NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
B0Ï.SWARD WWS8BA8BH,
*1
•l
1882.
Een en Twintigste Jaargang.
No. 40.
X
DONDERDAG 5 OCTOBER.
VOOR
NA VEERTIG JAREN.
'I
H
- -
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
1
'71
De Daily Telegraph verneemt, dat er bij
den brand te Cairo onder anderen een vijf-
tiendaagsche voorraad leeftogt voor 25,000
man vernield is. Het is voor Engeland een
aardig schadepostje waarover de egyptische
bevolking haar leedvermaak niet verbergt.
Eindelijk meent zij nu middel gevonden te
hebben om den engelschen afbreuk te doen.
„Dit was zoo hoort men in de straten
roepen een vreugdevuurtje van het volk
ontstoken ter eere van des Khedives Chris
telijke vrienden 1”
De sterkte van het britsche bezettingsle
ger in Egypte is nu bepaald op 10,000. Het
indische contingent keert onverwijld naar
Indie terug. De garde zal nog blijven tot
25 dezer.
Het spoorwegverkeer tusschen Cairo en
Alexandrie is thans geheel hersteld.
In een dagblad’t welk Gambetta’s po
litiek steunt en Frankrijk’s onverschillig
heid ten aanzien van Egypte betreurt, leest
men
„Von Beust heeft inderdijd, na Sadowa
gezegddat er geen Europa meer bestond.
Dat gezegde is nog van volle kracht. Za-
menwerking onder de mogendheden is ver
dwenen. Vandaar dat Engeland alleen op
eigen krachten steunt en dat het aarzelt
om door een verbond met Frankrijk zich
de duizend moeijelijkheden op den hals te
halendie de ijverzucht der vastelands-mo-
gendheden met zich voert. De radicalen
zien nooit verder dan de muren van Parijs
en de kwestie als b. v. in de centrale mai-
re, legt voor hen veel meer gewigt in de
schaal dan de belangen van het land in de
Middellandsche zee.
Hoe kan men nu van een vreemd land
verwachtendat het een verbond zal wil
len sluiten met Frankrijk, beheerscht als
het is door zulke bekrompen inzigten
Volgens de Weener Presse moet volstrekt
geen geloof gehecht worden aan het door
een londensch avondblad vermelde gerucht
dat de drie Keizers eerlang een zamenkomst
Les idees marchent, d. i. De gedachten
vervolgen haar loop. Ook de onreine, maar
deze juist in omgekeerde orde, als de ver
hevene, aan welke ik denk. De eerste wor
den met gejuich begroet bij de geboorte,
maar ze zijn tot sterven bestemd. De laat
ste worden beschimpt, bespot, als ze zich
voor ’t eerst doen hooren, de dragers er van
worden in den ban gedaan, ’t baat niet,
de gedachten gaan voort, zij worden opgeno
men in steeds meerdere harten en hoofden, ze
vinden haar weg, ze worden erkend, ge
waardeerd, ze worden ten zegen.
Deze waarheid stond me voor den geest,
toen ik kennis nam van de 40jarige feest
viering der Nederlandsche vereeniging tot
afschaffing van Sterken Drank te Haarlem
op den 12den September jl., den stichtings-
dag dier Vereeniging.
Welk een ommekeer, welk een vooruit
gang in de openbare meening sedert Dr.
W. Egeling te Leiden in 1840 voor’teerst
door een N. Amerikaansch tijdschrift be
kend werd met de Afschaffingsbeweging en
twee jaren later op bescheiden wijze de
Nederlandsche vereeniging werd opgericht,
die nu dit feest mocht vieren.
Allereerst ging een kreet van verbazing
door heel het land, toen die weinigen den
strijd aankondigden tegen „het huiselijk
likeur-keldertje,” gelijk Ds. Gispen, predikant
bij de Chr. Gereformeerden, in de verga
dering der Synode op 29 Aug. jl. te Zwolle
gehouden, zeer karakteristiek ’t meubeltje
noemde, dat in de deftige gezinnen dier
dagen op ’t middaguur ter tafel verscheen.
Gelijk deze prediker zelf nu nog spreekt
„De Heere geeft den mensch op zijn lijdens
weg wat om vrolijk te zün. De humani-
zeerende rigting van de filantropische ge
nootschappen hervormt nietzij voert van
het ware beginsel af”, gelijk het kamerlid,
de Roomsch-Katholieke priester Schaepman
het twee-borrel-stelsel onlangs nog gansch
naïef verdedigde, zoo sprak toen de zeer
groote meerderheid des volks. Het was
onzinnig, zich „volksvrienden” te durven noe
men, terwijl men den werkman zijn „slokje,”
der vrouw haar „likeurtje”, den beschaaf
de zijn „bittertje”, den mensch zijn „vrijheid”
ging rooven. Zoo spotte men, alsof er wer
kelijk een afschaffingsgenootschap zou ont
staan zijn, als er niets anders gebeurde, dan
wat men, en nog wel liefst met een ver
kleinwoordje aanduidde. Zoo verklaarde
men en nog wel met blijkbare zelfverheffing
de „verklaring”, waarbij de afschaffer niets
anders deed, dan met zijn handteekening
bekrachtigen, wat hij uit innige overtuiging
sints korteren of langeren tijd had gedaan.
Op dit tijdperk van „verbazing” is er een
gevolgd van betrekkelijke waardeering, van
nederbuigende welwillendheid. Men zag toch
wel indat de zaak ernstiger wasdan
men het eerst had voorgestelddat het ei
genlijk vrij wat meer overeenkomstig de
waarheid is om van okshoofden dan van
BEKENDMAKING.
De BURGEMEESTER van WONSE-
RADEEL brengtter voldoening aan het
bepaalde in art. 41 der gemeentewetter
algemeene kennisdat door hem op Zatur-
dag den 7 Oct. 1882 des voormiddags
om 11 uur, in het gemeentehuis te Wit-
marsum, vergadering van den gemeenteraad
is belegd, ten einde te beraadslagen en be
sluiten over de hieronder vermelde punten.
Witmarsum30 Sept. 1882.
De Burgemeester voornoemd
L. BRITZEL.
1. Notulen der vorige vergadering.
2. Uitloting van aandeelen in door de
gemeente aangegane geldleeningen.
3. Bekrachtiging van den aankoop van
drie woningen en een tuin te Witmarsum.
4. Benoeming van een plaatsvervangend
lid in de Commissien van beheer over de
kunstwegen van Bolsward naar Sneek en
Harlingen.
zetten waarom de Regering met sympathie
de werkzaamheden van deze en soortgelijke
vereenigingen begroet, als bondgenooten ter
bestrijding van de volkskwaal der dronken
schap en ter handhaving van de Drank
wet. Is het waar dat de overheid niets
zonder de burgersde wet niets zonder de
zeden vermagdan is medewerking als de
ze onmisbaar. Hij eindigde met aan den
Voorzitter, als blijk van ’s Konings inge
nomenheid met het streven der Vereeni
ging en met zijn aandeel daarin het rid
derkruis van den Nederlandschen Leeuw te
overhandigen.”
Te roemen is waarlijk niet oorbaar, de
Vereeniging heeft slechts haar plicht ge
daan maar om der wille van de zaak die
zij voorstaat, is het haar een aangename
en geoorloofde voldoeningdat haar stre
ven gewaardeerd wordt door den Vorst en
zijne regeering, door vele edelen uit alle
standenvan den arbeider tot den Prins
van Koninklijken bloede’t zij haar een
aansporing om onder Hoogeren Zegen
moedig voort te gaan op den ingeslagen
weg en als ze eenmaal ’t voorrecht mag
smaken haar gouden feest te vieren, mocht
dan de ure gekomen zijn, dat een „Drank
wet”, onnoodig zal blijken, omdat de Natie
zich zelve ten wet dan kan zijn. Een wet
toch als deze is goedomdat zij noodza
kelijk ismaar als de ure harer intrekking
eens slaan kandan zal dit een ware ze
gen wezen.
M. E. van der MEULEN.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 0ts. vag 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ken, met muziek aan het hoofd en onder
het geroep „Eljen Istoczy 1” trokken naar
het spoorwegstation, maar de gewapende
magt belette de uitvoering hunner misdadi
ge plannen door de Jodenstraat af te sluiten.
Tot tien uur bleef de rust tamelijk onge
stoord, maar op de openbare pleinen, in
zonderheid op de König Ludwigplatz, wa
ren groote volksmenigten bijeen. Men zag
er ook vele studenten. De militaire magt
duldde deze bijeenkomsten niet, doch de pa
trouilles werden begroet met het „Eljen
Istoczy 1” Na elf ure werden in eenige af
gelegene straten een kleerwinkel en een
kraam van een paar Joden geplunderd- De
militairen kwamen met gevelde bajonet toe
schieten. Eenige personen werden gewond
en een soldaat werd gekwetst door een steen
worp. De soldaten gingen vervolgens aan
’t werk om de straten te zuiverenom
streeks middernacht was hun dit nagenoeg
gelukt.
Een 300 a 400 Joden zijn uit Presburg
naar Weenen gevlugt. Algemeen wordt be
weerd, dat de geweldadigheden volgens een
vast jdan beraamd waren. Daar ook in an
dere plaatsen van Hongarije dergelijke too-
neelen gevreesd worden, zoo heeft de Minis
ter Tisza aan de overheid bevelen doen toe
komen, om bij de eerste verschijnselen da
delijk met kracht tusschenbeide te treden.
Eenige bladen te Pesth melden dat te Pres
burg de staat van beleg zal worden afge-
kondigd.
Het gemeentebestuur te Presburg heeft
inmiddels van zijn kant bekend gemaakt
dat de jaarmarkt, die heden 2 October, zou
worden geopend, niet zal plaats hebben.
Volgens eene latere depêche uitWeenen
waren de oproermakers en plundenaars on
geveer 2000 in getal en was de politie eerst
totaal onmagtig om het geweld te keeren.
Tachtig personen werden gedood en ge
wond.
Daar voor eene herhaling van het roo-
verswerk werd gevreesdzijn vele Joden
gevlugt naar Weenen en Pesth.
Ook Presburg in Hongarije heeft zijn Jo-
den-vervolging.
Dagen achtereen was het volk door som
mige Dagbladen opgehitst en zelfs werden
er inschrijvingen geopend om de kosten van
het schandaal, ’t welk ten tooneele zou wor
den gevoerd, te bestrijden.
Woensdagavond jl. zou de beweging plaats
hebben en wel bij gelegenheid van eene se
renade aan de opzigters eener nieuwe lief-
dadigheids-vereeniging.
De menigte kwam te zamen en trok met
muziek aan ’t hoofd naar het locaal waar
de mannen zich bevonden, die Hongarije
vertegenwoordigden op het anti-Semiten-
Congres te Dresden. Onderweg werden
steenworpen gerigt tegen een paar huizen
door Joden bewoond en dat was het sig
naal tot allerlei buitensporigheden.
De politie echter wist toen nog te belet
ten, wat er overlegd was, maar uitstel was
geen afstel en op den volgenden avond werd
het plan volvoerd.
Met onbegrijpelijken spoed droegen een
aantal personen steenen en andere projec
tielen aan, waarmede in verschillende stra
ten de woningen van Israëlieten, onder lui
de Eljen’s voor de anti Semiten in het Par
lement gebombardeerd werden. De politie
deed al ’t mogehjke om de ongeregeldhe
den te bedwingen, maar naauwelijks was
zij er op eene plaats in geslaagd of zij barst
ten op eene andere weder uit. Toen ein
delijk de Synagoge door het gepeupel werd
bestormd, werd de militaire magt gerequi-
reerd, die eerst na een ernstig gevecht,
waarbij verscheidene personen gewond wer
den, tegen middernacht de rust in de stra
ten herstelde. Een aantal woningen, win
kels en magazijnen, aan Joden toebehoo-
rende, zijn verwoest en geplunderd en een
50tal personen werden in hechtenis geno
men. Volgens enkele arrestanten was dit
nog slechts het voorspel en zou de groote
vertooning hedenavond plaats hebben. Met
’t oog daarop is het Gemeentebestuur per-
nament vergaderd en is het geheele garni
zoen in de kazernes geconsigneerd.
’t Bleek dan ook weldra dat er Vrijdag
jl. weder een nieuw bedrijf in het schandaal
gespeeld zou worden, maar daar de mili
taire magt tijdig op de been was, zoo na
men de geweldadige handelingen niet de
verhouding aan van den vorigen dag. Mi
litaire patrouilles van 50 man doorliepen
den ganschen avond de stad, terwijl de re_
gen bij stroomen neerviel. Een 600 slova_
glaasjes te spreken, dat jaarlijks millioenen
verkwist werden en duizende menschen on
gelukkig. Men vond het dus wel goed dat
dronkaards zieh bekeerden en afschaffers
werden en edel dat anderen zich wijdden
aan de redding van dat speciale soort van
zondaressen helaasook en zondaars voor
al. „Naar de afschaffing” sturen, zoo heette
het toen, die heeren weten er raad op,
dat was het hoogste punt van de belang
stelling jegens de ellendigenhet hoogte
punt van den haat, waarmee de drank door
hen gehaat werdterwijl zij zelve iedere
aanraking met de vereeniging schuwden”.
De vereeniging bestond toen, naar het oor
deel van niet weinigenuit bekeerden en
bekeerders. ’t Was wel niet waar, maar,
meende men toch wel aardig gevonden en
men onthield zich van de onthouders. Daar
na,’t was in 1856, deed de Afschaffing hare
intrede in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal. ’t Was een groote schrede voor
waarts. De aandacht der Edelmogenden
werd door mannen als Rochussen en Bn. van
Hoëvell gevestigd op den omvang der ramp.
Eene commissie van vijf leden werd benoemd
om de Kamer voor te lichten omtrent de
maatregelen die hec toenemend misbruik
van sterken drank zouden vereischen. Een
jaar later werd door deze commissie ver
slag uitgebragt in de Tweede Kamer, waar
bij het vraagstuk in het breede werd toe
gelicht. Het drankgebruik werd zelfs ge
brandmerkt als te zijn „een kanker die aan
het zedelijk, ligchamelijk en stoffelijk wel
zijn van het volk knaagt.” Hierbij liet de
volksvertegenwoordiging het voorloopig, het
rapport werd ter ruste gelegd in het archief
der Kamer. Doch het kwaad was als be
staande erkend en het Hoofdbestuur sliep
niet. Het liet zich telkens hoorenmet
het oog op de wet op de Patentenvoor
zoover deze den handel in sterke dranken be
treft en de wet op de heffing eener belas
ting op het gedistilleerd. En dit bleef niet
zonder gunstig gevolg. De belasting op het
gedistilleerd werd verhoogd, in de wet van
1865 had ten opzigte van de patenten eene
gunstige verandering plaats de toeneming
van het drankmisbruik werd meer en meer
erkendmaar de schatkist kon de milli
oenen niet missen die steeds hooger klim
mende cijfers zagen er zoo verleidelijk uit
totdat eindelijk ook Multapatior opstond, de
Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zich
liet hooren en handelend optrad, de Minis
ter Modderman zijn ontwerp indiende en
de drankwet tot stand kwam. Nu zijn wij
er niet, maar toch welk een verschil in
1882 met 1842. Toen vergaderde een zeer
klein gezelschap, in ’t bewustzijn dat het
een zwaren strijd zou moeten beginnen en
nu schrijft de „Haarlemsche Courant" van
12 Sept. „Een aanzienlijk publiek was he
den avond in de (smaakvol versierde) groote
zaal van „de Kroon” opgekomen ter fees
telijke viering van het 40jang bestaan der
Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing
van sterken drank. Mannen en vrouwen
van eiken rang en stand, uit alle deelen
des Vaderlands derwaarts zaamgestroomd,
om met elkander op den dag zelven waarop
de vereeniging voor 40 jaren in het leven
trad, den afgeloopen tijd, met zijn strijd,
zijn nederlagen en zegepralen te herdenken.
Onder de aanwezigen merkte men op den
medestichter, Mr. J. Heemskerk Az. Z. Exc.
den Minister van justitie Mr. Modderman,
den Commissaris des Konings Jhr. Mr.
Schorer, den Majoor der Infanterie den
heer Kraal, Mr. Goeman Borgesius, lid van
de Tweede Kamer en Voorzitter van den
Volksbond, Burgemeester en Wethouders
met eene Commissie uit den Gemeenteraad
en tal van andere genoodigden uit alle dee
len des lands. „Jhr. L. L. de Jonge, de
Voorzitter deelde mede” dat de kroonprins,
daartoe verzocht, zich volgaarne bereid heeft
verklaard, het beschermheerschap der Ver
eeniging op zich te nemen.” De Minister
Modderman zeide dat het hem aangenaam
was door zijne tegenwoordigheid te dezer
plaatse blijk te geven van de belangstelling
der Regeering in deze vereeniging. Hij
achtte het overbodig de redenen uiteen te
l
k
BOLSWARDSCHE COURAIF
Zie H. B. BreijerVeertig jaren, bl. 15.