rust- looze rust genootverlaten en zich laten zien en hooren in 't Huis der lleeren te Berlijn. De Heeren hadden zijn voorlichting eens weer noodig; zonder hem kwamen ze niet vooruit op hun baan, 't Was weer von Bismarkstaai die hij sprakwie hem hoorde, weet wat hij wil. Hij herinnerde den con servatieven dat zij zelve de ontwikkeling hunner politiek onmogelijk maakten. «Men heeft zich hier beklaagd”, zoo sprak hij «over den vooruitgang van het liberalisme. Dien vooruitgang heb ik u vroeger reeds voorspeld en ’t is zeer wel mogelijk, dat het liberalisme nog meer vooruitgaat. Dat is een gevolg van de verzwakking der conservative partij het tegenwigt van het liberalisme. Die partij heeft de regering teleurgesteld toen z'y bij liet debat over de wet op het schooltoezigt een votum van wantrouwen uitsprak. Vertrouwen is eene teêre bloem en kan geen schokken verduren. Welmeenende maar al te ijverige mannen hebben de conservative partij waartoe zij bebooren in wendig verzwaktzij heeft hare eigene besluiten vernietigd en de regering in de engte gedreven. Terwijl de kroon of, om de parlementaire uit drukking te bezigen Zijner Majesteits Ministerie haar meende te kunnen vertrouwen, hebben zij niet alleen die ondersteuning onthouden maar het der regering duidelijk doen begrijpen, dat zij niet meer op haar kan rekenen Met welk regt beklaagt zij zich dan over de regering Zij heeft het meest er toe medegewerkt om mij uit het ministerie te verdringen en mij te leur te stellen in 't vooruit- zigtdat ik bij de leiding der openbare aange legenheden aan het hoofd zou staan eener con servative partij van eenige beteekenis. «De wijziging van artt. 15 en 18 der grondwet wordt door velen in een zeer verkeerd licht ge steld door haar een confessioneel karakter toe te kennen terwijl zij toch uitsluitend van politieken aard is. Zy betreft niet een strijd tusschen het protestantsche vorstenhuis en de katholieke kerk niet een kamp tusschen geloof en ongeloof, maar den strijd tusschen koningschap en priesterschap over de magt, een strijd, die al een hoogen ouder dom bereikt heeft. Wij leven in een anderen lijd, dan toen Hendrik IV als boeteling naar Canossa toog, of Konradijn van llohenstauffen op het scha vot viel onder de bijl van een franschen veroveraar, bondgenoot van den paus maar het heeft toch weinig gescheeld, of wij waren teruggebragt in een dergelijken toestand eenigzins gewijzigd naar de zeden van onzen tijd. «Het is ook eene zeer onjuiste opvatting een valsch begripden paus enkel en alleen voor te stellen als priester, of vertegenwoordiger der kathol, kerk. Het pausdom toch is ten allen tijde eene politieke magt geweest het heeft steeds krachtig en met alle succés de hand gehad in de wereld- aangelegenheden en zelfs de heerschappij op dat gebied in zijn programma opgenomen. Het heeft dat programma steeds gehandhaafd het heeft ten allen tijde getracht den slaat aan de kerk te onderwerpen. Er zijn altoos menschen geweestdie beweerden dat zij beter dan andere menschen met den wil Gods bekend waren en

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1873 | | pagina 1