NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD WWSSBAMSt
1882.
Een en Twintigste Jaargang.
No. 5.
DONDERDAG 2 FEBRÜARIJ.
VOOR
Buitenlandsche Behigten.
Men wordt beleefd verzocht Ingezonden Stukken bestemd voor deze Courant Woens-
dags mor geus vóór 9 uur aan het Bureau te bezorgen.
•F*'
Een neutrale Volksschool
in Nederland ónmogelijk.
Een neutrale Staatsschool
in strijd met de wet.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
KEN N 1 S G E V I N G.
De COMMISSARIS des KONINGS in
de provincie Friesland,
Brengt ter kennis van de belanghebbenden:
dat door Gedeputeerde Staten dier pro
vincie hun besluit van 1 December 1881
no. 63le afdeeling B, herzien en nader
bepaald is, dat de jagt in deze provincie,
voor zooveel betreft het jagtbedrijf van het
vangen van eendvogels in eene eendenkooi
of een daarmede gelykstaanden toestel, be
doeld bij art. 15, litt. h, der wet van 13
Junij 18;>7 (Staatsblad no. 57), zal worden
gesloten op Woensdag den 15 Maart 1882,
met zonsondergang.
En zal deze op de gebruikelijke wijze
worden afgekondigd en aangeplakt.
LEEUWARDEN den 21 January 1882.
De Commissaris des Konings voornoemd,
Van HARINXMA thoe SLOOTEN.
dit laatste wel het geval zijndan zeg ik:
arm volk! dat men misleidt. Laat ons aan
beide zijden eerlijk wezen en ’t volk geen
zand in de oogen strooien, niet strijden met
holle klanken. Wijde voorstanders der
Staatsschool, zeggen ronduit dat wij geloo-
ven aan resultaten der wetenschap en deze
deelen wij mede zonder schroom. Wij zijn
daarbij in ons recht, ook op het standpunt
der wet en kwetsen daarmede geen enkel
„godsdienstig begrip”, le omdat het geloof
aan de zekerheid dat de aarde draait en
niet stil staat geen „begrip” is geen slot
som van afgetrokken verstandelijke redene
ring, maar een slotsom van waarneming op
het gebied der stof, 2e omdat er in het ge
loof in die zekerheid niets „godsdienstigs”
ligt en de Bijbelsehrijvers even vroom wa
ren met hun meer beperkte natuurkennis
als wij het zijn kunnen bij het meerdere
licht dat ons omstraalt. Die echter leeraart
dat de „geheele Bijbel Gods woord is,”
moet dan ook leeren, dat hij onfeilbaar is,
op het gebied der natuurkunde der aard
rijkskunde, der geschiedenis enz. Neemt men
in meerdere of mindere mate de slotsom
men der wetenschap aan, dan leere men
niet meer dat de geheele Bijbel een onfeil
baar Godswoord is, men erkenne dat men
in beginsel op ons standpunt staat. Geen
zelfbedrog, want dat eindigt in leugen.
In de tweede plaats sprak ik over het
onderwijs in „de beginselen der Vaderland-
sche geschiedenis.” Ook op dit gebied zijn
er slotsommen, die niet kunnen geloochend
worden en die moeten onderwezen worden.
De eerajp en voornaamste betreft de grond
slag, waarop ons volksbestaan rust. Ons
volksbestaan rust op een opstand en die
opstand was rechtmatig. Onder Karel V
zou Nederland niet opgestaan zijnPhilips
II moest afgezworen worden. De eerste
eerbiedigde, zoo niet ten volle, toch in me
nig opzicht onze rechten de laatste ver
trapte ze. Voor Philips II gold de leer:
het volk is om den vorst, Willem I sprak
uit en naar ons hart, toen hij het tegen
gestelde predikte: de vorst is om het volk.
Hoe meer men de geschiedenis onderzoekt,
des te duidelijker blijkt hetdatzonder
onderscheid van religiede Roomsch-Ka-
tholiek evenzeer als de Protestant van zijn
recht overtuigd was om ten laatste, want
er is zoo lang mogelijk gewacht, in opstand
te komen. Verbeeldt u nu wederom een
staat, die van zijn onderwijzers zou eischen,
in dezen onzijdig te blijven. De staat mag
zich zijn afkomst niet schamen, zijn grond
slag niet ondermijnenhij moet het laten
leeren aan de kinderen des volks, dat wij,
getergd, eindelijk in eerlijken strijd ons vrij
gevochten hebben. Neutraliteit is hier on
bestaanbaar onvereenigbaar met ons ka
rakter als Nederlanders. Een binnenland-
sche godsdienststrijd is het later geworden,
de hervormde kerk heeft misbruik gemaakt
van haar macht, tegenover de hervormden
en Katholieken beide, maar de diepste grond
van ons volksbestaan is de rechtmatige af
keer die heel het volk koesterde tegen
Spaansche dwingelandij. Ook hiervan zeg
ik, de staatsonderwijzer moet in dien geest
onderwijzen en geen onderwijzer in een Ne-
derlandsehe volksschool mag het in een
anderen doen. De anti-revolutionairdie
zelfs de gevolgen der Fransche revolutie
gewillig draagt, zal wel niet anders kunnen,
dan den opstand tegen Spanje goedkeuren.
En de Katholieken Het moge waar zijn
dat eenige Spaanschgezinden hier en daar
worden aangetroffen, enkele schrijvers mo
gen den edelen Willem van Oranjeden
Vader des Vaderlands, den verdraagzame
bij uitnemendheid, willen bezwadderen met
hun laster, de kernde meerderheid der
Katholieken is Nederlandschgezind en de
vorstelijke figuur van Willem I staat daar
tegenover de onwraakbare getuigenissen der
historie, ongedeerd als een woudeik op welks
krachtigen stam het gif eener slang niet
’t minste vermag. Met dankbaarheid her
inner ik mij de staatsschool met uitsluitend
Katholieke onderwijzers, waar mijn broeders
en zusters ter schole gingenaan welks
hoofd ook ik zooveel te danken hebde
vriend nog steeds van heel onze familie.
Hij is in zijn hart oprecht Katholiek en
oprecht. Vaderlander tevens. Moge hij de
type wezen van zeer vele Katholieke on
derwijzers. Is hij dat niet, mocht hij he
laas! tot de laatsten behooren van een weg
stervend geslachtdat Neerlands geschie
denis met onpartijdig oog beschouwde, wel
nu men richte dan Roomsch-Katholieke
scholen op waar de nieuwe leer wordt ge
predikt en drage de verantwoordelijkheid
er van. Doch geen Katholiek mag eischen,
geen anti-revolutionair zal begeeren, dat de
Nederlandsche staatsschool een ^zelfmoord
bega, door neutraal te worden. Geen on
derwijzer voele zich een oogenblik bezwaard
als hij genaderd is aan het roemruchtig
tijdperk van den 80-jarigen krijg, het heb-
be zijn liefde en wekke steeds zijn geest
drift. Die daaraan zich ergert bedenke dat
er gegeven en genomen ergenis is.
Alzoo ook op dit gebied voelt zich de
onderwijzer volkomen vrij, hij mag en moet
„de vaderlandsche geschiedenis” met vrij
moedigheid verhalen, op grond der wet en
het den kinderen inprenten, dat onze vrij
making van Spanje eene rechtmatige ver
lossing was. Niet Willem I was een „ver
rader” maar Philips II was ontrouw aan
zijn beloften en eeden. Dat leert een on
partijdig onderzoek der geschiedenis. De
onderwijzerdie uit vrees voor ergernis
welke hij zeer enkelen zoude gevenhier
van mocht zwijgen, geeft rechtmatige erger
nis aan honderdduizenden in den lande.
M. E. van der MEULEN.
OOSTENRIJK.
Aan het Londensche dagblad Daily News
wordt uit Weenen het volgende geschreven:
„ik zend u per brief eene tijding, die ik
niet aan den telegraaf durf toevertrouwen,
daar men ze wel niet zou overbrengen. Er
is geen twijfel of het geheele leger wordt
mobiel gemaakt. Al de regimenten te Wee
nen zijn gereed, om op het eerste bevel te
marcheeren. Weldra gaan van hier tien
voorraadstreinen naar Ragusa. Geen en
kel officier, die niet gelooft, dat de opstan
delingen slechts een voorwendsel zijn, om
zonder te veel ophef het gansche leger
zuidwaarts te zenden. Italië rust zich ten
strijde en Oostenrijk verwacht binnenkort
eene oorlogsverklaring. Naar het schijnt
had het bezoek van den koning van Italië
ten doel, sommige gedeelten van Oostenrijks
gebied te verwerven en nu dit niet lukte,
maken de Italianen zich gereed ze met ge
weld te veroveren.”
Die zich hierover al dadelijk bang maakt
is wel eenigzins zwaarmoedig of ligtgeloo-
vig, maar dat er achter de politieke scher
men veel wordt gesproken en overlegd,
waarvan bet goede, alles betalende publiek
niets weet, mag men wel aannemen.
Dat is altijd zoo geweest en die in tijden,
wanneer men uit de hoogte roept: „vrede,
vrede en geen gevaar!” zich gerust neder-
legt en het duizendjarig vrede-rijk denkt in
te slapen, is al te goedhartig.
FRANKRIJK.
„Een groot ministerie, zonder den groo-
ten Meester” aan de zamenstelling daar
van is men te Parijs druk bezig.
De Freycinet, Kabinets-formeerderen
Leon Say, den uitstekenden financier, zijn
raadsman dat geeft vertrouwen en de
beurs, de fijngevoelige, steekt met genoe
gen hare voelhorens uit in het Kabinet van
Grévy, teneinde te hooren wat daar be
handeld wordt.
Naasting der spoorwegen
Geenszins.
Conversie der 5 pct.
Leon Say zal die niet voorstellen.
Daarom wilde hij geen zitting hebben in
den Raad van Gambetta.
Ferrij onderwijs de mannen der neu
trale school zullen hem welkom heeten.
En is Gambetta nu zoo, als door een
tooverslag, mat en magteloos
Weet hij die dat vraagt niet dat slechts
68 stemmen der regterzijde hem deden
vallen
De. Freycinet weet het wel en daarom
zoekt hij in zijn formatie-werk hulp en
raad bij Gambetta, wiens toekomst niet
gansch en al bedorven is, zal te eerder en
te beter eene groote rol spelen, als hij geen
wrok toont en „groot weet” te zijn in woord
en daad.
De Parijsche correspondent der Amst, Crt,
schrijft 27 jl.
„Van het diner, dat gister bij den Pre
sident der Republiek werd gegeven en
waaraan alle MinistersSecretarissen-Ge-
neraal enz. verzocht warenkan men ge
rust zeggendat het een „mislukte maal
tijd” geweest is. Niettegenstaande mevrouw
Grévy eerst te negen ure liet dienenwa
ren de meeste gasten nog niet aangekomen.
Zij verschenen eerst tegen half tien op ’t
Elysée. De kamerzitting toch had tot half
negen geduurd en toen moest de rok nog
aangeschotende witte das nog omgedaan
worden. Ofschoon President Grévy natuur
lijk reeds per telegraaf verwittigd was van
den uitslag der debatten over de Grond
wetsherziening, was hij niet weinig ver
baasd toen Gambetta hem een papier ter
hand stelde bevattende het collectief ver
zoek van het Ministerie om ontslag, dewijl
de Kamer hem met groote meerderheid
den scrutin de liste had geweigerd. Wat
het diner en de daarna gehouden receptie
onder die omstandigheden zijn geweest, kan
men ligt denken. Ieder deed zijn best, om,
zoo diplomatiek mogelijkzijn indruk te
verbergenen de scherpste physionomie-
kenner deedvergeefsche moeite, om op het
gelaat van President Grévy en zijn dagelijk-
sche omgeving te lezen, of hij leed of
blijdschap voelde over den wil van den
mandie binnen een paar maanden aan
Frankrijk de grootste teleurstelling heeft
bezorgdwaartoe een politiek persoon in
staat is.
„Wanneer men nagaatmet hoe groot
vertrouwen men zijn optreden als President-
Minister had begroet wanneer men zich
herinnertwelke idealen hij door zijn re
devoeringen bij de goe-gemeente had we
ten te wekken als hij van zijn hervor
mingen sprak, toen hij het land doorreisde,
bergen en dalen belovendeen een tafe
reel ophangende van machtige republiek
Frankrijk, dat ieder verlangend moest doen
uitzien naar de verwezelijkingnaar de
gulden toekomst, dan begrijpt men zeer
gemakkelijkhoe de Franschen te moede
warentoen zij gisteravond de tijding ver
namen dat de groote manop wien zoo
veel hoop gevestigd was, eenvoudig was
heengegaanomdat men hem over vier ja-
ren geen Kamer wilde geven, gekozen vol
gens den crutin de liste.”
De heer Grévy heeft het ontslag van het
kabinet aangenomen.
DUITSCHLAND.
Vier Pruissische hoofdofficieren zijn door
Keizer Wilhelm naar Constantinopel gezon
den ten einde de ligging en fortificatiën
dier stad op te nemen
Neen om Z. M. te overhandigen de Orde
van den Zwarten Adelaar!
Zooals uit het eerste artikel gebleken is,
heb ik ten bewijze mijner stellingen op drie
hoofdzaken de aandacht gevestigd, om aan-
tetoonen, dat op elke Nederlandsche volks
school neutraal onderwijs onmogelijk is en
op onze staatsschool niet geëischt wordt, ja
in strijd is met de wet. Ik zal denzelfden
gedachtengang volgen en eerst wijzen op
fiet „onderwijs in de beginselen van de ken
nis der natuur.” Ook op dit gebied zijn
evenals op dat der reken- en wiskunde eeni
ge uitkomsten verkregen, die, dunkt mij,
voor ieder verstandig mensch moeten vast
staan, die onweersprekelijk zijn. Tot deze
behoort de zekerheiddat de aarde eene
planeet is van bolvormige gedaantedie
rusteloos wentelt in dat deel des Heelals,
waarvan de zon het middelpunt uitmaakt
zóó dat deze haar aantrekt en tevens op
bepaalden afstand houdt. Alzoo de aarde
voortdurend draaiende en de zon betrekke
lijk stilstaande. Daartegenover gaat de
Bijbel overal van de voorstelling uitdat
onze aarde het middelvlak is, waaromheen
de Hemel met zijn lichten, als een draaiend
luchtgewelf zich ieder etmaal wentelt. Der
halve juist het tegenovergestelde: een stil
staande aarde, een draaiende zon en ster
ren. Stel u nu op dit gebied een onzijdig
onderwijzer voor, d.i. een man die noch het
een noch het ander leert. Dat noem ik
onmogelijk, althans als hij onderwijst. In
dit opzicht sprak ik van een volksschool
en niet alleen van een staatsschoolwant
ik houd ’t voor zeker dat de onderwijzers
in alle scholen van ons Vaderland partij
gekozen hebben voor deze onbetwistbare
uitspraken des wetenschap. Indien niet
dan zou ik mij schromelijk vergissen om
trent hun kunde of hun eerlijkheid en in
dien wel, dan zijn zij op dit gebied allen
schuldig en zondigen tegen de leer der on
feilbaarheid van den Bijbel, als woord Gods.
De staatsonderwijzer alzoo is niet neutraal,
omdat hij het niet wezen kan en de onder
wijzer der bijzondere scholen is niet bijbelsch
omdat hij het even min wezen kan. In dit
opzicht dus is er geen reden van beschul
diging tegen de staatschool en geen reden
van bestaan voor de bijzondere school, want
daar wordt hetzelfde geleerd. Of, mocht
BOLSttAliDSCHE COURANT