NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD WONSERAOEEL i 1882. No. 20. VOOR d J DONDERDAG 18 MEI. g Een en Twintigste Jaargang. Q I li ■J l»i: K^RICHTI^d VOOll IIA- VELOOZi: KINDEREN TE AMSTERDAM. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. DUITSCHLAND. De tabak der Firma von Bismarck zal nu onderzocht worden in eene commissie van 28 leden. I H I tyxxyTtxxxxx^^ BOLSWARD 14 Mei. Uit een groot aantal sollicitanten, 48, voor de betrekking van gymnastiek-onder- wijzer alhier is, nadat een 5-tal gedurende de vorige week proeven van bekwaamheid afgelegd hadden, heden door heeren wees- voogden tot gymnastiek-onderwijzer be noemd de heer K. Wierstra te Kampen. Eerlang zal dus in onze gemeente dat vak van onderwijs weer tot zijn regt komen. In den avond van 14 Mei overleed alhier de heer Mr. B. J. de Kok, gepensioneerd Kantonrechter. Ruim 29 jaar was Z.Ed. een algemeen gewild belangstellend raadslid. 15 Mei. Tot Directeur-Boekhouder der stedehjke Gasfabriek werd door de Ge meenteraad benoemd de heer H M. An- driessen. - KENNISGKEVING-. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van WONSERADEEL brengen bij deze ter algemeene kennis, dat de door hen ge wijzigde staat van de openbare tot de ge- meene dienst van allen bestemde water staatswerken niet in onderhoud of beheer bij het rijk, de provincie of bij waterschap pen in de secretarie ter inzage zal liggen van 15 tot en met 29 Mei e.k. Witmarsum13 Mei 1882. De Burgemeester L. BRITZEL. De Secretaris, E. JANSEN. valt. De menschen zijn nog al opgeruimd. De vrouw vertelt, dat het oudste van drie meisjes op twee kleintjes moet passen als zij uit is om wat te verdienen, want vader werkt niet. Dat oudste meisje komt op de school waarvan ik later spreken zalals moeder haar missen kan; zoo ook de oudste jongen, wanneer hij niet thuis moet blijven om het vuile water uit de kamer te pom pen. In 1881 is deze woning, als verblijf voor menschengelukkig afgekeurd. Hoe wel alle woningen niet zóó ellendig zijn als dezeer zijn er toch veledie er naar gelijken. Laat ons slechts gaan op de twee de verdieping van een der achterste huis jes in dezen gang. Die menschen hebben twee kamertjes in huurwelke door een portaaltje gescheiden zijn. Het eene ver trekje dient tot woonkamer, het andere tot eene droogplaats van vodden, welke door het gezin worden gezocht, ’t Hangt vol met de ze voorwerpendie juist geen aangenamen geur verspreiden. Daar in den hoek ziet ge eene bedstede, waarin drie kleinen slapen. Het verwondert U immers nietdat ze er bleek en ziekelijk uitzien? Verwaarloosd zijn ze, naar lichaam en geest. Mag ik U verzoeken nog een derde verblijf met mij binnen te treden? ’t Is gindsdaar ach ter in dien gang op dat kamertje. Reeds zijn eenige kinderen te bed. Daar in die bedstêe liggen er twee, straks zullen vader en een ouder broer er nog bijinkruipen. In dien anderen hoek liggen ook twee kin deren, die ziek zijn. Het eene lijdt aan de tering. Moeder zal bij deze gaan slapen. Ziet! daar achter de deur wordt een derde bed gereed gemaakt voor nog drie kinde ren. Maar dat is geen bed! zult ge zeggen, dat is een doek, welken de vrouw overdag om den hals heeft. Jamaar dien zal zij nu op den grond leggen en bed noemen Do twee andere bedden zijn niet beter, en die lompen daar zullen tot dekking dienen en misschien dekens genoemd worden!” Hoe ellendig zulke woningen mogen zijn, zulk deksel moge wezen, hoeveel gebrek bij sommigen moge worden geleden toch is dit niet overal het geval. Dezelfde bezoeker schrijft.” ’t Zijn veelal de bedelaars van pro fessie die ook in den felsten winter geen gebrek althans niet aan voeding hebben hoewel zij meesterlijk de kunst verstaan medelijden op te wekken. Zoo kwam ik in ’t begin van den winter in een gezin om onderzoek naar twee meisjes te doen. Ik deed de deur open. Op den grond lag een zak met steenkolen half uitgestrooid en daar stond een 16 jarige jongen bij, die, naar ’t scheen niets anders te doen had dan dezen voorraad in de kachel te stop pen, welke geheel gloeiend was. De kinde ren liepen barrevoets. Ik geloof dat ze geen kousen hadden. Terwijl ik naar de oorzaak van het schoolverzuim onderzoek deed, zag ik op ééne plaats een geplukten vogel (kip of eend) liggenom weldra met het vuur in aanraking te komen, terwijl op een an dere plaats een flinke hoeveelheid rund- vleesch aanwezig was.” Te midden van zulke menschen telkens te verkeerenhunne kinderen zich aan te trekkenis de moeilijkemaar verheven taak eener „vereeniging” in de hoofdstad gevestigd van edele mannen en vrouwen, die sints 33 jarenzelve daarmede bezig zijn en eene inrichting besturen aan wel ker hoofd sinds 8 October 1849 een hoog geacht hoofdonderwijzer staat, de Heer N. M, Feringa. Deze is al dien tijd met on- vermoeiden ijver bezig te midden van dat verwaarloosde volkje en wordt daarbij ge trouw bijgestaan, door drie onderwijzers en eene onderwijzeres in vrouwelijke handwer ken. Van dien arbeid der liefde hoop ik, in een volgend artikel een en ander mede- te deelen, verzekerd dat het belangstelling wekken zal bij velen. M. E. van der MEULEN. Muitenlandsche Berigten. zocht park, bij de villa der onderkoning en te zijnen aanschouwe weten te smeden en ten uitvoer leggen met zulk een moed, vastberadenheid, merkwaardige koelbloedig heid en schielijkheid; zulke mannen worden niet gepakt als alledaagsche schurken. Het kan zijn, dat een medepligtige, die de 10,000 pd. st. begeert en de wraak van het schrik bewind durft trotseerenhen verraadt en uitlevert, wanneer zij zich nog op ierschen of engelschen bodem ophouden, doch waar schijnlijk is het geenzins. Het ligt voor de hand, dat er veel meer medepligtigen zijn, dan men thans kan vermoeden. De moor denaars moeten een veilige huisvesting heb ben gevonden, zoo vóór als na de misdaad en indien deze helers hen hadden verraden, dan ware dit nu natuurlijk reeds geschied. Maar het geheimzinnig zwijgen toont aan dat de boeven hun maatregelen goed heb ben getroffen, niet alleen om de verschrik kelijke daad te doen slagen, maar ook om haar straffeloosheid te verzekeren. Intusschen, geen critiek, hoe fel ook, heeft de iersche constabels meer kwaad gedaan, dan het bloedbad in het Phoenix-park. Dat zoo ietsonder de verwonderlijke omstan digheden, die thans van algemeene bekend heid zijn, mogelijk was en dat de moorde naars konden ontsnappen, is inderdaad on begrijpelijk en zegtin zijn afschuwelijke welsprekendheid, meer tot veroordeeling en brandmerking van het onmagtige politie- stelsel in Ierland dan ellenlange betoogen en donderende statistieken. Zie hier hoe de Irisch Worldeen te New-York verspreid blad, over lerlands toe stand denkt „Het is niet te veel gezegd, als wij ver klaren, dat in de vijf minuten van worste ling tusschen leven en dood in het Phoe nix-park meer werd gedaan om de hoop van het iersche volk te doen vervliegen dan door een dozijn dwangwetten, gesteund door honderdduizend bajonettenzou kun nen gedaan zijn. Juist op het oogenblik dat een roemrijke overwinning was behaald, werd een misdaad gepleegd, welke aan Ier land de sympathie ontneemt, welke het zoo behoefde, als een onwaardeerbaren bijstand in den strijd tegen het landlordstelsel. Het ware onbillijk wegens den moord een blaam te werpen op het iersche volk; dit toch ver oordeelt de euveldaad op eene wijze, welke duidelijk aantoont, hoe diep het die verfoeit. Het is volstrekt niet onwaarschijnlijkdat bij onderzoek de oorsprong van de misdaad gevonden zal worden in het landlordisme Zooveel is zekerdat de landlords zoo al niet feitelijk medeplichtig, dan toch zijde lings de aanleiding zijn.” In Montreal (Kanada) werd een verga dering van duizenden Ierenverschillend van klassestaande de godsdienst gehou den welke eene resolutie aannamwaar in de gruwelijke moordin het Phoenix- park gepleegd wordt afgekeurd met het uiten van de hoop, dat het bloed der slagt offere tengevolge moge hebbende beves tiging van een duurzame vereeniging van het volk van Engeland met het volk van Ierland en dat Gladstone door de misdaad niet weerhouden moge worden van het invoeren van verzoeningsmaatregelen. Binnenlandsche Berigten. „Havelooze kinderen” in den strengsten zin genomenzijn er ook in eene stad als Amsterdamdat zijn kinderendie geen havegeen huis hebben. Een paar winters geleden deelden ons de dagbladen mede dat de politie een troep jongens onder het viaduct (steenen overbrugging eener straat) van den oosterspoorweg had gevonden, die daar in eene kist hun nachtverblijf hielden, en met stroo en zakken zich dekten. Door bedelen wisten zij aan den kost te komen. Een van hen, een jongen van 13jaren ver haalde dat hij op die wijze 14 dagen en nachten had doorgebracht. Doch dit is in ons land en ook in Amsterdam eene uit zondering. Al hebben dus bijna allen wel een huistoch mag er in ruimeren zin ge sproken worden van havelooze kinderen en worden daarmede bedoeld, de verwaarloos den de kinderendie in armoede meest in zonde en ontucht opgroeien. Om een denkbeeld te geven van de gezinnen waar uit ze voortkomendiene de opgave van het volgende drietal le. G. v. d. H. loopt met zwavelstok ken. Geen lidmaat van eenig kerkgenoot schap. Met lezen en schrijven onbekend. Is ongehuwd. Leeft met P. P., die ook met zwavelstokken omzwerft. Twee on echte kinderen. 2e. W.v. I)., ongehuwd, Behoort ook tot geen kerkgenootschap. Loopt met aardap pelschillen. Drie onechte kinderen. 3e. J. A., korenverschieter. Gehuwd. Aan den drank verslaafd. Heeft zeven kin deren van welke vier een zwervend en bedelend leven leiden. Zij hebben meestal een woningmaar waar en hoe De meesten wonen in de afgelegen hoeken der stad, in stegenslop pen of gangenwaar men niet zou ver wachten menschen aan te treffen. Die zich in schuiten ophouden hebben nog de slecht ste woningen niet. Kelders bijna zonder licht en luchthooge zolderkamertjes of hokken eigenlijk. „Wilt ge mij met uwe gedachten eens volgen, dan zal' ik u zulk eene woning te aanschouwen geven”, zoo schrijft een der menschlievenden die zich het lot dezer rampzaligen aantrekken. Laat ons hem volgen, ’t is zeer de moeite waard. „Hier in dezen gang moeten we zijn. Van de straat af eerst drie treden naar bene den. Wees voorzichtig! de gang staat on der waterwant vooraan is een putdie overloopt. Nu komen we op eene plaats, die eveneens onder water staatwant hier zijn twee zulke puttenwelke ook over loopen. Daardoor die deur waarvan al de ruiten gebroken zijn, moeten we binnen komen. Die zakken en lappen dienen om de kou af te sluitenterwijl die anderen de plaats van gordijnen moeten vervangen. In dit zeer donker verblijf woont een gezin, bestaande uit acht personen. Er is weinig licht, nog minder lucht; ja, toch wel lucht maar komende uit den „beerput”die onder de woning ligt en waarvan de men schen door een houten vloer gescheiden zijn, alsmede van de overstroomende putten op de plaats. We treffen het gezin juist aan den maaltijd. Jammer maar, dat een vechpart- tij boven hun hoofd oorzaak is, dat het zand door de naden van de zoldering in de soep Dat is geschied om den kanselier, die al tijd nog met eene zeere knie te bed ligt een weinig op te vrolijken. FRANKRIJK. Zooals men zich zal herinneren heeft de minister van Justitie bij de Fransche ka mer van afgevaardigden een wetsontwerp ingediend tot wijziging van de eedsformule ten behoeve van de vrijdenkersdie het in strijd met hun geloof achten een godsdien- stigen eed te zweren. Dezen zouden dus kunnen volstaan met te zweren op hun eer en geweten. De commissie voor het onder zoek van het ontwerp heeft zich met dit voorstel niet kunnen vereenigen. Zij wil voor allen den godsdienstigen eed afschaffen, en heeft alzoo eene tweeledige formule voor gesteld de eene slaande op het verledene, bij het afleggen van getuigenis b. v.de andere op de toekomst, zooals, bij het aan vaarden van een ambt. De ééne formule luidt: „Ik verklaar op mijne eer,” de an dere „Ik beloof op mijne eer.” De commissie zal nu nader den minister van Justitie hooren. BELGIË. Vrijdagnamiddag heeft er ten huize van James Peltzer te Antwerpen weder een huis- 'zoeking plaats gehad. In het riool van het privaat ten huize van Armand Peltzer heeft men eene pruik gevonden, benevens een stuk van een ka mersleutel, waaraan een plaatje was ge hecht, ten opschrift voerende: „Hotel de i’Europe, Hatnbourg.” De justitie uit Brus sel is Vrijdag ook ten huize van Armand Peltzer geweest, heeft aldaar weder alles verzegeld en de sloten in de voor- en ach terdeur van het huis doen veranderen. EGYPTE. „Ik heb niets te zeggen aan oproerlin gen”, zei Pharotoen de president der Egyptische kamer aan ’t hoofd eener de putatie bij Z. H. kwamom bemiddelend tusschen hem en zijne ministers op te treden. Daarmede was de audiëntie afgeloopen. ’t Is eene netelige kwestiedie egypti- sche en het schijnt, dat alle mogendheden haar als eene europesche beschouwen. Zelfs de Czaar heeft nog lust om er zich mee te bemoeijen. Volgens de laatste berigten zouden En geland en Frankrijk de zaak in orde bren gen door middel van eenige gepantserden. De ministersde notabelen en het altijd pruttelend legertje zouden alleen luisteren naar het kanon. Spreekt de onderkoning stout Arabi- Pacha, de minister van Oorloggeeft hem in dit opzigt niets toe. „Egypte behoort aan de Egyptenaren zegt hij en heeft noch met de verhevene Portenoch met groote mogendheden iets te maken.”. De Onderkoning wil nietdat de offi cieren die ter dood veroordeeld zijn, welk vonnis echter in verbanning is veranderd, naar Sudan worden getransporteerdom dat lieden die zoo begenadigd zijn ge woonlijk op reis naar het oord hunner bal lingschap in den Nijl verdrinken. Toevallig zooals van zelven spreekt „Wie is in Egypte meester Pharao of Arabi-Pacha dat is alzoo de vraag. Zullen Oostenrijk en Duitschland gaarne ziendat Engeland en Frankrijk de kwes tie oplossendes noods met het zwaard Dat is niet te denken Zij zouden liever hebbendat aan de verhevene Porte alleen het boedelredder- scliap werd opgedragenomdat de eene alliantie afligt de moeder is van eene an dere en eene naauwe vriendschap tusschen Engeland en Frankrijk in ’t geheel niet in de politiek ligt van den Duitschen Kanselier. IERLAND. De Iersche moordenaars laten zich nog zoeken. Zijn ze te Dublin zwerven ze op den oceaan in de rigting van New-York, waar de raad der iersche booswichten zitting houdt Wie weet het Mannen, die een moord, gelijk die te Du blin werd gepleegd op klaarlichten dag te midden der wandelaarsin een druk be- BOLSWARDSCHE COLRAAT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1