NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 1 BOISWARD WONTSEHADEEL Ik geloof liet niet I 1882. No. 2. Een en Twintigste Jaargang. VOOR DONDERDAG 12 JANÜARIJ. Binnenlandsche Berigten. Men wordt beleefd verzocht Ingezonden Stukken bestemd voor deze Courant Woens- dagsmorgens vóór 9 uur aan het Bureau te bezorgen. SNEEK—BOLS WA RD. IBuitenlaiid op pajj. 4. plaats Harlingen. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ^XXXXXXXXXXXXXXXXXX^ DONDERDAG 12 JANÜARIJ. SXXXXXXXXXXXXXXXXXX^ De VOORZITTER van den RAAD der GEMEENTE WON- SERADEEL Gezien art. 7 der Wet van 4 July 1850 (Staatsblad no. 37); Noodigt de inwoners der Gemeente uit, om, zoo zij elders, in de Directe Belastin gen zijn aangeslagen, waardoor het bedrag van aanslag, gevorderd voor de kiezers van leden voor de Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provinciale Staten en den Ge meenteraad kan worden bereiktdaarvan vóór den vijftienden February ter Secreta rie, door overlegging van het aanslagbillet of van een uittreksel uit het kohier der di recte belastingen, te doen blijken. Witmarsum, den 12 January 1882. De Voorzitter voornoemd, L. BRITZEL. BOLSWARD. Dingsdagavond 6} uur hoorden vele be woners aan de Dijkstraat, en zagen de voetgangers een wagen bespannen met een paard, buitengewoon snel van uit de door reed van het Blaauwhuis rijden. Een oogen- blik daarna werden velen verschrikt door het geroep om hulp, paard en wagen wa ren bezijden het huis van den Kopersla ger Faber in het water gestort. Spoedig kwam er hulp opdagen met ladders en lantaarnsde glazen van den wagen wer den stuk geslagenhetgeen bij enkelen nog al wonden veroorzaakteterwijl an deren wegliepen omzoo noodiggenees kundige hulp te verkrijgen. Alle vijfman nen die in den wagen warenwerden gelukkig gered en verder verpleegd. Daar na werd paard en wagen op het drooge gebragt. Het paard schijnt er goed afge komen te zijn, de wagen heeft echter veel geleden. Men veronderstelt, dat onder het vlugge loopenhetgeen zoo vele paarden bij het afrijden doen en dat door den rijder met inhouden wordt tegengewerkt, de linker streng gebroken of los gegaan is, waardoor het paard te digt bij den wal kwam en van zijden sprong en alzoo te water ging In het jaar 1881 is aan de stadswaag te Bolsward aangevoerd 16102 1 I 4 en 910 1 8 tonboter, 599766 kilogrammen kaas, 5842 kilogrammen wol etc., terwijl in 1880 de aanvoer was 16026 1 4 en 723 1 8 tonboter, 655009 kilogrammen kaas en 3821 kilogr. wol etc. Bij Zijner Majesteits Besluit van 8 January 1882, No. 12, is benoemd tot Kantonregter te Bolsward, mr. A. H. Roes- singhthans substituut-griffier bij de arron- dissementsregtbank te Winschoten. Bij Zijner Majesteits besluit van den 8 January 1882, No. 13, is, met ingang van 16 January 1882. benoemd tot griffier bij het Kantongeregt te Bolsward mr. C. Witholt thans ambtenaar van het Openbaar Mini sterie bij de Kantongeregten in het Arron dissement Leeuwardenvoor de Kantons HarlingenBolsward en Sneek, ter stand- BOLSWARD. L.l. Vrijdagavond werd door de Rederij kerskamer van Joure„Elias Annes Bor- ger'', Emma Berthold opgevoerd. Met ge noegen zagen we door No. 5 van de ka mers die deelnamen aan het Concours, een stuk gekozendat van goeden smaak ge tuigt een stukdat in plaats van zieke lijkheid overdreven effectbejagopeensta peling van onwaarschijnlijkhedentwijfel achtige strekking en akelig slechte taal somtijds, rijk is aan natuurlijke toonee- lenwaarvan de geschiedenis afgerond, de taal zuiver en de moraal gezond en boven al leerzaam is. Want niet waar ’t Is de lasterdie er de hoofdrol in speelt, en wat al een ongeluk heeft die in de wereld gebragthoe menig deugdzaam mensch smetten aangewrevendie niet bestonden Hoeveel tranen zijn er al geschreidom- er lust in had te laste er eenmaal demen zegt het wee dan de ongelukkige wien i Men noemt geen koe bontof er is wel een vlekje aanluidt het spreekwoord. Neen’t is een leugeneen schrikkelijke leugendat woorden zeer schoon wordt de wezenlijke kracht van den laster en de valschheid en leugenachtigheid van het spreekwoord „Men noemt geen koe bont of er is wel een vlekje aan”, in Emma Berthold voorgesteld. Het is goed zulke stukken te kiezen wat anders doet het tooneel met zijne roe ping als het niet isom ons menschen te veredelen en zuiverder begrippen te geven van al wat schoon en edel is. Gaarne zouden we over de uitvoering in nadere bijzonderheden willen tredenals niet het over de vorige opvoeringen ge schrevene ons terughield. Wij kunnen ons echter niet weerhouden te zeggendat het ons in hooge mate mee viel, de Kamer van de Joure zóó te zien spelenals ze gedaan heeft. Ze heeft zich door de vele moeije- lijkheden der stukken als Emma Berthold oplevertglansrijk heengewerkt en het pu- 5 Januari) 1882. -- Wat men hier sinds lang verbeide, Langzaam steun vond en gehoor: Twee en tachtig opent blijde Met ’t verkeer per tram en spoor Straks glijdt langs de ijzren groeven, ’t Snoefpaard van de wondereeuw Langs ’t verband van staaf en schroeven, Rolt de kolossale leeuw. ’t Blij vooruitzicht opent heden Sneek en Bolsward uw verschiet Kroont het oude grijs verleden Steunt en schraagt het steedsch gebied. Een laatst Vaarwel jaar een en tachtig! Aan de eeuwen onze groet Welkom! welkom! twee en tachtig! Reeds sints her met vreugd begroet. Ratel langs de effen lijnen Dampen brakend om uw stoet Om in ’t luchtruim te verdwijnen Dankbaar thans aan U ons groet. 4 January 1882. W. v. d. MEULEN. De surnumerair bij het bestuur der directe belastingen, invoerregten en accijn sen de heer D. Fennemavan Bolsward is door den Minister van Financiënmet ingang van 10 January e. k.geplaatst in de inspectie Leeuwarden. Nederland staat ten opzigte van zijne scho len de voor alle standen der maatschappij, voor beide geslachtenzoowel berekende en doeltreffende inrigtingen van onderwijs, op zoodanige hoogte, dat het, behalve door Duitschlanddaarin door geen land wordt overtroffen. Wat echter den invloed van het openbaar en huiselijk verkeer op de ontwikkeling en vorming van het karakter aanbelangt, staan beide landen bij hunne naburende Franschen en Engelschen, zeer ten achterenvoornamelijk bij de laatsten. En welke afkeurende aanmerkingen wij Nederlanders ook al op de eenzijdige be schaving der zonen van onze naburen aan de overzijde van het kanaal mogen kun nen makenzoo veel is zeker en moet er kend wordentot mannen weet men daar op te voeden en te vormenen vroegtijdig wordt aldaar door de ouderlijke opvoeding, de grondsteen gelegd van het mannelijk karakterdoor de waarheid als de eerste en voornaamste deugd van het kind te ei- schen. En dit niet enkel als tegenstelling van de leugen. Er is nog eene andere en hoogere waarheiddie om te beoefenen moed en zelfverloochening koster is eene waarheidwaarmede de mensch voor zich zelven en zijn geweten de vierschaar spant en waarin zijne waarde en waardigheid als mensch bestaat. En deze wordt hier be doeld want zij versterkt den zedelijken wil en doet dien groeijen in kracht. Zij boezemt vertrouwen in en eischt vertrou wen en wordt daardoor de vrucht, hare akker van alle burgerlijke deugden. In vroegere dagen heette het bij ons „een man een man; een woord een woord” en 'de handslag gold voor een eed. Dat was ten tijde, toen ook wij nog zulk ver trouwen en dus ook die zedelijke waarheid onder ouze rijkdommen telden. Thans helaasheeft zich tusschenbeiden iets in gedrongen dat twijfel heeten met dit woordtje bederven en dooden wij in onze kinderen de schoonste kiemen en delven den zedelijken mensch een vroegtijdig graf. Zeg mij de waarheid, mijn kind, spreekt de vader met een ernstig gelaaten het kind bekent de waarheid. Nu is het wel, nu geloof ik uzegt een vader in Enge land. Vele Nederlandsche ouders zeggen dikwerf hoofdschuddendIk kan dat niet geloovenOntzettend woordHoe diep vlijmt het in het hart van het kind! Wan neer het bij den vaderden eigen vader geen geloof, geen vertrouwen vindt, waar zal het die dan vinden Waar zijt gij zoo lang geweest: vraagt de moeder aan de van uit de school tehuis komende dochter. Ik had mijn zakdoek vergeten en keerde terug om dien te zoe ken. Dat geloof ik nietzegt de moeder; gij zult met uwe vriendinnen een praatje gehouden hebben. Dat geloof ik niet! Waarom haar niet misleid denkt in ’t vervolg het kind, daar moeder de waarheid immers toch niet ge looft. Veel beter, dan dadelijk maar eene geruststellende leugen bedacht en elk ver wijt voorkomen of gedeeltelijk afgekeerd. Dat geloof ik nietis eindelijk eene in alle rangen en standen der maatschappij gebruikelijk woord geworden, en niemand schijnt het diep beleedigende dat in deze tegenwerking ligt opgeslotente gevoelen. Wordt iemand niet inderdaad door mij voor een leugenaar verklaardwanneer ik zegdat ik hem niet geloof? Vertrouwen geeft gemoedsrust; twijfel hecht zich in ons vast als een knagende worm; ondermijnt onzen levenslust en ver lamt onze kracht. Waarom geloof ik ie mand nieten waarom heb ik geen ver trouwen in zijn woord Beoordeelt niet elk een ander naar zich zelven Dus, om dat er geen waarheid in mij zelven is, daar om is er ook geene buiten mijHemel en aardeGod en mensch, tijd en eeuwig heid alles wordt eindelijk voor mij een groote leugenen de grond waarop ik sta, ontzinkt aan mijne voeten. En dat alles tengevolge van het heilloos„Ik geloof het niet De twijfel draagt den vloersteen aan voor den weg, die naar de hel voert; het vertrouwen eebter leidt tot God. Nooit kan eene moeder zich te veel wachten voor het eerste woord van twijfel aan het geen bet kind haar belijdt; hét nooit te veel prijzen en liefkozen, wanneer het een bedreven fout bekentnooit te veel vreugde, uiten wanneer het, zich zelf be schuldigende tot haar komt, en nooit mag zij bij zulken waarheidsmoedstraffen. Zij moet het luide uitspreken en op alle mo gelijke wijzen aan den dag leggen, dat het kind door zijne opregtheid in vertrouwen bij haar heeft gewonnen. Zij moet bij haar kind achting voor zich zelf kweeken, door het achting te betoonen. Zoo denkt men in Engeland en zoo voedt men aldaar den jongeling en burger op. Bijna niemand zal daar een volwassene op zijne mededeeling toevoegen„Ik geloof u niet Arm land waar de door uwe wijsgeeren opgewekte twijfel aan het eigen ikzulke wrange vruchten voortbrengt, dat de vader den zoonde moeder de dochterde man de vrouw! de broeder de zuster! de vriend den vriend! met dit treurig: „Ik ge loof liet niettegemoet durft treden. bliek een recht aangenamen en nuttigen avond verschaft. Wanneer de Rederijkerskamer Elias An nes Borger, altijd dergelijke stukken speelt en ze even flink opvoert als Vrijdagavond, zal haar succes verzekerd zijn. BOLSWARD, 9 January 1882. Gisterenavond voerde het Reciteer-Collegie „Unitas” alhier „de Toanielfoarstelling to Jel- ryp”, en „Kort van Memorie” voor een zeer talrijk publiek op. Het eerste stuk werd flink afgespeeld, waarvoor wij den leden onzen wel- gemeenden dank toebrengen. Alhoewel wij het nastukje „Kort van Memorie” ook reeds vroeger door het Collegie zagen opvoeren bracht het even als toen de lachspieren ter dege in beweging. Mijnheer Zwam begreep dunkt ons zijn rol uitstekenden ofschoon Dorus wat zwak bij stem waszong hij toch zuiver. Wij hopen, dat „Unitas” voort moge gaan op den ingeslagen weg, daar zij bij eendrachtig zamenwerken veel goeds tot stand kan brengen. jjnrtg*’ BURGEMEESTER en WET- W®® HOUDERS van W O N S E R A- DEEL, Gezien art. 228 der Wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad no. 85); Brengen in herinnering, dat volgens art. 3 der Wet van 8 November 1815 (Staats blad no. 51) alle pretentiën ten laste der Gemeente, over 1881, met het eindigen der maand Junij 1882 verjaren. Zij verzoeken de schuldeischers hunne vorderingen in de maand January ter Sec retarie in te leveren. Witmarsum, den 12 January 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, L. BRITZEL. De Secretaris E. JANSEN. dat deze of gene ren En zijn ze het geldt BOLS» ARDSCHE COURANT ‘lil •f4 F*

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1