NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD WOSSERAÖEEL 1882. Een en Twintigste Jaargang. No. 47. VOOR IDEAAL EN WERKELIJKHEID. DONDERDAG 23 NOVEMBER. BUITEAEiAAB. ft B B AAJEA Ij AA ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Het regter centrum heeft den gewezen minister Bardoux kandidaat gesteld voor een der vacante zetels onder de levenslange senatoren. Eenige jaren later. „Ik wil een koekje moehooren wij een jongen van 3 a 4 jaar op dwingen den toon tot zijne moeder zeggen. „Je krijgt niet meer, want je hebt al een gehad” is ’t antwoord. „Ik wil nog een hebbengaat de jon gen op denzelfden toon voort. „Je moet nu stil zijnwant ik heb geen koekjes meer.” „Och geef mij er nog een De vader, die hierdoor in zijne lectuur gestoord wordt, antwoordt „als je niet met dat gezanik ophoudt, ga je de kamer uit.” De moeder roept de jongen nu bij zich en geeft hem in ’t stille een cent om daar- DUITSCHLAND. Uit Dantzig wordt gemelddat de rus- sische minister van buitenlandsche zaken von Giers, die Vrijdagavond daar aan kwam, een bezoek aan Bismarck te Var- zin zou brengen. Te Berlijn wordt deze mededeeling na tuurlijk druk besproken. In russische krin gen gelooft men nietdat von Giers door dit bezoek zijne positie in Rusland zal ver beteren. De duitsche bladen doen het voor komen als zou het slechts een beleefdheids bezoek zijn. In elk gevalmeenen zij is het een gunstig teeken voor den vrede van Europa. FRANKRIJK. De regering acht thans het tijdstip ge komen om de bedrijvers van den moord op kolonel Flatters en zijne reisgezellen ge pleegd door de Touareggste tuchtigen. Een expeditie bestaande uit 200 jagers op drommedarissen en 700 man ligte kaval- lerie wordt met dat doel uitgerust. Het voornemen is om de Touareggs af te snij den en tot de eerste dagen van het aan staande jaar met den aanval te wachten. Veel verwachting van den tocht heeft men niet. Opmerkelijk en verontrustend is het ook in Frankrijk dat de fransche geldmarkt in zoo gedrukten staat verkeert. Er is geen vertrouwen. Waarom Omdat ieder vraagt; waar gaan wij heen? en niemand daarop een geruststellend ant woord weet te geven. „De kamer zegt zeker blad is zaamgesteld uit een troep bedorven kinde ren en de regering heeft geen regeerkracht en alzoo geen overwigt.” Nog altijd harrewarren de fransche bla den over de vrij aanzienlijke sommen, door Vier jaar later. „Wat blijft Willem langzou hij weer school moeten blijven?” zegt de moeder te gen de meid. „Dat denk ik welwant de school is al een half uur uit” antwoordt de meid. „Het is vreemd, ik denk dat meester hem niet lijden mag.” „Dat zei Uilenspiegel ook, de menschen mogen mij niet lijdenmaar ik maak het er naar.” „Ja, maar zoo is Willem niet. Men moet hem wat leiden. Wanneer men meester hoortdan is het of die eerst weet met kinderen om te gaan, maar ondertusschen.” Daar komt Willem aan. „Hoe blijft gij zoo lang, of moest gij weer school blijven,” is de vraag der moeder. „Ja, die beroerdeling houdt mij altijd na.” „Wat was er nu weer?” „Ik had pijn in ’t hoofd en kon mijn werk daarom niet klaar krijgen.” „Zei je dat dan niet „Ja, maar die leelijkert geloofde mij niet.” „Je moet van middag maar thuis blij ven. Is meester niet wijzer dan moeten wij wijzer zijn.” Toen vader thuis kwram hield Willem zich ziek maar vader was nog niet eens goed de deur uit, of Willem was weer ge zond en ging spelen. Moeder was natuur lijk maar weer blijdat de zieke zoo spoe dig opknapte. meisjes redenerenja zoo’n mispunt wil je ook van Willem maken.” „Dat weet je wel beterantwoordt de moeder, (alhoewel zij haar jongen heel wat zakgeld in de handen stopt, buiten vaders weten om.) „Hij zou graag timmeren lee ren.” „Ik geloof wanneer hij niet meer wilhet schoolgaan wel niet veel geven zalwij moeten dan maar een baas voor hem zoe ken.” Moeder kreeg dus haar zin. Willem leerde een ambachten kreeg voldoende zakgeld van zijne moeder. Zij begreep niet, dat zij daardoor het middel was om zijne wenschen te voldoen, en meteen diende als bliksemafleider van zijn vaders toorn. Zes jaar verder. Willem is achttien jaar en verdient als knecht flink geld. Hij kon met zijne ver diensten niet rondkomen, maar dit was na tuurlijk, want hij kreeg ook teekenles. Moe der wist althans niet beter. Vader werd ziek en moeder vreesde voor het ergste, waarom zij haar zoon schreef om spoedig over te komen. Met ongeduld zag zij de komst van hem tegemoet. Haar man had haar zoo even nog gezegddat het een geluk was, dat zij, mogt hij al sterven nog een flinken zoon overhield, welke voor haar zou zorgen. Willem zou van avond thuis komen, ’t Werd al laat, zou hem een ongeluk over komen zijn Hoorja daar komt iemand aan. Daar zal hij zijn. De moeder snelt naar de deur. Ja, hij is ’t. Maar hoe? Dronken, komt hij bij den stervenden vader aan. O, moe der wat is er van uw ideaal geworden! Arme moeder En nu de toepassing. Maar het maken hiervan laten wij aan den lezer over. Eene moeder speelde met haar kind. Het jongske was een jaar oud. Het kon nog niet loopenmaar kreeg er toch verstand van om de voetjes één voor één te verzetten. Alléén staan, dat ging al. Hij zou wel al léén loopen kunnenals hij niet zoo wild was. De meid komt er nu ook bij. Moe der en meid gaan tegenover elkander zit ten op den vloer en de kleine gaat uit de armen van de eene in die der andere. Zij laten hem niet los, want hij waggelt nog te veelmaar hij kraait het uit van plei- zier. En de moeder heeft ook pleizier, hare oogen stralen van vreugde. Welk een lief kind in moeders oog is het een wonderkind. Doch de kleine wordt moewaardoor het spel een einde neemt op moeders schoot kan het nu rusten. O als zij het kind eens moest missen als de dood maar neen het zal wel blijven leven. Binnen kort zal de kleine kunnen loopen. Welk een genot als hij haar dan overal naloopten wanneer hij vader bij diens thuiskomst tegemoet trippelt Hij zal wel spoedig praten leeren. Va en Moe kan hij reeds zeggen. Wat zal zijn ge snap haar zoet in de ooren klinken. Ge hoorzaam zal hij altijd zijn. Op school zal hij vlug leeren, want schrander is hij. Wan neer de schooljaren voorbij zijn dan Tot een flink jongman ziet de moeder haar zoon in verbeelding reeds opgegroeidbe mind door allen (vooral bij de meisjes.) Vindt gij de droom dezer moeder niet schoon waarde lezer Ja schoon is zij maar hangt de verwezenlijking niet geheel van de moeder zelf af? voor een koekje te koopen. Hij maakt spoedig rechtsomkeert en snelt de deur uit om de cent in een winkeltje te versnoepen. Vader de courant gelezen hebbende vraagt „waar is Willem „Die is de deur uitgegaanantwoordt de moeder.” „Dan zal hij weer wat van je gekregen hebben, die jongen dwingt altijd hij is haast baas in huis „Ik heb hem niets gegeven, maar je bent altijd zoo raar tegen hem, hij wordt bang van je.” „Dan is hij gelukkig toch nog voor één bang en dat mag waarachtig wel Moeder gaat even naar buiten om te zien of Willem er al aan komt. Jawelmet een koekje in de hand, komt haar zoontje aan- loopen. „Eet het maar gaauw op” zegt zij, „als vader het ziet is hij boos.” De jongen doet dit, want hij ziet aan haar gezicht dat het ernst is. Vader heeft er niets van ge zien en moeder is tevreden. Dat zij de liefde voor den vader in ’t kinderhart doodt, daar aan denkt zij nietofschoon wij geens zins willen bewerendat de toon van den vaderdie misschien uit een alles behalve liefdevol hart voortkomt, hieraan ook geen schuld heeft. Dacht gij nu echter, dat de moeder thans minder hoog bij haar zoon opzietdat zij niet meer denkt aan de schoone droomen van vroeger? Zij troost zich met de drog reden, dat haar kind nog niet wijzer is, en wanneer hij ouder zal zijn, dit wel be ter zal worden. Hoeveel zij hierdoor be derft, ziet zij over het hoofd. E E KENT ID ZMLA. TUITTG-- De BURGEMEESTER van WONSE- RADEEL brengtter voldoening aan het bepaalde in art. 41 der gemeentewetter algemeene kennisdat door hem op Zatur- dag den 25 Nov. 1882 des voormiddags om 11 uur, in het gemeentehuis te Wit- marsum, vergadering van den gemeenteraad is belegd, ten einde te beraadslagen en be sluiten over de hieronder vermelde punten. Witmarsum 18 Nov. 1882. De Burgemeester voornoemd L. BRITZEL. 1. Notulen der vorige vergadering. 2. Voorstel van burgemeester en wet houders inzake de verbetering van den weg bij de brug te Burgwerd. 3. Idem omtrent de ingekomen verkla ring tot afstand van het kerkelaantje te Exmorra. 4. Benoeming van armvoogden. 5. Missives van de armbesturen van Ping- jum en Cornwerd c.a., verzoekende goedkeu ring op door hen gesloten overeenkomsten met geneeskundigen. 6. Schrijven van de burgemeesters van Gaasterland en Hemélumer Oldephaert en Noordwolde betreffende de aanleg van tram lijnen. 7. Missive van het armbestuur voor Eng- wier c.a. betreffende zijne begrooting. 8. Suppletoire kohieren van hoofdelijken omslag. 9. Reclames bij Gedeputeerde Staten in gediend tegen aanslagen in den hoofdelij ken omslag. de regering in Tunis en Algiers uitgege ven tot verspreiding van het R.-Catholieke gelooft. De uitgave van dat geld wil men geregt- vaardigd hebben door politiek belang. In landen, waar het mohammedaansch geloof groote kracht uitoefent, behoort eene chris telijke regering de christelijke geestelijkheid in staat te stellen hare roeping en haar in vloed in elk opzigt zonder eenige beperking te volbrengen en uit te breiden. De radicale republikeinen zijn echter van meening, dat er van dat zoogenaamd ver- christelijke geld veel aan de vingers blijft kleven en zelfs in de kloosters verdwaalt. Op ’t onverwachts is in de fransche ka mer weer de vraag gedaanheeft de Paus het voornemen Rome te verlaten De regering antwoordde, dat zij daarvan geen kennis droegmaar koos Leo XIII eene andere plaats voor den zoogenaamden stoel van Petrusdan zou zij weten wat haar te doen stond. Hierdoor was niemand een greintje wij zer, maar men was te vreden. SPANJE. In Zuid-Spanje heerscht hongersnood en op sommige plaatsen naar aanleiding daarvan zijn ongeregeldheden uitgebarsten. De ongunstige tijdingen uit de zuidelijke en oostelijke provinciën zijn niet onverwachts gekomen. Dat de langdurige droogtede herhaalde wolkbreuken en overstroomingen alsmede het mislukken van den tarweoogst nood en gebrek hebben veroorzaakt was te Madrid reeds bekend. In de districten Almeria, Valencia, Jaen, Cadiz, Granada, Cordova en Badajoz waren reeds oploopen voorgekomen en moest de orde door de mi litairen worden hersteld. Te Espartin, Zorro, Nizarzona Zarga en op andere plaatsen van Xerez werden, gelijk vroeger werd ge meld bakkerswinkels geplunderd en is het der gendarmerie niet dan met moeite ge lukt de gegoeden tegen plundering te be schermen. Gedurende de acht eerste maanden van dit jaar zijn in Spanje 129 millioen kilogram tarwe ingevoerdterwijl in die maanden van verleden jaar die invoer slechts 7 mil lioen kilogram bedroeg. De regering heeft aan verscheidene arme gemeenten onder steuning toegezegd voor het aanleggen en verbeteren van wegen om werk aan nood lijdenden te verschaffen. Doch weinige wil len werken. De meesten trekken in groote scharen met vrouwen en kinderen bedelend rond en verhinderen door bedreiging of ge weld de overigen te werken. Dit versterkt het vermoeden, dat het volk door fransche agenten wordt opgeruid. De bladen ver zekeren dat niet alleen te Bilbaomaar ook te Barcelona, Valentia Sevilla en Ma laga uit Frankrijk afkomstige, in slecht spaansch gestelde socialistische geschriften zijn in beslag genomen. De regering heeft kosteloos vervoer toegestaan aan werklie den om elders in het land werk te zoeken. Hiervan maken zij gebruik om naar de ha venplaatsen te gaan en zich daar in te sche pen. Men zegtdat in de laatste veertien dagen alleen uit Bilbao en Carthagena meer dan 2000 familiën naar Zuid-Amerika en Oran zijn vertrokkenin Algerie moeten tegenwoordig 114,000 Spanjaarden zijn. Die emigratie is vooral van gewigtomdat in geheel Spanje verleden jaar de bevolking slechts met 40,000 zielen was toegenomen. Een ander natuurlijk gevolg, in Spanje, is niet achtergebleven Ëooverbenden ver- toonen zich in verscheidene streken. Dage lijks melden de bladen talrijke gevallen van struikrooverij inbraak in kerkenland huizen en boerenwoningen; ook personen wor den weggevoerd om een losgeld af te persen. BOLSWARD 22 November 1882. Bij de op heden gehouden herbesteding van het veranderen van de vroegere fran sche school voor jongens, tot Teekenschool, waren ingekomen 7 briefjes, als van J. Hiemstra te Tjerkwerd f 493, A. W. Ha- mersma te Bolsward f490, J. J. Roode te ADVERTENTIEPRIJS: öOCts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Nog eens vier jaar later. „Weet je wat onze Willem zich in ’t hoofd gezet heeftzegt de moeder tegen den vader.” „Neen wat dan „Hij wil van school af.” „Nu als hij niet meer wil, dan moet het van zelf, niet waar?” „Maak je je al weer kwaad? Als Wil lem een tegenzin aan school heeft, leert hij toch niets meer. Meester zeihij mogt nog wel een jaar op school blijvendaar zijn vorderingen niet groot waren.” „Ik vind het beter, dat hij van school gaat want hij kan niet met meester over den weg. De een klaagt over den ander.” „Maar wat zullen wij met hem beginnen?” „Hij kan een ambacht leeren.” „Ik begrijp het al, Willem is 12 jaar en heeft de kinderschoenen uitgetrokken.” „Feinten” van 12 jaar, rooken als kalk ovens en billarden dat het een lust is het is walgelijk te hoorenhoe ze over de BOLSWARDStM COIRANT 8 B

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1