1879.
Achttiende J a a r
No. 31.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
bglswabd wwsiBaBiiB
I
g' a n g.
VOOR
S|
DONDERDAG 31 JÜLLT.
ANTI-REVOLUTIONAIR OP
REVOLUTIONAIR
BÜITENLANDSCH OVERZIGT.
1^
'J
f,
I
llems
i nam
ib ze-
k dan
sft op
i een
Yorl
ir ik
mak-
wor-
eerd:
iken;
J, gq
ij toe-
ungel
erfe-
t-Sgiiè
-A
cf
BdSWARüSCW COURANT
i
1
i
n
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco por post 95 Cents.
zijn
van
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
nu door
igekocht om de
hetgeen hij he
als zij
ou et
j heb-
edel-
18 ja-
Isra-
land
h ten
i dea
wilde
e een
W«'i'
ik tot
huik
dad
voed
u: -
kkenl
in de
zijn®
zoo
i, en
iloft,
Irani-
e, en
en er
e zij
t een
huis
orgel
uur
poort
leed;
ft
en
enaap
I?
de correspondent er een blijkt te zijn, opstand
tegen het gezag der wet prediken. Zoo
iemand noemen wij een revolutionairal
schaart hij zich ook onder de vanen van
de aw//'-revolutionairen.
amb-
,IIoe-
•nder-
ant-
erden
n u."
vised
zoon
jam.
zoki-
eens
„Vit
Vl'or
■onih
hekel
Om-
m a
Said
i kin.
ik je
dj me
heid.”
nJ M
kwam
a ea
opge-
1863
.rende
insoh-
plaat-
3om
mgra,
jraeli-
on ei
boe-
eigen
zas et
c om
en uit
nacht
de a
rrukt.
ch op
r kas-
id..."
moet
enorm
erden
over
eet er
lustij
ik de
i wa-
amen
pro-
asteel
BELGIË.
Te Brussel werd zekere van Hamme ge
arresteerd als verdacht van het aanplakken
der biljettendie bedreigingen tegen den
koning inhielden. Jezuiten-paters worden
van deelgenootschap daaraan beschuldigd.
Heel duidelijk werd die zaak nog niet en
wat de Brusselsche bladen er van meedee-
lenkomt hier op neerAan van Ham
me was door pater Nicolaï opgedragen de
biljetten te schrijven en voor het aanplak
ken te zorgen. Van Hamme maakte be
denking omdat de zaak hem voorkwam
niet zonder gevaar te zijn. Hem werd toen
gezegd, dat hij voor dit „goede werk” een
som van vijftig fres. kon besteden. Dit deed
den man besluitenen hij begaf zich nu
naar een requestenschrijver (écrivain public),
w;en hij het schrijven van de biljetten op
droeg. Deze echter, vreezende zich in eene
gevaarlijke onderneming to steken, gaf van
de zaak kennis aan een hoofdambtenaar van
politie, die hem daarop aanspoorde de bil
jetten te schrijven en den persoondie het
hem had opgedragenuit te noodigen ze
op eene aangewezen plaats te komen halen.
Op deze eenvoudige wijze liep van Hamme
in de val. Volgens eene andere lezing zou
van Hamme de biljetten bij zich aan huis
hebben laten bezorgen en den requesten
schrijver hebben gezegddat wanneer hij
niet thuis mogt zijn de biljetten konden
worden bezorgd in het college Saint-Michel
en ter hand gesteld aan pater Nicolaï.
Nadat van Hamme in hechtenis genomen
waskwam hij al spoedig tot bekentenis
en wees den vromen pater aan op wiens
last hij had gehandeld. Dit haj eene huis
zoeking in het jezuïtengesticht en de ar
restatie van pater Nicolaï tengevolge.
Volgens de overige jezuïten van het ge
sticht is Nicolaï geen - geordend priester
maar leekebroeder en bekleedde hij een post
van vertrouwen in het klooster. Hij is een
70-jarig grijsaard. Volgens de Indépendance
was hij in het jezuïten-klooster een soort
van factotumdien men met allerlei com
missies belastte. In het gesticht had hij
zijne cel niet bij die der overige geestelijke
heeren, maar ónder de hanebalken. Daar
vonden hem de politieagenten terwijl hij in
diepen slaap lag.
Men verzekert, dat tot de arrestatie van
pater Nicolaï ook heeft aanleiding gegeven
het vinden van compromittante papieren in
zijne cel. Bij het langdurig verhoor, dat
hij voor den regter van instructie onder
ging, werden termen gevonden om hem in
hechtenis te houden en naar de gevange
nis der Petits-Carmes over te brengen.
Willem van Hamme is behanger en drijft
handel in meubelen. Vroeger is hij als koop
man gefailleerd.
De ultramontaansche bladen stellen de
zaak voor als een intrigue tegen de orde
van Loyola. Zij bewerendat van Hamme
reeds vele jaren geleden uit den Cercle ca-
tholique te Brussel gebannen is en nu door
de vrijmetselaars werd omgekocht om de
verantwoordelijkheid voor hetgeen hij be
dreven heeft op de jezuïten te werpen.
Zoo zegt elk er het zijne van en als zij
die er zoo digt bij zijn, niet te weten kun
nen komenwaar de knoop zit, dan zullen
wij die hier in de verte ook wel niet vin
den. Maar wij zullen hoorenwat er meer
van verteld zal wordener kan nog wel
eens wat leerzaams volgen.
Onze lezers zullen zich herinnerendat
wij drie weken geleden hebben gewezen op
scheve voorstellingen in een berigt uit Won
seradeel in de „Banier" over de scholen
in die gemeente. In het No. van jongstle
den Zaturdag komt eene correspondentie
voor, waarin op het door ons geschrevene
wordt teruggeslagen. Dat dit zoo laat ge
schiedt, doch juist nog in het laatste vóór
de herstemming voor den gemeenteraad
verschijnend no., doet ons denken aan een
taktiek om de gelegenheid tot repliek af te
snijden. Het stuk is intusschen te merk
waardig omafgescheiden van de verkie
zingen onze lezers er niet mede bekend
te maken. Wij laten het alzoo hier woor
delijk volgen
Voor eenige dagen werd gemeld, dat in deze ge
meente 20 staatsscholen en 10 vrije scholen werden
gevondendat het aantal leerlingen op 10 staatsscholen
642 bedroeg en de 10 vriie scholen in die plaatsen door
711 kinderen bezocht werdendat de nieuwe staats
school te Wons bezocht werd door 8 kinderen uit om
liggende dorpen en door slechts twee uit Wons dat de
nieuwe staatsschool te ochraard gehouden wordt voor 2
kinderen uit Witmarsum dat de staatsschool te Schet-
tens bezocht wordt door 2 kinderen uit Bolsward en 2
uit Witmarsum en dat de staatsschool te Lollum bevolkt
wordt door 1 leerling uit Arum.
Die eenvoudige statistiek heeft de aandacht getrok
ken ook van een berichtgever der Bolswardsche Courant.
Hij erkent, dat de berichtgever van de Banier «wel
goed op de hoogte vau de toestanden in de verschillende
dorpen moet zijnwant hij weet precies te vertellen
hoeveel kinderen onderscheidene scholen bezoeken.”
Maar voor het in standhouden van gebouwen en
instellingen als te Wons en Schraard, die slechts dienst
doen als gedeokteekenen van geldverspillingde libe
rale meerderheid van Wonseradeels Gemeenteraad ver
antwoordelijk te stellen dit acht de berichtgever der
Bolswardsche Courant «niet nobel”, want «op last van
hoogere macht” zijn die scholen gesticht. Nu zijn we
er achter. Ozoo onschuldig is die meerderheid dus
aan dat wanbedrijf!
Jaar uit jaar in moeten in Wonseradeel «op last van
hoogere macht” duizenden guldens verkwist.
Telken jare moet derhalve in Wonseradeel de Hoof
delijke Omslag sfeeds hooger worden opgedreven «op
last van hoogere macht.”
Maar de meerderheid van Wonseradeels Gemeente
raad is er o zoo erg tegen om «de -ingezetenen door
het doen voortbestaan van zulke instellingen onnoodig
op kosten te jagen.”
Immersals er in den Raad somwijlen voorstellen
werden gedaan tot verplaatsing van de onderwijzers te
ons en Schraard of als deze beklagenswaardige man
nenterecht meenende, dat elders hunne krachten be
ter konden gebruikt wordeuaan den Raad om ver
plaatsing verzochten wat was dan telkens de korte
zin van het antwoord der meerderheid?
Het gebeurt niet.
Voorzekereene meerderheiddie niet door partij
zucht is verblind behartigt de belangen der ingezete
nen op andere wijze.
V rij van laakbare bekrompenheidwaar het geldt de
voorziening in de w e z e n 1 ij k e behoeften van het
onderwijs weet zulk eene meerderheid als de wil
er maar is in Nederland ook nog wel de middelen te
vinden om het aan «hoogere machten” duidelijk te ma-
en at het geld der ingezetenen niet mag worden
verkwist. Maar als de wil er niet isdan achten we
het ^/met nobel schuil te gaan achter «hoogere mach
ten wanneer in deze drukkende tijdsomstandigheden
gevraagd wordt: zal diegeldverspillingdan
alt ij d voortduren!
Wij noemden deze correspondentie merk
waardigen dat wel uit tweeërlei oogpunt.
Vooreerst omdat de correspondent het zoo
naauw niet neemt met hetgeen hij schrijft
en er geen bezwaar in schijnt te zienhet
door ons geschrevene verdraaid en verminkt
weder te geven. Een klein staaltje daar
van medegedeelde „eenvoudige statis
tiek” zou onze aandacht hebben getrok
ken. Dat weet de correspondent wel be
ter. Er was bij die statistiek nog al zoo
’t een en ander gevoegdwat niet volko
men juist was en dat deed ons de zaak
ter sprake brengen. Ook nu weer vertelt
de correspondent de dingen niet precies
zooals ze zijn. Wil men bewijsmen
zie slechts, dat hij zegt, dat wij erkennen,
dat de berigtgever van de „Banier" goed
op de hoogte van de toestanden moet zijn.
Men leze daarentegenwat in ons no. van
10 Julij gedrukt staat en men zal dadelijk
ontwarendat van dat erkennen daar al
lerminst sprake is. Neendat was verre
van ons. Wij konden niet geloovendat
een correspondent van de „Banier*’ in 10
dorpen van Wonseradeel zoo goed bekend
isdat hij zou kunnen zeggenhoeveel
kinderen daar de scholen {openbare zoowel
als bijzondere) bezoeken. De correspondent
schijnt ons goed te hebben begrepen, door
dien hij uit de aan ons ontleende uitdruk
king de achter „onderscheidene scholen”
geplaatste woorden „openbare zoowel als
bijzondere” heeft weggelaten. Dat geschied
de toch zeker niet zonder eenige oorzaak.
Zou hij soms gedacht hebbendat zelfs de
lezers van de „Banier" wel beter weten
dat hij van de openbare scholen in de 10
door hem genoemde dorpen onmogelijk met
zoodanige juistheid het getal leerlingen kon
wetenals nu weer door hem opgegeven
wordt Over de door ons in het geheugen
teruggeroepen raadsbesluiten tot schorsing
van het onderwijs te Schraard en ophef
fing van de school te Ferwoude bewaart
de correspondent het stilzwijgen. Daarvan
krijgen de lezers van de „Banier" geen
woord onder oogen. ’t Kwam zeker niet
in zijn kraam te pashet mogt ook eens
afbreuk kunnen doen aan het ongunstige
denkbeelddat lieden van het slag van
den correspondent over de liberalen in het
algemeen bij de kiezers trachten gaande te
houdenGenoeg daarvan de manier
van voorstelling van den correspondent
smaakt zeker niemandwie een eerlijke
discussie op prijs stelt.
Doch de correspondentie is nog uit an
deren hoofde merkwaardig.
„Eene meerderheiddie niet door partij
zucht is verblindbehartigt de belangen
der ingezetenen op andere jwijze. Vrij van
laakbare bekrompenheidwaar het geldt
voorziening in de wezenlijke behoeften van
net onderwijs, weet zulk eene meerderheid
als de" wil er maar is in Nederland
ook nog wel de middelen te vinden om het
aan hoogere magten duidelijk te maken
dat het geld der ingezetenen niet mag wor
den verkwist.”
Aldus de correspondent van de „Banier",
een orgaan van de anti-revolutionairen. Ons
klinkt die taal ietwat revolutionair in de
ooren. Wij leven in een geordenden staat.
Eerbied voor de wet is volgens de grond
wet een der eerste pligten van den staats
burger niet het minst van de leden der
gemeenteraden. Als het ons goed voor den
geest staat zweren deze zelfs trouw aan de
grondwet en aan de wetten des rijks. De
wetten schrijven voordat er openbare
scholen moeten zijn. Voor Schraard en
Wons is dit door het hoogste gezag uitge
maakt. Die beslissing moet het gemeente
bestuur met of tegen zijn wil uitvoeren.
Welke middelen zouden nu een meerder
heid naar de wenschen van den correspon
dent ten dienste staanten einde aan de
van overheidswege opgelegde verpligting te
ontkomen Het kunnen onzes bedunkens
geen andere wezen dan de zoodanigedie
met de wettelijke voorschriften niet bestaan
baar zijn. Dat gemeenteraadsleden die mid
delen zouden kunnen te baat nemenzon
der aan hunnen eed te kort te doenzou
den wij wel eens door den correspondent
op bevredigende wijze opgelost willen zien.
Waarlijk, men is niet door „partijzucht
verblind” of „laakbaar bekrompen” noch ook
maakt men zich aan een „wanbedrijf” schul
dig wanneer men zijn eed gestand doet. Die
kwalificatie past eerder op liedendie, zooals
Nicolaï is weer op vrije voeten gesteld.
Het onderzoek wordt voortgezet.
Aan den koninklijken schouwburg te Luik
heeft men weder een biljet aangeplakt ge
vonden, waarin de koning met een aanslag
op zijn leven werd bedreigd.
In de Kamer van Afgevaardigden heeft
de minister van Justitieten aanzien der
beweerde tusschenkomst der Regering in
de zaak der aanplakbiljetten en de huis
zoeking in het jezuitengesticht, verklaard
dat het Gouvernement eenvoudig toestem
ming heeft gegeven tot het instellen eener
staatkundige vervolging door het parket
gevraagd. De magistratuur heeft gehan
deld op eigen initatief en onder hare ver
antwoordelijkheid.
Dat een der patersjezuïten schuldig zou
zijn aan medepligtigheid van den dronkaard
Hamme schijnt geheel en al op losse
geruchten te berusten.
FRANKRIJK.
De Senaat heeft met 153 tegen 124 stem
men art. 5 der wet betreffende den terugkeer
naar Parijs, na veel tegenstand van de zij
de der anti-republikeinen o. a. van Buffet,
Carayon-Latour, Lambert Saint-Croix, ge
neraal Robert, Baragnon en de Lareinty, aan
genomen volgens de lezing der Kamer. Ver
volgens werd, na eenige debatten, de ge-
heele wet, zooals zij door de Kamer reeds
is aangenomen, met 153 tegen 116 stem
men goedgekeurd.
Van 3 November af zullen Senaat en Ka
mer weder te Parijs vergaderen, gene in
het Palais du Luxembourg, deze in het Pa
lais Bourbon, of in een ander gebouw.
Het slot te Versailles blijft ter hunner
voortdurende beschikking.
De Napoleons vrienden tobben er nog al
over, wie nu eigenlijk de man is, die een
maal keizer moet worden. Volgens regt
en regel zou dat prins Jeróme Napoleon
moeten zijn, maar ze kunnen maar niet
juist op de hoogte komenwat ze eigen
lijk aan hem hebben. Aan een zestigtal,
die naar^Chislehurst ter begrafenis waren
geweest, en die hem zoo ter loops even
kwamen vragen, hoe hij er dan wel over
dacht, antwoordde hij: „Als hoofd der fa
milie en van de dynastie zal ik al mijne plig
ten weten te vervullen. Maar laat het
aan mij over, den dag en het uur te kie
zen tot het doen van het geen zal behoo-
ren gedaan te worden. Óp dezen oogen-
blik is de republiek de regelmatige en wet
tige regeringsvorm des lands. Als zooda
nig geeft ze regt, zoo al niet op onze sym
pathie, dan toch op onze achting. Kind
der omwenteling en voortgesproten uit den
wensch des volks, kan en mag het keizer
rijk, het moge aristocratisch zijn of liberaal,
geen andere bekrachtiging ontvangen dan
van den vrijen wil des Franschen volks.
Wat mij betreft, voortaan eenig hoofd
der familie Bonaparte, ik zal tot geene
kuiperij de hand leenen en tot geene schik
king/medewerken, waardoor de Bonapartes
gebragt zouden kunnen worden in strijd
met hunnen revolutionairen oorsprong”.
De heeren weten dus nu al vast, dat de
prins geen haast zal maken om den keizers
troon weer overeind te zetten en er op te
gaan zitten; zij mogen zich voorloopig oe
fenen in geduld, voor Franschen een zware
taak. Paul de Cassagnac heeft echter het
voornemen, om een voorbeeld van geduld
te zijn. Hij verklaarde: „Wij stellen ons
niet onder de banier van den prins, zoolang
hij niet openlijk verklaart dat hij zich
plaatst aan het hoofd van de liefhebbers
van een keizerrijk, om de republiek te be
strijden en de conservatieve staatkunde van
Napoleon III voort te zetten. Zoolang hij
dit niet doet, staat hij voor ons buiten het
keizerrijk, waarvan hij zelf zich geweldda-