ADVERTENTIEBLAD.
NIEUWS- EN
1873
Twaalfde Jaargang.
No. 43.
DONDERDAG 23 October.
BUITENLAND.
Bolswardsclie Courant
3
3
r
i
t
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
delaar aan te nemen dan onzen Heer Jezus Christus.
Toch kan de keizer met hen, die anders gelooVen,
wel in vrede leven.”
Er staat niets in dezen brief, waaruit de paus
kan opmaken dat Wilhelm plan heeft om eerst
daags, als Hendrik IV, te Canossa te komen. Het
jaar 1873 is niet het jaar 1077 banden, die vóór
8 eeuwen zoo hecht en sterk waren hebben hun
meeste kracht verloren. Hoe zal ’t zijn als de
menschheid nog eens weer 8 eeuwen verder is?
den directeur van het observatorium op den Vesu
vius een metalen thermometer bestelddie alarm
signalen geeft, als er groote verandering in de tem-
komt. Het instrument is al klaar, ’t Is
zoo gevoelig dat de wijzer gestadig in beweging
is. Als de temperatuur eene zekere hoogte heelt
bereikt, luidt het alarmklokje. Als de keizerin eens
uit rijden gaat komt deze thermometer in den
wagen te hangen om aan te geven of deze verwarmd
of gelucht moet worden.
Ruslands keizer heeft ook weer een zijner chris-
tenpligten vervuld. Khiva is overwonnen en
geannexeerd. De keizer heeft zijne soldaten vol
strekt niet met dat doel uitgezonden; graaf Schu-
waloff zeide indertijd te Londen wel duidelijk, dat
de togt naar Khiva geen veroveringstogt zou zijn,
’t Was toen christenpligt, dit aan de wereld te doen
gelooven, en nu eveneens, dat generaal Kaufmann
het besluit teekende, waarbij het noordoostelijke en
meest bevolkte deel van het khannaat bij Rusland
werd ingelijfd.* De Amu-Daria zal nu de grens
scheiding zijn tusschen Rusland en Khiva en de
delta, door de Amu-Daria en de Ulu-Daria gevormd
bij hare monding in bet meer van Aral geheel
aan Rusland komen even als het daar tegenover
gelegen eiland Tokmak Aty. Een kolonel van de
artillerie is bevelhebber van het geannexeerde ge
bied geworden.
Ruslands czarin, eene hessische, schijnt de rtis-
sische lucht niet meer te vertrouwen. Zij heeft
De heer Leclerc kapitein bij 't fransche leger
heeft voor de aardigheid eens becijferd hoeveel
Duitschers inden fransch-duitschen oorlog sneuvel
den. Goed geteld was hun getal tot 8 September
dus gedurende den tijd, dat ze tegen een goed gere
geld fransch leger vochten, 74,786 en daarna nog
54,484. In 't geheel is het getal dooden dus 129,270.
De kapitein is nu aan 't rekenen om te weten
te komen, hoeveel Franschen er zijn omgekomen.
Als zulke cijfers op de lei of op ’t papier staan
kan men bij de beschouwing er van nog al bedaard
blijven, maar als men zich die duizenden voorstelt
als lijken omgebragt door hunne medemenschen
en op 't kommando van enkelen dan zou men er
haast toe kunnen komen om den oorlog een moord'
in 't groot te noemen en erg boos te worden op de
moordenaars, 't Zal wel rnede tot de verpligtingen
van den christelijken monarch Wilhelm behoord
hebben, zijne getrouwe onderdanen in Frankrijk te
laten doodschieten, en hen aan te hitsen om geen
Franschman te sparen, maar toch, ’t is niet in orde
met christelijke monarchen zoolang er nog zulke
verpligtingen voor hen bestaan.
In Frankrijk zijn aan de orde het proces van
Bazaine en de vraag wie het sterkst zal blijken
te zijn: de republiek of de monarchie Ghambord
of een Bonapartist. Elk doet zijn best om te doen
gelooven dat de partij waartoe hij behoortde
eenige is, die’t vaderland behouden kan, en ter
wijl elk zich weerton er zijn party boven op
te helpen, zijn allen bezig, om Frankrijk er onder
te brengen. Nog is’t maar praten en schrijven,
maar daardoor worden handelingen voorbereid, die
noodwendig maar een deel kunnen bevredigen en
het overige deel blijft nog sterk genoeg, om zich
krachtig te doen gelden en hem of hen, wien het
roer van staat wordt loevertrouwd, het sturen moege
lijk te maken.
Door de politie van Gambourne in Cornwallis
(Engeland) was eene vrouw, Eliza Bennet, in hech
tenis genomen als verdacht van schuldig te zijn
aan inbraak. Acht dagen lang zat zij gevangen
en werd toenwegens gemis van bewijs barer
schuld, op vrije voeten gesteld. Er was veel leeg-
loopend volk in Cambourne, want de mijnwerkers
van tinmijnen uit de buurt hebben’t werk gestaakt.
Deze lieden ontvingen de ontslagen gevangene aan
de deur der gevangenis met geestdrift, zij maakten
vrij wat beweging en floten de politie uit. Een
hunner liep puur uit pleiziereen politie-agent
omver, maar werd nu ook door een paar agenten
in hechtenis genomen. Een troep mijnwerkers
aangevoerd door den broeder Van den gearresteerde,
bevrijdde hem en mishandelde den agent. Toen
er meer politie-agenten waren gekomen, werden do
twee broeders gevangen gemaakten twee dagen
later veroordeelde de vrederegter hen tot 5 en 7
maand gevangenisstraf. Dertig politie-agenten be
waakten de gevangenen maar een ontzaggelijke
menigte was op de been gewapend met stokken
en steenen, en poogde hen te ontzetten. De hoofd-
constabel wist hen door een zijdeur in een wagen
te brengen en galoppeerde de stad uit naar de
gevangenis van Truro, eer het gemeen het gewaar
werd. Toen 't echter bekend werd dat ze weg
waren begon het janhagel een aanval op de 30
agenten, die achterna gejaagd, geslagen en mishan
deld werden. Het politie-bureau werd tegen den
grond gehaald en de gevangenwagen vernietigd. De
ruiten van ’t stadhuis werden ingeworpen en op een
hótel, waarin zich, zooals men zei, een agent ver
borgen had, werd storm geloopen; al het glas- en
aardewerk en de ruiten werden gebroken en een
vat bier leeg gedronken ter eere der edele helden
daad met 1000 man 30 agenten, die hun pligt deden,
te durven mishandelen. Van Plymouth kwamen
vervolgens per extra-trein twee kompagniën infan
terie en de orde werd hersteld.
De oostenrijksche slafarts Wenzél Jechel lag in
1858 te Pilsen in garnizoen en kocht het crediet-
lot serie 423, No. 32. ’t Werd hem ontstolen en
hij deed daarvan aangifte bij de oostenrijksche
Gredit-Anstalt en bij de bevoegde magt en waar
schuwde in de dagbladen het publiek, dat lot niet
te koopen. Hij kreeg van de Gredit-Anstalt een
bewijs, dat hij de houder van genoemd No. was.
En nu op 1 October jl. werd er fl. 200,000 op
getrokken. Toen dit aan Jechel bekend werd
waarschuwde hij terstond de justitie en de geld-
établissementcn, en onder deze hel eerst de Gredit-
Anstalt, den aanbieder van het lot aan te houden.
Het lot werd aangeboden door een geëmployeerde
bij een bank te Gralz maar hij had eerst nu
vernomen dat het gestolen was en was op regl-
matige wijze in 't bezit er van gekomen In 1865
had hij het in de Wechselstube van Schnapper te
Weenen gekocht, hij toonde er ’t bewijs van. Hij
en mijnbeer Jechel, beide maken aanspraak op den
Twee brieven zijn der wereld ter lezing gegeven,
die alweder op krachtige wijze getuigenis afleggen
van den geest des tijds en het streven der partijen.
Pius IX schreef aan keizer Wilhelm en Wilhelm
antwoordde Pius. Dat de inhoud van beider schrij
ven alom in de dagbladen is opgenomen is een
bewijs dat de dagen voorbij zijn, waarin zoodanige
stukken tot de geheimen der vorsten en hunne in
gewijden bleven belmoren.
Wanneer we den inhoud van ’s pausen brief in
hoofdzaken zamenvattenkomt die hierop neer.
«Alle maatregelen door 's keizers regering in den
laatsten lijd genomen bedoelden de vernietiging
van het katholicisme. De paus kan niet begrijpen,
waarom. Den paus is medegedeeld, dat de keizer
niet instemt met het gedrag zijner regering. Brie
ven vroeger door den paus van den keizer ont
vangen bewijzen zulks ook. Als dan de keizer
niet goedkeurt, dat zijne regering op den ingeslagen
weg voortgaat den godsdienst van Jezus Christus
schade toe te brengenzal bij dan niet tot
de overtuiging komen dat die maatregelen zijn
eigen troon ondermijnen? De paus spreekt vrijmoedig;
want zijn banier is de waarheid en hij spreekt om
te voldoen aan een pligt welke daarin bestaat
allen de waarheid te zeggen ook die niet katho
liek zijn; want ieder die den doop ontving behoort
den paus”.
's Keizers antwoord luidt in 't kort aldus: »Hij
verheugt zichdat de paus hem eens weer schreef,
te meer, omdat hij nu dwalingen kan wegnemen
welke moeten voorkomen in de berigten die de
paus over Duitschland ontving, 's Keizers regering
kan niets doen, wat hij niet goedkeurt, want vol
gens de grondwet hebben alle wetten en regerings
maatregelen zijne goedkeuring noodig. Tot 's kei
zers diepe smart heeft een deel zijner katholieke
onderdanen sedert twee jaar een politieke partij ge
organiseerd, die den confessionelen vrede tracht te
verstoren. Hooge katholieke geestelijken keuren
dat niet af, maar sluiten zich bij ’t verzet tegen
de wetten aan. ’t Is keizers taak niet, de oorzaken
te onderzoeken die priesters en geloovigen eener
christelijke belijdenis er toe gebragt hebben de
vijanden van iederen ordelijken staat te steunen.
Maar in de staten, welker regering hem door God
is toevertrouwd, moet hij den binnenlandschen vrede
beschermen en de achting voor de wetten hand
haven. De keizer is zich bewust, van de vervul
ling van dien pligt rekenschap aan God verschul
digd te zijn en zoo lang God hem de magt ver
leent zal hij orde en wet in zijne staten legen
eiken aanval in stand houden. Als christelijk mo
narch is hij daartoe verpligt, al smart het hem dien
pligt te vervullen tegen dienaren eener kerk die
toch ook wel het gebod van gehoorzaamheid aan
de overheid zal erkennen als uitvloeisel van den
geopenbaarden goddelijken wil. Tot ’s keizers leed
wezen verloochenen vele der aan den paus onder
worpen geestelijken in Pruisen de christelijke leer
op dat punt en noodzaken zij de regering, gesteund
door de groote meerderheid der getrouwe evange
lische en katholieke onderdanen tot naleving der
wetten door wereldlijke middelen te dwingen. De
keizer vertrouwt dat de paus als hij den waren
staat der zaken heeft leeren kennen er wel een
einde aan zal maken. Dat ieder, die gedoopt is,
den paus behoort, gelooft de keizer niet; zijn geloof
en dat der meerderheid zijner onderdanen veroor
looft niet, in betrekking tot God een anderen mid-
peratuur
Als de temperatuur
uit rijden gaatkomt deze thermometer in den