NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
bolswabd wwfflB&ABsa.
1882.
Een en Twintigste Jaargang.
No. 33.
Vóór de Kermis.
DONDERDAG 17 AUGUSTUS.
VOOR
BINNENLAND.
BIHTEIWXAK I>.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
en deze is begonnen de versterkingen van
Arabi-Beij te Kafr-el Dewar te bespieden.
Ze zijn zegt men volgens de rege
len der oorlogskunst aangelegd.
Volgens sommigen zouden de Egyptena-
ren geen moed genoeg hebben, om dat le
gerkamp tot een tweede plevna te maken,
maar anderen voorspellen de Engelschen
geen overwinning zonder hevigen strijd.
Generaal Wolseleij wordt elk oogenblik
te Alexandrie verwacht en daar die krijgs
man vooral geen draler iskan men spoe
dig een aanval verwachten.
Lord Dufferin en Said-Pacha hebben de
overeenkomst over ’t geen de turksche ex
peditie heeft te doen en te laten nog niet
geheel in orde.
De eisch van den lorddat de turksche
krijgsmagt zou staan onder den engelschen
bevelhebber, is opgegeven, maar die krijgs
magt zal toch niets mogen uitrigten zonder
goedkeuring van den engelschen bevelhebber.
’t Is geven en nemen en ten slotte blijft
er toch voor den turk niet veel over.
HET ORGELCONCERT MET ZANG IN DE ST. MAR
TINIKERK TE BOLSWARD, OP DEN 13^
AUGUSTUS J.L.
Zeer naar waarheid is er op gewezen
hoe onnatuurlijk het is, om na groote ram
pen, allerlei vroolijke feesten te geven, ten
einde op die wijze gelden te verzamelen om
in den nood te voorzien dergenen, die door
zulk een ramp ongelukkig zijn geworden.
Het moet stuitend wezen voor de bedroef
den als zij vernemenhoe men danst, en
zich vermaakt, terwijl zij in rouwe neder-
zitten. Toch is niet alles te veroordeelen
wat in dezen geschiedt. In elk geval wat
in onze stad heeft plaats gehad in de St.
MartinikerkZondag den 13den, mag door
niemand niet alleen afgekeurd worden, maar
zelfs ieder die het geluk had tegenwoordig
te zijn, bij het daar gegeven orgel-concert
en de schoone mannenstemmen te hooren,
zal moeten erkennen, dat dit een eerbiedi
ge hulde was aan de slachtoffers van „de
Adder”.
Voorzeker als de achtergeblevenen in
ons midden waren geweestde gegoeden
en de behoeftigenter wier ondersteuning
een klein offer werd gebracht, zij zouden
getroffen zijn geweest door den plechtigen
ernst waarmee heel de uitvoering werd bij
gewoond. Heel het samenzijn was roerend
en verheffend, ’t Was een liefJlijke ge
dachte van Mevrouw M. E. CordesBas
tiaans om zulk een uitvoering te willen ge
ven, ’t was nobel dat onze verdienstelijke
organist, de lieerde Vries, zijn instrument
zoo onvoorwaardelijk afstond aan eene zus
ter in de kunst, voor zoo liefdadig een doel.
Gelijk niet anders te verwachten was, wilde
de lieer C. S. van hier, voor zijn deel hulpe
verleenen en gelukkig was de Heer B. uit
Amsterdam ter dezer stede, zoodat wij het
voorrecht genoten, een zuivere bariton en
een goed geoefende, heldere tenor te hooren.
Wij schrijven geen kritiek, dit komt toe
aan meer bevoegdenwe geven alleen re
kenschap van den indruk dien het geheel
ongetwijfeld op bijna alle aanwezigen maak
te. En deze was zoo gunstig mogelijk.
Het programma was met zorg gekozen, de
uitvoering verdienstelijk. Heerlijk ruisch-
ten de tonen van orgel en zangers door de
statige gewelven van den schoonen tempel.
Zij rolden voort en smolten samen en on-
van niets anders dan van Mientje, het klei
ne lagchende Mientje met hare roode wan
gen en haar ulevel-briefje.
DCITSCHLAND.
HacencleverBebel en Liebknechtde
drie socialistische hoofden onder de leden
van het duitsche parlement, die reeds zoo
vele vonnissen hebben ondergaan werden
jl. Woensdag opnieuw veroordeeld. Door
het geregtshof te Leipzig is hun een ge
vangenisstraf van twee maanden opgelegd
ter zake van beleediging van den bondsraad,
gepleegd in eene brochure, in Julij jl. ver
schenen.
De duitsche bisschoppenniet meer on
der de plak van von Bismarckzetten den
strijd tegen de zoogenaamde staats-pastoors,
geestelijken die in der tijd eene wettelijke
aanstelling hebben ontvangen, voort, maar
deze zijn niet bereid om maar zoo klakke
loos het hoofd te buigen.
Pastoor Sterba, onder anderen, heeft ge
antwoord op den brief van den Bisschop
van Breslau, waarin hij van zijn ambt werd
vervallen verklaard. Hij verklaart den Bis
schop volstrekt geen aanleiding te hebben
gegeven om zich voor te doen als zijn
geestelijke superieur. Hij verzoekt mitsdien
inlichting omtrent den inhoud der missive.
Wanneer binnen eene maand niet aan dit
verzoek is voldaan, dan kan hij de han
deling van den bisschop niet als eene dwa
ling maar moet hij haar als eene aanma
tiging beschouwen en zal hij bij het konink
lijk geregtshof voor kerkelijke zaken eene
aanklagt tegen hem indienen.
Von Bismarck is druk bezig om de ka
mers van koophandel, niet alleen in Pruis-
senmaar in geheel Duitschland, te muil
banden.
Hare adviezen bevallen den kanselier niet,
want zij loopen lijnregt in tegen zijn staat-
en volkshuishoudkundige denkbeelden.
Zoo verklaart de kamer te Mainzdat
er nog altoos niets is gebleken van een
nieuw leven en een nieuwe ontwikkeling
die bij de vaststelling van het tegenwoor
dige toltarief aan handel en nijverheid wer
den voorspeld.
De Neurenberger kamer protesteert ten
krachtigste tegen het streven der rijksre-
gering, om op den ingeslagen economischen
weg door te dravenenz
Van daar dat de regering bereid isge
volg te geven aan het denkbeeld, om eene
rijkswet op de kamers van koophandel in
te voeren.
Het is echter de vraag, of de rijksdag
zulk eene wet zou aannemenwanneer de
kamers daardoor, evenals in Pruissen, bui
ten staat werden gesteld om ongunstige oor
deelvellingen over het tarief van in en uit
gaande regten enz. kenbaar te maken.
RUSLAND.
De russische czaar, wetende dat zijn volk
ziek is, kan maar niet de oorzaak der kwaal
vindenof die wél kennendewil hij de
middelen, die genezing kunnen aanbrengen,
niet aanwenden.
Hij meent altijddat ministers en poli-
tie-mannen de ontevredenheid kunnen weg
nemen zonder dat de wetten en verorde
ningen naar welke die ambtenaren heb
ben te handelen gewijzigd worden.
Zoo heeft hij nu aan den minister van
binnenlandsche zaken een adjunct met den
titel „bestuurder der rijkspolitie” toegevoegd.
Zijne instructie is thans openbaar gemaakt.
Onder toezigt van den ministermaar toch
onder eigen verantwoordelijkheidzal hij
alle maatregelen nemen ter voorkoming van
politieke misdrijven en misdaden. Ten dien
einde worden het departement der rijkspo
litie, het hoofd der St. Petersburger stads
politie benevens de politie-autoriteiten van
andere steden regtstreeks onder zijne or
ders geplaatstvoor zoover het bovenge
noemde doel betreft. Hij is tevens chef
der gendarmerie.
TURKIJE.
Te Alexandrie heeft men militaire fees
ten ter eere van den hertog van Connaught
TWEE PHOTOGRAPHIËN.
1. Tweeërlei Zienswijze.
„En weet u, wat nog het ergste is, dok
ter? die kermis, o die kermis!” en bij het
uiten dezer woorden, valt mevrouw met een
diepen zucht in haren zetel terug.
„Zou u denken, mevrouw?” is de weder
vraag van den dokter.
„Zeker, verbeeld u, binnen eenige dagen
hebben we weer dat lieve levenal die
drukte en dat gejoel langs de straten, zin
gen, vloeken, dronkenwezen schijnt dan een
noodzaak te zijn; meid en knecht zijn niet
te naderenbij allen is het hoofd op hol.
O, ik word zenuwachtig, als ik er aan denk!”
en de batisten zakdoek met de fijnstè geu
ren doortrokken, wordt tegen het voorhoofd
gedruktals ware reeds een zenuwtoeval
aanstaande.
„Maar nu overdrijft u een weinig me
vrouw. Het volk, dat dagelijks van den
morgen tot den avond werkt, voor de zuur
verdiende en naauwelijks toereikende pen
ningen, moet zich ontspannen en daartoe
„Ja die fraaije redeneringen ken ik, dok
ter! valt mevrouw hem met drift in de rede;
ontspannen, uitspannen! dronken tie
ren, vechten, is dat uitspannen? En vrouw
en kinderen misschien thuis in ellende!”
„Helaas mevrouw, het voorbeeld door u
genoemd is niet zeldzaam in die dagen
maar Goddank nog geen regel. Zóó erg
ziet het er bij onze kermissen nog niet uit.
Een groot deel van het volk vermaakt zich
ook op gepaste wijze; maar ik ben het met
u eens dat het beter ware de kermisver
maken door betere en edeler uitspanningen
en genoegens te vervangen, maar welke?”
„Och jadat volkje is dol op uitgaan.
Verbeeld u doktermijn keukenmeiddie
ge pas weder eenigzins op de been hebt
geholpen, kwam zooeven mij verlof vragen
om den eersten Dingsdagnachts te mogen
uitgaan, zij was uitgenoodigd met hare zus
ter en maar dat doet er niet toe. Kind!
zij ik tegen haar, praat jij al weer van uit
gaan? je bent pas weer hersteld, en dan den
geheelen nacht uit ’t is om weer ziek te
worden, je bent nog veel te zwak. Nu wat
dunkt u, dokter
Een eigenaardige lach zweeft om de lip
pen van dezenwanneer hij antwoordt
„Wat zal ik zeggen, mevrouw? Uwe dienst
meid is heden zeker aan de wasch geweest?”
„Welk een vraag! Wel zeker. Ja ’t was
goed dat u ze weer zoo ver had opgeknapt,
want wij hadden heden de groote wasch
en dat zegt nog al iets.”
„Welnu mevrouw als iemand krachtig
genoeg is om den ganschen dag\aan de
waschtobbe te staan, zal zij zeker ook wel
tot uitgaan in staat zijn.”
„Maar dokter is dat nu eene vergelij
king?” en bij deze woorden springt me
vrouw van haren stoel open zich vlak
voor den dokter plaatsende, zegt zij driftig:
„Maar het werk moet toch gedaan worden!”
„Zeker, mevrouw maar
„Geene maren dokter! Bovendien, ik houd
niet van de kermis en wenschtedat onze
onderhoorigen er ook zoo over dachten
wat willen zij toch Hebben zij het niet
goed? ik blijf immers ook thuis.”
De dokter trekt de schouders op, als wist
hij den-stroom dier woorden niet te stuiten,
nog de logica er van te wederleggen en
maakt eene zijdelingsche beweging naar de
deur.
„Apropos”, roept mevrouw eensklaps uit,
ziende dat hij wil heengaan, „zeg aan uwe
vrouwdat zij in de volgende week eens
een middagje, bij mij moet komen theedrin
ken ’t zit hier dan zoo prettig met de
kermis; en als u het schikken kuntkom
dan ook mee. Wij kunnen ’s avonds naar
den schouwburg gaanmisschien Jane
Eijre,”’tmoet een prachtig stuk zijn!”
„En uwe zenuwen, mevrouw?”
„O, dat zal zich wel schikken, adieu!”
2. Op hel Zolderkamertje.
Hans is zoo even thuis gekomen van
zijn werk. De baas was niet best te spre-
Laatste Berillen.
KONSTANTINOPEL.
De sultan weigert thans weder om Arabi
tot rebel te verklarenalthans voor de
militaire conventie met Engeland is gesloten.
LONDEN.
De regering besloot, Cetawayo woder
als koning van Zululand te herstellen.
Generaal Wolseley, bevelhebber derEn-
gelsche troepen in Egypteis heden te
Alexandrie aangekomen.
ken en het timmeren ging ook niet zoo
vlot als andersmaareen mensch kan
ook niet altijd even goed bij zijn zaken
wezen. Hans ook niet; vooral in den laat-
sten tijd, want de kermis staat voor
de deur en dannu jadan is er zoo veel
te denken en te schikken en te praktise
ren Lang heeft hij overlegd wie hij zal
vragen, Griet die bij den deurwaarder woont,
of Mina van den kruidenier op den hoek.
„Een flinke meid die Griet!” zegt Hans
bij zich zelf, terwijl hij bezig is om zijn
werkpak te verwisselen voor het halfsleten
Zondagskostuumdaarbij zorgvuldig ge
bruik makende van het gebroken spiegeltje,
dat naast de bedstede boven de tafel hangt;
„een knappe meid die Grietmaar
Mientjeals die me hebben wou’t Is of
hij den volzin niet durft eindigen. Hij trilt
bij het denkbeeld van de zaligheid met
Mientje aan den arm langs de kermis te
loopen en haar te tracteren.
„Ik zal het proberenpeinst hij voort
en legt een kunstigen knoop in zijne das
„wil ze nietdan naar Grietdie waagt
die wint, en kermis houden met een flinke
meid dat wil en zal ik
Straks is Hans gereed. Het netjes ge
kamde haarde ruwe handen nog rood
van de pas ondergane reiniging, het glim
mende gelaatalles getuigt van de moeite
die hij zich getroost heeftom eens regt
flink voor den dag te komen nu hij naar
Mientjes gunsten gaat dingen.
Maar voor nog Hans zijn dagelijksch of
liever zijn nachtelijk verblijf verlaat, rigt
hij zijne schreden naar den hoek van het
vertrekje; de oude houten kist, die daarin
de schaduw op den grond staatwordt ge
opend en vertoont zijn nederigen inhoud
aan den eigenaar. Wat Hans toch zoekt?
Het Zondagsche pak een koperen tabaks
doos een duitsche pijp, beide nog herin
neringen aan zijnen vader een paar oude
boekeneen klein kistje met allerlei rom
mel liggen reeds naast hem op den grond
en nog altijd is Hans bezig met zoeken.
Wacht, daar zal het zijn. Een klein blaauw
geruit zakje, dat, te oordeelen naarden
klank dien het bij het opheffen veroorzaakt,
zekerlijk de overgegaarde spaarspenningen
bevat. Maar neen ook dit wordt bij het
overige ter zijde gelegd.
Eindelijk komt het lang gezochte voor
werp een oude vuile bruin lederen brie-
ventasch te voorschijn, die Hans met zicht
bare blijken van zorg op de tafel legtter
wijl hij terzelfder tijd zich weder uit zijne
gebogen houding oprigtkennelijk met het
doel om hem te openenen jauit een
der binnenste taschjes wordt een klein
briefje genomen. O, zoo’n klein smal reepje,
niet breeder dan een lintjeen nu we ons
over den schouder van onzen timmergezel
heen buigenzien we in zijne handen een
ulevel-devies waarop het volgende rijmpje:
Zoo dikwijls gij dit briefje ziet
Denk dan aan mijvergeet mij niet.
Dat briefje is Hans dierbaaro zoo dier
baar want langheel lang geleden heeft
hij het van Mientje gekregen. Toen was
zij nog een klein meisje en zat Hans naast
haar op de schoolbanken Mientjedie
toen in de tusschenuren met de kinderen
van den Dominé speelde en op die wijze
in het bezit van het kleinood was gekomen,
had het Hans op zijn aanhoudend gevlei
gegevenen Hans had gezeid„Ik zal
het bewaren, Mientje! en als ik dan la
ter eens kom om met je te vrijen, dan zal
ik het je laten zien.” En toen had Mientje
gelagchenen Hans had gelagchen, alleen
om het denkbeeld. En nu lag het
voor hemhetzelfde kleine briefjeen nu
las hij ze weervoor de honderdste maal
misschiendie beide regelenin zijne
oogen de schoonste en verhevendste poësie;
en nu zou hij haar vragen. Of zij het nog
wist
Welk vooruitzigtbinnen vijf dagen zal
het kermis zijn en dan met Mina aan den
arm langs de straten wandelen met haar
dansen en lagchenmet haar vrijen en
stoeijenEn als Hans een uur later op
zijn bed ligt en zijn oud speelmakkertje
hem niet heeft afgewezendan droomt hij
X
BOLSWARDSCHE COURANT
I
-
*éi
e|
K
I