NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Een en Twintigste Jaargang.
No. 35.
1882.
DONDERDAG 31 AUGUSTUS.
I
*1
VOOR
BUIT EM Ij
H
d
xxxxx xxxxxxxxxxxx$
DONDERDAG 31 AUGUSTUS.
^DC2<DCDCDCDCDCDCDCDCDCDCDCDCDCD^
I
H
Internationale Land
bouwtentoonstelling
1884 - Amsterdam.
'I
MS
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
De twee oudste zonen van den prins van
Wales, beiden adelborst op H.M. Bacchante,
zijn teruggekeerd van een reis om de we
reld van twee jaar, over alle zeeën waar
de britsche vlag wappert. Den 13den Sep
tember verlieten zij Engeland „en na 45,000
knoopen te hebben afgelegd zijn wij te
rug zeide de aanstaande koning van En
geland wiens grootmoeder thans regeert.
Langs de kust van Spanje ging hun schip
waarom ze als gewone adelborsten behan
deld werden en dienst dedendoor den
Noord-Atlantischen Oceaan naar Montevi
deo toen langs de kust van Zuid Amerika
naar de Falkland-eilanden van daar naar
de Kaap de Goede Hoop en de Stille Zuid
zee naar Australia. Noordwaarts ging de
reis naar Japan en China, en Hongkong,
door de straat van Malakkanaar Ceylon
en de Kaapvanwaar de Bacchante door
de Indische Zee naar Aden stevende en
door de Roode Zee en het Suez-kanaal
naar huis ging.
De prins en prinses van Wales stoomden
in hun jagt in het kanaal de Bacchante
tegemoet en gingen aan boord. Ze vroe
gen den kapitein vergunning hun jongens
mede te nemenen stoomden nu naar Co
wes waar de meisjes haar broeders af-
wachtten. Te Cowes stonden de rijtuigen
der koningin gereed die verlangend was
haar kleinzoons te zienen in een groot
rijtuig met vader, moeder, grootmoeder en
zusters gezeten, reden de twee adelborsten
naar Osborne.
De duitsche ambtenaren in turksche dienst
hebben, zoo verzekert de Poll. Corr. veel
teleurstelling ondervonden. De sultan was
hun genegen, doch desniettemin stuiten zij
overal op moeijelijkheden. De officieren
zijn niet beter geslaagd. Van alle admini
strative en militaire hervormingen, die met
zooveel ophef waren aangekondigd, is niets
gekomen. Het contract der Duitschers loopt
over eenige maanden af en het is zeer twij
felachtig, of het vernieuwd zal worden.
RUSLAND.
De Brusselsche Nord spreekt, in een be-
rigt uit Petersburg, het gerucht tegen, dat
de krooning van czaar Alexander III in
September zal plaats hebben.
Le Nord behelst een brief uit Petersburg,
waarin melding wordt gemaakt van een on
derhoud dat de russische gezant Nelidoff
met lord Dufferin te Konstantinopel had.
Laatstgenoemde verzekerdedat de engel-
sche regering ten opzigte van Egypte vol
strekt geen bijbedoelingen koesterde en
vast besloten was, om overeenkomstig hare
vroeger afgelegde verklaringen te handelen.
De gebeurtenissen in Koreawaarvan
onlangs melding gemaakt werd, schijnen een
vredelievender wending te nemen dan men
aanvankelijk dacht. Volgens te Petersburg
ontvangen berigten was de japansche ge
zant door een geleide vergezeld in de hoofd
stad van Korea teruggekeerd en vriendschap
pelijk ontvangen.
ENGELAND.
Aan de Koln. Ztg. wordt uit Londen
geschreven dat de regering den eisch van
Turkijeom de turksche troepen ook te
Alexandrië te ontschepenniet onwelkom
isomdat hij den britschen gevolmagtigde
de gelegenheid biedtde onderhandelingen
te vertragen tot Wolseley, zooals hij be
loofd heeft, den 12en September te Kaïro is.
Te Londen beweert mendat Wolseley
vooral om meer kavallerie geseind heeft.
Toch kan Wolseley, die over veertien da
gen te Kaïro hoopt te zijnónmogelijk
vóór dien tijd over die versterking beschik
ken zoodat de vraag om versterking in
geen geval in verband kan staan met de
operatiën in de beide eerstvolgende weken.
KI'kEAnilAknG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van WONSERADEEL
Gezien art. 203 der Wet van 29 Junij
1851 (Staatsblad no. 85)
Brengen ter openbare kennis, dat de he
den den gemeenteraad aangeboden BE-
GROOTING der INKOMSTEN en UIT
GAVEN, voor de dienst 1883, in de Se
cretarie van en met Augustus tot
en met SI September e. k. ter in
zage zal liggen en dat afschrift daarvan,
tegen betaling der kosten, verkrijgbaar is.
Witmarsum den 26 Augustus 1882.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
L. BRITZEL.
De Secretaris
E. JANSEN.
FRANKRIJK.
De Temps, die als het orgaan van den
ministerpresident Duclerc wordt beschouwd
heeft een artikel aan het optreden van En
geland in Egypte gewijd, waarin Engeland
volkomen geregtvaardigd en toegejuichd
wordt, vooral ook omdat niemand meer dan
Frankrijk voordeel zal trekken uit de ne
derlaag van het fanatismus aan den Nijl.
Terloops wordt tevens aan het adres van
Duitschland eene hatelijkheid gerigt over
zijn turkschgezindheid.
De Koln. Ztg. wijst er opdat een uit
treksel van dit artikel door Havas aan alle
bladen is geseind. Uit weerwraak misschien
neemt het blad tegelijk de gelegenheid waar,
Gambetta, Duclercs beschermheer, in zijne
eigenlijke bedoelingen bloot te leggen. Gam
betta zoo heeft een staatsman een parjj-
schen correspondent van het Keulsche blad
gezegd, is een ongeluk voor Frankrijk. Hij
wil tot eiken prijs Elzas-Lotharingen her
overen in de hoop dan voor lange jaren
de heer en meester in Frankrijk te zullen
zijn.
President Grévy verlaat den 30en dezer
Parijs om zich naar Mont-sous-Vaudrey te
begeven, maar keert reeds den I5en Sep
tember naar de hoofdstad terug.
Eene belangrijke quaestie zal in de ka
mer bij de behandeling der begrooting aan
de orde komen, de vraag namelijk of het
„Hotel der Invaliden” al dan niet moet be
houden blijven. De begrootiugs-commissie
heeft zich met groote meerderheid van stem
men voor de afschaffing verklaardmaar
de minister van oorlog verlangtdat de
stichting in stand zal blijven.
De commissie verlangt de afschaffing
der stichtingniet ten nadeele der oud-ge-
diendenmaar in het belang eener betere
administratie en der billijkheid. Zij stelt
daarom voor, den invaliden een jaargeld
toe te kennen en hen voorts vrij te laten
om te gaan wonen waar zij verkiezen. Dit
jaargeld zou bedragen 1000 frcs. voor sol
daten en korporaals, 1200 frcs. voor onder
officieren. Op de officieren zouden de laat
ste, aanmerkelijk verhoogde pensioen-tarie-
ven worden toegepast.
De vrachtrijders te Marseille hebben den
arbeid gestaakttengevolge waarvan de
stations overladen zijn met goederen, en
verscheidene schepen niet laden. Er zijn
fabrieken die gesloten zijn wegens gebrek
aan grondstof, want de spoorwegmaatschap
pijen kunnen geen goed meer voor Marseil
le aannemen. Men berekent het geleden
verlies nu reeds op tien millioen francs.
Ter zake van de oproerigheden, die voor
eenige dagen te Montceau les-Mines plaats
hebben gehad, is thans zekere Fuchc, amb
tenaar ter mairie aldaar, gearresteerd, op
grond, dat men in hem den secretaris der
„Zwarte Bende” meent gevonden te hebben.
Fuche wordt beschuldigd van dezer Ver-
eeniging alle inlichtingen te hebben ver
strekt, welke voor haar van belang konden
zijn en die hij juist wegens zijne betrek
king in staat was te geven.
DUITSCHLAND.
De heer von Schlözer, gezant bij den
pauselijken stoel, vertoeft nog altijd te Var-
zin. De Nat. Lïb. Corr. wil weten, dat
weldra blijken zal, op welken nieuwen
grondslag de onderhandelingen met het
Vatikaan weder zullen kunnen worden aan
geknoopt. Sinds een jaar ziet men op ker-
kelijk-politiek gebied een reeks van inschik
kelijkheden en kleinere of grootere conces
sies van de zijde der regering, waartegen
over van den kant der geestelijkheid ge
steld zijn beleedigingenvijandelijkheden,
uitdagingen in de pers, zoowel als in de
uitingen der bisschoppen, wat belet, meent
genoemd blad, dat de moeijelijkheden uit
den weg worden geruimdzooals de rege-
De aartsbisschop van Canterbury ligt
zwaar ziek aan eene longontsteking.
TURKIJE. EGYPTE.
Over het sluiten der militaire anglo-turk-
AD VERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct per regel. Overigens naar plaatsruimte.
gebracht worden, de voortbrengselen van
elkanders bedrijf leeren kennen, en het
goede dat ieder heeft, leeren waardeeren
en overnemen.
En hij, die zijn bedrijf reeds zoo heeft
ontwikkeld, dat hij gerust de concurrentie
met den buitenlander onder de oogen durft
zien, de Nederlandsche landbouwer, die op
internationale tentoonstellingen in den
vreemde, de eer van onzen Nederlandschen
landbouw wist te handhaven, hem worde
eindelijk ook eens de gelegenheid gegeven
om onder gunstiger voorwaarden, binnen
de grenzen van zijn eigen land, zich te me
ten met den vreemdeling.
Jaar op jaar worden in naburige landen
internationale landbouwtentoonstellingen ge
organiseerd, waarheen de Nederlander met
veel moeite en kosten zijn vee, zijn zuivel
en landbouwproducten heenzendt, maar
nog nooit noodigde Nederland, het land-
bouwland bij uitnemendheid, den vreemde
ling tot een edelen wedstrijd op landbouw
gebied binnen eigen grenzen uit. En dat
men in het buitenland er prijs op stelt, den
Nederlandschen landbouw te leeren kennen,
dat bewijzen de commissiën, die Amerika en
Engeland met dat doel reeds tot ons afzond.
Die kennismaking van het buitenland
met wat wij op landbouwgebied vermogen,
die voor onzen handel de beste vruchten
zal afwerpen, zij wordt door niets krachti
ger in de hand gewerkt dan door een goed
geslaagde internationale tentoonstelling, die
door dat internationale karakter leerrijk
kan zijn in hooge mate voor den Nederlander.
Ook dat overwogen de besturen onzer
landbouwmaatschappijen toen zij tot het
houden eener internationale landbouwten
toonstelling zich vereenigden.
Groote nationale belangen, de ontwikke
ling van onzen vaderlandschen landbouw,
en de uitbreiding van onzen landbouwhan
del, staan dus in nauw verband tot het tot
stand komen en het welslagen dezer ten
toonstelling.
Nederlandersook de eer van ons volk
is er bij betrokken. Ik vraag het u, zou
het geen schande wezen als het landbou
wende Nederland niet zooveel geld kon bij
eenbrengen, dat althans- eindelijk ook eens
in ons eigen land gebeure, wat wij telken
jare bij onze naburen op zoo uitnemende
wijze zien tot stand komen Zou het Ne
derlandsche volk aan het comité voor de In
ternationale landbouwtentoonstelling zijn bij
dragen onthouden? Ik kan het niet gelooven.
Niet in de eerste plaats groote giften
vraagt het comité, ook al zullen die na
tuurlijk met dankbaarheid worden aange
nomen. Maar het vraagt voor een echt
nationale onderneming bovenal aller mede
werking, dan behoeven de giften niet groot
te zijn. Met vol vertrouwen roep ik bij
dezen allen op, die onzen Nederlandschen
landbouw liefhebben en wien onze natio
nale eer ter harte gaat, om ons bij het niet
gemakkelijke werk, dat ons werd opgedra
gen, te steunen en door woord en daad het
welslagen der eerste Internationale land
bouwtentoonstelling in Nederland te hel
pen bevorderen. De weg daartoe is aan
gewezen. Wij verzochten reeds de hoofden
der gemeentebesturen, om geholpen door
de verschillende landbouw vereenigingen,
waar die mochten bestaan, o/ zelf gelden
te willen doen inzamelen voor ons doel, of
commissiën daartoe te vormen. Waar zul
ke commissiën reeds zijn geconstitueerd of
onze lijsten op andere wijze circuleeren,
daar vraag ik veler bijdragen. In die ge
meenten waar voor de bevordering van ons
doel nog niets werd gedaan, daar roep ik
alle welgezinden op, om door het vormen
eener commissie tot het inzamelen van gel
den, hen die ons hunne bijdragen willen
schenken, daartoe in staat te stellen.
.Moge mijn vertrouwen op veler medewer
king niet worden beschaamd
Huize de Cloese bij Lochem,
Augustus 1882.
C. J. SICKESZ,
Voorzitter van het Uitvoerend Comité
der Internationale Landbouwtentoon
stelling in 1884 te Amsterdam.
Om het groote belang der zaakmet
het oog op onze omgevingzoo rijk in vee
en zuivelproducten in heerlijke bouwgron
den achten wij het van belangna ’t geen
wij reeds openbaar maakten in ons No. 8
ook een plaats te geven aan de volgende
circulaire.
Landgenooten
Er werd in den laatsten tijd herhaalde
lijk gewezen op de gevaren welke onzen
landbouw van alle zijden bedreigen, niet
het minst door de concurrentie, waarmede
die hoofdbron van ons volksbestaan te wor
stelen heeft.
Inderdaad zij zijn niet licht te tellen en
het is een vraag die van zelf zich opdringt
aan allen, wien de belangen van ons volk
ter harte gaan, hoe door ons aan die ge-
varen het hoofd kan worden geboden.
Het antwoord daarop kan niet twijfelach
tig wezen, het luidt voor allen, ook zelfs
voor hen, die van bescherming heil ver
wachten het zelfde in de eerste plaats door
eigen energie, door eigen krachtsinspanning,
door degelijke ontwikkeling.
Dat zagen de verschillende landbouw
maatschappijen in ons land hoe langer zoo
meer in, vandaar hare telkens herhaalde
pogingen om den landbouwer bekend te
maken niet alleen met de verbeteringen, die
elders in het landbouwbedrijf werden inge
voerd, maar vooral ook om er hem toe te
brengen, die verbeteringen over te nemen en
in praktijk te brengen, om de gulden les
bij hem ingang te doen vinden, dat bij het
verloopen van het getij de bakens moeten
worden verzet.
De Nederlandsche bodera>s zoo rijk en
het Nederlandsche rundvee zoo goed, dat
onze landbouwers, mits zij bezitten gezond
verstand, goeden wil en goede trouw, de
toekomst niet donker behoeven in te zien.
Maar de Nederlandsche landbouwer, den
goeden niet te na gesproken, moet wakker
geschud worden uit den ouden sleur, waar
aan hij maar al te zeer is gehecht, en die
iedere verbetering tegenhoudt.
Het werk in dien zin door velen verricht,
bleef niet zonder vrucht, maar de arbeid
mag niet stilstaan, krachtiger dan ooit moet
worden voortgegaan op den ingeslagen weg.
Dat begrepen ook de besturen onzer Ne
derlandsche landbouwmaatschappijen toen
zij besloten om te trachten met vereende
krachten een algemeene landbouwtentoon
stelling in ons land tot stand te brengen.
Onze landbouwtentoonstellingen hebben
altijd een te zeer locaal karakter gedragen,
zij hebben daardoor niet krachtig genoeg
de ontwikkeling van onzen landbouw in de
hand gewerkt. Het wordt hoog tijd dat
eindelijk eens op een centraalpunt van ons
land worde bijeengebracht, al wat landbouw
en veeteelt in heel ons land vermogen, hoog
tijd dat één groote wedstrijd tusschen land
bouwers uit alle gewesten van ons land,
onzen landbouw en veeteelt uit hun te
zeer geloealiseerden toestand opheffe. Niet
alleen van den buitenlander, maar vooral
ook van elkander kunnen onze landbouwers
leeren, maar daartoe moeten zij tot elkaar
BOISWARDSCHR COURANT
i
I