NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD B0LSWAR8 WWSBMdMBB, 1882. I Een en Twintigste Jaargang. No. 52. VOOR 18 8 2. DONDERDAG 28 DECEMBER. fcxXXX 0=C XC5C XCDXOC DCXCDO: I r F- I ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden, Franco per post 95 Cents. vriendelijk glimlachend op ’t vele goede, dat ’82 ons bracht in land en stad en met een danktoon in ’t hart erken ik dit. God heeft ’t wel met ons gemaaktdat wil ik gaarne neerschrijven. Bij gedeeltelijk mis lukten oogstis er toch nog overvloed van alles. Er worden plannen beraamdom den kwijnenden scheepsbouw met nieuw le ven te bezielen en den handel uit te breiden. Nooit werd een beroep ge daan op hulpof zeer velen toonendat werkelijk de liefde hun ’t meest is. Moe dig stond het volk op de dijken, als de golven ze beukten en met verwoesting be dreigden. Er is toch nog welvaart en als ongeoorloofde weelde moet besnoeid wor den, zullen we dit een heilzame beproeving achten. Dat er in onze stad veel goeds is door leefd en genoten, veel smart is gelenigd veel armoede is voorkomen en veel armen zijn geholpenwie mag het ontkennen En daarom met ootmoed, weemoed en dank, ernstig, opgewekt en vrolijk neem ik af scheid van het wegsnellend jaar. ’t Scheen een zee van tijd en ’t bleek een droppel aan de emmer. M. E. van der MEULEN. zijn ideaal te zijn en hij voert de wet van ’78 uit. me dunkt, al zuchtende, althans hoog stens uit plichtsgevoel- Enkele dagen zijn er geweest van parlementaire welsprekend heid in de tweede kamer, toen bij de al- gemeene beschouwingen het onderwijs in beginsel besproken werd, maar over het ge heel heerscht ook onder onze volkvertegen woordigers geen geestdrift, wat we hooren of lezen is meestal mat, gerekt, slepend, de regeering wordt gesteund, maar niet met in genomenheid, meer uit nooddwang. En het volk zelf? Welnu, we leven in vrede voor ’t uitwendige, maar daar mede is ook al les gezegd. Er wordt een geest van onte vredenheid gestookt door eenige volkslei ders, die haast uitsluitend de aandacht ves tigen, op des workmans zorgen en moeiten, maar vooral het volk wordt bewerkt door priesters en predikanten, om toch het ééne deel tegen het andere deel op te hitsen op het gebied van school en kerk. De open bare school moet vernietigd worden, want zij is goddeloos en de zaligheid is alleen bij Rome en Dordt, al wie dat loochent is ongeloovig. Gelukkig gebruikt ons volk gewoonlijk zijn gezond verstand en daarom doen zulke redevoeringen en geschriften zoo heel veel kwaad niet, maar toch zij veroorzaken een vrij wat gespannen toe stand in elk geval, zij werken verstorend op het gevoel van eenheiddat ons saam verbinden moet en elkaar moet leeren waar deren. Maar is ’t dan misschien beter in de stad onzer inwoning? Is hier de dampkring zui verder kunnen wij, min of meer ontstemd door ’t geen het vaderland ons geeft op te merken van onze burgerij en hare verte genwoordigers zeggendat een krachtige geest van hen uitgaathelder licht ons bestraalt Me dunkthier hingen en han gen ook wolken. Ik kan niet zeggen, dat de harmonie der burgers onderling verbe terd is in de laatste jaren. Wij hebben waardige burgers verloren en betreuren hun gemishun levenstaak was afgewerkt of werd afgebrokenmaar wie kan beweren datal hebben velen hun dagelijksch werk verricht,groote krachtsontwikkeling van ons levenden is uitgegaan De verhoogde school gelden in de tusschenschool, uit een gelde lijk oogpunt zoo volstrekt onnoodig, de ver plaatsingen van een aantal kinderen van en naar verschillende scholen wekten een verklaarbare ontevredenheid bij een deel der burgerijdie, als eerlang een nieuw school gebouw zal verrezen zijnweer geheel moge wijken. Een flink plan van een vijf tal raadsleden, d d. 27 September, om een deel van den Dylakker te overwelven en daardoor een ruim waagplein te erlangen en een breeden toegang naar de Koemarkt, werd bij missive van 25 November inge trokken op gronddat het „ondergetee- kenden gebleken isdat de meerderheid van den raad niet deelt hunne in de mis sive van 27 Sept. j.l. ontwikkelde gevoe lens.” Eere aan de mannen die het initia tief namen in dezen, de heeren R. de Boer Dz. J. H. Kingma, B. D. Eerdmans, H. J. van den Oever en P. Lunter. Misschien is hun plan onuitvoerbaar maar waarom mag ons dit niet blijken. Waarom moet die nevel hangen blijven? Misschien zal hij wij ken, als het adres van den heerG. J. Keil man e. a. van nog veel wijdere strekking met het advies van Burgem. en Weth. ter tafel komt. Doch voor ’t oogenblik is ’t der burgerij even duister, als den kiezers, waarom de Heeren M. A. Jentink en J. H. Kingma den 28sten November, even plot seling, als onverwachts hun ontslag namen als leden van den raad. Die redenen zul len overwegend zijn, wij twijfelen er niet aan en willen ze gaarne eerbiedigen, maar hadden zoo gaarne „meer licht.” Als nu misschien deze of gene opmerkt, dat hij uit mijn beschouwingen over het afgeloopen jaarniet veel gewaar wordt van de vroolijkheid door hetz onlicht in mij gewekt, dan is mijn wederwoord, dat juist het licht de donkerheid die heerscht te meer doet uitkomen. Toch bracht mij de zon haar zegen, ik zag in ’t diepe blauw waar in zij schitterde, en 't was als wees zij mij Een heerlijke zonneglans bracht licht wekt vroolijkheid in huis en hart, terwijl ik mij tot schrijven neerzet van de volgende beschouwingen. Het doet dubbel goed zulk een ure te doorleven in de meestal zoo sombere, donkere dagen, waarmee gewoon lijk ieder jaar afscheid van ons neemt. Mo ge zij een profetie zijn van een zonnig jaar, dat ons wachtna de wolken en donker heid de regenvlagen en sneeuwjachten waardoor het bijna vervlogene zich voort durend gekenmerkt heeft. Wij hebben ei genlijk geen winter geen lente geen zo mer gehad ’t is „een lange herfstdag ge weest. ’t Is nooit door en door koud ge weest en ’t was maar een enkelen dag lek ker warm. De zonnehitte heeft ons niet geblakerd, maar ook ons ooft niet rijp ge stoofd. In meer dan gewenschte overeen stemming hiermede was ook de dampkring waarin ons volk heeft geademd in zijn den ken en streven en werken, ’t Was niet de kilheid des doodsoch neen, er is wel wat leven, maar er is geen frissche opge wektheid de bezielingde geestdrift ont breken. We kunnen niet zeggen dat de handel bepaald kwijnt, de staten van in- en uit- en doorvoer bewijzen het tegendeel toch kunnen wij ook niet zeggen dat hij bloeit. Er is voldoende aanvoer van boter en kaas de prijzen van het vee zijn steeds hoog, er is een massa gras geweest en veel hooi gewonnen, toch roemt zelfs de greid- boer niet en is maar matig tevreden. Als een volkje van 3% millioen zielenom streeks 100 millioen gulden aan belasting kan opbrengen in één jaardan moet dat een welvarende natie zijn, toch schijnt ’t dat ve niet meer vooruitgaan, althans dit jaar voor ’t eerst houden we ons met moeite staande op het ingenomen stand punt. We hebben een ministeriëele crisis gehad en toen zij maanden lang geduurd had, kwamen dezelfde ministers terug mi nus één. We hebben een liberalen minis ter van Binnenlandsche zaken, benoemd mede als beslist voorstander van staatson derwijs en ziet het bijzonder onderwijs blijkt ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. „Art. 20. Hij, die eerst na het intreden „van zijn 19de jaar, doch vóór het volbren gen van zijn 20ste ingezeten wordt, is ver- „pligt, zich, zoodra dit plaats heeft, ter in schrijving aan te geven bij Burgemeester „en Wethouders der gemeente, waar de in schrijving volgens art. 16, moet geschieden.” Naar aanleiding van bovenstaande bepa lingen maken zij de jongelingen, die gebo ren zijn in 1864 indachtig op hunne ver- pligting om zich in de aanstaande maand January ter inschrijving voor de nationale militie aan te geven. Daartoe zal alle werkdagen van des voormiddags 9 tot des namiddags 1 uur ter gemeente-secretarie te Witmarsum gelegenheid bestaan. Overi gens zal ter bevordering van regelmatigheid en in het gemak van de militiepligtigen expresselijk voor de inschrijving zitting wor den gehouden op Maandag, 8 January, ‘s voorm 10 uur, in het armhuis op de Bleekstraat te Mak- kum voor de jongelingen uit Makkum Cornwerd, Engwier, Idsegahuizum, Piaam, Gaast en Ferwoude Dingsdag 9 January,, ’s voorm. 10 uur in het Gemeentehuis, voor die uit Kims- werd, Arum, Lollum Pingjum en Zurich Woensdag, 10 January, ’s voorm. 10 uur, in het Gemeentehuis, voor die uit Witmar sum Schettens Schraard Longerhouw Wons, Burgwerd, Hartwerd, Hichtum, 01- de- en Ugoclooster Vrijdag, 5 January, ’s voorm. 10 uur, ten kantore van den gemeente-ontvanger te Tjerkwerd voor die uit TjerkwerdDed- gum Greonterp Hieslum Parrega Ex- morra en Allingawier. Witmarsum den 4 December 1882. Burgemeester en Wethouders voornoemd L. BRITZEL. De Secretaris E. JANSEN. Aan de Lezers der Bolswardsche Courant. Met 1 Januarij 1883, zullen in deze Courant, zooveel mo gelijk de uitslagen der verschil lende in de gemeenten Bols- ward, Wonseradeel en omliggen de plaatsen te houden publieke verkoopingen van Huizen, Land, enz. worden opgenomen. Wij vertrouwen, dat hierdoor aan veler verlangen zal worden voldaan, en bevelen de Bolsward sche Courant bij voortduring be leefdelijk aan. De Uitgever Firma B. CUPERUS Az. Bolsward, 27 December 1882. B EKENDMAKING-, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente WONSERADEEL; Brengen bij deze in herinnering de vol gende bepalingen in de Wet van 19 Augus tus 1861 (Staatsblad no. 72) betrekkelijk de Nationale Militie „Art. 15. Jaarlijks worden voor de mi- „litie ingeschreven alle mannelijke ingezete nen die op den Isten Januarij van het „jaar hun 19de jaar waren ingetreden. „Voor ingezeten wordt gehouden „1. hij, wiens vader, of, is deze over kleden, wiens moeder, of, zijn beide over heden, wiens voogd ingezeten is volgens de „wet van den 28sten July 1850 (Staatsblad „no. 44); „2. hijdie, geen ouders of voogd heb bende gedurende de laatsteaan het in „de eerste zinsnede van dit artikel vermelde „tijdstip voorafgaande, achttien maanden ïn „Nederland verblijf hield „3 hijvan wiens ouders de langstle vende ingezeten was, al is zijn voogd geen „ingezeten, mits hij binneu het rijk verblijf „houdt; „Voor ingezeten wordt niet gehouden de „vreemdeling behoorende tot eenen staat „waar de Nederlander niet aan den verplig- „ten krijgsdienst is onderworpen of waar ten „aanzien der dienstpligtigheid het beginsel „van wederkeerigheid is aangenomen. „Art. 16. De inschrijving geschiedt „1. van een ongehuwde in de gemeente, „waar de vader, of, is deze overleden, de „moeder, of zyn beiden overleden, de voogd „woont „2. van een gehuwde en van een weduw naar in de gemeente, waar hij woont „3. van hemdie geen vader, moeder of „voogd heeft, of door dezen is achtergelaten, „of wiens voogd buiten ’s lands gevestigd is, „in de gemeentewaar hij woont „4. van den buitens ’s lands wonenden „zoon van een Nederlander, die ter zake van „’s lands dienst in een vreemd land woont, „in de gemeente waar zijn vader of voogd „het laatst in Nederland gewoond heeft. „Art. 17. Voor de militie wordt niet in- „geschreven „1de in een vreemd Rijk achtergebleven „zoon van een ingezeten, die geen Neder lander is „2. de in een vreemd Rijk verblijfhouden- „de ouderlooze zoon van een vreemdeling, „al is zijn voogd ingezeten. „Art. 18. Elk, die volgens art. 15 be boert te worden ingeschreven, is verpligt, „zich daartoe bij Burgemeester en Wethou- „ders aan te geven tusschen den Isten en „31 sten Januarij. „Bij ongesteldheidafwezigheid of ont stentenis is zijn vader, of, is deze over heden, zijne moeder, of zijn beiden overle- „den zijn voogd tot het doen van die aangif te verpligt. Oorlog en geruchten van oorlog. „Rusland neemt buitengewone maatrege len in zijne westelijke provinciën.” „Met koortsachtigon ijver laat het wer ken aan den aanleg van spoorwegen naar de grenzen van Oostenrijk.” „De vestingen van russisch Polen en vooral Warschau worden van nieuwe ver dedigingswerken voorzien.” „Niet ver van de grenzen zijn een groot aantal regimenten ligte cavallerie opgesteld.” Dat zijn inderdaad verontrustende tijdin gen. En van waar komen en wie geeft die De correspondent van de N. Rott. Crt. te Weenen en deze had ze uit den mond van een hooggeplaatst ambtenaar van het Oostenrijksche ministerie van buitenland- sche zaken. En niet zoo ter loops had hij die gewig- tige mededeelingen opgevangenmaar hij had zich expresselijk om inlichtingen naar aanleiding van de geruchten van den dag naar dien ambtenaar begeven en van de zen het hierboven gemelde gehoord. De keizer van Rusland zoo voegt be doelde correspondent er bij is vredelie vend maar wordt welligt door de oorlog zuchtige beweging, te wijten aan den strijd- lustigen generaal Ignatief en de politieke leiders Katkoff en Aksakoff, medegesleept. „Onze militaire autoriteiten zeide de Oostenrijksche ambtenaar nemen, tegen over Rusland de grootste behoedzaamheid in achtmaar volgen met een waakzaam oog al wat aan gene zijde en aan de gren zen geschiedt. Deze tijding en die beschouwingen zijn ernstig genoeg en men zal spoedig op de europesche beurs kunnen ontdekken welke waarde daaraan door de publieke opinie wordt gehecht. Laat ons echter eens zien wat van an dere zijde over deze belangrijke kwestie wordt medegedeeld. Wij laten het eerst spreken het orgaan van von Bismarckde Nordd. Alg. Zeit., die er alles van weet, maar niet alles zegt. „Er bestaat zoo verkondigt dat blad tusschen Oostenrijk en Duitschland eene politiekop wederzijdsch vertrouwen ge grond. „Onze betrekkingen met Oostenrijk en Rusland zijn het gevolg van historische en politieke toestandendie niet worden ge wijzigd door toevallige vertoogen der dag bladpers.” Die daar nu eene vredelievende verkla ring in wil vinden, zal niet geheel vergeefs zoeken maar er wordt niet duidelijk en bondig gezegd „Duitschland Oostenrijk en Rusland wenschen hartelijk de handha ving van den vrede en zij zullen daartoe al hun invloed en magt gebruiken” BOLSWARDSCHE COURANT d *1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1882 | | pagina 1