NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD J ,OLSWAR® WWSBMdMBt. ■F*:<T8I 1882. Een en Twintigste Jaargang. No. 41. DONDERDAG 12 OCTOBER. DONDERDAG 12 OCTOBER. VOOR IIIBTFVI.AVO. r hij r t ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden, Franco per post 95 Cents. SLECHTE EN C1OEBE D1ENSTBOBEN. r I «©j i r noemd tot evangelist-godsdienstonderwijzer. LOLLUM. Zondag 1 Oct. en Zondag 9 Oct. was er vreugde in onze gemeente. Onze geach te. leeraar Ds. Jaarsma berigtte onsdat j voor de beroeping naar Oude water had bedankt en vrijheid gevonden had om ook voor Surhuizum te bedanken. Bii¥>EiyijAiyp. Bij de opening der inschrijvings-briefjes voor de aanbesteding van het verwen en be glazen van de boterfabrieken te Sneek en Bolsward bleek, dat hadden ingeschreven Voor dat te Sneek J. Louwmans f 688, T. K. v. d. Zee f 670, J. Zoethout f 660, P. Abbenga f 625B. v. Ketel f 590F. Nieuwenhuis f 589, B. Ketel f 581,50, H. Zandstra f 580, J. Dijkstra f 540, J. Tijsma f525, II. J. Volkers te Sneek f430. Voor dat te Bolsward J. Zoethout f874, G. Hamburg f790, Zelle f765, J. Boersma f 757 J. de Boer f 749G. H. de Boer f739, J. Zietsma f695, J. v. Wiegle f681, S. v. d. Zee f666, J. Kramer f635, B. v. Ketel f 599, Bauke v. Ketel f 597, F. Nieu wenhuis f 574 en Rauwerda te Bolsward f 450aan wien het werk is gegund. WITMARSUM. Aan de Christelijke school alhier is be noemd tot hulponderwijzer, J. Grijpma, te Menaldumdie deze benoeming heeft aan genomen. De hulpprediker J. A. Weidner te Ab- benes is van de 24 sollicitanten alhier be- In de Annalen des gesammten Versiche- rungswesen leest men De Verzekeringsbode. Het Hollandsche vakblad De Verzekeringsbode heeft nu een De accijns op het gedistilleerd heeft in September 11. wederom ruim vijf en dertig duizend gulden minder opgebragt dan in dezelfde maand van het vorig jaar. Dien tengevolge is de opbrengst van dit middel gedurende de eerste 9 maanden van dit jaar ruim f343,000 lager dan in dezelfde maan den van het vorig jaar en bleef zij ruim zes ton beneden het 9/12 der raming van dit jaar. Daar overigens de accijns slechts ter naauwernood de helft uitmaakt van het geen door den verbruiker aan de tappers wordt betaald, zoo blijkt dat in 9 maanden tijds door ons volk circa zeven tonnen gouds op het artikel „sterke drank” bespaard is. Zoo beweert men. Ook bij deze berekening is niet in aan merking genomen, dat er een zeer eenvou dig middel bestaat, om minder gedistilleerd in te slaan en toch dezelfde som voor bor rels te ontvangen. Water en jenever laten zich uitnemend vermengen. Op die zeven tonnen gouds is dus wel wat af te dingen. Het brievenverkeer breidt zich in Neder land nog verbazend uit. In 1881 bedroeg het aantal gewisselde brieven op de ver schillende kantoren hier te lande 57,443,105 tegen 56,047,270 in 1880. Nog veel ster ker is echter de toeneming van het ver keer met briefkaarten. In 1880 bedroeg het aantal enkele briefkaarten 15,529,133 in 1881 17,345,950 dus eene vermeerde ring van ruim elf procent in één jaar. Wel een bewijs dat briefkaarten zeer in den smaak vallen. Opmerkelijk is het, dat bijna elk jaar een even groot aantal brieven of brief kaarten onbestelbaar is. In 1880 bedroeg het aantal niet uitgereikte brieven 75,000 in 1881 72,221 op zoovele millioenen dus een klein verschil. Aangeteekende brie ven raken bijna nooit weg. In 1881 wer den 72 klagten ingediend wegens beweerde vermissingen van aangeteekende brieven maar 62 dier aangiften bleken ongegrond. Slechts drie waren er werkelijk vermist waarvan drie ten laste der nederlandsche administratie ten gevolge van ontvreemding door postbeambten. Als men nu bedenkt dat het aantal gewone aangeteekende brie ven, alleen voor het binnenlandsch verkeer, 871,970 bedroeg, dan is die verhouding wer kelijk al zeer gunstig en kan men dus in Nederland vrij gerust de kosten van het aanteekenen met aangegeven geldswaarde vermijden. Eene achtenswaardige Duitsche vrouw en huismoeder schreef onlangs over dit thema het volgende Ik ben een burgervrouw en behoor onder hen, die het woord „huisvrouw” letterlijk op vatten, d. i. binnen hare eigen vier palen blijven en niet naar de pen grijpen, om in het publiek gehoord te wordendoch daar de klacht over de dienstmeiden tegenwoor dig zoo algemeen is, meende ik, de ma nier en methode, welke ik volg, wel eens in wijder kring te mogen meedeelen. Mis schien dat dan wel de eene of andere der vrouwenwie de zaak wezenlijk ernst is mij de wijze van doen nadoet, waarbij ik althans mij altijd goed heb bevonden. Vooreerst geef ik aan mijne dienstboden een eenvoudigen maar daarbij stevigen en zindelijkenalsook overvloedigen kost vervolgens behandel ik haar altijd gelijk matig vriendelijk, geef mijne orders een voudig en bepaald, schoon nooit uit de hoogteen heb daarvoor de voldoening dat ik zelden of nooit hetzelfde behoef te zeggen. Verder zie ik niet iedere kleinig heid en waar ik bestraffen moet, geschiedt dit met weinige en ernstige woorden, zonder dat ik daarbij een scherpen of barschen toon aanneem. Ik zelve draag in huis altijd een voudige, doch zindelijke kleedingmoet ik om uit te gaaneens wat meer aan mijn toilet doendan kleed ik mij terstond na mijne thuiskomst weer om en berg de be tere kleeding weg. Zoo doe ik ook Zon dags door mijn beste goed na het gebruik dadelijk weer af te leggen en op zijne plaats te brengen. Hierdoor leg ik stilzwijgend aan mijne meiden de verplichting op om hetzelfde te doenen heb het voordeel van steeds nette maar ook spaarzame dienst baren te hebben. Ik vraag nooit naar den vorigen dienst, gelijk ik mij ook nooit over mijne vroegere meiden uitlaat. Als dat niet te vermijden is, gewaag ik alleen van hare goede hoedanighedenwaardoor ik ’t niet te minachten verlangen in haar opwek zich zoo te gedragen, dat ik later van haar ook met lof spreken kan. Mijne kennissen vragen mij vaakhoe ik ’t aanlegom al tijd zulke knappe en vlijtige meiden te krij gen en vertel ik haar datdan willen zij nauwelijks gelooven dat eenvoudig eene gelijkmatig vriendelijke beredeneerde, nooit grillige of knorrige behandeling zooveel af doen kan. Nog nooit heeft eene meid te genover mij het verschuldigd respect uit het oog verloren. De dienstbodenkwaal ligt overigens die per zij oefent op al onze maatschappelijke toestandenop onze families en hier voor al op de opvoeding onzer kinderen invloed uit. Ieder opvolgend geslacht brengt meer dames dan vrouwen te voorschijn, en altijd valt de verantwoordelijkheid daarvoor op de moeders, wijl zij hare dochters niet voor de huiselijkheid opvoeden. Velen onzer jonge vrouwen trouwenzonder van eene huishouding meer te verstaan, dan hoe men de soep met den lepel naar den mond moet brengen; maar juist doordat de moeder hare dochter niet in de keuken den weg leert kennenlevert zij haar arm kind onbarm hartig aan de genade van de meid over want dit is juist de toetsteen in hoe verre de meid tegen hare jonge meesteres in op positie kan komen: reikt dezer wetenschap alleen tot de keukendeur en niet verder, d. i. kan zij niet kort en bondig op de ge dane vraag antwoorden, dan is zij redde loos verloren en is de speelbal van hare meid. Zij kan niet tegenspreken, eenvou dig omdat zij geen kennis van zaken heeft; daardoor verliest zij het ontzag en de ach ting, die haar als vrouw toekomen, en wat nog het ergst is, zij wordt om hare onwe tendheid achter haar rug uitgelagchen en bespot. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Den Isten November zal het 19 jaar ge leden zijn, dat bij eene wet verklaard werd, dat voor de vergaderingen van de beide ka mers der Staten-Generaal een paleis van staatswege zal worden opgerigt. Dit zou strekken ter herdenking aan het verbond tusschen het koninklijk stamhuis en het ne derlandsche volk. Niettegenstaande aan alle autoriteiten de gebruikelijke last is gegeven om aan de uitvoering der wet de hand te houden is erzegt het Hbl. nog niets van dit paleis te zien. Nu er toch eenmaal een negentienjarig pligtverzuim is gepleegd door alle neder landsche autoriteiten zonder uitzondering zouden wij in overweging geven hieraan de hand te houden en met het paleis te wach ten, tot er weder een batig saldo is. Om een volksuitdrukking te bezigen zou den wij zeggen„de aardigheid is er nu toch af.” EGYPTE—TURKIJE. Zal Arabi-Bey worden doodgeschoten? Dat is eene kortemaar voor hemvan wien wordt gesproken, gewigtige vraag. Pharo iszooals men wel kan denken hem niet genegen en al de vrienden van dezen vorst zijn het daarover eens, dat de ex-dictator in Egypte zal zijn eene oorzaak van altijddurenden onrust. Maar, men kan hem ook verbannen! Ja, met de kans, dat hij bij avond of on tijd weer binnensluipt. Hoe ’t zij het Turksch spreekwoord zegt: die opgehangen of in een goed digt- genaaiden zak in den Bosphorus geworpen wordt, kan geen kwaad meer doen en Pharo schijnt van de waarheid dier stelling ten volle overtuigd. Maar Arabi-Bey verklaart„ik heb mij gevangen gegeven aan den Sultan, mijn Suzerein en deze is mijn regteren dat geeft wel eenige aanleiding tot overwegin gen. Intusschen, de Suzerein heeft in geschrif ten, den volke alom bekend, Arabi tot re bel verklaard en dat is een certificaat ’t welk niet zeer pleit ten gunste van den man, die eens droomde, dat hij op den zetel der Pharao’s zou zitten en het kussen voor dien zetel reeds klaar had. Ferdinand de Lesseps, de graver van het Suez-kanaal heeft aan den voorzitter van het militair geregtshof een brief gezonden van den volgenden inhoud „Vernomen hebbende dat Arabi voor de Egyptische justitie verschijnt, acht ik het mijn pligt vrijwillig getuigenis af te leggen aangaande mijne betrekkingen met Arabi- pacha gedurende mijn verblijf bij het Suez- kanaal sedert het bombardement van Alexandrië tot de landing der engelschen bij Ismailia. Ter beschikking van den krijgs raad stel ik zestien brieven of telegrammen, in de Arabische taal, uit wier inhoud blijkt dat onze betrekkingen, aan alle staatkunde vreemd, bestaan hebben in het handhaven van de onzijdigheid van den wereldweg en het beschermen van de belangen der Eu ropeanen, die, ten getale van vijftienduizend, dank zij de bevelen van Arabi, te Ismailia de gastvrijheid konden genieten en in vei ligheid Port-SaïdAlexandrië of het land konden bereiken.” Ook de Times spreekt van documenten, maar van geheel anderen aard dan die welke de Lesseps bedoelt. Het Cityblad zegt dat er stukken bestaan, die het onwe- dersprekelijke bewijs inhouden van Arabi’s medepligtigheid aan het moorden en brand stichten te Alexandrië. Volgens gerucht zou hij de regters, voor welke hij geroepen is zich te verantwoorden, niet als bevoegd erkennen, maar verlangen dat Engelsche regters zijne zaak behandelen. „Aan de Porte, niet aan den Khedive, heeft hij zich overgegeven; indien hij dit niet gedaan had, dan zou hij gevlugt zijn, want van de Egyp- tenaren verwacht hij geen lankmoedigheid.” Hiermede strookt volstrekt niet de gissing, welke sommigen maken met betrekking tot de personen waaruit de krijgsraad is zamengesteld. ENGELAND. De engelsche bladen bevatten uitvoerige beschrijvingen van de processie van het heilige kleed voor de Kaaba, die Donder dag te Cairo heeft plaats gehad. De cor respondent van de Standaard zegtReeds in de vroegte was een groot gedeelte van het engelsche garnizoen onder bevel van Sir Evelijn Wood, beneden de citadel en om de kiosk opgesteldwaar de Khedive en de hooge staatsambtenaren hadden plaats genomen. Sir Garnet Wolseleij en Sir Ed ward Malet waren ook tegenwoordig om de processie te zien die na de gebruike lijke gebeden in de Moskeezich vormde. Het vertrek der karavaan werd aangekon- digd door het gebulder der kanonnen van de citadel. De stoet werd geopend door de tachementen der indische regimenten infante rie enkavallerie; alle Mohamedanen in die korpsen deden dienst. De weg leidde door de naauwe straten vol menschen van de inland- sche wijk en het duurde twee uren voordat men zich had doorgeworsteld tot het station. Meestal trekt de karavaan de woestijn door maar uit vrees voor de bedouïnen werd het kleed dit jaar per spoor naar Suez ge zonden. De genoemde correspondent zegt verderdat de houding der bevolking blijk baar veel welwillender was dan vroeger. Het volk gaf zijne verwondering te kennen over de eer, die de ongeloovigen aan den godsdienst van den profeet bewe zen. De tegenwoordigheid van mahome- daansche soldaten onder engelsche vlag maakte groote indruk. De eer aan de pro cessie bewezen, zal waarschijnlijk de gods dienst doen bedaren en pogingen tegenwer ken van hendie ons al de vijanden voor stellen van den Islam. Volgens den correspondent van de Daily Neivs houdt men het er voordat de ver- tooning een gunstigen indruk op de bevol king zal maken. Decorrespondent van de Times verhaalt, dat de menigte onverschillig toezag en dat sommigen in het engelsche escorte eene be vestiging zagen van het dwaze praatje, dat de engelschen slechts de bevelen van den Sultan uitvoeren. De correspondent zelf twijfelt of 10 pct. van de bevolking in het geheel iets denkt, IERLAND. ’t Fonds van het lersche Land-Bond hoofdzakelijk door pachters en vijanden van engeland bijeen gebragt, bevat ongeveer 350,000 dollars. Dat weet menmaar men schijnt niet te weten in welke zakken die 350,000 dollars zijn verdwenen. Aan iemanddie er naar vroeg werd geantwoord: „dit is eene ongepaste nieuws gierigheid Er zullen meer komen met dezelfde vraag en daaronder lieden, die men niet met zulk een ongepast antwoord kan afschepen. SPANJE. Ook Spanje heeft zijne werklieden-ver- eeniging. Waarom ook niet? Dat mannen, die werken in ’t zweet huns aanschijns te zamen komen te zamen spa ren voor den kwaden dag, dat zij zich ver- eenigen tot verlichting en beschaving van den geest, wie kan er iets tegen hebben? Maar de vereenigingwaarvan wij hier spreken doet meer en dat meerdere ver dient afkeuring. Zij predikt openlijk stellingendie de maatschappelijke orde zouden kunnen ver stoken zij zet den arbeidersstand aan tot geweldadig verzet tegen de gegoede bur gerij zij verheerlijkt de parijsche commune. De vereeniging zetelt te Sevilla. BOLSWARBSCHE COLRAAÏ l r 8 r L

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1