NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOJCSWARD
No. 18.
Een en Twintigste Jaargang.
1882.
Fröbel.
SCHUTTERIJ.
VOOR
Huitenlandsche Be bigt en.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
$XXXXXXXXXXXXXXXXXX$
DONDERDAG 4 MEI.
^xckdcxc:x::x2kxcxcxd^
Aan de Norddeutsche Algemeine Zeitung
wordt uit Parijs het volgende geschreven
„Onder de vijanden van het Ministerie-
Freycinet schijnt de door zijne betrekkin
gen met Gambetta ook in het buitenland
welbekende generaal Gallifet zich tot eene
aanzienlijke positie te willen opwerken.
Dat met al de redeneringen van die po
litieke en administratieve doctoren de te
genwoordige malaise zal verdwijnen, wordt
niet geloofd.
Den21sten April j.l. was het honderd ja-
ren geleden, dat in de nederige pastorie te
Oberweissbach, in het vorstendom Schwarz-
burgRudolstadt, Frederik Fröbel werd
geboren, de man, die met Basedow en Pes-
talozzi een nieuwe richting aan de onder
wijskunde heeft gegeven, terwijl hij zich in
’t bijzonder wijdde aan de eerste ontwikke
ling van het kind.
Die dag had verdiend in meer algemee-
nen zin een internationale feestdag te zijn,
want Fröbel is ten zegen geweest en zal ’t
meer en meer worden, voor kinderen van
De duitsche rijksdag wordt, als hij de
tabaksbelasting verwerptniet ontbonden.
Von Bismarck zou zich dat zelfs niet
aantrekken.
Van waar die onverschilligheid?
Hij voorzietdat vele groote steden, die
tot de ooren in de schuld zittenweldra
tot hem zullen komen met de bede„help
ons zelfs met eene tabaksbelasting
Vier wetgevende vergaderingen houden
thans gelijkertijd zitting te Berlijn.
het klinken moge, na zulk een veelbewogen
leven werden daar, in het leger, de eerste
grondslagen van zijn stelsel geboren.” In
de eenzaamheid vormden en regelden zich
zijne denkbeelden, die later zoo zegenrijk
zouden geopenbaard worden. Aan twee
jongere vrienden, Langethal en Middendorff
die onder hem dienden, deelde hij zijne op
voedkundige beschouwingen mede en zij,
één van zin, sloten een verbond om elkaar
te helpen en hielden woord.” Toch zouden
er nog 20 jaren moeten verloopen, eer hij,
afgedaald van universiteiten zou eindigen,
daar waar ’t begin zou zijn, zijn hoogste
levensroeping, de klein kinderschool, die hij
zijn „kindertuin” noemde, waarde vrouw, „de
hovenierster der kindsheid zou wezen, die
de menschelijke plant in de zon harer liefde
moet koesteren
Eerst werd hij, na het eindigen van den
oorlog, assistent aan het museum van delf
stoffen te Berlijn, spoedig zou hij in aan
merking komen als hoogleeraar, daar ver
dwijnt hij uit de kringen der geleerden en
vestigt te Griessheim een kleine school,
waar drie kinderen van een weduwe zijns
broeders, die door dezen in bekrompen om
standigheden achtergelaten is, zijn eerste
leerlingen zijn. Die school breidt zich uit,
zij wordt naar Keilhou, een dorpje in Thü-
ringen overgebracht onder den naam van
Algemeen Duitsch opvoedingshuis en 15
jaren van 18171832 wijdt hij er al zijn
krachten aan, met zijn twee vrienden uit
het leger en de vrouw, Henriëtte Wilhel
mina Hoffmeistermet wie hij 1818 in
het huwelijk trad. Zijne denkbeelden over
onderwijs en opvoedkunde worden aange
vallen, verscheidene vlugschriften zagen het
licht om de nieuwe leerwijze aan te vallen
en deze als de uitvinding van een geluk
zoeker of van een krankzinnige te brand
merken. Doch hij volhardt en al was ook
deze stichting nog niet het einddoel van
zijn streven, al liet hij ze over aan de zorg
zijner vrienden, zij bestaat nog en heeft wel
de deugdelijkheid van haar grondslag be
wezen. Doch hij zelf moest verder, lager
afdalen als gij wilt, hooger stijgen, naar
zijn innigste overtuiging.
Eerst toen hij te Blankenburg, bij Rudol
stadt zijn eerste „kindertuin” mocht stich
ten, zag hij zijn levenswensch vervuld. Toen
was, wat hem diep in ’t hart lag, lang duis
ter voor den geest stond, hem tot volle
klaarheid gekomen. „Laat ons voor onze
kinderen leven,” dat was de levensspreuk
van den altijd kinderlooze, die zelf door zijn
droeve jeugd, behoefte gevoelde om kleine
kinderen vooral gelukkig te maken. Aan
het jeugdig gemoed hoogere indrukken te
geven, het aanschouwelijk onderwijs meer
wetenschappelijk in te richten, het voort
brengend vermogen op te wekken en de
ontwikkeling bij het jonge kind aan te van
gen als eene noodzakelijke voorbereiding
tot het schoolonderwijs,'’ ziedaar de sa
menvatting van FröbeFs wenschen. A.an
de vervulling van dien wensch mocht hij
nog vele jaren zijne krachten wijden. Lang
zamerhand vonden zijn denkbeelden meer
en meer ingang; vooral vrouwenen ’t is
volkomen verklaarbaar, waardeerden hem
en op SOjarigen leeftijd ontsliep hij na eene
kortstondige, doch hevige ziekte. Een le
ven vol worsteling en teleurstelling was
zijn deel geweest, doch hij heeft een schoone
roeping vervuld, een heerlijk werk gewrocht,
laten de ouders hem zegenen en zijne na
gedachtenis in hooge eere houden.
M. E. van der MEULEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van WONSERADEEL,
Gezien de wet op de Schutterijen, van
den llden April 1827, alsmede Zijner Ma-
jesteits besluit van den 21sten Maart 1828;
Maken bij dezen bekend
lo. Dat de registers tot inschrijving
voor de Dienst der Schutter ij, over
dit jaar, geopend zullen zijn, ter Secretarie
dezer Gemeente, alle werkdagen, van
af den 15den Mei tot den Isten Junij e.
k. Dat tot deze inschrijving zich moeten
aanmelden alle mannelijke Ingezetenen,
welke op den Isten January 1882 hun Vijf'
en Twintigste jaar zijn ingetreden, en dus
de zoodanigen die in het jaar 1857 geboren
zijn onverschillig of iemand vermeental
of niet tot de vrijgestelden te behooren
alsmede de zoodanigen welke in het vorige
jaar uit de dienst der Nationale Militie zijn
ontslagen, ofschoon reeds meer dan 25 ja
ren oud zijnde. Wordende de belangheb
benden, voor zooverre zij niet in deze Ge
meente geboren zijn, aangemaand, om zich
vroegtijdig van eene geboorte-acte te voor
zien ten einde zich van hunnen juisten ou
derdom te kunnen verzekeren, terwijl al
len herinnerd wordt, dat het register ter in
schrijving op den Isten Junij gesloten wordt,
en dat diegene, die zich alsdan niet zal
hebben doen inschrijven ingevolge art. 9
der wet, door het Bestuur ambtshalve wordt
ingeschreven, en zonder loting bij de Schut
terij ingelijfd, indien het zal blijken, dat er
tijdens de verzuimde inschrijving geene
redenen van uitsluiting of vrijstelling ten
zijnen behoeve bestonden.
2o. Dat een ieder, die sedert de inschrij
ving des vorigen jaars binnen deze Gemeente
is komen wonen, schoon bevorens in andere
Gemeenten ingeschreven en geloot hebbende,
zich in het voormelde tijdvak mede zal moe
ten aangeventen einde op het inschrij-
vings-register van dat jaarwaartoe hij
behoortte kunnen worden geplaatst.
3o. Dat voor den Isten Junij 1882 zich
insgelijks zullen moeten aangeven alle vreem
delingen die sedert de inschrijving van
het vorige jaar in de termen gevallen zijn,
om als ingezetenen te kunnen worden be
schouwd.
4o. Dat gehuwden eu weduwnaars met
kinderen van de klassen van vorige jaren,
door sterfgeval of anderzins in de termen
vallendeom in de eerste klassen te wor
den overgebragtvan de verandering hun
ner positie vóór den 15den Mei. e. k. moe
ten kennis geven ter Secretarie der Ge
meente.
5o. Dat de Commissie tot onderzoek der
reclames, benoemd volgens art. 15 der wet,
hare eerste zittingtot het onderzoek van
hen aan wie of der redenen waarop in
het vorige jaar voorwaardelijke vrijstellin
gen zijn verleend, zal houden ten Gemeen-
tehuize van Wonseradeel, den 27 Mei 1882
des middags van 12 tot des namiddags 1 uur.
En opdat zulks kome ter kennis van een
ieder die het aangaatzal deze worden af-
gekondigd en aangeplakt ter plaatse waar
zulks gebruikelijk is.
Witmarsum, den 1 Mei 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
L. BRITZ EL
De Secretaris,
E. JANSEN.
De hofprediker S töckerlid van den
rijksraadheeft veel te rappe tong en veel
te veel haat tegen de joden in ’t hart, om
te kunnen zwijgen over de gruwelen te
Balta in Rusland.
In twee druk bezochte vergaderingen te
Berlijn heeft hij zich vinnig uitgelaten over
den burgemeester van Berlijn en over an
dere voorname inwoners der hoofdstad en
wel omdat zij een comité hebben gevormd,
’t welk geld verzamelt voor de ongeluk
kige joden in Rusland.
De christelijke hofprediker beweertdat
die heeren veel beter zouden hebben ge
daan met bescherming te verleenen aan de
christenen in Duitschlanddie van de jo
den te lijden hebbenNaar zijne verze
kering had de geheele anti-joodsche bewe
ging te Berlijn volstrekt geen invloed op
de russische boeren gehaden onder da
verende toejuiching van zijne hartstogtelijke
hoorders riep hij uitdat de duitsche chris
ten zich tegen den inval van het jodendom
moeten blijven verzetten.
„De joden zijn onze vijanden!” galmde
hijonder herhaalde uitroepingen van toe
stemming der aanwezigen „en wij zul
len niet moede wordendit te herhalen
zoolangtot alle Duitschers er van over
tuigd zijn„Bravoklonk het in de
zaal.
De anti-joodsche journalisten Wasinski
en Rüppel te Berlijnhadden een Israëliet
beleedigd, waarop deze hun een proces had
aangedaan. De zaak kwam in behandeling.
Rüppel protesteerde, onder verklaring, dat
hij den regter ten dezen onbevoegd achtte.
Op de vraag„waarom gaf hij eenvou
dig ten antwoord„omdat gij zelf een jood
zijten uw persoon mij dus geen voldoen
den waarborg van onpartijdigheid oplevert.”
Wegens deze wraking heeft de regter de
behandeling der zaak verdaagd en zich tot
het landgerigt gewend.
(Volgens de Times heeft de President
der Vereenigde Staten Arthurden ame-
rikaanschen gezant te Petersburg gelast,
den keizer opmerkzaam te maken op de
gruwelen tegen de jodenen hem te ver
zoeken maatregelen te nemen om een her
haling daarvan te voorkomen. De Presi
dent verklaartdat hy’ niet wenscht zich
in Ruslands binnenlandsche aangelegenheden
te mengenmaar hij wil eiken gepasten
volgens het volkenregt geoorloofden invloed
uitoefenen, om de gruwelen te verhinderen,
die America’s volk afgrijzen inboezemen.)
In Engeland liep dezer het gerucht, dat
het Ministerie zou aftreden of dat het Par
lement zou worden ontbonden.
„Ik geloof niet zei een der ministers
in een openbaar discours datbuiten
de londensche kringen iemand aan deze ge
ruchten een oogenblik geloof heeft gesla
gen. Het is verwonderlijk hoe weinig men
te Londen op de hoogte is van de meening
van het Engelsche volk. Onlangs sprak ik
met een mijner vriendeneen intelligent
diplomaatdie pas in Engeland was ge
komen en ik zeide tot hem„Ik kan u
een goeden raad geven. Hecht niet te veel
gewigt aan hetgeen gij te Londen hoort
als gij niet bedrogen wilt zijn. Als gij de
praatjes in de clubs gehoord en wat men
in de koffij kamer van het parlement fluis
tert en wat de nijd in gezelschappen in
geeft als gij naar de meening van invloed
rijke en gewoonlijk goed ingelichte perso
nen hebt geluisterd en alle dagbladen, die
zich nooit vergissen, hebt gelezenals gij
vindt dat alles overeenstemt wees dan
zeker, ,dat gij weet, wat stellig niet gebeu
ren zal”.
allerlei natiën en volken. In Duitschland
is hij in onderscheiden plaatsen met de kin
deren gevierd, in ons land slechts hier en daar,
in onze stad is hij geheel onopgemerkt voor
bij gegaan, althans ik heb niet gemerkt, dat
in onze bewaarschool, die zooveel aan Frö-
bel’s methode te danken heeft, iets ter zij
ner gedachtenis is geschied. In Amster
dam heeft het Bestuur der Anna „Paulow-
na-school” gemeend geen waardiger hulde
aan den grooten hervormer der eerste op
voeding te kunnen brengen, dan dooreenige
kindervrienden eu vriendinnen uit te noodigen
tot eene samenkomst, waarop door de leer
lingen dier school de praktijk zijner methode
in een helder licht zou worden gesteld. Vol
gens de stedelijke bladen is er een echt
kinderfeest gevierd en heeft de tentoonstel
ling der door de kinderen vervaardigde
voorwerpen, op alle aanwezigen een hoogst
aangenamen indruk gemaakt. De heer P.
II. Testas, lid van het Bestuur dier school
heeft aan allen die tegenwoordig waren eene
door hem gestelde bijdrage aangeboden
waarin hij in korte trekken FröbeFs leven,
zijn worstelen om 't geen hem als ideaal
voor don geest stond in praktijk te bren
gen, zijn teleurstellingen en miskenning
onafscheidelijk verbonden aan ’t streven van
allen, die iets groots tot stand willen bren
gen, heeft geschetst. Naar aanleiding dezer
brochure deel ik een en ander mede, maak
ik enkele opmerkingen.
„Fröbel was het vijfde kind van een be
hoeftig dorpspredikant en verloor reeds bij
de geboorte zijne moeder, waardoor hij eene
zorgvolle en zelfverloochenende liefde miste,
waaraan de ontluikende kindsheid behoefte
gevoelt.
„Vaak aan zich zelven overgelaten of on
vriendelijk bejegend door eene tweede moe
der, leed het knaapje veel. Tot op hooge
jaren herinnerde hij zich levendig al den
omvang en al de diepte zijner kindersmar-
ten. De verveling drukte loodzwaar op
hem, hij zocht zich te vermaken met het
weinige en geringe, dat hem omgaf, hij
speelde met steentjes, klompjes, houtjes en
vodjes en hield er zich uren en dagen mede
bezig, overgelaten aan eigen gedachten.
„Eenzaam dwaalde hij rond in den om
trek en dan trof hem de schoonheid der
natuurhet Thüringer vaderland met ber
gen en wouden oefende de weldadigste in
drukken op zijn gemoed. Tusschen plan
ten en dieren groeide hij opdie waren
zijne trouwste makkers en eerste leermees
ters. De bloem, het insekt, de zandkorrel
waren de voorwerpen zijner studie. Van
daar later dat geopende en geoefende oog
om het letterschrift van het boek der na
tuur te kunnen lezen, dat zulks eene heer
lijke Godsopenbaring voor hem bevatte.”
Zijne oudere broertjes waren van huis
gezonden, hij speelde eenzaam en gevoelde
het gemis van een in jaren met hem gelijk
staand kind, dat met hem opgroeide, tel
kens als hij in zoo menig gezin die huise
lijke en gemeenschappelijke genoegens, dat
deelgenootschap in elkanders lief en leed
van de kinderwereld aanschouwde.”
Zoo beschrijft Testas zijn prille jeugd,
totdat hij op achtjarigen leeftijd op een
meisjesschool geplaatst werd. Sedert heeft
hij velerlei lotswisselingen ondergaan. Hij
is al spoedig bij een oom zijner moeder ge
komen, toen bij een houtvester, daarna te
Jena als student in de landhuishoudkunde,
om eindelijk, daar geldgebrek hem nood
zaakte de studiën te laten varen, nu als
rentmeester, dan als landmeter, dan weer
als onderwijzer den kost te verdienen Ter
wijl hij te Frankfort als bouwkundige werk
zaam was leerde hij daar Dr. Gruner ken
nen, den Directeur der nieuwe modelschool.
Deze ried hem aan, in plaats van bouw
meester, schoolmeester te worden. Dat
lachte hem toe. Hij wierp zich met alle
kracht op de studie der opvoedkunde, was
twee jaren bij Pestalozzi werkzaam op diens
school te Yverdun, ging daarna te Gottin
gen en Berlijn zich wijden aan de hoogere
natuurstudiën, om uit de wetenschap zelve
zjjne hulpmiddelen tot de ontwikkeling van
het verstand te scheppen en trad eindelijk
op SOjarigen leeftijd in 1813 in dienst bij
het jagercorps van Lützow. En hoe vreemd
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
BOLSWARDSCHE COURANT
I