NIEUWS- EN AD-
VERTENTIEBLAB.
1875
Veertiende Jaargang
No. 18.
I
BUITENLAND.
BINNENLAND.
X
r/1
DONDERDAG 6 Mei-
-
i
I
I
i
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cent per regel Overigens naar plaatsruimte.
inni iiiiiiu
Uit Paramaribo, Nederlandsch W’est-Indië, wordt
geschreven: In den nacht van 31 Maart op 1 April
werd onze stad door eene ontzettende ramp geliof-
l'en, waarvan de gevolgen nog lang gevoeld zullen
worden. Omstreeks half 2 uur werd brand ont
dekt in het gebouw aan de rivierzijde der Sara-
maccaslraat, dat zoowel tot magazijn voor het de
partement der koloniale vaartuigen als tot werk
plaats van den hoofdmachinist en het verder per
soneel gebezigd wordt. Binnen weinige minuten
viel aan geen blusschen meer te denken en binnen
twee uur was het geheele gebouw, met al de kost
bare machineriën, modellen, tuigage der vaartuigen,
liclittoestel van bet in reparatie zijnde lichtschip,
scheepsbenoodigdbedenenz, enz. een prooi der
vlammen geworden.
Gelukkig dat tijdens het woeden van den brand
de wind bleef liggen de voorraad steenkolen in
het gebouw gering was, en bet, bij de energieke
pogingen der equipage van Zr. Ms. stoomschip
Kijkduin en van de ter reede liggende koopvaardij
schepen en van de burgerij gelukte zoowel door
bet omverhalen van een aangrenzend gebouw als
door het nat houden van de nabijzijnde gebouwen,
bet gevaar voor de gebeele straat at te wenden
en, door hel afbreken der connexie van de werk
plaats, de landssmederij te redden.
De directe schade wordt op ongeveer 100,OUD
geschatdoch de indirecte is niet te berekenen.
De oorzaak van den brand kan alleen toegeschreven
worden aan zelfontbranding van een groote hoe
veelheid ongedempt zwartsel.
In de vorige week werd uit Zweden en Noor
wegen berigtdat men daar een aschregen had
gehad en vermoedde dat dit het gevolg zou zijn
van een uitbarsting van den ilekla. Dagbladen
en brieven uil Ysland te Kopenhagen aangeko
men bevestigden dit vermoeden. In een brief uil
Reikiavik dd. 18 April, worden hieromtrent na
dere bijzonderheden medegedeeld. In den winter
van 1872—1873 had men in verschillende deden
des lands vulkanische uitbarstingen waargenomen,
naar men meende allen afkomstig van denzellden
krater, die ook reeds in 1867 zijne werking had
geopenbaard. Men had reeds dikwijls getracht hem
te naderen, doch was telkens voor de groote moei-
jelijkheden teruggedeinsd zoodat men nog niet
zeker is van zijn juiste ligging. Nadere onderzoe
kingen door een bewoner aldaar gedaanhebben
als waarschijnlijk uitgemaaktdat de laatste uit
barstingen van een anderen krater dan dien van
1867 zijn en wel van een geheel nieuwen. Lan
gen tijd hebben in den omtrek van dien krater
meer of min hevige aardbevingen plaats gehad
waarop dikke rookwolken zijn gevolgd eensklaps
vertoonden zich vlammen, die zich weldra hemel
hoog verhieven en een geduchte uitgestrektheid
hadden na het zigtbaar worden dier vlammen
hebben de aardbevingen opgehouden. Nog onlangs
hebben weder onderzoekingen plaats gehad naar
den vulkaan maar de nog heete lava de scheu
ren in den grond en het voortdurend uitwerpen
van kokend water en gloeijende steenen uit sple
ten en heete bronnen maakten het den onderzoe
kers zoo lastig dat zij niet anders dan bij bena
dering de plaats van den krater konden aangeven.
Onderweg vonden zij uitgeworpen steenendie dc
sterkste van hen niet kon optillen.
spel! Het kind, ontroostbaar over het lot van zijnen
trouwen viervoetigen makker, had dien dapper wil
len redden en was tot aan de schouders te water
gegaan. Daar was de grond hem ontzonken, maar
hij had de manen van de «Graauwe” gegrepen,
die hem in de hand bestorven waren. Zoo hing
hij half in het water. Zijn geheele ligchaam zat
vol bloedzuigers. Met moeite werd hij losgerukt.
Na een uur was het kind een lijk I
Dc Événement meldt de geboorte van een won
derkind in een der armoedigste wijken van Parijs,
nl. Butte-au-Cailles. Het is een kind-aap en ove
rigens goed gevormd. Dit wonderkind heelt een
langen staart, de huid is bedekt met zacht, zijde
achtig goudgeel haar. Evenals de apen heeft het
kind°vier handen; de vorm is die van een gewoon
kind de uitdrukking evenwel levendiger dan ge
woonlijk bij pasgeboren kinderen het geval is. Het
heeft reeds vier tanden boven en zes beneden in
den mond Door deze vroegtijdige verschijning van
tanden kan de moeder het kind niet zoogen en is
zij genoodzaakt het door middel van een zuigflesch
groot te brengen. De vader, een timmermansknecht
is weoens deze misgeboorte zoo aangedaan dat
hij in "twee dagen niet te huis is geweest en naar
zijn broeder is gegaan die in de omstreken van
Parijs woont. Men vreest dat de ongelukkige het
verstand zal verliezen daar hij zich maar niet
kan vereenigen met het idee een kind-aap tot
zoon te hebben; de doctoren geven de verzekering
dat het kind in het leven zal blijven. Het is
echter in onzen lijd van wonderen en monsters
een aardig fontuinlje.
Te Ville Neuve-St. Georges, nabij Parijsis een
groote vijver vol bloedzuigers, waarvan de eigenaar
een niet onbelangrijk voordeel trekt. Volgens ge
woonte voedt bij de bloedzuigers met oude paar
den die bij te halver lijf in het water jaagt en
daar vastbindt. Aldra zijn de beesten met bloed
zuigers overdekt. Na twee a drie dagen gewoon
lijk is het paard bezweken. De meester nu van
dien vijver, Moulin, had een oud paard van 27
of 28 jaar, de »Graauwe” geheeten. Het spreekt
van zelf dat de xGraauwe” niet veel meer dienst
kon doen. Het werd alleen nog gehouden ten
pleiziere van 's mans 7jarig kind. Het paard was
zoo goed en mak men zette het kind er op en
dit reed er meê rond. Desniettemin verooordeelde
de vader hel ter dood als doodvreterhet ging
naar den vijver en aan den paal. Des avonds, toen
Moulin te huis kwam, miste hij zijn zoonlje On
gerust ging hij met eenige bedienden overal rond
om het te" zoeken. Twee uren lang te vergeefs
«Laten wij ook eens aan den vijver gaan kijken,
zeide nu iemand. »Ja - zeide de vader en een
rilling voer hem door de leden. Afgrijselijk schouw-
Meer en meer blijkt dat de duitsche regeling
zich met bare kerkwetten op een glibberig pad
beeft begeven. Het beboeten gevangenzetten en
afzetten van geestelijken drukpersvervolging in
naam der vrijheid, heeft geen ander gevolg dan
dat weer nieuwe wetten en nieuwe straffen noodig
worden. De magt, die zich slerk genoeg betoonde
om geestelijke orden over de grenzen te zetten
mist toch de kracht om te beletten dat even
over die grenzen de leden der verbannen orden
zich nestelendat pamfletten worden gedrukt
geld opgehaald voor en feest gevierd ter eere van
de verjaagden. Eene internationale regeling van
die zaak wenscht Prnissen-Duilschlandin dien
zin dat nergens wordt toegeslaan en toegelalen
wat door de bondsregering verkeerd genoemd wordt.
Intusschen acht men niet overal den pruissischen
toestand nuttig en noodig; niet overal wil men in
den strijd voor de beschaving de wapens gebrui
ken, die in Duitschland daarvoor worden gebezigd.
Daarom vindt Duitschland niet overal medewerking
zóó als hel die verlangt. Zoo b. v. drong het te
Rome met het oog op de keuze van een opvolger
van Pins IX, nan op eene herziening van de waar-
horgenwet. Die wet, in 1871 in Italië afgekon-
digd, bepaalt: de paus is onschendbaar, zoo zelfs,
dat een aanslag op zijn persoon gelijk staat met
een op den persoon des konings terwijl andere
hem aangedane beleedigingen worden vervolgd. De
italiaansche regering verleent den paus souvereine
eerbewijzen waaronder bet regt om er een eigen
garde op na te houden. De paus krijgt eene jaar-
P—083—MCgBMBa—
lijksche dotatie van 3,225,000 francs (die hij lot
nog toe weigerde voorts het gebruik van het va-
ticaan, het lateraan, de villa Gastel Gandolfo (dat
niet is geweigerd). Hij heeft voorts alles wat een
souverein kan verlangen en bovendien is met name
gewaarborgd de volledige vrijheid van de keuze
eens pausen en van de oecumenische conciliën
zoodat geene overheid hoegenaamd eenige inbreuk
kan maken op de persoonlijke vrijheid der kardi
nalen. Maar ook, alle bijzondere wetten op het
re>t van vereeniging van geestelijken zijn afge-
schalï en de geestelijken onder het gemeene regt
vebragt. Over handelingen van het kerkelijk ge
zag op geestelijk gebied en op dat van kerkelijke
tucht oordeelt de burgerlijke regter en hij verbiedt
de zoodanige, die in strijd zijn met de wetten van
den staat, met de openbare orde of met de regten
van derden.
Onder deze wet heeft Italië rust. De paus mag
vloeken of zegenen; de wet, die het regt voor allen
erkent, wordt gehandhaafdden bisschoppen wor
den geene eeden opgedrongen, die zij niet kunnen
houden, maar zij zyn, by overtreding der wet,
onderworpen aan de uitspraak des regters.
Regering en parlement hebben eendragtig den
aandrang van Duitschland om in dezen toestand
wijziging te brengen, weerstaan; men wil er geene
bisschoppen, veel minder den paus opsluiten. Italië
dankt zijne eenheid aan den wil des volks en het
volk is er gehecht aan de instellingen, die de vrij
heid waarborgen Duitschland ontving zijne een
heid van zijn vorsten en de magt van den staat
neemt er de plaats in van de persoonlijke vrijheid.
Een merkwaardig bewijsdat de italiaansche
volksvertegenwoordiging de geestelijken beschouwt
als burgers van den staat gelijk andere menschcn,
is het aannemen van een amendement, waarbij zij
even als anderen dienstpligtig worden gemaakt.
Wel beweegt de curie hemel en aarde om dit be
sluit te doen herroepen wel schreef de paus aan
den koning een briefwaarin hij hem voor deze
bijzondere gelegenheid alle officiële titels gaf, maar
nu zal de staat op zyn beurt zeggen; non possu-
mus, wij kunnen niet.
T Is niet onleerzaam, de verschillende toestanden
van Duitschland en Italië tegenover elkander te
beschouwen.