NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOfcSWAR» WONSERADEEL I I Op de Zuiderzee. No. 24. 1882. Een en Twintigste Jaargang. ft E i DONDERDAG 15 JUNIJ. t (I I i B E R I G T. VOOR j? IIIITIVLIM». .e i bij Al ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. W ’t Moge wezen, dat de mannen van de „Groote Vaart’’ spottenderwijze ons varen op de Zuiderzee„plassen noemen in een waschtobbe,” terwijl ze mopperen tegen de korte golven die hun magen soms parten, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van WONSERADEEL Brengen bij deze ter openbare kennis dat het onderzoek van de Verlofgan gers der Militie te Land, voor deze Gemeente zal plaats hebben te Witmar- sum, den 20en Junij 1882, des voormiddags ten 10 U2 ure; dat aan dit onderzoek moeten deelnemen al de milicien-verlofgangers voor zooverre zij vóór den Isten April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld dat de verlofgangers bij het onderzoek moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van het zakboekje en den verlof pas en van de kleeding- en uitrustingstuk ken welke hen bij het vertrek met verlof zijn medegegeven dat de strafbepalingen van art. 144 der wet zullen worden toegepast op de zoodanigen, die zonder geldige reden niet verschijnen. Wit mar sum den 20 Mei 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd, L. BRITZEL. De Secretaris E. JANSEN. die zich met Jul(j a. s. op de B ol s w a rd s c h e C o ii rant wenscben te abon neren, ontvangen de nog ver schijnende nummers in deze maand gratis. DE UITGEVER. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van WONSE RADEEL brengt naar aanleiding van de bij hem ontvangen aanschrijving van den heer Commissaris des Konings, dd. 2 Junij 1882 le afd. M. en S. no. 558 (provinciaal blad no. 72) ter algemeene kennis le. dat dit jaar krachtens art. 125 der militiewet in werkelijke dienst worden op geroepen de Verlofgangers van de lichtingen 1879 en 1880waarvan de korpsen vermeld zijn op onderstaanden staat gereikt, vermeldende tijd en plaats van op komst 3e. dat de verlofgangers die voor an dere provinciën zijn ingelijfd zich bij den provincialen adjudant te Leeuwarden kun nen aanmeldenten einde bij een detache ment gevoegd of wel van reisgeld voorzien te worden 4e. dat de aan de verlofgangers toekomende daggelden en voor zoover zij regtstreeks naar hunna garnizoensplaats moeten ver trekken bewijzen tot kosteloos vervoer ter secretarie kunnen worden in ontvangst genomen. WiTMARSUM, den 10 Junij 1882. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. spelen waar geen cognacje tegen helpt wat mij betreft ik houd van die groote kom, tobbe of hoe ge ’t noemen wilt, ’t Is een inter-provinciaal vaarwater. Vijf provinci ën grenzen er aan, enkele eilanden zijn nog het mager overschot van ’t voor eeuwen zoo vruchtbare oord. Prijze wie wil den landweg, mij is de spoorreis naar ’t hart van ons land, met al haar benaauwdheid, tocht en stof, door moerassige streken en zandige vlakteneen welkome toevlucht in nood maar zoolang onze spoorwegdirectiën nog zoo weinig zorgen voor ’t gemak en genot der reizigers en ons alleen exploiteren ter wille der exploitatieverblijd ik me zoo vaak ’t mij vergund is aan boord van een stevigen stoomer de wateren te klieven der zee, die eigenlijkik erken teerder den naam van meer zou verdienen te dragen en strikt genomen een zeeboezem is. ’t Is een vriendelijke, gezellige plek, waar daags vooralmaar ook zelfs ’s nachts leven en beweging is. ’t Is een genot, als de water spiegel glad is, de lucht effen en kalm, bo ven op ’t dek of beneden in de ruime ka juit zich terug te trekken op een rustige plek en daar zich over te geven aan stil ge mijmer of zich te ontspannen met eenig plaat-, boek- of schrijfwerk. Hoe gezellig vliegen de uren om, soms onder vroolijken kout of ernstig gesprek, onder een aangena me hartsterking of eenig spel. Men wordt niet moede door al de afwisseling die er is, zoowel in het luchtruim dat zich boven ons welftals door de drukte die het water vlak aanbiedt en de gedachten welke de verschillende kusten in ons opwekken. Soms is het witte schuim dat de raderen der boot doen opstijiven, de eenige beweging die de spiegelgladde oppervlakte aanbiedt en zoe ken wij onder de zonnetent een beschaduwd plekje tegen de stralen der zon, die in bree- de stroomen haar licht zendt uit het heer lijk blauw der onbewolkte lucht. Op een anderen tocht ontstoomen wij na een be nauwd warmen dag de als in stofwolken gehulde hoofdstad en verkwikken ons aan de liefelijke koelte van een zachten zuide- wind terwijl al meer en meer de sterren zichtbaar worden en de maan haar vrien- delijken glans over het water verspreidt. Enkele malen heb ik genoten als bij een flinke bries of tamelijken stormde wolk gevaarten dreigend op ons afkwamen, som bere grauwe tinten het daglicht verduiste ren, zóó dat water en lucht samensmeltend, een enkele donkergrijze kleur aannamen, als de golven haar witte koppen van schuim omhoogstaken en met geweldige kracht over onze hoofden henenspatten, terwijl de boot onvervaard ze met haar voorsteven door kliefde. Doch allerschoonst zijn zee en lucht, als een frissche koelte waait en de damp kring afwisseling aanbiedt van heerlijk blauw en wolken van allerlei grillige vor men en teekenachtige gedaanten. Wat prachtige werkingen des lichts! Ziedaar ginds hangen wolkendoor de zon brons- achtig gekleurd, als waaiers en sluiers de kust voor een wijle verbergend. Elders doet een statige rei van witte door schitte rend licht bestraalde koppen ons aan de sneeuwtoppen der Alpen denken. Of wel zie, daar stijgt als een rookkolom uit een krater omhoog en, even het hoofjl omwen dend, peilt ons oog een heerlijke diepte van wolkenlagen, die al blanker en witter wor den en waarvan de meest vlokkige en wol lige met een zacht rooden tint worden ge kleurd, terwijl ’t ons is als worden op den versten achtergrond ons de Hemelen geo pend, waar de blik zich verliest in een zee van glanzend heerlijk licht. Wonderlijk vreemd, heerlijk verrassend, is ook de wer king des lichts op de wateren der zee. ’t Eene oogenblik tintelen de kopjes der kabbelen de golvenals duizende sterren met zilve ren glansin ’t andere werpt de zon een breeden zoom van licht langs den gezicht einder die onafzienbaar schijnt, en dan weer is het watervlak hier loodkleurig geverwd en ginds helder van kleur. De gelukkige die zulk een dag mag treffen, kan zich ver lustigen niet minder in ’tvroolijke schouw spel dat de beweging op ’t water hem aan biedt, dan met de werkingen des lichts op wolken en golven. Immers heel de zee is bijna geheel voor het oog verbergt, maar waar ik den voet aan wal zet overal vind ik trouwe vrienden en al vernemen de meesten hem niet, toch zend ik hun in den geest naar alle zijden heen mijn groet. M. E. van der MEULEN. Hoewel Engeland en Frankrijk van oor deel zijn dat de zending van Derwisch-pa- cha, commissaris van onderzoek, naar Egyp te volstrekt niet als een beletsel tegen het bijeenkomen van de conferentie is aan te merken, is het toch niet te verwachten dat deze diplomatenvergadering weldra zal ge houden worden. De twee westersche mogendheden wen- schen wel dat het internationale debat over de oplossing der Egyptische crisis hoe eer der hoe liever een aanvang neme, doch naar men verzekert zijn Oostenrijk, Duitschland, Rusland en Italië geneigd er mede te wach ten, teneinde Turkije den tijd hebbe orde en rust in Egypte te herstellen. In afwachting van hetgeen nu door den turkschen commissaris gedaan zal worden en welke gevolgen zijne handelingen zullen hebben, nemen het gezag en de invloed van Arabi-pachanaar het schijnteerder af dan toe. Volgens den Parijschen Soir is deze dic tator gedurende de laatst verloopen veer tien dagen niet in staat geweest zijne magt te versterken en moet het geene verwon dering baren als men de geestdrift des volks voor hem langzamerhand ziet verdwijnen. Derwisch-pacha, Turkye’s gevolmagtigde in Egypte en derwaarts gezonden om de orde in dat land te herstellenmeent dat te kunnen doen met weinig omslag. Hij beschouwt de zaak als een „militair standje” en wil met partijen niet rede kavelen. „Ik weet alles en begrijp alles” zegt bij en laat tevens doorschemeren, dat hij wel als minister van oorlog zou willen op treden. „Dat was het beste” meent hij tot groote verbazingwelligt ook tot ergernis van Arabi-bey. „Regtens voegde hij er bij ben ik op dit oogenblik reeds opperbevelhebber van alle turksche troepen.” Pharao is zeer ingenomen met zijn „be vrijder” en de europeesche consuls beginnen te gelooven, dat hij zijn doel zal bereiken. Overigens laat Derwisch ieder die hem wil spreken toeen luistertmaar bestraft niet en belooft niets. Alleen de ministers kregen een woord of wat. Toen zij over de politieke kwestie het een en ander in ’t midden hadden ge- bragtantwoordde hij „’t weer is bijzon der mooi De lijkdienst voor Garibaldi moet een zeer indrukwekkende plegtigheid zijn ge weest. De kist was bedekt met een prach tig lijkkleedeen geschenk van den ge meenteraad van Sassari. Een portret van Mazzini hing boven het rustbed. Van het huis tot den oever zag men niets dan vlag gen standaarden en guirlanders. De pro cessie die het lijk naar den grafkelder ge leidde bestond in de eerste plaats uit een linie-compagnie met muziekgevolgd door de bemanning der pantserschepehdaarna volgde de lijkbaar, die gedragen werd door de overlevenden der beroemde duizend en omstuwd en gevolgd door de verdere vete ranen van zijn legertjesvervolgens kwam de hertog van Genua met gevolg, de mi nister van oorlog met de generaals en an dere officierendie uit de garibaldiaansche rangen zijn voortgekomende deputation uit den senaat, de kamer, den romeinschen gemeenteraadleger en vlootde syndici van la Maddalena en tal van andere ste den deputaties der pers en van een me nigte vereenigingen met vlaggen en banie ren en eindelijk vele personen, lijkkransen dragende. Nadat verschillende redevoeringen waren uitgesprokenwerd het lijk bijgezet tus- schen de graven van Anita en Rosa. Al 2e. dat aan de opgeroepen verlofgangers een bijzondere kennisgeving zal worden uit- AD VERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. bevolkt met sloepen en schepen en booten. Moedig en bijkans brutaal roeien daar mid den in zee een paar mannen hun ranke boot met den stroom meemaar tegen de golven op, zoo dat soms het bootje met den kop tegen de golf, schijnt te zullen overslaan en ge, hoewel onnoodig, toch met angst ziet op den roeier der voorste bank die over zijn makker dreigt heen te slaan. De onversaagde Markers Enkhuizers Urkers die echte kinderen der zee, zeilen in hun lompe, maar stevige schuiten in alle richtingen heen. Daar op een afstand liggen verscheidene tweeling-botters. Aan den voorsteven zijn ze met een touw aaneenverbonden ieder zeilt een andere koers uit en daardoor hou den zij elkander in evenwichtzoodat zij geen roer behoeven te gebruiken. Achter hen sleept het net, dat ze van tijd tot tijd inhalen, om den buit samen te deelen. Van en naar onderscheiden plaatsen in Noord- HollandFriesland en Overijssel zeilen de beurtschepen en tjalken, stoomen de booten heen en weer en al mogen de maatschap pijen, die deze laatste in de vaart brengen, scherp tegen elkander mededingentoch zal geen echt zeeman den wuivenden groet verzuimen, waarmee men elkander voorbij stoomend, een goede reis de een den ander wenscht. Toch heb ik het een enkele maal getroffendat de jaloerschheid ook den kapitein eener concurrerende boot had aan gegrepen en deze op ons aanstoomen kwam met blijkbaren moedwil en wij op ’t laatste oogenblik slechts door een snelle wending ’t gevaar ontkwamenterwijl reeds ’t tuig van het vijandelijk schip over onze verschan sing heen stak. Zoo biedt de zee met haar majestueus koepeldak altijd een belangwek kend en dikwerf een verrukkelijk schouw spel, veel rijker nog dan ik ’t met enkele woorden schetste. Ook de kusten met wat ze verbergen en doen zien van de provinciën wier grenzen zij zijn, wekken verschillende gewaarwor dingen op. Welk een tegenstelling tus- schen onderscheiden steden aan het strand dier zee gelegen. In het Noorden is ’t overal vervallen grootheid, kwijnend leven, hoop op betere tijden, maar de bloeitijd is voorbij en zal bezwaarlijk wederkeeren. Hoe vroohjk het klokkenspel in den „Drom- medaris” te Enkhuizen moge klinken, toch is ’t me als een klaaglied, omdat de grootsch- heid der stad, waarvan het trotsche stad huis met zijn marmeren vestibule en ruime zalen, de breede lanen, straten weleer, nog altijd getuigen, is onder gegaan. Misschien, als eenmaal een trotsche stoomboot, het nu zoo kleine Stavoren, dat voor eeuwen zijn rechtsgebied tot Nijmegen uitstrekte, het vroegere Westergoo weer zal verbinden met West-Friesland, dat dan door toene mend verkeer der bevolking van de beide gewestenlangs spoorlijnen, ook de ste den uit haar verval weer zullen verrijzen misschienWie zou het niet wenschen? Toch is er grond voor de vrees, dat als eenmaal met groote kosten, havens zullen zijn verbeterd, havenwerken aangelegd, het gaan zal als te Harlingen, waar millioenen schats besteed zijn, trotsche werken vol tooid, maar leven en vertier ontbreken. Daarentegen zie Amsterdam, nu wel aan de eene zijde door dijken gescheiden van Zuider- en Noordzee, maar om aan de andere met diezelfde Noordzee en met den wereld handel verbonden te worden. Voor het derde eener eeuw kwijnde ook die stad en nu zij heeft zich aangegrepen, de bevol king stroomt haar toe, zij breidt hare ar men al verder en verder uit, grootsche on dernemingen komen tot stand, zij wordt weer meer en meer de hartader, die nieuw bloed naar alle zijden doet stroomen. Maar waar heen ik den blik moge laten weiden, ik zie overal den bodem van mijn dierbaar vaderland met zijn vriendelijke landsouwen, met zijn breede, rijke grasvlakten van Hol land en Frieslandmet zijn lommerijke plekjes die zich als in Gaasterland en Mui- derberg uitstrekken tot waar de zee het geboomte bespoelt, ik zie de breede zoom van Gelderland met zijn zandvlakten en bosschen niet ver van de kust, ik ontdek in de verte de vette weiden van het Kamper eiland, terwijl de kleine strook van het Sticht zich BOLSWARD8CHE COURANT KORPSEN. Datum van Opkomst. 8 Augustus 1382. idem idem V eldartillerie idem idem >en le, 2e, 3e, 4e en 5e bataill 2e bataillon 3e idem Onderdeden. Grenadiers le reg, Infanterie 7e 8e le 2c 3e Korps Genietroep! Hospitaalsoldaten dat aan en Jagers 3 7 8 H 25 Jul.en 3 Aug.1882 3 Augustus 1882. 22 Julij 1882. 4 Jul. en 22 Aug. 1882 3 Augustus 1882.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1