NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 80I.SWO» WWS8BABS» 1882. Een en Twintigste Jaargang. No. 39. DONDERDAG 28 SEPTEMBER. VOOR i e den van kunst OVER DE GEVAREN VAN HET GELUK. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Geluk dat is het tooverwoordbij ’t hooren noemen waarvan millioenen harten sneller kloppen. Gelukkig te worden is de roeping of althans de vurigste wensch van den aardschen pelgrimhet doel van zijn streven en denkenvan zijn peinzen en trachten. De jaren van moeielijk leeren waartoe anders dienen ze, dan om door het aangeleerde eens zijn geluk te grondves ten? De tallooze uitvindingen op alle vel den van kunst en wetenschap, zij allen zijn op de oplossing van het ééne vraagstuk ge richt om ’t leven zoo aangenaamzoo ge lukkig mogelijk te maken. En als gij nu vraagt: Wat is dan toch dit geluk, welks bereiking al het drijven en jagen der ster velingen zich tot wet gesteld heeft dan zal de een u den rijkdom als het begeer- lijkste voorstellen de ander in eer onder scheiding en uitwendigen glans het toppunt van aardsch geluk zien, een derde den roem, de toejuiching der menigte voor het ideaal van geluk houden. Wij willen hier niet onderzoekenof en in hoe ver zulk een opvatting van het geluksbegrip zich regt- vaardigen laatwij willen alleen doen op merken, dat een soortgelijk geluk, hoe ver leidelijk ’t ons ook in de oogen blinkt, niet vrij is van gevaren van velerlei aard ge varen voor den innerlijken zoowel als voor den uitwendigen mensch gevaren voor het genoemd zoowel als voor het stoffelijk wel zijn. Wanneer een mensch in uitwendige din gen het toppunt van geluk zoekt, wanneer rijk of aanzienlijk te zijn bij hem voor ’t hoogste geldt en wanneer hij daar met al zijne krachten naar streeft, ligt het dan niet in den aard van de zaakdat hij in de keus van de middelen om tot zijn doel te geraken dikwijls zeer onverschillig wordt? Hjjdie tot eiken prijs rijk wil worden wijl de rijke hem boven alles gelukkig toe schijnt, zal zich spoedig niet ontzien, aller lei ongerechtigheden te begaan, ingeval hij daardoor slechts zijn doel kan bereiken. Hij zalwaar daar kans toe isden ar beider het welverdiende loon zoeken te ont houden en den arme, die hulp bij hem zoekt, met hardheid van zijne deur wijzen. De ge dachte aan zijn eigen geluk, dat hij in den rijkdom meent te moeten zoekenmaakt hem onbillijkhardwreed en doet hem blind en doof worden voor den nood van anderen. En daarbij zal hij zichzelven dag noch nacht rust gunnenhet najagen van zijn doel zal zijn geest voortdurend bezig houden, tot eindelijk de zenuwen onder de aanhoudende spanning bezwijken en de rust- telooze met al zijn bejag eene geschokte gezondheid in plaats van de gehoopte en gedroomde schatten heeft gewonnen. Of, indien hij die werkelijk meester wordt en zijne wenschen en verwachtingen vervuld ziet, hoe vaak zal men dan ziendat hij zich onbesuisd het genot in de armen werpt en, in overdaad badend, zijn ligchaam voor den tijd verwoest. En hijdie naar hooge waardigheden naar eer en onderscheiding jaagt of in de toejuiching der menigte zijn geluk zoekt hoe dikwijls zal hij in gevaar komen van daarbij zijn braaf en eerlijk karakter te ver liezen. Zoo vaak ziet hij zich kromme en ’t licht schuwende wegen geopend, die lich ter en sneller, dan het eervolle, maar steile en moeielijke pad der verdienste tot het ge- wenschte doel voeren. Die worden dan maar al te dikwijls gebruikt en is zoo het doel bereiktdan mag men het verkregen geluk niet weder verliezen, en moet daar om aan eer en braafheid menig nieuw of fer worden gebragt. Wat zal ik verder zeggen, van de nooit wijkende zorg, den angstvalligen argwaan, waarmede ieder ver meend of werkelijk mededinger wordt in het oog gehouden? Hoe wordt niet alles aangewendom hem den voet te lichten om hem toch niet te laten opstijgen tot de hoogte van het eigen geluk’t Is dus wel waarlijk een rusteloos veelbewogen en geens zins benijdenswaardig leven, dat deee ge lukkigen leiden Maar gesteld dat een mensch aan de ge varen voor de zedelijkheid, welke een zoo onverstandig jagen naar kwalijk begrepen geluk en dit geluk zelf medebrengen, ge lukkig ontkomtgesteld, dat de rijkdom, de eer de onderscheiding of wat iemand maar meest begeerlijk toeschijnt, op regt- matigen weg verworven en tot eigen en anderer best gebruikt wordt, dan is er toch altijd één gevaar, waaraan ook dikwijls dit geluk blootstaaten dat is de wissel valligheid. Alles hier beneden is verander lijk en aan wisseling onderworpen; zoo wis selen dag en nacht, zoo wisselen de jaar getijden zoo wisselt de dood met het le ven waarom zou het geluk van blij- venden onveranderlijken duur zijn Eu werkelijk leert de dagelijksche ondervin ding, dat dit juist het grilligste en wispel- turigste van alle dingen is. De Ouden stel den de Geluksgodin als op een kogel of op een rad staande voor, en dat waarlijk niet ten onrechte. Even snel als de kogel rolt en het rad om zijne as draait, even snel en onverwacht neemt vaak het geluk een keer. Men moet den dag niet voor den avond roemen is het woord van een ou den wijze. Hij die heden de eerste in aan zien is bij het volk kan onvoorziens van zijne waardigheden beroofd worden, als het den nijd zijner tegenpartij gelukthem te doen vallen of een veranderde staat van zaken zijne verwijdering ten gevolge heeft. En wie heden nog over duizenden, ja hon derdduizend beschikte, kan morgen een be delaar zijn. De storm op zee kan zijne schepen te gronde doen gaaneen brand legt zijne bezittingen in asch of andere niet te voorziene toevalligheden berooven hem van zijne krediet en zijn vermogen. En wien de volksmenigte heden vereert, wien zij als den held, als den gevierde van den dag huldigt, dien kan zij morgen vertrap pen en voor roem en eer, schande en ver smading laten inoogsten. Eén geluk is er echter, dat aan geen wisselvalligheden blootstaat, maar onver anderlijk en voor ieder verkrijgbaar is deugd, braafheid in vereeniging met tevre denheid. Wie altijd zijne pligten trouw ver vult en naar de inspraak van zijn geweten handelt, zal ook tevreden zijn met het hem hier op aarde te beurt gevallen lot. En of dan ook de stormen des levens met ge weld boven zijn hoofd losbreken, hij zal vast staan en den vasten grond niet onder zijne voeten voelen wegzinken. Lady Strangford is, vergezeld van haren eigenaardigen staf van dochters en zieken- oppasters, te Kaïro aangekomen. De Khe dive heeft Arabi’s huis te harer beschikking gelaten. Het moet allezins er voorgeschikt zijn. Eenige gekwetsten, die nu in het Egyptische hospitaal liggen, zullen zoodra mogelijk naar het nieuwe gasthuis worden overgebragt. Daar worden 150 bedden in gereedheid gebragt. De Moniteur Egyptien, die te Alexandrië verscheen, wordt weder naar de hoofdstad overgebragt. Het nommer van Maandag zal aldaar verschijnen. Het is nog onzeker of de Khedive het blad dan te Kaïro zal lezen, m. a. w., of hij zal gevolg geven aan zijn plan, om onvermogend derwaarts te trek ken. Alle pogingen worden nog daartoe aangewend, en het mislukken er van zou een groote teleurstelling veroorzaken. Hij heeft drie prinsen, Ibrahim, Hamed en Ka mil, die in Mei j 1. de petitie toekenden, waarin op de verwijdering van Tewfik werd aan gedrongen, begrijpelijkerwijze de deur gewe zen, toen zij gisteren te Ras-el-Tin hun op wachting kwamen maken. Hij liet hen eerst een uur lang antichambreeren en zond hun toen de boodschap, dat hij hen niet verkoos te ontvangen en zij hem genoegen zouden doen het paleis terstond te verlaten. „Het is walgelijk seint de Alexan- drijnsche berigtgever der Standaard hen, die geheel op de hand van Arabi bleken te zijn, nu van geestdrift voor den Khedive te zien, gloeien en betuigingen van diepe ge trouwheid jegens hem te hooren. De Khe dive wordt evenwel door deze valschheid niet misleid en schat zulke verzekeringen van trouw op hare juiste waarde. Vele der vroegere aanhangers van Arabi vinden de deur der audientiekamer voor hen gesloten. Eenige Princessen uit de onderkoninklijke familie zijn zeer gecompromitteerd, en men gelooft algemeen, dat op eigendommen ter waarde van meer dan een millioen ponden sterling beslag zal worden gelegd, om te dienen als schadeloosstelling aan de slagt- offers van de branden en plunderingen te Alexandrie.” Het geheel der Engelsche troepen naar Egypte geëxpedieerd bedraagt 16416 man van alle bagage 45 schepen werden tot de uitzending gebezigd tusschen 27 Julij en 19 Aug. Tegen 5 Sept, waren zij allen ter bestemmingAlexandriëPort- Said of Cyprus gearriveerd, zonder eenig ongemak. Het indische contingent telde bovendien 226 officieren en 1749 britsche manschappen; 5497 indische officieren en manschap; benevens 6513 volgers, 1794 paar den 4351 muilezels en 736 ponies, of een totaal (met uitzondering der volgers) van 7537 strijders en 6880 viervoeters. 52 stoom- transportschepen werden tot den overtogt gevorderd. Het volk werd ingescheept tus schen 21 gillij en 4 Sept. Het leger op het oogenbhk in Egypte gebezigdzonder mee te tellen de reserven op Malta en te Gibraltar, noch de versterkingen en aan vullingen die onderweg zijn, telt in zijn ge heel 28,679 manen 12,367 viervoeters. De transportdienst van de Engelsche ad miraliteit heeft nu 108 transportschepen tot zijne beschikking, waarvan wel spoedig een aantal zullen worden afgedankt. Het over brengen van zulk een leger kost schatten gelds. De „Oriënt”waarmede de hertog van Connaught uitging, werd gehuurd voor vier maanden tegen f 15,60 per ton en per maand, dat is, bij een inhoud van 5268 re- gistertonnenvoor de vier maanden eene huur van f355 000 buiten de kolen, die door de admiraliteit aan de verschillende stations worden geleverd. De gewone transportsche pen worden betaald met f9,60 a f 12 per ton en per maandnaar de snelheid en bruikbaarheid der schepen. Alle schepen die voor vier maanden gehuurd werden, kre gen twee maanden huur vooruit, de andere ééne maand. Op deze voor waarden vertrok ken uit Engeland 72 transportschepen met troepen en uit Indie 36waarbij nog niet in rekening zijn gebragt de schepen, die gehuurd zijn om muilezels aan te voeren uit SpanjeSyrië en Amerika. Een schip met Amerikaansche muilezels is nog onder weg naar Ismailia. Eindelijk kost de „Car- brengen, en daarom, als een ordentelijk Egyptenaar hem vraagtwanneer gaat gij weer weg dan zegt hij niets maar lacht eventjes. De correspondent te Alexandrie van den Parijschen Figaro beweert nader bekend te zijn met de voornemens van Engeland aangaande Egypte. Indien zijne mededeelingen uit goede bron afkomstig zijn maar dit mag men, om den aard van het blad, niet zoo on voorwaardelijk aannemen dan is thans in onderzoek of nog slechts in voorberei ding een regelingspïanwaarvan wij de voornaamste bepalingen hier laten volgen 1. Het grondgebied om het kanaal van Suez wordt geheel ontruimd en het kanaal herkrijgt zijn internationaal karakter. De mogendheden worden uitgenoodigd de waar borgen er van vast te stellen. 2. De fimans der porte blijven van krachten aan de suzereiniteit van den Sultan wordt niet op nieuw afbreuk gedaan. 3. Alexandrië krijgt eene bezetting van 3000 man, onder gene raal Harmanals militair-gouverneur der stad. 4. Een corps indische cavalerie, on der generaal-majoor Wilkinsonblijft ter beschikking van den Khedive gedurende een door dezen te bepalen tijd. Een ge leide van honderd mangekommandeerd door kolonel Mac Naughton, wordt aan de Tefwik-pacha toegevoegd. 5. Engeland be houdt zich het regt voor, in het bezit van het fort Mex te blijven gedurende een la ter vast te stellen tijd. 6. De engelsch-fran- sche controle over de financiën wordt afge schaft, maar de internationale instelling van de kas der openbare schuld gehandhaafd. 7. Onmiddelijk nadat orde en rust volko men hersteld zijnzien ds engelsche mili taire autoriteiten af van alle inmenging in ’s lands inwending bestuur. 8. Een gendar merie, aangeworven in Epirus en Albanië, wordt georganiseerdom als politiemacht dienst te doenen staat onder de bevelen van turksche officieren. 9. Officieren van het indische leger worden belast met het organiseeren in de voornaamste steden van een politie zamengesteld uit inboorlin gen en europeauen. 10. Tot elke politieke handeling, waarvan het gevolg moet zijn of een verandering in den toestand zoo als deze na de engelsche inlegering zal bestaan, of een wijziging van de internationale be trekkingen, wordt besloten in overleg met den vertegenwoordiger van Engeland. Het Damiette-krijgsspel is op ’t onver wachts uitgespeeld. De opperbevelhebber trok de engelschen tegemoet en zei„ik geef mij over 1” Er is voor de engelschen nu niets meer in te nemen. Ook niets aan te nemen Onder de britsche troepen in Egypte heerscht veel ziekte. De Egyptenaren heb ben gansch andere denkbeelden omtrent reinheid dan hunne overweldigers, en de meeste kazernen en kampementen verkee- ren in een toestand, die alle beschrijving te boven gaat. Egypte is rijk aan onge dierte van allerlei aard en insecten der meest uiteenloopende benamingen en soor ten. Sommige der minst aangename schij nen afspraak te hebben gemaakt om el kaar in de kazernen en kampementen der Egyptenaren te ontmoeten. Het gevolg is, dat zij veel eer dan hun tweebeenige land- genooten bij magte zijn de Britten te ver jagen; zelfs de vurigste entomologen gaan aan den haal wegens den vloed van Ara bisch ongedierte. De garde heeft het niet in de Citadel kunnen uithouden en is, na een dappere tegenweer, genoodzaakt ge worden elders een goed heenkomen te zoe ken. Het spreekt van zelf dat zulke toe standen allergunstigst zijn voor de ontwik keling en verspreiding van ziekten, afge scheiden nog van het onbegraven laten van zoovele lijken van menschen en dieren rond om Tel-el-Kebir en elders, die de lucht verpesten. Een bedenkelijk verschijnsel is het toenemen der Egyptische oogziekte on der de engelsche soldaten. Honderd en dertig patiënten, die aan ophtahnie lijden, zijn reeds naar het hospitaal te Ismaïlia gezonden, en men vreest, dat dit getal nog zeer toenemen zal. Ondeugende straatloopers hebben wel ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ENGELAND. Pharao moet zijn intogt te Caïro doen, maar hij ziet er tegen op. ’t Is de oude wijfelaar. Hij weet nooit of hij iets doen dan wel wel iets laten zal. De Engelschen zijn ontstemd over eene besluiteloosheid, die niets goeds voor de toekomst voorspelt. Toen men hem een intogt voorstelde, ge volgd door eene revue en des avonds vuur werk en bengaalsch vuur, spitste hij plei- zierig de ooren. Vuurwerk valt toch overal in den smaak. De bevolking te Caïro is nijdig op de Engelschen en doet deze kwaad zooveel zij kan. Ook is zij tegen hare overwinnaars bru taal. „Aan christenhonden wordt hier niet verkocht,” duwde men in een bazar een paar engelsche officieren toe. Generaal Wolseley wil nu eenige pa- troubles kavallerie door de muitende ten der stad laten rijden. eerbied voor paardenhoeven. VVat wil Engeland nu aan Egypte geven? 1. de magt om voor alle natiën de vei ligheid op het Suez-kanaal te handhaven 2. de zekerheid, dat een nieuwe opstand onmogelijk is 3. eene regering, die het algemeen wel zijn beoogt. Men begrijpt, dat John Buil vrij wat tijd zal moeten hebben om dat alles in orde te ft 1 d BOL8WARDSCHE COURANT H! 1 wij-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1