NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD WONSERAÖEEL
1882.
Een en Twintigste Jaargang.
No. 22.
DONDERDAG 1 JUNIJ.
VOOR
BINNENLAND.
HIITKN I.ANI».
ern-
omgeven
I>E VOOB H l
VELOOZE klliH BI^
TE AHSTEItlMM.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Naar wij vernemenhebben zich reeds
verschillende personen uit Holland aange
geven ter mededinging aan den Kolfwedstrijd,
welke den 23 en 24 Junij a.s. in de Socië
teit „de Doele” alhier zal plaats hebben. Vele
toezeggingen tot deelname kunnen zeer ze-
BOLSWARD.
Dreigde voor eenige weken het vertrou
wen op den tramweg naar Sneek geheel ver
loren te zullen gaan, de Pinksterdagen
hebben bewezendat de aanhoudende ver
beteringen door de Directie der Maatschap
pij aangebragthet vertrouwen weder heb
ben hersteld. Volgens de Sneeker Courant
toch zijn in die twee dagen pl.m. 4200 pas
sagiers vervoerd,
Intusschende Czaar moet gekroond
worden en ook in de oude hoofdstad, want
de orthodoxe Russen meenen, dat een uiet-
gekroonde keizer ook niet al de magt in
wereldlijke en kerkelijke zaken heeft, wel
ke de wijding hem toekent.
Voorname firma’s van Moscou beginnen
reeds te klagen over de groote nadeelen
die de handel ondervindt van de verdrij
ving der Israëlitische kooplieden.
De vervolgingen van de Joden in Rus
land hebben vooral te Berlijn diepen in
druk gemaakt.
Men vreest er zelfs, dat de Joden-hetze
gevolgd zal worden door eene Duitschers-
hetze.
Men zegtdat heden een proefrid met
de locomotief zal gehouden worden op den
weg Bolsward—Harlingenom bij welsla
gen de lijn met 1 Julij a.s. voor het pu
bliek verkeer open te stellen.
Na ’t geen ik in No. 20 schreef over de
gezinnen waaruit de kinderen voortkomen
die „haveloos” genoemd worden, wil ik nu
een en ander meedeelen omtrent de „inrich
ting” die in Amsterdam bestaat, welke zich
ten doel stelt, zooveel mogelijk voor deze
verwaarloosden te zorgen en de vruchten
die dit werk der liefde draagt.
Er bestaat dan sints het derde deel eener
eeuw in onze hoofdstad eene school voor
zulke kinderen. Zij is het middelpunt der
inrichting.Het groote doel is daarheen
de kinderen te lokkenze daar te houden,
ze aan orde en tucht te wennen, ze te vor
men en op te voeden. Voor gewone inrich
tingen toch van onderwijs is dit kindersoort
in den regel ongeschikt. Voor ’t meerendeel
zijn ze geheel bandeloos, van gehoorzamen
weten ze niets. Met ruwe vloek- en scheld
woorden worden ze onder stompen en schop
pen gedwongen zich aan de macht der ou
ders te onderwerpen. Dikwijls komen er
blootvoets sommige hebben nauwelijks
kleeren aan. Maar vooral maakt ’t school
verzuim, geregeld onderwijs uiterst moeilijk,
’t Is waar dit verzuim wordt in meerdere
of mindere mate overal gevonden maar
hoe ’t hier is, moge blijken uit de mededeeling
dat het normale cijfer der ingeschrevenen
500 isdat er dagelijks niet meer dan
300 ter schole komen en ditin weerwil
dat de onderwijzerstelkensnu hier dan
daar, de ouders opzoeken. Wilt ge eenige
oorzaken van het schoolverzuim weten A
moest met garnalen en B. met lucifers loo-
pen. C zegt: „ik heb pijn in de zijik heb
de pleuros en D heeft oome begraven E
heeft vodden gezocht, F boontjes uitgepikt,
G veeren gestript en H verklaart: „Moeder
heeft een beeneter, en ik moet haar helpen.
En wilt ge eene proeve hoe een menschkun-
dig bezoek soms goede vruchten afwerpt
leest dan ’t verhaal van een morgenbezoek
dat mr. Licher in de woning van P. brengt
die in verscheiden dagen niet is gekomen.
„Woensdag morgen, zoo deelt hij mede, wil
de ik trachten hem weder te halen. Vóór
9 uur was ik aan de woning. Kloppen was
onnoodig, daar de deur wijd openstond. Ik
stapte binnen. Op den grond vond ik drie
personen liggenelk op een afzonderlijke
legersteded.i. op wat stroo met lompen.
Midden in het vertrek stond een groote bak,
waarin zich een bokje bevond. Niet lang
had ik tusschen de slapenden gestaan, toen
de moeder thuis kwam. Zij is weduwe en
vindt baar onderhoud door het ophalen van
aardappelschillenenz. Zij beklaagde zich
bitter over den onwil harer zonen. Een
gezonde 18-jarige knaap is voddenraper
maar nu wil hij niet opstaan. De tweede
is 15 jaar en verkiest niets uit te voeren.
En de derde, (dien ik eigenlijk moest heb
ben) zegt maar kortaf: ik wil niet naar
school. Onderwijl werden de twee jongsten
wakker. Ik sprak eenige hartelijke woor
den tot den 15-jarige maar hij keerde mij
brommende den rug toe. Mijn vriendelijke
vermaning tot den jongste om op te staan,
werkte op dat stugge gemoed ook al niets
uit. Ik was op ’t punt om ’t op te geven,
toen mijn oog nog eenmaal viel op den bok.
Moeder zei ik is dit zijn bokje? Och!
het arme dier heeft geen etenPiethebt
ge hem gister wel eten gegeven En zoo
ging ik voort tot en over den bok te spre
ken. De juiste snaar was aangeroerd. In
één oogenblik was Piet op de been en deel
de mij allerlei zaken mee betreffende zijn
bokjedat mij natuurlijk zeer veel belang
inboezemde! Ik moet naar school, zeide ik
en gij wilt immers niet met mij méégaan?
Ja, hernam hijals ik maar brood heb.
Moeder gaf een stuk brood en P. wandel
de vroolijk aan mijne zij. Hoewel nog niet
geregeldbezoekt hij thans beter onze in
richting. Zijn bokje is nog meermalen het
onderwerp van een gesprek tusschen ons
maar nu kan ik toch ook met hem over ge
wichtiger dingen spreken.”
Het schoolonderwijs is voorzeker een
hoofdzaak, maar toch is de verdere zorg,
„God behoede Keizerin Maria, Keizer
Alexander en de Keizerlijke kinderen
In de treurige zaak der geldontvreem-
ding te Doornik wordt gemeld, dat de Ame-
rikaansche advocaat Goodhue, die sinds ge-
ruimen tijd gevangen zit en tevergeefs bij
de regtbank van Doornik tegen zijn arres
tatie geprotesteerd heeft, van de beslissing
dier regtbank in appèl is gekomen. Ver
leden Dingsdag werd zijn zaak behandeld.
Toen men zijn cel opende, vond men hem
aan de vensterramen opgehangen door mid
del van beddelakens, doch hij leefde nog
en kon voor de regters verschijnen, die
hem echter spoedig lieten wegvoeren en
alleen zijn verdediger hoorden. Het resul
taat was, dat Goodhue op vrije voeten werd
gesteld, ’tgeen hem echter moeijelijk aan
het verstand te brengen was, daar hij blijk
baar aan geestverbijstering leed en zich
door akelige visioenen omringd waande.
Zijn verdediger bracht hem naar een hotel,
waar men zijn herstel wil afwachten. Vol
gens gerucht is de invrijheidstelling geschied
op grond van onvoldoende formaliteiten, en
zal hij later op nieuw gearresteerd worden.
Volgens een later berigt is hij naar N.
Amerika onder zeil gegaan.
„De nieuwe wet voor Ierland zeide
de heer Dillon in het engelsche parlement
is een mengelmoes van verzoening en
geweld en in hare uitwerking zal zij falen.
„Houd u dus voorbereid op nieuwe woe
lingen.”
Hij verdedigde zelfshet „boycotten”, als
het minste van de twee kwadenwaartoe
het lersche volk, door de regering daartoe
gesard de toevlugt moet nemen.
Gladstone gaf den heer Dillon een
stigeen scherp antwoord.
Hij brandmerkte diens rede als „hart
brekend” voor allen, die harmonie wensch-
ten te zien heerschen tusschen de beide
landen. Ge strengelijk geeselde de premier
des heeren Dillon weigering om misdaden
af te keuren en zijne verdediging van het
„boycotten” eene onwettige zamenspan-
ning om medeburgers te belemmeren in het
uitoefenen hunner wettige regten en het
naleven hunner wettige verpligtingen. Zij,
die deze practijken vergoelijkten, maakten
zich aansprakelijk voor de gevolgen. Wat
de Regeering steeds gewild had, was, dat
het lersche Voik zijn doel bereiken zou
door wettige middelen. De gedragslijn, door
den heer Dillon bepleit, daarentegen, zou
leiden tot de vernietiging van alle persoon
lijke vrijheid en tot een despotisme, geheel
buiten de perken der wet.
De engelsche pers bemoeit zich al zeer
weinig met het nieuwe proces tegen het
Duitsche Blad die Freiheit.
Zij heeft er geen enkele letter voor over
en acht het der moeite niet waard om de
Regeering er attent op te maken, dat ver
volging het beste middel is om publiek te
maken wat men liefst geheim zou willen
houden.
welke aan deze kinderen besteed wordt,
van zeer groote beteekenis. Ik schreef
reeds dat velen aan kleeding niet zelden
behoefte hebben. Welnu ook daarvoor
wordt gezorgd. In December jl. zijn uit
gedeeld aan hen die ’t trouwst de school
bezoeken, 136 jongens- en 95 meisjeshemden,
101 paar wollen- en 64 paar katoenen sok
ken, 9 kielen, 12 wollen en 50 katoenen
borstrokken. 60 katoenen onderbroeken, 9
jurken, 11 baaien rokken, 23 petten, 10
bouffantes, 6 omslagdoeken en voorts nog
zakdoeken, mofjes enz. Ook heeft mr. Ferin-
ga aan zijn huis een klompennegotie, een
negotie, ja, want hij verkoopt de klompen
per paar voor vijf cents, omdat hij uitgaat
van de zeer juiste stelling dat „watoznnfet
verkregen wordt, niet wordt gewaardeerd.”
Aan jongens, die goed opgepast hebben, en
later op een ambacht komen geeft hij dik
wijls een voorschot voor gereedschappen
’t welk zij althans gedeeltelijk in wekelijk-
sche bijdragen teruggeven moeten. Zelfs
voor velen moet voor eten gezorgd worden
en zoo wordt er zomers driemaal in de week
brood uitgereikt en in den winter Dings-
dags en Donderdags voedzame soep. Soms
hebben zij een feestje, eens zelfs een groote
buitenpartijwaartoe een ruime gift van
een onbekende het bestuur der inrichting
had in staat gesteld. In rijtuigen van de
Amsterdamsche omnibus-maatschappij reden
ruim 250 leerlingen ’s morgens 10 uur naar
den tuin van den heer J. v. d. Toorren
aan den Zeeburgerdijk en ’s avonds 8} uur
stapten zij weer uit bij de Raambarriére.
Dien dag was er genoten. 120 van de oud
sten wandelden met twee trommelslagers
voorop en vaandels naar Zeeburg en ver
maakten zich daar aan zee en teruggekeerd
in den tuin namen ze deel aan de maal
tijden en kinderspelen en opmerkelijk, zegt
de verslaggeverwas hethoe schoon ge-
wasschenbetrekkelijk netjes gekleed en
dankbaar deze arme verwaarloosden waren.
Deze arbeid der liefde draagt gezegende
vruchten en verdient aller waardeering. Im
mers met voldoening mag het bestuur er
op wijzendat sedert het bestaan hunner
inrichtingde bedelarij langs straten en op
grachten veel verminderd is. Daarentegen
hoevele van deze kinderen, die anders bijna
zeker verloren zouden gaan, nemen nu eene
eervolle plaats in, in de maatschappij. Flin
ke werklieden en dienstmeisjes zijn er, die
vroeger daar op de schoolbanken zaten.
Drie zijn thans politiedienaren, twee onder
officier een is geëxamineerd als eerste
stuurman en heeft als zoodanig reeds ver
schillende reizen gemaakt. Voorts zijn er
velen geplaatst bij sigarenmakerssmeden,
schuiermakers tafelmakers schoenmakers
bakkers stukadoors mandenmakers enz.
Waarlijk, dit zijn uitkomsten van groote
beteekenis.
Dat de uitgaven ten behoeve dezer in
richting aanzienlijk zijn behoeft geen breed
betoog. Het bedrag der jaarlijksche uit
gaven is ruim f 6.500. De zoogenoemde
vaste jaarlijksche contributiën zijn ongeveer
t 2.900. Het tekort van 3 600 moet door
giften gedekt worden. En wel is het eene
bemoedigende ervaring, dat het Bestuur
verklaren kandat drie en dertig jaren
lang dit te kort werkelijk door bekende en
onbekende vrienden is gedekt.
Eere aan de edelendie dag aan dag te
midden van deze verwaarloosden verkeeren,
wier lust het is alzoo het verlorene te zoe
ken en indien mogelijk te redden.
Het Bestuur der inrichting bestaat uit
den heer P van Eik mevrouw van Eik
van Loon en Jonkvrouw A. Graafland.
M. E. VAN DER MEULEN.
Graaf Loris Melikoff ontvingnadat hij
bij den Czaar op Peterhoff audiëntie had
Ignatieff.
Zou Melikoff nu Alexander’s goeden raad
gever worden
Dan mag Ignatieff wel den aftogt blazen.
Dat de krooning van den Czaar een jaar
is uitgesteld is nog niet zoo zeker.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Men zegt, dat de sultan van Turkije
groeit in de Egyptische kwestie en alle
hoop heeft dat men hem te hulp zal roepen.
Hij hoopt nog veel meer.
Voor den onderkoning heeft hij al een
remple§ant en wel prins Halim, een prins
van den bloede.
Arabi-Bey verzet zich steeds tegen de
FrarischEngelsche eischen en antwoordt
op elke vraag tot hem gericht„ik doe
niets zonder den sultan
Frankrijk en Engeland zijn er bijzonder
op gesteld, dat Europa aan hunne onbaat
zuchtigheid tegenover Egypte geloove.
Ze zullen op nieuw eene mededeeling
over hun doen en laten ten aanzien van
die kwestie aan de Mogendheden doen rond
gaan en wenschen niets te doen, dan met
volkomen goedkeuring van belangstellen
den.
Von Bismarck zegt men steunt in
’t geheim den sultan in zijne Suzereiniteits-
regten, uit naijver jegens Frankrijk en En
geland.
De vrouwen, waarvan niet of weinig ge
sproken wordt, zijn de beste wordt er
wel eens gezegd.
Onder deze behoorden tot nu toe de
Deensche.
Thans echter komen zij op het groote
wereldtooneel met een adres, door 20,000
geteekend, in prachtige caleigraphie, met
vignetten en randversiering bewerkt, ’t Ligt
in een omslag van rood fluweel met zilve
ren ornamenten, op de voorzijde prijkende
met het gekroonde naamcijfer der Keizerin,
vervaardigd uit paarlen. De hoeken en
sluithaken van den omslag zijn van mas
sief zilver in oud Noordschen stijl. Het
adres ligt in wit satijn, bewerkt met zilve
ren bloemen. Op het titelblad staatZa-
riza Maria 1882, in gouden letters met ge
kleurde ornamentatie. Het daarop volgend
blad bevat eenige coupletten uit het Deensche
volkslied „Dronuing Dagmar,” omgeven
door zinnebeeldig teekenwerk.
Het adres luidt aldus
„Op den Kroningsdag, terwijl de juich-
toonen der hulde rondom uwe majesteit weer
galmen, gevoelen de vrouwen uit het land
uwer majesteits kindsheid en jeugd zich ge
drongen, Ruslands Keizerin een zigtbaar
blijk harer liefde en toewijding aan te bie
den. Wij hebben onze jeugdige, lieftallige
prinses over zee zien heengaan, om haar
lot te gaan deelen met dat des troonopvol
gers van het magtige Rusland. De beste
wenschen werden toen voor onze konings
dochter geuit.
„Herhaaldelijk heeft het oude Vader
land zijne jeugdige prinses ontvangen als
gevierde bezoeksterhet heeft haar geluk
kig gezien als trouwe gade en liefdevolle
moeder. Daarop zijn donkere, vreeselijke
dagen gevolgd, waarvan de mare hier te
lande in paleis en hut doordrong en de ge
moederen met diepe smart vervulde. De
Deensche vrouwen smeeken den Almagtige,
op dezen feestelijken dag, de donkere wol
ken, die over Rusland zijn zamen gedreven,
te doen verdwijnen en uwe majesteit zijne
genade en zegen te verleenen om voor Rus
lands eere en heil werkzaam te kunnen zijn.
Ja, God geve dat onze geliefde konings
dochter, aan de zijde van haren hoogen ge
maal, omringd door geliefde kinderen, als
eene tweede „Dagmar” haren naam moge
schenken aan de russische volksoverleve
ringen voor zeer, zeer late tijdperken
fr
is
BOLSWARDSCHE COLRAAT