NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARÖ s Een en Twintigste Jaargang. 1882. No. 48. DONDERDAG 30 NOVEMBER. DONDERDAG 30 NOVEMBER. VOOR Een morgen vol Kunst genot. BITITEJWEAIA». 'W Latere Berigten. W» ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. strooien dakhoe de kastanje 'haar rijken bladerentooi uitspreidt, hoe het erf omzoomd wordt door het eiken hakhoutwaarboven de vriendelijke berk met haar zilverachtigen stam hier en daar uitsteekt. Zie dien land weg langs het huis waarboven het geboom te zich welft en denkt u de akkers links en rechts, in ’t jaargetij hier afgebeeld, ze ker met golvend graan bedekt en met bloei ende aardappelen struiken getooid. Zie dat vriendelijk zonlicht dat alles zoo vroolijk tint en ge zoudt u gelukkig achten als ge in de schaduw dier kastanje u een wijle neervlij en mocht. Ik waardeer ook het schoon van onze prachtige weiden met haar statig vee, toch trekt mijn hart vaak naar de bekoor lijke dreven, waar de beekjes zoo vriende lijk murmelen, waar de nachtegalen onver moeid in de lente zich doen hooren waar de spar en de den, de laryxde beuk, de eik in zoo rijke verscheidenheid hun blijvend groen of hun statige stammen en twijgen doen bewonderen, ’t Komt me soms voor alsof dit deel van Friesland een krachtige brunette is, die met fleren blik me aanstaart en die oorden van Gelderland een bevallige blondine zijn, die met haar zachte oog me aanziet en met een glimlach mij verblijdt. Na enkele stukken meer oppervlakkig beschouwd te hebben trok een lijkkrans van immortellen mijn aandacht. Deze hing aan een klein paneel, ’t laatste wellicht dat H. Koekkoek, een van het in de kunst zoo beroemde geslacht, heeft geschilderd. Tij dens de tentoonstelling stierf de schilder, die krans zij een hulde aan zijn talent ge wijd. Zijn doek wekt gansch andere ge waarwordingen op, dan de straks besproken aquarel. Hij brengt ons aan het Scheve- ningsche strand met zijn hellend duin, met zijn helmstruiken die het golvend zand moe ten vastleggen, met zijn heerlijke zee. Het zeestrand, zooals hij ’t geeft, is kalm en rustig, er is geen vloot van pinken, er zijn geen bruisende golven. De toon is goed de bodem is mollig, het licht is zacht en vriendelijk, ’t Is mij als ’t zinnebeeld van ’t naderend levenseinde des schilders, voor wien ook ’t woelige wijkt, de storm niet meer opsteekt, die rustig afscheid neemt van ‘t leven. Van dit strandgezicht verplaatste ik mij beurtelings voor de groote doeken van twee eerste meesters, omdat mijn verlangen naar de zee was opgewekt, ’t Eene was een on stuimige zeeook van een Koekkoeken ’t andere een kalme van Heemskerk van Beest. Zie in beide den reus, zooals hij be schermend zijn armen uitstrekt of dreigend ze omhoog steekt. In beide is majesteit altijd is ze schoon, de watermassaals ze statig het schip draagt, dat weerspiegelt in het diepe water of als ze wild opbruist en haar prooi dreigt te verslindenterwijl het menschelijk genie kampt tegen haar woest geweld. Wonderbaar vermogen van den men- schelijken geest. Pas had ik mij verlustigd in wat ons land ons te aanschouwen geeft, of zie daar zet ik me elders neer en gansch andere herinneringen rijzen voor ’t oog mij ner verbeelding. Ik zie de Zuiderzon een landschap beschijnen met vurigen gloed en ’t is mij als bevind ik mij weer in de won- derschoone villa Palavicinidie ik voor eenige jaren bij Genua mocht bezoeken. Ja, dat is dat helle azuur van den dampkring dat is die gouden zondat is dat majestu eus geboomtedat men daar aanschou wen mag. De schilder die de villa „Tor lonia” meen ikons hier te genieten geeftkent Italië met zijn heerlijken he mel met zijn weelderigen plantengroei. Al die kracht van ’t licht verbijstert voor een oogenblik, maar verrukt ons weldra en doet ons het talent bewonderen des menschen die met enkele lijnen en tinten op het vlakke doek, ons de schepping in al haar diepte, al haar verscheidenheid, al haar heerlijkheid, doet aanschouwen en bewonderen. Nadat ik me nog eens in dat Zuiden heb ingedacht, voel ik me andermaal getrokken naar twee stukken uit het Noordenwaar ik reeds geruimen tijd getoefd had. ’t Zijn twee gezichten of Fjordeninhammen, gol ven, die aan de kusten van Noorwegen zul- J ke prachtige natuurtafreelen opleveren. Een gouden gloed is over ’teene verspreid een zilveren glans over ’t andere. Beide zijn wonderschoon. Statig en steil dalen de rot sen af in de zeeheerlijk is het gezicht langs het strand; we zien het water kabbe lend opkomen op het zand, of dartel opstui ven tegen het graniet der rotsen. Ziet daar Lezers, enkele indrukken in mij opgewekt door ’t geen ik dien morgen genoot. Veel was er waarvan ik een min of meer sterken indruk ontving, doch dit maal was het de natuur bovenal die mij trok. Dat ik, bijna tot heengaan gereed, nog verrast en verblijd werd, dooreen zeer goed schilderij, getiteld: Het stadhuis te Bolsward, is een mededeeling, die mijn stad- genooten moge bewijzen, dat men ook el ders oog heeft voor dit schilderachtig gebouw. M. E. van der MEULEN. lost en een van hen doodgeschoten, terwijl een der aanvallers, Fenians, door een agent werd gewond. Twee Fenians werden gearresteerd. Zwitserland heeft ook zijne schoolkwestie. Er zijn twee schoolpartijen en de eene daarvan wil de instelling van een Bonds- secretariaat voor onderwijs, ten einde eene schoolwet voor den Bond te verkrijgen. Men gelooft dat die partij het onderspit zal delven. Gister heeft daarover eene volk-stemming plaats gehad. In eenige dorpen van het Hongaarsche comitaat Oedenburg zijn weder afschuwelij ke handelingen tegen de Israëlieten ge pleegd. De door hen gehouden winkels wer den geplunderd en zelfs de regter met de pan doeren, die afgezonden waren om de orde te herstellen, werden door het graauw aangeval len, zoodat zij genoodzaakt waren in de kerk hunne toevlugt te nemen. De rust is hersteld en wordt nu door eene sterke militaire magt gehandhaafd. Koning Humbert zeide bij het openen der zitting van het parlement„mijn volk is rijp voor alle vrijheden en bekwaam tot het vervullen van alle daarmee zamengaan- de pligten. Er zijn niet vele monarchendie hem dit kunnen of willen nazeggen. „De koning schreef men uit Rome zag ertoen hij naar de vergaderzaal van het parlement ging, bleek, zelfs lijdend uit, maar zoodra hij den opwekkenden adem voelde van de populariteit, die overal zijne schreden volgtrees er een blos op zijn gelaat en de oude glans keerde terug in zijne oogen. „Hij sprakals altoos met de warmte der overtuiging.” Er zijn toch menschen, die mooi kunnen schrijven. Er is een telegram gevondenwaarin Arabi-Bey aan Soliman-Bey Daoud gelastte den brand te doen blusschen, door de En- gelsche bommen in Alexandrie veroorzaakt. Dit telegram zou in ’t proces eene groote rol kunnen spelen. Maar nu wordt verzekerddat toen dit telegram werd verzondende brand reeds gebluscht was. Datums kunnen lastig wezen. Iedere plaats waar men zijn werkkring heeftwaar meri een gelukkig tehuis heeft, is goed als woonplaatswanneer men maar niet van de buitenwereld afgesloten is. Het wordt vervelend zoovelen te hooren mop peren over stad of dorp waar men een roeping heeft te vervullen het is meestal een bewijsdat men geen zout heeft in zich zelven. Toch erken ik ten volle dat de ontwikkelde behoefte heeftnu en dan zijn dorst te lesschen aan de groote bron nen van kunst en wetenschapdie uit den aard der zaak alleen ontspringen kunnen in enkele groote steden, waarheen vele schat ten samenvloeien waar men over tal van krachten te beschikken heeft. Met hen die zich beklagenvooral daarover, dat zij niet dagelijks bij „Krasnapolsky” en „Mast” hun glas bier of hun bittertje kunnen drinken en dat.zij de genietingen van het toekomstig „smulhuis” zullen moeten der ven, heb ik maar een zeer matig medelij den. Doch ik acht het voorrecht groot dier gelukkigen wien het gegeven is nu en dan uit den gewonen tredmolen van het zoo nuttige dagelijksche leven, uit den om gang met al het middelmatige waartoe wij zelve behoorenzich los te maken en ons te verfrisschen in te versterken door den dampkring waarin de groote geesten ade men op zoo menig gebied. Wij gevoelen dan dat nieuwe levenskracht ons doorstroomt de blik verruimd wordt, het hart sneller klopt. Ook in dit opzicht is Amsterdam een eeni ge stad en wordt dit meer en meer. Daar is als ’t ware de centraalzonwaarheen alle lichtgolven stroomen. Daar nadert het kunstpaleis zijn voltooiing en verheft reeds zijn torenspitsen, daar breidt de universi- teit steeds meer haar grondslagen uit en lokt van eigen bodem en uit den vreemde het meest beroemde tot zich. Dit gaat ge paard met eene ontzachlijke uitbreiding van het grondgebied der stad, met eene ver bazende verlevendiging der stoomvaart, met een besef dat men den wereldhandel voor een goed deel tot zich trekken moet. De grootste zeekasteelen liggen aan de kaden gemeerd, alle werelddeelen spannen zich in om hun beste voortbrengselen van handel, nijverheid, kunst en wetenschap in het vol gend jaar naar onze hoofdstad te zenden die daardoor ook meer en meer eene wereld stad zal worden. ’t Is mij dan ook een waar genotvan tijd tot tijd de gedaanteverwisselingen te gaan beziendie zij van jaar tot jaar ondergaat, de reusachtige inrigtingen van handel en nijverheid te bezoekendie nu hier dan daar verrijzen, maar vooral om somwijlen een dag aan kunstgenot te wijden. Onlangs mocht ik dat voorrecht weder smaken. Ar- ti et amicitiae, de vereeniging van kunste naren die als haar devies heeft: „der kunst en der vriendschap” gewijd en die zooveel genot aanbiedt aan elktegen een luttele entrée van 25 centsopende ook nu weer haar zalenom ons de werken te laten zien van levende meesters. Daar bracht ik een paar stille morgenuren door. Zwijgend hangen de schilderstukken en teekeningen in waterverf langs de wanden en toch hoe veel hebben ze ons te zeggen. Men vergeet een wijle al het platte en prozaïsche, al de zorgen en bekommernissen, om zich te ver meien in het idealedat toch zooveel wer kelijkheid te aanschouwen geeft. Die waar lijk zulk eene verzameling genieten wil zoekt naar een bescheiden plan. Die alles in zich opnemen wil, verliest spoedig weer alles en gaat vermoeid en teleurgesteld heen. Ditmaal trok vooral het landschap mij aan. Lang stond ik voor een allerliefste aquarel, een teekening in waterverf. Ik was eens klaps weer in Gelderlands achterhoek en genoot dat vriendelijk landschapwaaraan zooveel gelukkige herinneringen voor mij zijn verbonden. Dat is geen statige Friesche boerderij met haar vele meters lange hooi schuur neen’t is maar een stulp als ge wilt, maar zie hoe vriendelijk de wingerd opklimt en zich neervleit tegen het bemoste ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. PARIJS27 Nov. Een dynamiet-pa- troon, geplaatst bij de ingang van de speel zalen te Monte Carlo, is gisteravond te tien uur ontploft. Een bewaarder is gewondeen Italiaan is gearresteerd. KEULEN27 Nov. Het water in den Rijn en zijne nevenstroomen is nog voort durend stijgendede hoogte van 1876 is reeds overschredende regen duurt voort. Overal vermeerderen zich de belemmeringen in het verkeer, DUBLIN, 27 Nov. Hedenavond is er een man uit het rijtuig gesprongen en heeft den heer Field een der gezworenen in het proces Hynes, die onlangs ter dood is ver oordeeld een dolkstoot toegebracht. De moordenaar is ontsnapt. De heer Field is stervende. PARIJS, 27 Nov Gambetta is heden ochtend bij het behandelen van een revol ver gekwetst, doordien de kogel hem in de hand trof. De wond is echter volstrekt niet van gevaarlijken aard. FRANKFORT, 28 Nov. De Main is sedert middernacht van 6,28 op 6,10 meter gevallen het water blijft langzaam vallen. Op de Ludwig's-spoorbaan is het verkeer gestaakt tusschen Frankfort en de Mainz, Frankfort en Worms en Frankfort en Mann heim, wegens het onderloopen der rails. Een gedeelte der Engelsche pers maakt zich nijdig over de begeerte van Frankrijk, om hier en daar in de wijde wereld een strook lands te annexeeren. Zij schijnt dus niet van ’t geloof te zijn dat bijna elke annexatie een blok aan ’t been is. De last is gewoonlijk grooter dan de lust en de oude waarschuwende les„neem niet te veel land onder den ploegwordt veel te veel in den wind geslagen. Maar hoe dit zij de Engelsche pers heeft hier geen regt tot berisping want zoo ergens op aardedan is het vooral Engelanddat moderne roofridders ople vert. Hunne begeerige blikken zijn steeds ge- rigt naar allerlei lekkernijen in de 5 we relddeelen. Men lacht intusschen ook over die Fran- sche annexatielustals zij nu en dan grijpt naar ietsdat zij blijkbaar niet kent. Zoo kocht zij van Koning Makoko diens landerijen voor twaalf franc. Z. M. teeken- de de verkoopacte waarvan hij geen woord kon lezen. Dadelijk werd naar de nieuwe bezitting een Fransch oorlogschip gezonden en dat schip moet met Franschen zwier over de watervallen van den Congo zeilen! De Engelsche zeelui hebben ontzettend veel pleizier van dat plan en volgen met groote oplettendheid de Fransche vlag op dien avontuurlijken togt. Maar iets is er, ’t welk de Engelschen, onderwijl zij lagchen, bekommert. De Franschen zouden ook de Tajoerrah- baa.i, in de nabijheid van Aden, dat is aan de Engelsche route naar Indie, hebben ge annexeerd. Dat hierover ernstige diplomatieke brief wisseling tusschen Engeland en Frankrijk zal worden gehouden, mag men wel voor spellen. De tegenwoordige zitting van het Brit- sche parlement zal voorbijgaanzonder dat Bradlaughde atheïstpoging doet om zijne plaats in het lagerhuis in te ne men. Daar de beslissing van het huis waarbij hij uitgesloten wordtvan kracht blijft tot het einde van den zittingtijd heeft hij het beter geacht met de nieuwe poging te wachten tot de eerstvolgende zitting. Hiervan heeft hij aan zijne kie zers in Northampton kennis gegeven. Lord Shaftesburyeen der meest gods dienstige mannen van Engelandheeft zich zeer beslist uitgelaten tegen het werk van de Salvation-Army. Hij verklaarde geen vertrouwen te stellen in zulk eene bewe ging en geen geloof te hechten aan de deug delijkheid van de door haar bewerkte be- keeringen. Zelfs achtte hij den titel van „reddingsleger” kortweg godslasterlijk. Hoewel de maatschappelijke toestand in Ierland eenigzins is verbeterd, moet de re volver toch in ’t geheim dienst doen. Zoo werden op drie mannen, bij de ge heime politie in dienst, revolverschoten ge- BOLSWARBSCHE COURANT .-..CTB-.-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1