ADVERTENTIEBLAD.
NIEUWS- II
1873
Twaalfde Jaargang.
No. 50.
BUITENLAND.
DON DERDAG 11 December,
Bolswartlsche Courant
f
l
f
T
r
e
t
i
F
I
n
3
n
rï
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Gents van 1—7 regels.
Vervolgens 10 Cent per regel. Overigens
naar plaatsruimte.
zen de warme liefde geloond van ’s bisschojls on-
derlioorigen maar ook bij hem een gevoel van leed
wezen opgewekt omdat die aalmoezen gegeven
werden door de zoodanigen, die zelve van alle zij
den door ernstige beproevingen zijn omgeven.”
Voorts bidt de paus met warmte tot God, dat 's
bisschops onderhoorigen dezelfde volharding mogen
toonen als hun herder en ontvangen zij gezamen
lijk zijn apostolischen zegen als dien van Gods
gezant.
Zeker is de dag nog verre, waarop ’t blijken
zal wie het langst volhardtde kerk ol de staat
en de droevige waarheid «Ik ben niet gekomen
om vrede te brengen, maar het zwaard” nog lang
de vervulling van liet «Vrede op aarde 1” in den
weg staan. Evenmin van het gehoorzamen als
van het overtreden eener wet op de kerkelijke
tucht is die vervulling te wachten; geen gebod van
een heerschenden staat of een heerschende kerk
brengt vrede want wie optreedt als heerscher of
heerscheres sluit de liefde buiten, die alleen vrede
mogelijk maakt.
vrij te krijgen en voor men het beletten kon sprong
de ongelukkige over boord en verdween in de diepte.
Dê bemanning werd naar Bahia gebragt waar de
tweede stuurman terstond in het hospitaal werd op
genomen.
Kapitein Bowden was zeer gunstig bekend bij de
reeders en deed zijn cerste reis als gezagvoerder.
«Dienaren der kerk, die de op hun ambt of hunne
geestelijke ambtsverrigtingen betrekking hebbende
voorschriften der staatswetten of de in dit opzigt
door de betrokken overheid gemaakte bepalingen
zoo zeer overtreden dat de verdere waarneming
van hun ambt in strijd blijkt te zijn met de open
bare orde, kunnen op aanklagt der autoriteiten door
reoterlijk vonnis uit hun ambt ontslagen worden.
Dat ontslag brengt mede verbod tot uitoefening van
hun ambt, verlies van het inkomen en openvallen
van hun plaats.
«Aan de aanklagt moet eene aanmaning aan
eene hoogere kerkelyke autoriteit voorafgaan om
een kerkdijk proces tot ontslag van den aange
klaagde in te leiden. Staat de beschuldigde onder
«reen kerkelijke autoriteiten binnen de grenzen van
T Duitsche rijk, dan moet hij tot nederlegging van
zijn ambt worden aangemaand. Deze eisch ge
schiedt sebriftelijk met opgave der oorzaken, door
den opper president der provincie.
«Wordt aan den eiscli binnen den gestelden ter
mijn seen gevolg gegeven of leidt het kerkelijk
onderzoek niet binnen dien termijn tot ontslag van
den beschuldigde uit zijn ambt, dan dient de opper-
president bij de regtbank voor kerkelijke aange
legenheden bet voorstel in om tegen den aange
klaagde te procederen.”
Aldus luiden art. 24—26 van de wet op de
kerkelijke tucht in Duitschland. liet tol stand
komen dier wet op 12 Mei dezes jaars was een
gevolg van den bitteren strijd tusschen het duitsche
staats°-ministerie en de roomsch-katholieke geeste
lijkheid, en levens is die wet een oorzaak, dat die
strijd nog bitterder is geworden. Verschillende ver
volgingen van geestelijken werden noodzakel'yk
maar zij misten haar doel. Vooral graaf Ledochowski,
aartsbisschop van Gnesen en Posen deed, alsof voor
hem de wet niet bestond op de meest ondubbel
zinnige wijze gaf hij meer dan eens zijne diepe
minachting voor de wet en hare toepassing te kennen.
De regering die de wetnu ze bestaatmoet
handhaven, heeft nu, uit kracht van bovenstaande
artikelen, hem door den opper-president van Posen
laten aanzeggen dat hij binnen acht dagen zijn
kerkelijk ambt moest neerleggen. De aartsbisschop
riep de beide domkapittels van Gnesen en Posen
bijeen om hun advies te vragen en volgens een
poolsch blad hebben deze «in dit plegtige oogen
blik met volmaakte eensgezindheid besloten zijne
zijde niet te verlaten.” Misschien volgt eene wei
gering en wat dan? In de posensche wijken Wal-
Fischêi en Schrodka werden sterke detachementen
ingekwartierd en zoo iets doet niet veel goeds voor
onderstellen. Voor een vrije kerk in een vrijen
staal schijnt het magtige Duitsche rijk nog met
rijp te zijn en ’t is wel een zeer ongezonde toe
stand als het zwaard noodig geacht wordt ais
wachter tegen de kerk.
Ledochowski ontving een vertroostenden brief van
den paus waarin deze onder anderen te kennen
geeft, dat «bijaldien God in vroegere tijden toen
Hij de redding der wereld had voorgenomen, zoo
vele duivelsche verdorvenheden heeft geduld dat
zelfs zijn eigen zoon niet gespaard werd, er thans
ook reden bestaan om te verwachten, dat diezelfde
God, door de pogingen der hel ongebreideld te la
ten,’ den weg bereidt voor de wedergeboorte en ze
gepraal der kerk, die op dit oogenblik.onder de
menseben geen verdedigers meer vindt.” De gif
ten die Ledochowski den paus zond, hebben de-
Nog vreeselijker was de ramp, die de Ville de
Havre trof. Dit schip op de Great Eastern na
het grootstedat ooit gebouwd werd metende
5001 ton, verliet Nieilw-York den 15 November,
koers zettende naar Havremet eene bemanning
van 172 koppen en 141 reizigers, voor een groot
deel Amerikanen, die den winter in Frankrijk wil
den doorbrengen. In den nacht van 22 op 23
November werd liet vaartuig overzeild door het
ijzeren schip de Lochearn. Die overzeiling geschiedde
met zooveel kracht, dat het dek 10 tot 12 voet
ver als doorgesneden werd en er een breuk ontstond
in den zijwand tot beneden de waterlijn van
25 tot 30 voet. Twaalf minuten later verdween
het trotsche zeekasteel in de diepte. De Lochearn
zelf verloor den boegspriet en leed Zoodanige schade,
dat zij ongetwijfeld mede zou vergaan zijn ware
niet bij haar de breuk boven de waterlijn ge
bleven.
Van de 313 personen werden niet meer dan 87
gered. Van de zeven booten konden slechts twee
worden uitgezet één kon worden bemand, maar
deze werd door de neerstortende masten verbrij
zeld.
Aandoénlijk is het, wat van sommigen der on-
gelukkigen verhaald wordt. Mevrouw Greste eene
fransche dame, werd eenigen tijd door haren echt
genoot boven water gehouden, tot zij gered werd
juist op het oogenblik, dat hij voor altijd wegzonk.
Een klein meisje, Hunter, zoo het schijnt het eenige
kind dat gered werd verloor vader, moeder en
zuster. Mevrouw Bulkeley verloor vier kinderen.
Mevrouw Hewoy D. Stafford, van Chicago dreef
een uur lang rónd aan een stuk hout geklemd, en
verloor drie kinderen. Mary Hunter verloor vader,
moeder en eene zuster; Helene Mlixterbehalve
vader en moeder, twee zusters en haargrootvader.
Toen de botsing plaats had lagen reizigers en
zeelieden in hunne kooijen en alles was doodstil
aan boord. In een oogenblik was het dek vol
menschen. Vrouwen knielden er neer in het ge
bed, de mannen smeekende om haar voorbeeld te
volgen. Treffend was de moed van een fransch
priester, die geen oogenblik zijne zelfbeheersching
verloor, noch te midden der razende wanhoop om
hem heen, naar het vereerende getuigenis van den
opperbootsman eene enkele gelegenheid liet voor
bijgaan om te vertroosten en te bemoedigen. «Zijt
gij roomsch hoorde laatstgenoemde hem vragen
aan een passagier naast hem, en op diens bevesti
gend antwoord, vervolgde de priester: «Belijd dan
nwe zonden, dal ik u absolutie geve.” Het waren
de laatste woorden van den priester onmiddellijk
I daarna verdween het wrak in de diepte. De pas*
I sagier, tot wien hij gesproken had, werd gered.
SEr is slechts ééne stem over de kloeke en mensch-
lievende handelwijze van gezagvoerder en beman-
I ning der Lochearn en van den kapitein der Tri-
mountain Urquhart, die later de schipbreukelingen
I overnam en naar Cardiff bragt.
Een vreeselijk drama op zee is voorgevallen met
het engelsche schip River Eden. Dit schip verliet
Londen den 15 September met bestemming naar I
Valparaiso. De equipage bestond uit 16 man, de
lading was van gemengden aard; o.a. was er 100
ton buskruid aan boord. Den 7 October bespeurde
de bemanning iels zonderlings in 't gedrag van den
kapitein. Men schreef dit eerst toe aan misbruik
van drank maar bevond dat daartoe aan boord
geen gelegenheid was en men kwam tot het be
sluit dat gezagvoerder Bowden krankzinnig was
geworden. Den 14 October werd de bark Elisa
beth Graham gepraaid en de eerste stuurman zond
een bootom den kapitein van dat schip uit te
noodigen, aan boord van de River Eden te komen.
Deze gaf aan dat verzoek gehoor en ried toen het
scheepsvolk, den kapitein niet op te sluiten, daar
het hem voorkwam dat de krankzinnige niet ge
vaarlijk was. (lij hield het voor t best, dat men
op Pernambuco aanhield om den patiënt daar te
doen verzorgen. Kaptein Bowden was dien mid
dag bijzonder kalm en sliep des avonds gerust
maar tegen 12 uur in den nacht ontdekte men
brand in het achterschip. De bemanning snelde
terstond toe om zich van den kapitein meester te
maken; deze had een pistool gegrepen waarmede
bij den tweeden stuurman een gevaarlijke wonde
aan het hoofd toebragt. Het bleek dat de kapi
tein paraffine-olie op liet dekin zijne hut en op
een zeil had geworpen, waardoor de brand zoo snel
om zich heen greep, dat besloten werd het schip
te verlaten. De kapitein weigerde in de boot te
gaan en vuurde, toen men hem wilde grijpen, nog
maals op de bemanning, zoodat een, gelukkig niet
erg, gewond werd. Toen men zag, dat geen over
reding in staat was den kapitein te bewegen het
schip te verlaten hield de boot af en ontmoette
gelukkig reeds na weinige oogenblikken een brik
Juanitadie hen opnam. Toen verslag van het
gebeurde gedaan was boden zich terstond twee
mannen yan dit vaartuig aanom naar het bran
dende schip met zijne gevaarlijke lading te roeijen,
ten einde nog eene poging te doen om den kapi
tein te redden. Een boot werd uitgezet en de
moedige mannen hadden de voldoening den kapi
tein daarin te krijgen, weinige minuten later vloog
de River Eden in de lucht.
Aan boord van de Juanita werd kapitein Bowden
zoo wild, dat men genoodzaakt was hem te binden.
Na een paar dagen gelukte het hem, zijne beenen