NIEUWS- EN AD
VERTENTIEBLAD.
No. 42.
Veertiende Jaargang.
1875
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DONDERDAG 21
October.
UIIEIIE tllHIllT
de belgische
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Vervol
gens 10 Cent per regel. Overigens naar plaatsruimte.
heel niet verder. In dit moeijelijke geval kwamen
zij op den invalden boer te wekken en hem Ie
verzoeken de koe die zij op de markt gekocht
heeten te hebben te helpen drijvenwaarvoor
zij hem een goede fooi beloofden. De boer was
er toe bereid en bemerkte door de duisternis niet
welke koe het was, doch het dier herkende zijn
baas wel en volgde dezen gewillig. Een goed eind
verder oordeelden de dieven dat het genoeg was,
gaven den boer een fooi en trokken verder. Toen
de man thuis gekomen wasging hij toevallig
eens naar zijne koe kijkenbemerkte tot zijn
schrik dat zij verdwenen was en moest wel tot
de treurige overtuiging komen dat hij zelf ge
holpen had haar voort te drijven. Het was on
mogelijk de dieven nog in te halen en daarom
ging de man hoewel troosteloos, maar weer naar
bed. Een paar uren had de man gerust, toen hij
gewekt werd door een luid geloei aan de staldeur;
hij sprong op, snelde er heen en vond er zijne
koe die uiterst vermoeid was en een mantel op
de hoornen had. Toen hij het dier daarvan be
vrijd hadbevond hij dat hij niet alleen zijn
trouwe koe terug had maar dat de mantel nog
een dertig gulden aan geld bevatte, 't geen de man
wel voor den schrik verdiend had.
Een paar mannen waren onlangs des nachts in
een duitsch dorp er op uit een koe te stelen. Ze
drongen daartoe een stal binnen en grepen de eeni-
ge koe aan die daar stond.
Het beest verzette zich ongemakkelijk zoodat
de dieven vrijwat moeite hadden het buiten de deur
te brengen maar toen wilde de koe in het ge-
Volgens het Heilige Jaarboekjein verband met
de Geuzenbodegaat de bevolking der cellulaire
gevangenissen een lastige toekomst te gemoet. Het
Heilige Jaarboekje zegt: »De liberale kliek van onze
dagen wil door middel van den staat de school
overweldigen en de kerk geheel uitsluiten en daar
om alle kinderen in een en dezelfde kooi te zamen
laten zitten opdat zij uit denzelfden bak zullen
eten en met dezelfde spijs gevoederd worden. En
wie ter wille van de jonge joden- en heidenaapjes,
als onderwijzer spot met alles wat den christen
heilig is, heeft aanspraak op bevordering.” De
staatsschool heeft veel overeenkomst met een nopen
schaal met vlooijen”. »Als die vlooijen niet meer
bewaakt worden, dan springen zij onverhinderd in
het menschelijk gezelschap rond en brengen daar
hun stekende manieren en hun bloedzuigend am
bacht in praktijk. Dat zal men zien en ondervin
den als de bengels van de hoogere burgerschool
later onder de menschen komen!”
Men zou haast zeggen dat wie zoo schrijft uit
een vlooijenkooi ontsnapt is, en als nu die vlooijen
voorafga en dat is juist het tegendeel van hetgeen
art. 16 onzer grondwet voorschrijft. Ik twijfel of
onze bedevaartgangers de herziening onzer grond
wet op dit punt durven vragen, doch desniettemin
is het waar en op nieuw bewezen, dat het moeije-
lijk is ultramontaan en Belg tegelijk te wezen.
«Er valt niet aan te twijfelen of die toespraak
van den paus geeft aan de oppositie een nieuwe
aanleiding om, bij de behandeling der staatsbegroo-
ting voor 1876, de opheffing van de belgische
legatie bij het Vaticaan te vragen.”
Als advies op 's pausen verlangen in afwijzen-
den zin kan ook beschouwd worden het in den
schouwburg te Antwerpen gehouden democratisch
banketdat door den liberalen Vlaamschen Bond
georganiseerd was. Twaalfhonderd gasten uit alle
standen der maatschappij waren bijeen. Burgemees
ter en schepenen en al de leden van den gemeen
teraad waren tegenwoordig. De eerste beantwoordde
den hem toegebragten feestdronk van den voorzit
ter de Geytcr en verklaarde, dat het feest «eene
der schoonste herinneringen uit zijn «politiek leven”
zou uitmaken.
Merkwaardig was deze demonstratie vooral om
haar vlaamsch karakter. Het eenvoudig menu was
in het vlaamsch opgesteld er werden «Geuzenlie
deren” gezongen en de Geuzenvlag: «oranje, blanje,
bleu”versierde het lokaal.
Het antwerpsche liberalismezegt de Indepen-
dance, heeft, zonder bekrompenheid, zonder uitslui
ting rondweg de landtaal tot de zijne gemaakt
en dat heeft niet weinig bijgedragen tot zijne po
pulariteit en zijn invloed. Het heeft daardoor den
clerikalen een wapen ontnomen, door deze langen
tijd gevoerd.
Don Carlos weet nog niet anders of hij is ko-
ning van Spanje. Als zoodanig schreef hij een
wetboek van strafregtwaartoe hij minder tijd
noodig schijnt gehad te hebben dan andere wet-
lenmakers er wel eens aan besteden. Het heet
Codigo penal de don Carlos VII. por la gracia de
Dios rey de Espana. Edition official. Dat het den
koning bij de gratie Gods toevertrouwd is, wetten
te maken kan blijken uit de volgende artikels.
Art. 124. De poging om in Spanje den katho-
liek-apostolisch-roomschen godsdienst af te schaf
fen of te veranderen, wordt met tijdelijke ketting
straf en daaropvolgende eeuwige verbanning gestraft.
Art. 125. Wie openlijk een anderen dan den
katboliek-apostolisch-roornschen godsdienst belijdt,
wordt met tijdelijke verbanning gestraft.
Art. 132. De Spanjaard, die openlijk verklaart,
niet meer tot genoemden godsdienst te behooren
wordt met eeuwigdurende verbanning gestraft.
Art. 141. Wie zonder de door de wetten voor
geschreven voorwaarden in het koninkrijk, bullen,
breves rescripten of dépêches van het pauselijk
hof ten uitvoer legt of in omloop brengt, wordt
met correctionele gevangenis en eene boete van
3003000 douros gestraft.
Zulke wetten zijn op den man af en dat is toch
maar de baas.
’t Blijft intusschen maar waar, dat de Carlisten
nog toonen er te zijn. Toen Leo de Urgel was
ingenomen werd de verwachting uitgesproken, dat
de oorlog in een week of drie zou geëindigd wor
den. Er moesten nog maar wat meer soldaten op
afgestnnrd worden koning Alfonsus zelf zou ze
aanvoeren en dan zou't overige wel volgen. Maar
wat moest en wat zou gebeurde niet en de Gar-
listen amuseren zich nog met het opwerpen van
schansen en met bombarderen.
Nog meer. De correspondent te Saragossa van
den Temps ondervond het, dat de Carlisten de
gewoonte om op spoortreinen te vuren nog aan
houden. Hij erkent echter, dat de trein, waar
mee hij reisdeeen militaire trein was en acht
een aanval daarop niet vreemd. Maar hij weet
toch ook dat zij gewone passagierstreinen niet
ongemoeid laten maar omdat zij den moed niet
hebben overeind te staan in hunne loopgraven
en daarom ineengehurkt blijven gaan de meeste
hunner kogels over de treinen heen. Dat gebeurt
echter niet met alle kogels en zoo nu en dan
krijgt een reiziger een in zijn ligchaara.
Belgische pelgrims hragten een bezoek aan den
paus en volgens gewoonte had deze een praatje
voor hen. Hij vermaande hen en alle goede ka
tholieken standvastig, volhardend en eendragtig
altijd van de regeerders de vrijheid der kerk te
verlangen en van hen te vragen dat het sacra
ment des huwelijks aan het burgerlijk contract
voorafga dan zal bet geweten der priesters van
onrust bevrijd zijn.
De paus zei nog meermaar ’t waren vooral
deze woorden, die in Brussel een onaangenamen in
druk maakten. «Nog nooit”, schrijft men van daar,
«is onze grondwet zoo vrijmoedig aangetast gewor
den als door den paus in zijn antwoord aan de
belgische pelgrims welke hij onlangs op het Va
ticaan ontving. Pius IX gelastt’e hun uitdrukkelijk,
te eischen dat voortaan de kerkelijke huwelijks
inzegening aan de burgerlijke echtverbindtenis
Onlangs werd in Berlijn een reusachtig hotel,
«der Kaiserhoff”geopend't welk aan pracht
schaarsch zijns gelijke had. Schatten waren aan
het grootsch gebouw besteed en naauwelijks vol
tooid, bleek het in een beslaande behoefte te voor
zien en al spoedig waren de talrijke kamers en
salons allen bezet.
In weinige uren is dit gebouw geheel uitgebrand.
Gelukkig dat de brand bij dag uitbrak de bezoe
kers hadden daardoor gelegenheid te ontkomen en
zelfs een deel van hun bagage te redden. De zoon
van den Onderkoning van Egyptedie er zijn in
trek had genomen betaalde 6000 th. huur voor
de vertrekken die hij bezigde. Vele kostbaarheden
zijn verloren gegaan en meer dan twee jaren zul
len vereischt worden om het gebouw in zijn vroe-
geren luister te herstellen.
De verzekeringssom bedroeg meer dan tb. 1.500.000
maar blijft ver onder de vernielde waarde.
In den laatstcn tijd zijn op verschillende plaat
sen in Pruissen nieuwe synagogen ingewijd, waar
bij meestal ook de christelijke geestelijkheid tot
bijwoning der plegtigheid werd uitgenoodigd. Te
Kottbus echter heeft het kerkbestuur der Israëlie
ten eene weigering van den superintendant Ebeling
ontvangen. De heer Ebeling schreef
«Onder dankbetuiging voor de beleefdheid mij
bewezen door de uitnoodiging om de inwijding
der synagoge te komen bijwonen, doe ik het vol
gende opmerken: Adonai, de God Abrahams, heeft
zijne belofte reeds lang vervuld. Hij heeft den zoon
van DavidJezus gezonden hem uit den dood
opgewekt en tot eeuwigen Koning over zijn volk
Israëls gesteld en ons, die van nature Gojim (hei
denen) zijn aan het volk toegedaan. Wij die
nu hel Israël Gods zijn, noodigen iedereen, ook
de joodsche gemeente alhier, zoo dikwijls de klok
ken geluid worden, tot de heilige dienst van de
regte zonen Abrahams en betreuren het diep dat
velen die vleeschelijk van Abraham afstammen
ook de joodsche gemeente alhier, die uitnoodiging
nog niet gevolgd zijn maar zich afzonderlijke
synagogen oprigten tegen den wil van Adonai
den God Abrahams. Ik ben dientengevolge niet
in staat om aan de tot mij gerigte uitnoodiging
gehoor te geven”.