NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOI-SWAR» WWSSaAÖBH.. I 1882. Een en Twintigste Jaargang. No. 26. DONDERDAG 29 JUNIJ. IHi VOOR BITITEMDAMII. c «II 1" f M. E. van der MEULEN. van vaccinatiën. ABONNEMENTSPRIJS: .80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Het Engelsche lagerhuis heeft met 132 tegen 30 stemmen artikel 12 der iersche dwangwet aangenomen, waarbij de regering schiedt veel minder dan vroeger, en zal ge durig minder worden ook. Het gevolg daarvan zal zijn, dat men het dronken wor den ontwent, en eindelijk zullen de dronk aards van den aardbodem (den Nederland- schen zeker?) verdwijnenen er zal een algemeene nuchterheid heerschen tenzij de menschen vóór dien tijd al lang ontnuchterd zijn en bemerkt hebbendat de ziekte verplaatst maar niet genezen misschien eerder gevaarlijker geworden dan beteugeld is.” Uit den spottenden toon waarin de schrij ver zich uitdrukt, zou men bijna opmaken, dat hij zich niet bijster verheugtover de aanvankelijke gunstige werking der drank wet. In elk gevalhij ziet de toekomst donker in. Hij schijft wel van „een alge meene nuchterheid op den aardbodem”, daarbij ons kleine Nederland tot den aard bodem verheffendmaar in den grond der zaak ziet hij een groote ontnuchtering, d.i. iu dit verband een algemeene dronkenschap te gemoet, een „verplaatsing der ziekte, die eerder gevaarlijker zal blijken dan beteu geld.” Uit het vervolg van zijn artikel blijkt dat „volgens de geschiedenis der drankwet ten de kleine kroegjes zullen vervallen maar de groote drankhuizen een schitte rende toekomst te gemoet gaan.” Of dit nu volgt uit de geschiedenis der drankwet tenbetwijfel ik zeer, althans wat wij uit Maine in Amerika en uit Zweden verne men klinkt heel andersmaar in elk ge val dit is dus volgens den S. het gevaar der toekomst, de ziekte wordt verplaatst van „de kleino kroegjes” naar de „groote drankhuizen”, en daardoor wordt zij „eerder gevaarlijker dan beteugeld.” Dat de kleine kroegen, door de verplich ting om het vergunningsrecht te koopen verminderd zijn in getal en er nog verschei dene verdwijnen zullen en moetenis on weersprekelijk. Maar is dat gevaarlijk Ik heb altijd gemeenddat niets zoo gevaar lijk was als dat ter sluiks nemen van een of meer borrels voor de toonbank en achter ’t gordijntje of dat zitten in de ge heimzinnige achterkamerswaar naar ’t heette „heusch alleen maar koffie geschon ken werd maar waar in de daad de je- neverflesch rondging bij ’t kaartspel en aan leiding gaf tot menig onstuimig tooneel. Wat mij betreftik waag ’t met de groote drankhuizen. Ik gun hun de beste stan den der stadruime zalen met veel licht breede vensters met groote ruiten waar de toegang voor ieder open staatwaar alle standen al meer en meer elkander ontmoe ten gelijk reeds in toenemende mate het geval isvooral in de groote steden. Dat is niet „gevaarlijkerdat is een uitnemend voorbehoedmiddel voor, een geneesmiddel tegen allerlei misbruiken. Allen die in zulke zalen bijeen komen controleren elkan der. Misbruik is bijna onmogelijkde een schaamt zich voor den ander en de onbe schaamde zal spoedig zich verwijderen moe ten of verwijderd worden. Het publiek eischt het stilzwijgend. De S. waarschuwt voor overijlde gevolg trekking en schrijft, dat „noch uit de groote opbrengst van het regt, noch uit de schijn bare vermindering van de dronkenschap iets bepaalds is op te maken.” Wij heb ben, zoo gaat hij voort,” slechts één gege ven, en er zullen tal van jaren moeten ver- loopen eer een gemiddeld cijfer tot basis kan aangenomen worden.” Of de vermin dering der dronkenschap „schijnbaar” is, wil ik niet beoordeelen, in elk geval moe ten we, eer we over de duurzame werking der wet kunnen oordeelendie werking ge durende eenige jaren gadeslaan. Dit ben ik met den 8. volkomen eensdoch gerust durf ik voorspellendat hoe meer kleine kroegen verdwijnenhoe minder de heeren in betrekkelijk geheimin hun sociëteiten drinken en spelenhoe grooter de drank huizen wordenhoe meer het drinken in het openbaar geschiedtdes te meer de dronkenschapniet toe maar afnemeh zal. De Schrijver ziet echter niet alleen de toekomst donker inals de „kleine kroeg jes” vervallen zullen zijn en de groote drank- WK k i: l S G EV M G De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie Friesland Gelet op art. 11 der wet van 13 Junij 1857 (Staatsblad no. 87 Brengt ter kennis van de belanghebben den dat, ingevolge besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie, van den 15 Junij 1882, no. 57, le afdeeling B 1°. de jagt zal worden geopend: op Maandag den veertienden Augustus e.k., met zonsopgang, voor zoover betreft de jagtbedrijven van het bij letter d van art. 15 en bij art. 17 der genoemde wet bedoeld schieten van waterwild, als eenden, duikers, waterhoenders, water snippen, schrieken, kemphanen, strandloo- pers, wulpen en plevieren, op alle wateren en hunne oevers, alsmede langs de kusten, moerassenpettenplassengrachten en slooten b. het vangen van eendvogels in een eendenkooi of daarmede gelijkstaand toestel; op Maandag den vijfentwintigsten Sep tember e.k., met zonsopgang, voor zoover betreft de jagtbedrijven, bedoeld bij letters a, b, c en g van gemeld wetsartikel, van: a. met valken of havikken, mits zonder honden b. met windhonden (lange jagt), mits zonder schietgeweer en met niet meer dan 5 honden c. met geweer en met of zonder staande honden of brakken g. het vangen van houtsnippen met laat-, war- of valflouwen op Vrijdag den twintigsten October e.k., met zonsopgang, voor zoover betreft het jagtbedrijf van het vangen van waterwild met slagnetten 2°. a. het jagtbedrijf met windhonden (lange jagt), bedoeld bij art. 156 der wet, slechts twee dagen der week, en wel op Woensdag en Zaturdag, zal mogen worden uitgeoefend b. het jagtbedrijf met geweer met of zonder honden, bedoeld bij art. 15c der wet, en dat van het schieten van waterwild, be doeld bij art. 15rf der wet, na den vieren- twintigsten September e.k. slechts drie da gen der week, en wel op Maandag, Woens dag en Zaturdag, zullen mogen worden uitgeoefend, met deze uitzondering evenwel, dat dit van Vrijdag den twintigsten Octo ber tot en met Zaturdag den elfden No vember dagelijks zal mogen geschieden. En zal deze op de gebruikelijke wijze worden afgekondigd en aangeplakt. LEEUWARDEN, den 17 Junij 1882. De Commissaris des Konings voornoemd, Nax HARINXMA thoe SLOOTEN. huizen een schitterende toekomst te gemoet gaan; hij vindt ook de geldheffing voor het vergunningsrecht ten bate der gemeenten het middel om de ziekte schijnbaar te ge nezen, hoogst onzedelijk. Eerst spot hij er mêe op zijn eigenaardige wijze. Na ver meld te hebben, dat „nu reeds de gemeen ten, de afwijkingen er buiten gelaten, eene opbrengst van nagenoeg 25 cents per hoofd hebben, groot en klein medegerekend,” gaat hij aldus voort: „Dat is lang geen onaar dig cijfermaar wat verhindert den prijs te vertiendubbelen? Dan worden de men schen te eerder braaf, en van hoofdelijken- omslag behoeft geen sprake meer te zijn, of men maakt waterleidingen en riolen en gasfabrieken en tramwegen, alles ten koste van de verkoopers van sterken drank in het kleindie ten laatste geen enkelen klant meer overhouden, en toch altijd maar door betalen, zij alleen voor alle anderen want zij waren slecht in de oogen der heeren en hebben drank verkocht in het klein.” Aan het eind echter van zijn opstel wordt hij ernstig en schrijft: „Die kwaad wil te gengaan moet het straffen maar wie zoo doende geld tracht te makenbrengt een ondeugd te meer in de wereld”. Voorzeker, als men de zaak zoo voorstelt: de wetgever bevoordeelt de gemeentekassen ten nadeele van enkele burgers, hiyfcgk4er- gelijkertijd den handel drukkende lasten opdan is dit ten hoogste onrechtvaardig. Men kan verder gaan en vragen: heeft de wetgever niet dwaselijk gehandeld, door in dezen tijd, waarin men leuningen uitschrijft, omdat men voor allerlei groote werken meer geld behoeft dan de belastingschul digen opbrengen, tengevolge der drankwet de schatkist te benadeelen, door een verlies op den accijns op het gedisteleerddat in de vier eerste maanden van dit Jaar f72,048 bedroeg en alleen in Mei daarenboven f 60,606? Doch men moet zich ter beoor- deeling dezer geldelijke voor- en nadeelen op een ander standpunt plaatsen. Mag de staat alleen de macht uitoefenen der politiegelijk velen willendan heeft hij slechts kwaad te straffen en heeft hg geen recht het te voorkomen of althans daarnaar te streven. Rusten daarentegen op hem ook zedelijke verplichtingen, gelijk naar mijne overtuiging zeer zeker het ge val isdan mag het geldehjk voordeel der schatkist niet bij hem de eerste vraag zijn, dan moet hij allereerst vragen of eenige tak van handelgelijk hier het geval is ook een nadeeligen invloed uitoefent op het lichamelijk en zedelijk welzijn des volks. Is dit zijn overtuiging, gelijk in Indië met opium en hier te lande met sterken drank, dan moet hij zich verblijden over de min dere opbrengst door dit artikel in de schat kist. En wat den handel in en verkoop van dien drank betreft, hij zou hem, gelijk in enkele staten geschiedt, ganschelijk kun nen verbieden. Zoover echter wil deNeder- landsche wetgever niet gaan. Doch wat hij wel wil en doet, mag hij op dit standpunt zeker. Hij begunstigt hem niet, in tegen deel hij legt hem aan eenige bandenhij bepaalt het aantal verkoopers (in ’t klein omdat deze het gevaarlijkst zijn) in elke gemeente, hij verplicht deze tot een buiten gewoon geldelijk offer ten behoeve dier ge meente. Of dit nu „een ondeugd te meer in de wereld” is, dan of het als een weldaad den volke bewezen, te beschouwen is, hangt af van de voorstelling die men zich maakt, aangaande de rechten en plichten van den staat en van het oordeel dat men zich vormt, over het schadelijke of niet schadelijke van den sterken drank. Dat gemeenten en niet het rijk, de opbrengst genieten van het ver gunningsrecht, is wellicht billijk, zeker zeer aangenaam, maar stellig van ondergeschikt belang. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Volgens „de Volksvriend" van 22 Juni, schrijft de „Nieuwe Goudsche Courant" van den 10de dezer: „Het misbruik van sterken drank wordt nu beteugeld. De volkskanker woedt niet langer voortde volksdeugd is een heele sprong voorwaarts gegaan, en dat alles een voudig door het invoeren van de nieuwe drankwet. Maar er komt nog meer bij. De belastingschuldigen zullen weldra in het land van beloften leven, want nu men een maal het ware middel gevonden heeft, om te gelijk met het bevorderen van de deugd, een aardig cijfer aan guldens in de gemeen tekassen te doen vloeijennu behoeft men slechts den maatregel op grooter schaal uit te voerenom nog minder dronkaards en nog meer vergunningsregt te verkrijgen. Wat zal dat een gelukkig Nederland worden. Nu reeds is de toestand nagenoeg zoo Bij enkele gelegenheden wordt er eens een in de wacht gesleept wegens het ver- keeren in kennelijken staat van dronken schap op den openbaren weg, maar dat ge- IlElAENDMAKlNf^. De BURGEMEESTER van WONSE- RADEEL brengt naar aanleiding van de bij hem ontvangen aanschrijving van den heer Commissaris des Konings, dd. 2 Junij 1882 le afd. M. en 8. no. 558 (provinciaal blad no. 72) ter algemeene kennis le. dat dit jaar krachtens art. 125 der militiewet in werkelijke dienst worden op geroepen de Verlofgangers van de lichtingen 1879 en 1880, waarvan de korpsen vermeld zijn op onderstaanden staat 2e. dat aan de opgeroepen verlofgangers een bijzondere kennisgeving zal worden uit gereikt, vermeldende tijd en plaats van op komst 3e. dat de verlofgangers die voor an dere provinciën zijn ingelijfd zich bij den provincialen adjudant te Leeuwarden kun nen aanmeldenten einde bij een detache ment gevoegd of wel van reisgeld voorzien te worden 4e. dat de aan de verlofgangers toekomende daggelden en voor zoover zij regtstreeks naar hunne garnizoensplaats moeten ver trekken bewijzen tot kosteloos vervoer ter secretarie kunnen worden in ontvangst genomen. Witmarsum, den 10 Junij 1882. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. De „NIEUWE GOUDSCHE COU RANT" en de DRANKWET. BEKEND JVL .A. KITST G- De BURGEMEESTER van WONSE- RADEEL brengtter voldoening aan het bepaalde in art. 41 der gemeentewetter algemeene kennisdat door hem op Zatur dag den 1 Julij 1882 des voormiddags om 11 uur, in het gemeentehuis te Wit marsum, vergadering van den gemeenteraad is belegd, ten einde te beraadslagen en be sluiten over de hieronder vermelde punten. Witmarsum, 24 Junij 1882. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. 1. Notulen der vorige vergadering. 2. Verzoek van P. Altena om kwijt schelding van zijn aanslag in den hoofde- lijken omslag. 3. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot intrekking van het besluit, re gelende de belooning voor het verrigten 4. Rapport van het onderzoek der arm- 7 de aanvrage van het arm bestuur van Ferwoude c. a. tot wijziging der begroeting dienst 1882. 6. Voorstel van Burgemeester en Wet houders op het verzoek van ingezetenen van Lollum, betreffende den toren aldaar. 7. Resolutie van Gedeputeerde Staten houdende eene bedenking tegen de veror dening van politie op den Stoomtram. 8. Benoeming van eene Commissie tot onderzoek van de gemeente- en dorpsreke- ningen, over 1881. 9. Plan en bestek voor het stichten van een schoolgebouw te Cornwerd. 10. Voorstel van Burgemeester en Wet houders inzake de herstelling van het muur werk aan het vallaat te Makkum, CL 6 voogdij rekeningen over 1881. 5. Idem, van f der begroeting dienst 1882. BOLSWARDSCHE COURANT I 9 i Onderdeden. KORPSEN. J agers zz i zz zz zz idem idem V eldartillerie idem idem 3 8 Datum van Opkomst. 8 Augustus 1882. Ie, 2e, 3e, 4e en 5e bataill 2e bataillon 3e idem Grenadiers en le reg, Infanterie 7e 8e le 2e 3e •t *z zz 25 Jul.eu 3 Aug 1882 3 Augustus 1882. 22 Julij 1882. 4 Jul. en 22 Aug. 1882 3 Augustus 1882. H Korps Genietroepen Hospitaalsoldaten

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1