ADVERTENTIEBLAD.
NIEUWS- EN
Ja
1
1873
Twaalfde Jaargang.
No. 27.
Ml
DONDERDAG 5 July.
BUITENLAND.
'lil
t
I
n
Bolswardsche Conraiil
l't
i-
I)
l
1
3
l
I
r
t
c
5
5
II
t
r.
tl
tl
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
r
r
r
f
1
B
t
n
t
t
i
n
li
o
nr
n
d
P
t
I
e
I
t
t
e
e
J II
5
ft
t
t
1
1
n
i-
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Gent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
hoe in Zwil-
1 en zelfstandige
De kerkelijke
dan 30,000
«Bij deze wordt ter kennis van het belanyheb*
bend publiek gebragt, dat de minister van eeredienst
en onderwijs, bij besluit van 17 dezer, bepaald
heeft, dat voortaan de studie aan de onder den
naam van seminarium Theodorianura te Paderborn
bestaande katholieke philosophisch-theologische in-
rigting van onderwijs, niet kan beschouwd worden
als geschikt, om de bij art. 4 der wet van 12 Mei
dezes jaars voorgeschreven studie aan eene duitsche
staats-universiteit te vervangen.”
De spaansche heeren, die van Spanje een bonds
staat maakten hebben bepaald dat die zal be
staan in Europa, uit: Nieuw-KastiliëOud-Kas-
tilië Asturië Galicië Estremadura Opper- en
Neder-AndalusiëMurciaValencia, Aragonië, Ka-
talonië en de baskische staten (Navarre Biscaye
Guipuzcoa en Alava) en de Balearen buiten Eu
ropa vormen de Kanarische eilanden Cuba en
Portorico en de Philippijnsche eilanden ieder een
slaat, zoodat de geheele republiek 15 staten omvat.
De regten en pligten dezer staten onderling, hun
ne verhouding tot de republiek als eenheid en de
inrigting der republikeinsche instellingen zouden
worden ontwikkeld in eene grondwet, waarvan het
ontwerpen aan eene commissie van 25 heeren werd
opgedragen. Bovendien zou de heer Castelar voor
af een plan van zoo’n grondwet opstellen opdat
de commissie wanneer ze bijeenkwam niet ver
legen zou zijn, hoe te beginnen. Castelar was al
met zijn plannetje klaar; hij had het naar het ame-
rikaansch patroon geknipt. De drie hoofdpunten
er van waren aanhet hoofd der republiek staat
een presidentdie voor 5 jaar door het volk be
noemd wordt en ieder heeft regt om te stemmen;
de wetgevende magt berust bij een senaat, die door
de verschillende staten wordt gekozen en een con
gres, insgelijks door het volk aan te wijzen; Madrid
blijft de hoofdstad de zetel der wetgevende magt
en de verblijfplaats van den president.
’t Viel Castelar niet meê dat de commissie op
die punten nog zooveel te zeggen had. Een pre
sident een koning in een zwarten rok dat viel
niet in den smaak van de geavanceerdenook
nietdat de wetgevende magt berusten zou bij
twee kamers. Een enkele kamer was daarvoor
voldoende meenden zeen die kon dan eene
commissie benoemen, waaraan het uitvoerend ge
zag kon worden opgedragen. Ook werd niet door
alle heeren aan Madrid de eer gegund hoofdstad
te zijn.
Aan ministers, bruikbaar in een federale repu
bliek is ook nog gebrek.
In eene zitting der cortes vertelde de minister
Pi-y-Margall dat de carlistische opstand een echte
burgeroorlog is, waardoor velden worden verwoest,
bruggen vernield telegraafdraden afgesneden het
verkeer over de spoorwegen belemmerd en Spanje
tot eene zekere hoogte van de gemeenschap met
Europa afgesneden. Dat weel iedereen wel, maar
hoe aan dien oorlog een einde gemaakt kan wor
den, dat wist de minister ook niet.
De minister vermoedde verderdat er met het
einde van Junij een finantiëel te kort van 2200
rnillioen realen zou zijn en hij verzekerde, dat hij
er niets aan doen kon. Eerst moest Spanje als
bondsstaat goed in elkander zitten wat nog wel
wat duren kan. Eindelijk beloofde de minister
dat er door de regering gewerkt zal worden aan
de bevordering van de scheiding van kerk en staat,
uitbreiding van bet onderwijs, verbetering van het
lot der arbeidende klassehet instellen van een
gestreng toezigt op het te werk stellen van kinde
ren in fabrieken, en dergelijke goede dingen meer.
Dat staat nu alles in ’t notulenboekom ’t niet
te vergeten.
De Carlisten voerden met 1 Julij postzegels in
met het borstbeeld van Karel VII. Per 20 gram
men moet een reaal (ongeveer 12| ct.) worden be
taald en brieven, zonder zoodanig postzegel, wan
neer zij Carlisten in handen vallen, worden vernietigd.
Nog niet lang geleden maakte Guillott in Enge
land ijzeren bladen, die in plaats van papier te ge
bruiken, 14 duizendste millimeter dik en volkomen
buigbaar waren. Men kon er, min of meer gemak-
kelijk op schrijven; bij doorvallend licht gezien,
bleek het echter dat er zeer kleine openjngen in
waren. Uit Pittsburg kwam later een brief, op
ijzerblad geschreven van 2 decim. lengte en 14
centim. breedte, wegende 4,4 gram. Ter naauwer-
nood was dit bekend, of de ijzerfabriek van Mars-
field Llany maakte een ijzeren blad, even groot
als het laatstgenoemde maar ligler. Een nog
dunner en veel fraaijer blad werd gefabriceerd dooi
den directeur van het ijzerwerk Hallam Go., Op-
Tengevolge der weigering van den bisschop van
Paderborn, orn de door de regering, krachtens de
wet, verlangde inlichtingen aangaande de organi
satie en het leerplan der kerkelijke inrigtingen
van hooger onderwijs in zijne diocese te geven
is den 18den Junij door den opperpresident der
provincie Westphalcn de volgende bekendmaking
uitgevaardigd.
’t Is verkwikkelijk te vernemen
serland zich de geest der vrijheid
heid blijft openbaren en handhaven,
volksdag te Solothurn werd door meer
Zwitsers bezocht en de taal, die er gesproken werd,
getuigde van een edelen moed in den strijd, die
beslissen moet of de geest van tirannie of de re
sultaten der humaniteit zullen overwinnen.
«Ecdgenooten!” zoo riep de grijze Augustin
Keiler, «in onze dagen geschieden wonderen. Wan
neer iemand een ongeluk overkomt, dan zijn er
liedendie zeggende hemel heeft hem gesla
gen of die verdoemde liberalen hebben het ge
daan Als meikevers de bloesem vernielen of iets
anders van dien aard gebeurtdan is het alweer
de Voorzienigheiddie straft en zijn het ook de
liberalen, aan wie de Schuld ligt. Barst er een
brand uit de radicalen hebben het gedaan 1
Ja, ten slotte blijkt hetals dat alles zoo isdat
onze Lieve Heer gedeeltelijk van zijn bestuur moet
ontzet geworden zijn.
«Wij''zijn gekomen, eedgenooten 1 om ons van
Rome vrij te maken maar als men ten oorlog
trekt, moet men bovenal den vijand kennen. En
ik zeg het u, de vijand die tegenover ons staat,
is zeer magtig en zeer talrijk. Hij heeft eene
oneindige slagorde en niet in ’t open veld is hij
gewoon te strijden, maar uit hinderlagen. Hij strijdt
met giftige wapenen met lasterlengen bedrog
en verdraaijing der geschiedenis en van haren hei
ligen geest. Zoo wordt in de Kirchen Zeitung
die te Solothurn uitkomt en sedert nieuwjaar het
officiële orgaan der bisschoppen isde president
van den grooten raad van Neuchatel, door karakter
en wetenschap de meest achtenswaardige man, een
spitsboef of zwakhoofd genoemd.
«Wat moeten we tegenover zulk een vijand doen?
Wij moeten tegenover zijn leugen de reine, gulden
waarheid stellen. Tegenover zijn volksverguizing
volksonderrigt, tegenover de lompheid en gemeen
heid zijner pers, gematigdheid. Moge de pers der
liberale partij met vaderlandschen geest kalm haar
doel vervolgen en bovenal met volharding vol
harding in'den strijd voor licht, waarheid en regt.”
De grijsaard werd toegejuicht; de Zwitsers willen
zich hunner vaderen waardig toonen.
Heeft Nederland zijn dooden Knysinga gehad
die tot zelfs de wetgevende magt van zich deed
spreken, Frankrijk heeft thans zijn dooden Brous-
ses, die nog meer beweging veroorzaakt.
De heer Brousses was afgevaardigde uit het de
partement Aude. ’t Is een vaste gewoonte, dat de
Kamer, als een harer leden sterft, eene commissie
benoemtom haar bij de begrafenis te vertegen
woordigen en den lijkstoet tot op de begraafplaats
te volgen ook wordt het lijk met militaire eer
(volgens de wet door 4 detachementen elk van
50 man) tor aarde besteld. De heer Brousses had
verlangd, zonder geestelijken bijstand begraven en
regtstreeks naar het graf gebragt te worden. Nu
waren de commissie uit de Kamer en het militair
escorte voor het sterfhuis present en de lijkstoet
zette zich in beweging. Maar de commissie zag
geen geestelijke en vernam nu ook, dat het lijk
niet eerst ter kerk werd gebragt. Hierin vond de
commissie reden genoeg om den stoet te verlaten
en toen de kolonel haar zag heen gaan liet hij
ook zijne soldaten afmarcheren.
In couranten werd die handelwijze een schandaal
genoemden in de Nationale Vergadering werd zij,
in verband met de verordening van den prefect te
Lyon waarbij begrafenissen niet door een gees
telijke vergezeld, niet anders dan 's zomers 's mor
gens te 6 en 's winters ’s morgens te 7 uur mogen
plaats hebben, besproken, ’t Was de heer Leroyer,
die den prefect beschuldigde van eene onwettige
handeling. Hij noemde’t een schending van de vrij
heid van geweten als men den stervende dwingt
te kiezen tusschen de overtuiging van zijn hart
en de vrees van zijne familie te zullen kwetsen
door eene begrafenisdie de prefect wil brand
merken. Hij vroeg: Is er iemand onder u, die
er voor durft instaan dat er geen dienaren van
de godsdienst zijn die een zedelijken dwang zul
len uitoefenen op den uitgeputten kranke en hem
eene wilsbeschikking zullen afpersen waar tegen
zijn gemoed zou opkomen, indien zijn kracht niet
gebroken ware
Hij herinnerde aan het voorgevallene bij de be
grafenis van Brousses en zeide: «Ik wijs er alleen
opom in ’t licht te stellen welke rigting thans
boven drijft. En waarom drijft ze boven? Omdat
er alliantiën zijndie noodlottige consequentien in
haren nasleep hebben. Daarom zien sommigen on
der de ministers zich genoopt hun verleden geheel
en al te verloochenen. Ik zie onder hen iemand
(den minister van justitie), die een manifest ge-
teekend heeftwaarin hij te kennen geeftdat
hij den syllabus en de encycliek aanneemt. Hoe
nu kan men van een kabinet, waarin die minister
zitting heeft, eene verklaring verwachten ten gunste
der vrijheid van geweten?”
Het mag wel met den heer Leroyer betreurd
worden, dat voor eene wetgevende vergadering,
in 1871 gekozen, de vrijheid van geweten nog
moet verdedigd worden maar dat deze verdedi
ging nog niet overbodig is, blijkt uit de houding
der fransche regeringdie er naar streeftdie
vrijheid te besnoeijen.