NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOJLSWABÖ WRSBBASm
I
I
4
1882.
Een en Twintigste Jaargang.
No. 36.
t
DONDERDAG 7 SEPTEMBER.
VOOR
J.
£1
J
IllITFVriVII.
«I
iï
e-
t
e
it
n
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
oe-
ge-
:de
ie-
vil
het
jna
rn-
est
em
is-
est
in
yij
ud
sal
1-
n
ir-
sn
er
te
Is
it
ar
r-
n
b
31-
>e-
In No.
tigde ik
blad op
Nog een en ander uit liet
Handschrift van
COOPMANS.
een-
•bij
den
Izin-
het
;ich-
e of
ela-
van
sere
rac-
cen-
Dag
ijne
OP,
be-
hij
de
sch
srk-
>or-
van
die
udt
oof
BEKENDMAKING-,
PATENTEN.
De BURGEMEESTER van WONSE-
RADEEL maakt bij deze bekend
dat de patenten wegens de primitieve be
schrijving van de gemeenten: Arum, Burg-
werd, Gaast, Makkum, Tjerktverd en Wit-
marsum, over de dienst van 1882/83 vanaf
denAentot en met den 18en Septem
ber 1883 ter Secretarie der Gemeente
verkrijgbaar zijn, met uitzondering evenwel
van die van het dorp Makkum, welke op een
nader bekend te maken dag ten zijnen kan
tore te Makkum kunnen worden afgehaald;
zullende die patenten, welke na het verstrij
ken van bedoelden termijn nog overig zijn
aan de deurwaarders der belastingen wor
den overhandigd om uit te reikentegen
betaling van 1O cents voor ieder pa-
tentblad.
Witmarsum, den 29 Augustus 1882.
De Burgemeester voornoemd,
L. BRITZEL.
'■-K
o
EGYPTE—TURKIJE.
Oorlogsnieuws is er niet veel.
Generaal Wolseley, volgens de jongste
berigten te Ismaïlia, erkent, dat hij, eenige
dagen geleden, in zijne operatiën belemmerd
werd door gebrek aan transportmidde
len, maar voegt er bij, dat hij nu gereed is
voort te rukken.
Al de Indische troepen zijn reeds te Is
maïlia ontscheept. Zij gevoelen zich in
Egypte veel meer te huis dan de Engel-
schen dat spreekt van zelf.
De Alexandrijnsche correspondent der
Times te Suez meldt in de tweede editie
van dat blad, dat er thans zes locomotieven
zijngereed voor de dienst naar Ismaïlia
en Kassassin. De stad is rustig en de be
volking toont meer vertrouwen. Het gar
nizoen bestaat uit 220 manwaarvan 84
mariniers en matrozen. De overigen zijn
Indiërs, die ook gebezigd worden voor gar
nizoensdienst langs het Suezkanaal.
De vraag is of de engelsche legermagt
per saldo toch niet te gering zal zijn. Met
nog twintig duizend man zouden de Britten
een krachtige beweging tegen Rosetta kun
nen ondernemen en in de Delta doordringend
vermoedelijk de ontruiming van Kafr-el-
Dewar en van Tel-el-Kebir beiden teweeg
brengen. Nu wordt alles geconcentreerd
op Tel-el-Kebir en de uitkomst kan leeren
dat met de bestorming dier plaats een cam
pagne nog volstrekt niet beslist is.
„Ik heb,” telegrafeert de Generaal „thans
één locomotief op den spoorweg en ver
wacht een tweede locomotief van avond uit
Suez. Nu ben ik begonnen de landtrans-
port-compagnieën te organiseeren. Gedeel
telijk zijn ze bezig te landen en zullen de
andere vervoermiddelen aanvullen.
„Een lading muilezels is uit Cyprus aan
gevoerd. Morgen verwacht ik er nog 400
uit Malta en Italië. De vele muilezels, te
Smyrna en Beyruth bijeengebragt, zijn, na
dat de Ottomannische regeering hun uitvoer
heeft veroorloofdeindelijk onderweg naar
hier. In een woesteinland, gelijk Egypte in
deze streek isheeft men tijd noodig om
de middelen van gemeenschap te organi
seeren.”
Van eene militaire conventie tusschen
Turkije en Engeland zou geen sprake meer
zijnvan de oude namelijk, waarover men
zoo lang in barensnood verkeerde.
Er is nu iets geheel nieuws op stapel ge
zet, dat groot kans heeft van niet goed
gekeurd te worden.
Maar de verhevene porte zal iets an
ders doen. Dertig duizend Arabieren uit het
binnenland van Tripoli marcheeren op Egyp
te aan en dat hulpcorps voor Arabi-Bey
zal zij in den weg treden met het comman
do regtsomkeert naar huis
Wij zullen de vrijheid nemen van voors
hands te denken aan Arabierendie in de
maan evolutiën uitvoeren.
De vijandige en opruijende taal, welke
sommige Italiaansche bladen zich tegenover
Engeland veroorlovengaat alle begrip te
boven.
Als een staaltje diene het berigt in de
Opinionedat sir Garnet Wolseley twee
duizend bloedhonden naar Egypte heeft me
degenomen, die uitgehongerd en vervolgens
op de Arabieren losgelaten worden om deze
te verslinden.
Aan Daily News wordt uit Madrid van
eergister getelegrafeerd, dat al de Mogend
heden, Engeland niet uitgezonderd, gunstig
geantwoord hebben op Italie’s voorstel
Spanje en Nederland toe te laten om deel
te nemen aan de collectieve bescherming
van het Suez-kanaalmaar dat desniette
min wegens den loop der gebeurtenissen
in Egyptevermoedelijk dit voorstelzelfs
al wordt het aangenomenniet tot uitvoe
ring zal komen.-
Tusschen Griekenland en Turkije is er
een oogenblik pauze en na die pauze zal
het zwaard wel in de schede worden ge
stoken.
’t Vechten past geen van beiden.
Zij mogen beiden moed hebben geld
hebben zij nief. -
5 en 6 van dezen jaargang ves-
de aandacht der lezers van dit
een „Reysboek”, bevattende een
geschreven verhaal van „Gedaane reisen
in 1736, 1739, 1740, 1741 en 1742 door
Zuyd- en Noord-Holland, Overyzel en Gel
derland door mij J. Koopmans geboekt
1743”, en deelden wij twee verhalen mede
van reizen over de Zuiderzee langs Enk-
huizen naar Amsterdam, met paard en slede.
In de zomers van 1739 en 1741 heeft hij,
telkens met een gezelschap van zes perso
nen, in twee eigen rijtuigentochtjes ge
daan van 10 en 8 dagen door een gedeelte
van Overijsel en Gelderland Daar hij beide
keeren ongeveer dezelfde plaatsen bezocht,
heeft hij in één „Journaal” de beschrijving
saamgevat. Hoewel hij soms op vrij lui
mige wijze zijn wedervaren meedeeltacht
ik ’t geheel toch niet belangrijk genoeg
om het in dit blad op te nemen. Toch zijn
hier en daar bijzonderhedendie vermel
ding verdienen. Om te beginnen trof ’t mij,
terwijl wij dit jaar steeds op den zomer
wachtten en altijd te ^prgeefsen in ver
band daarmee de klacht gehoord wordt
dat we toch eigenlijk geen ouderwetsche
zomers meer hebbendat onze S. begint
met te verhalen, hoe hij in 1739 den 6den
Juli„over Galamadammen door Rijs tot
op Oldemarrum rijdtdaar wy halv 6
uuren voor de eerste maal halte hielden,
hier een soopie (want hoewel het in de
somer was, hadden geen Reden over de hitte
te klagen, maar veeleer met de voeten trap-
ten en in de handen wrongen) zo dat ons
dit slokie gans niet onpas kwam”. Koude
zomers alzoo hadden wij reeds voor meer
dan honderd veertig jaren en moge de be
wering waarheid bevattendat onze pla
neet een langzame afkoeling tegemoet gaat,
dan is deze blijkbaar sints lang begonnen
en gaat gelukkig al zeer langzaam voort.
Zij vervolgen hun reis en komen langs
Vollenhove te Genemuiden, een plaats aan
groot brandgevaarnaar ’t blijkt onderhe
vig. Immers dit jaar is de halve stad af
gebrand en dat wel tot op het pas afge
bouwde nieuwe gedeeltedat voor enkele
jaren door vuur was vernietigd. En wat
lezen wij nu bij Coopmans, in zijn reisver
haal van 1739 van dit plaatsje? „dat daar
niemant met een glandige pijp mag door
gaan o'f rijden, doordien daar veel matwe-
verijen zijn en voor vele jaren een sware
brand, door het roken was veroorzaakt,
om nu een diergelijk ongeluk voor te ko
men werd zulks verboden”, en dat niet
slechts, maar toen hij in 1741 weer hier
kwam waren kort te voren „75 huizen
een molen en Brouweri, binnen de tijd van
twe uurenin de as gelegd.” Over Zwolle
en Deventer komen zij te Zutfen en „mar-
AD VERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
seren” van daar „na het huys d’ Voorst
daar wij een schone en 16 Minuten gaans,
lange Allee passeerden, eer wij aan dit ko-
ninglijk gebouw waren dit heerlijk lust-
huijs is in omtrek van zijn gragten een
halv uur gaans. In huijs gekomenen
het eerste vertrek daar wij intradenwas
voorzien met weergadeloos costelijk porse-
leijn onder allenschotels van 9 Duijm
in haar Diametermet doorgebroken kan
ten, zijnde 20 in getal, waarvoor nog geen
veertien dagen verleden van een Hollands
Hr. geboden was 150 Gld: voor ’t stuk,
dit twintig maalzijnde 3000 Gld:, dat een
mooij capitaaltie wasen bij mij wel 20
maal te veelvoor dat geld vermallend
goetie dat altijd zo veel waard is als een
gek daar voor besteed.
Ten Tweden
Nu in de slaapkamer van de Graav Al
bemarle. Daarin een cabinettiedat 30000
Guld: had gekost, boven op hetzelve een
horologie’t welk een jaar en ses weken
ging zonder opwindeneen dito in dit ver
trek dat vijf weken kon gaan.
Ten Derden
In de Kamerde Celon genaamt ’t Por
tret van de oude Graav van Albemarle
(aan wien Coning Wiljam dit heerlijk ge
bouw heeft geschonken).
Ten Vierden
In de Groote eetzaal is het Portrait van
Koning Wiliam en deszelv vrouw; alsmede
Georgius de Eerste; nog in dit vertrek twe
Porseleyne doofpotten yder van 1000 Gld:
Ten Vijfden
De Oranje Kamerdaarin het Ledi-
cant van de Prins van Orangien.
Ten Sesten
De Blauwe Kamerversierd met de por-
traitenals Vader, Grootvader en Moeder
van Coning Wiljamdit was des Conings
Slaapkamer en heeft gekostzo van silver
tafelspijgel met silver lijstsilver kande
laars en meer Coninglijke meubelen, in alles
66000 Gld: Het slot van de daaraan vol
gende kamer heeft gekost, 300 Gld:, ’t twede
400 Gld: en het Derde 500 Gld:; twijfel
niet of hier werden twe Parten bij gelogen”.
Dit laatste wil ik met den Hr. Coopmans
mogelijk achtentoch vergete men niet
dat de kunstig bewerkte koperen sloten
dier eeuw een groote kunstwaarde verte
genwoordigen.
Te Dieren bezoeken onze reizigers eerst
den tuin van het Slot „die vraai waszo
van kleine fonteinenals watervallen, die
daar in menigte waren. Hier diverteerden
wij ons met veel pleijsier, in het beschou
wen van deftige Galdereijen konstige Pi
ramiden en heerlijk Lofwerk” en daarna
vermeldt onze schrijver hoe ze teleurgesteld
werdenomdat Zijne Hoogheid de Prins
hen eerst liet vragen op een „Baal” dat
ten hove zou gegeven wordenmaar daar
na „kwam ’s avonds 9 uuren order van het
Hof, dat daar niet zou gespeeld worden,
dat ons niet voldee,” doch hoe zij „na een
uur verleden versogt wierdenals wij ge
negen waren haar Hoogheden aan tafel te
zien spijsen”. Aan dit verzoek voldoen zij
”en dagten van twe kwade het beste te kie
zen beter wat als Niemendalzijnde nu
halv Elff uuren toen wij op het Hoff kwa
men. Een halv uur agter tafel gestaan
hebbendewierden wij alle Terribel ver
schrikt door haar Hoogheitdie met een
momentvan de Tafel verdweendat een’
wonder Allarm in de zaal veroorzaakte
wijl de stoelen allehol over bollangs
de kamer swaaydenzeg danzo wij niet
spoedig ruymte gemaakt hadden, in gevaar
zouden zijn geweestvan onder voet te
geraken. Alles weder in order en Elk op
zijn plaats gezetenduurde het bijna een
kwartieruur, of zijn Hoogheit stond we
der op van de Tafeldoch veel vatsoenlij-
ker en naderde tot ons, en sprak met een
ijder van onsof wij geen Friezen waren,
dat wel aan Suster te zien waswaarna
toe ons Reis gedestineerd zijndedaar wij
op antwoordenna Mockerheyde om het
Campement te ziendit wierd ons van
zijn Hoogheid gans niet aangepresen en
verhaalde hoe wij het daar zouden vinden,
dat net zo uitkwamnog spraken wij met
zijn Hoogheidover de gesteldheit van
Frieslantzo wegens de Landerien als
hoogwaterantwoorden op alleszo goed
als wij kondentot zijn Hoogheid afscheid
van ons nam en order gaf, dat ons wijn
zouw ingeschonken wordendat wij met
veel playsier consumeerdendenkende he t
een Eer voor ons te zijndus van zijn
Hoogheid op Dieren getracteerd te worden:
daar wierd maar ge vraagtvan wat soort
van wijn wij begeerden gedient te zijn
’t zij franseRodeRinse of Moesel ëtc.
Elk koos dan nadat zijn smaak was en
nuttigde zo veel hem goeddagt. Ons com
pliment afgeleit hebbendevertrocken halv
twaalv uuren zeer voldaan na ons Loge
ment wijl wij door het afzeggen van het
„Baal” al wat misnoegd warenheeft zijn
Hoogheid ons nu weder voldaan.” Deze
„tractatie” had plaats in 1739 en daar de
Prins (Willem IV) toen zelf in het kasteel
waskonden onze reizigers het van binnen
niet bezien. In 1741 echter bezochten zij
nog eenmaal Dieren en toen bezichtigden
zij dit „Hoff” en troffen er aan:
Ten Eersten
De Slaapkamer van den Prinsboven
den ingang van de deureen schilderi
in ’t behangsel, aan de regterhand Jonas
van Ninive, voor de Schoorsteen, een vreemd
stukie geschildertaan de andere kant van
de schoorsteenElias die van de raven ge
spijsd wierd, al regsom, MelgisedekAbra
ham Mosis en Aaronde kinderen Isra
els de twaalf stammenten laatsten de
slaande Engel in Egyptealle door de
naald gewrogt
Ten tweden
De Kamer van Coning Wiljam, in ’t Blauw.
Ten Derden
Het Cabinet van zijn Hoogheid. Voor
de schoorsteen het oude Huys Dieren
konstig geschildertdaarbij dit vers
Dees hand bedroog nooit VorstAls door
dit schilder konstig
Aij kijk doorlugtig Prinssiet met uw oog
eens gunstig
Ten Vierden
De Kleerkamer van de Coninginmet
Orangie Behangsel
Ten Vijvden
Het Cabinet van de Coningin, ’t behang
sel door haar selv gemaakt
Ten Zesden
Aan de regterhand van de Kleerkamer
de Slaapkamer van de Coningin, mede
Konstig
Ten Sevenden
De eetzaalmet blauw behangselvoor
de schoorsteen geschildert, het Spaans Hey-
dinnetie
Ten agsten
De eetzaal met groen behangseldit was
het vertrek daar wij voor twe jaren met
zijn Hoogheid spraken en getrakteerd wier
den
Ten negenden
Aan den regterhand van den Ingang
’t oude Eetzaal, met Goud Leer behangen:
Ten tienden
Al regsom de Antigambre
Ten Elfden
Het vertrek van haar Hoogheidzeer
kostelijk behangen voor de schoorsteen de
Valke Jagt geschildert
Ten Twalifden
De slaapkamer van haar Hoogheid
Ten Dertienden
Een Kabinettie van de prinsesversierd
met veel vraie schilderien, door haar Hoog
heid selv gemaakt
Voorts nog eenige kamers voor „came-
nieren”, „Heren die zijn Hoogheid bezoe
ken” en de Kamer daar de graav Albe
marle is gelogieerd geweest.”
(Slot volgt).
M. E. van der MEULEN.
BOLSWARDSCHE COURANT
i
i
it
it
w
r