NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARP WWSSMJMMtt. i 3 I KGYPTE. I 1882. Een en Twintigste Jaargang. No. 31. DONDERDAG 3 AUGUSTUS. g VOOR BUITETW Ij AMTB. *1 I Li, ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Wallinga om de school te klassen ook eene soort van witte broeken, als zij namelijk geld genoeg bezitten om zich die aan te schaffen. Het persoonlijk karakter van den Schrij ver van wien deze mededeelingen afkom stig zijn, is een waarborg voor de wezenl ijkheid der hier opgegevene berigtenhoe schijnbaar strijdig die ook zijn mogen met vele anderevan Europesche militaire of burgerlijke ambtenaren van den Pacha, die enkel bekend zijn met zijne grootsehe in- rigtingen in Alexandrië en Cairo en niet met het inwendige des landsdat daaraan geheel en al wordt opgeofferd. Nu aller oogen gevestigd zijn op de ge beurtenissen aldaar, plaatsen we gaarne on derstaand uittreksel uit eenen particulieren brief, over den toestand van dat land in 1836, en waarin tot op heden nog zoo wei nig verandering en verbetering is gekomen. Sinds bijna 2000 jaren heeft Egypte geen andere dan vreemde beheerschers gehad en het volk is zoo diep verlaagd dat het eenen langen tijd is geregeerd geworden door eene reeks slaven de Mamelukken en zelfs thans nog de mogelijkheid niet be seft, om zich zelven te besturen. Zeer dik wijls klagen de Egyptenaren over hunnen onderdrukten, ellendigen toestand, maar be palen zich tot den wensch, dat er een zach ter heerscher moge opstaan, om den tegen- woordigen tiran zijn rijk te ontnemen. Zelfs de lagere ambtenaren en de gouverneurs zijn vreemdelingen. Bij elke verandering van beheerscher, schijnt aan dit diepgezon ken volk een treuriger lot beschoren te zijn geworden. Geen hunner stadhouders schijnt echter zijnen staf op eene zoo vreeselijke en gruwzame wijze te hebben gezwaaid als hun tegenwoordige onderdrukker, mehemet ali. Het is eene merkwaardige daadzaak, dat de ellende der Egyptenaren voornamelijk ontstaat uit dezelfde staatkunde, welke ook Jozef volgde, zoo als men lezen kan in het zeven en veertigste hoofdstuk van het eerste boek van mozes en die tot op den huidigen dag heeft stand gehouden. De Pacha geeft den boeren landzaaikoren en veeaan welk laatste er echter groot gebrek is en eischt daarvoor een zeker ge deelte van de opbrengst als zijn eigendom, waarbij hij echter de drukkende voorwaar de heeft gevoegddat hij insgelijks al het overigetegen eenen door hem bepaalden prijskoopen kan. Op deze wijze is thans al )iet eigendom der landlieden het zijneen hij kan hen geheel in den grond helpen, zooals hij werkelijk doet. Alle aan sporing tot vlijt en werkzaamheid wordt hierdoor onderdrukt en het volk is alleen bedacht op valschheid en achterhoudend heid. Daarenboven bestaat er nog een uiterst drukkend hoofdgeld, eene hooge be lasting op de inkomsten en zware tollen. Ook de vrouwen kunnen niets voor zich zelve spinnen of breijen alles wat zij ver- rJ - I n Constantinopel geeft geen nieuws. Wij staan nog altijd voor twee feiten: de verhevene porte is gereed eene expeditie naar Egypte te zenden onder conditiën. lo. Engeland stake zijn interventie 2o. de mogendheden zorgen voor geld. Engeland weigert echter zijne bemoeijin- gen met Egypte te laten varen en neemt de turksche hulp aan onder voorwaarde dat de verhevene porte Arabi-Bey tot re bel verklare. Daartoe is Turkije nog niet genegen. Wat de vredes-onderhandelingen betreft tusschen lord Seymour en Arabi-Bey ’t gerucht daarvan, dat aanleiding gaf tot een vreugdedag op de beurs, was veel te sterk gekleurd en wat de zamenspreking betreft zij had geen resultaat. De Notabelen uit Cairo, met den khedi- ve een onderhoud hebbende, toonden wei nig genegenheid om tot een vergelijk te komen en verklaarden, dat het Egyptische volk gereed was tot eene wanhopige ver dediging tegen Engeland’s aanrandingen. Arabi-Bey teekent stukken, die van hem uitgaan, als bevelhebber van het nationale EEKE JSTZD JVE2A KI JSTGr- De BURGEMEESTER van WONSE- RA DEEL brengtter voldoening aan het bepaalde in art. 41 der gemeentewetter algemeene kennisdat door hem op Zatur- dag den 5 Aug. 1882 des voormiddags om 11 uur, in het gemeentehuis te Wit- marsum, vergadering van den gemeenteraad is belegd, ten einde te beraadslagen en be sluiten over de hieronder vermelde punten. Witmarsum 29 Julij 1882. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. 1. Notulen der vorige vergadering. 2. Verzoek van F. van ontslag als onderwijzer aan Tjerkwerd. 3. Verzoek van E. Posthuma om ontslag als onderwijzeres aan de school te Arum. 4. Opmaken van de opgave tot benoe ming van drie leden van het Collegie van Zetters. 5. Benoeming van onderwijzers aan de scholen te Arum, Tjerkwerdjen Witmarsum. 6. Kantbeschikking vaneen heer Com missaris des Konings verzoekende advies op een door den heer T. H. Kingma bij Gedeputeerde Staten ingediend adres om trent het raadsbesluit tot aanvaarding van aan de gemeente geschonken grond te Makkum. 7. Rapport van het onderzoek der reke ningen van de gemeente en de dorpen over 1881. 8. Voorstel van Burgemeester en Wet houders op het verzoek van ingezetenen van Makkum, om het kohier van hoofdelijken omslag aldaar ter inzage te leggen. leger en generaal van het revolutie-bewind te Cairo. De londeusche Times zegt „Wij hebben zeer goede gronden om te bewerendat de nieuwe schaakzet der por te geen ander doel heeft dan oneenigheid tusschen Engeland en de andere leden der conferentie te verwekken. De mogendhe den zijn echter volkomen overtuigddat Engeland’s tusschenkomst in Egypte thans volstrekt noodig isen aan het doen van pogingenom die interventie te verhinde ren, wordt niet gedacht de neiging om er tegen te protesteren bestaat zelfs niet. „De medewerking van Turkije zal alleen dan aangenomen wordenals zij geschiedt onder voorwaarden welke de opregtheid er van waarborgen.” Ook in Engeland begint men vergaderin gen te houden, waarin de interventie sterk wordt afgekeurd. Men protesteert daarin tegen alle verdere inmenging in de aangelegenheden van Egypte. Het parlement intusschen steunt Glad stone en ook de liberale pers is aan zijne zijde. „Wij moeten niet bouwen op de diplo matie zegt een der liberale dagbladen en in geen geval op die van Frankrijk maar alleen op ons zwaard. „Er is geen politieke verwikkeling zoo ernstigof zij wordt te niet gedaan door een welgeslaagden veldtogt.” Zoo zit er overal een spaak in het po litieke wiel en alsof dat alles nog niet ge noeg waskwam de russische gezant ter conferentie met de mededeeling, dat hij tot nader order van zijn gouvernementde zit ting niet weer zou bij wonen. ’t Schijnt dat de Czaar niet weet wat hij wil en daarom eene afwachtende houding meent te moeten aannemen. De zitting der conferentie werd ontnidde- lijk verdaagd. Verwarring onzekerheid dat is het op schrift ’t welk men boven de Egyptische kwestie kan plaatsen maar één ding is ze ker, namelijk dat Engeland voortgaat met de uitrusting van een landings-corps ’t welk in staat zal zijn, om bij aankomst in Egypte onmiddelijk den strijd tegen Arabi-Bey te aanvaarden. Lord Seijmour zond een brief aan den onderkoning van den volgenden inhoud „Monseigneur „De politiek der britsche regering en hare noodzakelijkheid werden duidelijk uiteen gezet in de proclamatie Uwer Hoogheid dd. 22 Julij. Het Egyptische volk zal een en ander hebben verstaan. „Niettemin acht ikadmiraal en bevel hebber der britsche vloothet noodig met het oog op de valsche mededeelingen, door Arabi-pacha den aanvoerder der re bellen en door hendie onder hem staan in omloop gebragt om opnieuw en zon der dralen aan Uwe Koninklijke Hoogheid de verzekering te geven dat de regering van Groot-Brittanje niet het minste voor nemen heeft, Egypte te veroveren of, in eenigerlei opzigt, den godsdienst of de vrij heid der Egyptenaren aan te randen. De britsche regering heeft geen ander doel dan de bescherming Uwer Hoogheid en der Egyptische natie tegen oproermakers. De Britsche regering wil het oproer te gen Uwe Hoogheid dempen en de orde in het land herstellen, door het te bevrijden van de onderdrukking der oproerige offi cieren. „Ik verzoek Uwe Hoogheid, de goedheid te willen hebben, de soldaten in hun eigen belang te waarschuwen, aan de bevelen der oproerige officieren niet te gehoorzamen hun te bevelen huiswaarts te keeren of trouw te beloven aan Uwe Hoogheid, hun gebieder, en aan de bevolking van Egypte jegens welke de Britsche regering welwil lende gevoelens koestert, mede te deelen, dat zij den oproermaker Arabi en zijne medepligtigen moet beschouwen als verra ders jegens hun Souverein, als werkelijke vijanden van Egypte.” Door admiraal Seymour zijn de komman danten der vreemde oorlogschepen uitge- noodigd aan hunne landgenoten, die voor- Egyptisch nieuws is er niet maar Fransch nieuws is er en van zeer ernsti- gen aard. ’t Ministerie-Freycinet vraagt ontslag 1 Bij de behandeling van het crediet van ongeveer 5 millioen, door de regering aan gevraagd voor de bescherming van het Su- ez-kanaal, openbaarde zich vrij sterke op positie tegen die vraag en die verzwakte zelfs niet toen de minister zeide„dat geld zal uitsluitend voor die bescherming wor den gebruikt.” „Daartoe is voldoende eene expeditie van 4000 man. „In allen gevalle verklaarde de mi nister zal er niets worden gedaan zonder toestemming der wetgevende vergadering. „De regering doet in dezen een regt- streeksch beroep op het vertrouwen der ka mer en herhaalt, dat het hier louter eene materiële en geen politieke kwestie geldt.” ’t Baatte niet door ’t opsteken der handen werd artikel 1 van het regerings voorstel verworpen. Een der hevigste bestrijders, de heer Clemenceau, eischte daarop stemming, ten einde misverstand te voorkomen. ’t Geschiedde en het crediet werd ge weigerd met 450 tegen 75 stemmen. Het ministerie verliet na die eclatante nederlaag de kamer, begaf zich naar den president der republiek en stelde de porte feuilles ter zijner dispositie. Op ’t verzoek van den president zal het zich met het beheer der loopende zaken belasten, totdat er een nieuw kabinet is benoemd. Er zijn in de Fransche kamer, die zich buiten alle bemoeijingen ten aanzien van de Egyptische kwestie willen houden er zijn ook die daarin geen ondergeschikte rol willen spelen en vooral niet onder En geland’s leiding aan den strijd willen deel nemen, maar ’t is toch een vreemde loop van zaken. De parijsche pers zal weldra licht geven over dezen chaos en ’t zal ook uit de po gingen om een nieuw kabinet zaatn te stel len, kunnen blijken, waar eigentlijk de knoop dezer parlementaire verwikkeling is te vinden. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. vaardigen behoort haren onderdrukker. Zelfs de vrijheid om blaauwe hemden, de gewo ne kleeding der landlieden, te weven en te vervaardigenis hun benomenen zij zijn thans gedwongendeze kleedingstukken van den Pacha te koopen. Zoodra de bewoners opgeroepen worden om aan een of ander publiek werk te arbeidenlaten de ambtenaren van mehemet de geheele omgelegene bevolking mannen vrouwen en kinderen bijeenverzamelen verdoelen hen in bepaalde hoopen, en stellen opzigters over hen aan. Deze voeren zweepen, waar van zij zeer dikwijls gebruik makendaar zij voor de behoorlijke volbrenging van het werk verantwoordelijk zijn. Daar de Pa cha bestendig oorlog voert, worden er ook gestadig recruten voor zijne land- en zee- magt gevorderd. Daartoe maakt hij zich meester van al het volk dat hij slechts krij gen kan en bruikbaar is. Zoodra zijne volk- heffingen beginnen, zijn alle straten en we gen als uitgestorven, de winkels zijn geslo ten en de geheele stad ziet er uit alsof er een algemeene treurtijd uitgeschreven wa re. - Het is gemakkelijk in te ziendat deze willekeurige maatregelen zeer veel bijdragen tot het verminderen der bevolking; en inderdaad ziet men ook, in vele dorpen, ter naauwernood eenen man of jongeling. Op deze wijs worden dan ook de dorpen van lieverlee geheel verlaten en dienen tot woning voor vogelen en wilde dieren. Ten gevolge van het gebrek aan mannen, moeten de vrouwen en kinderen lasten dra gen en zwaren arbeid doen, waardoor hunne ligchamen ontzenuwd en hun leven verkort wordt. De Pacha schijnt echter volko men gevoelloos te zijn, voor al de gevolgen van deze vernieling der krachten van zijn land. De Turksche ambtenaren zijn even zoo hoogmoedig en verdrukkend als hun gebieder en oefenen hunne dwingelandij op de onbeperktste wijze uit. Als een hoog beambte eene reis doen wil, gelast hij zijn gevolg, zich meester te maken van de eerste boot de beste, die hen in handen valt. Op dezelfde willekeurige wijze bekomt men ook de noodige levensmiddelen, waarbij een man van aanzien zich niet eens zelf heeft te vermoeijenhij zendt zijnen bediende naar den Kaschef of Halim, geeft zijne bezwaren te kennen, en vordert behoorlij ke straf voor de weerspannigen. De reg- ter gehoorzaamt onmiddelijk, zonder de an dere partij te hooren. Óm zijne uitge putte schatkist weder te vullen, heeft me hemet ali sinds kort zich bepaald tot het opdrijven van de teelt van katoen, hetwelk hij als een zeer voordeelig artikel van den handel heeft leeren kennen. Om dit te be werkstelligen heeft hij echter geene bijzon dere landen aangewezen, maar de zoodani ge in beslag genomen, welke vroeger het voedsel der inwoners opleverden en hier door kan Egypte, vroeger eene koornschuur voor Europa, thans ter naauwernood des- zelfs gesmoltene bevolking voeden. De le vensmiddelen worden dagelijks in het land schaarscher en duurder, en het volk moet zich met het ruwste en geringste voedsel vergenoegen. Dat van de land- en zee- magt bestaat uit gedroogde boonen en olie, waarbij van tijd tot tijd tweemaal in de week vleesch wordt gegeven; en toch wordt de toestand van het krijgsvolk veel hoo- ger geschat dan die der landlieden. De woningen der laatsten bestaan uit kleine hutten van leem, doorgaans cirkelvormig van gedaante, met eene ruwe deur, of in plaats daarvan enkel eene openinghet huisraad uit wat stroo en eenige aarden vaten. In de steden ten platten lande, zijn de beste huizen gebouwd van gebakken steenen, gevormd uit Nijl-slijk, met stop pels vermengd en in de zon gedroogd. Zeer veel kinderen, van beide geslachten, hebben geheel geene kleeding, tot zij ee nen ouderdom van acht of tien jaren be reiken, en krijgen dan (maar ook niet alge meen) eene soort van gewaad. Een lang blaauw hemd is het pronkkleed van den landman. De mannen dragen mutsen of tulbanden, de vrouwen eenen sluijer of doek waarmede zij het hoofd of bet gelaat be dekken. In de steden dragen de geringere X BOLSH UiDStJIE COURANT I i'fij

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1