NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
bolswab» ft wonseradeed
I
f
Twee en Twintigste Jaargang.
1883.
No. 3.
DONDERDAG 18 JANUARIJ.
VOOR
EENZIJDIGHEID.
BUI’TEWIjAJV».
- -
SI
F
I?'
«11
te
Joed-
meer be-
L.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden,
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
an het
3 stoo-
Anne
1 kun-
af te
:a ge-
mlisch
voor-
Niet
anken
duur-
3ij kers
•aarbij
noch
vindt
Ook
>r dan
3 ver-
idend
m we
in om-
echte
ook ge-
kleur-
m.
mige
naar
Ay-
op
and.
met
1 den
heid
iorst-
i het
iven-
jods-
n.
cier
waar
aan
hij.
de
Poen
ezen
het
roor-
i van
iepte
oord
ge-
gop-
dit
jjner
‘luk-
ijze-
den
nner
wer-
>ver-
russel
moord-
twintig
en die
ia her-
,ar tot
;en re-
■treden
Een
'd ge-
iderof-
en ge-
■g aan-
;repen,
etn te
t doo-
Wordt in de fabrieken en werkplaatsen
van Duitschland behoorlijk zorg gedragen
ter beveiliging van het leven en de gezond
heid der arbeiders?
Die vraag wordt niet toestemmend beant
woord en daarom hebben drie leden van
den Rijksraad een voorstel ingediend, ten
doel hebbende bij den Rijkskanselier op eene
wettelijke regeling der zaak aan te dringen.
Een der voorstellers, dr. Hirsch, wees op
eene officieele statistiekwaaruit bleek dat
er in het jaar 1881 niet minder dan 1916
werklieden bij hun arbeid zijn omgekomen,
terwijl er 1618 zoodanig zijn gekwetst dat
zij voor hun geheele leven buiten staat zijn
te werken. Buitendien hebben er ongeveer
25,000 tengevolge van kwetsuren tijdelijk
het werk moeten staken. Uit de rapporten
der fabriek-inspecteuren blijktdat onge
veer 33 precent der gezamenlijke ongeluk
ken uitsluitend het gevolg zijn geweest van
gebrekkige maatregelen ter beveiliging.
In dien toestand moet verandering komen.
Wie zijn de anarchisten, de predikers van
regeeringloosheid in Frankrijk en meer be
paaldelijk te Parijs
Niet anders zoo schrijft men uit deze
stad dan middelmatige werklieden, die
azen op den rijkdom van anderen en die
een russischen prins hebben vooruitgescho
ven, om als voorrijder te dienen bij hun op-
togt. Deze lieden wekken meer medelij
den dan vrees. In eene stad als Parijs,
waar men dergelijke typen al lang kent,
zou de magistratuur zulk een proces niet
ligt begonnen zjjn. Maar in de departemen
ten is men zulke dingen nog minder ge
wend en is een ambtenaar van het open
baar ministerie eer geneigd de grondslagen
der zamenleving in gevaar te achten, om
dat hier of daar een volksredenaar heeft,
opgesneden tegen het „afschuwelijke kapi
taal”. Vele fransche staatslieden zijn in
hun jeugd begonnen met dezelfde overdre
ven theorieën. De meeste steunpilaren der
regterzijde in hun jeugd voorroode radica
len geweest en het is volstrekt niet zeker
dat de anarchisten, die thans op de bank
der beschuldigden zitten, niet eindigen met
op hun ouden dag te strijden voor troon en
altaar.
De parijsche Gaulois heeft eene inschrij
ving geopend voor de watersnoodlijdenden
in den Elzas, en la France, V Intransigeant
en eenige andere bladen hebben zich hier
bij aangesloten. De Gaulois leidt zijne op
roeping tot inteekening met de volgende
woorden in„De Duitschers werpen deze
tegen wil en dank zijnde Pruisen 40,000
mark toe zenden wij dezen, die, trots alles,
Franschen zijn, het drievoudige.”
Men begint nu te Parijs al te spreken over
eene verzwakking van het ministerie door
Gambetta’s dood en men voorspelt, dat het
ministerie Duclerc het niet lang meer ma
ken zal.
De invloed van Jules Ferry, een der be
kwaamste en oudste leiders van de linker
zijde, wint bij den dag en welligt zien wij
hem spoedig bezig om een nieuw ministerie
zamen te stellen.
President Grévy, altijd bij lief en leed de
bedaarde staatsman gaat dagelijks op de jagt.
Hij ziet, althans vreest geen kwaad.
De heer Gladstone is door zijn medicus
alle arbeid, buiten het volstrekt onvermij
delijke, van nu tot het weder bijeenkomen
van het parlement verboden. Zóó hoopt
men hem van zijne slapeloosheid bij wel
ke zich tevens de gevolgen van gevatte
koude doen gevoelen spoedig geheel af
te helpen.
Gelijk reeds gezegd werd, is die slape
loosheid louter door overspanning veroor
zaakt, en bestaat er alle reden om aan te
nemen dat rust inderdaad een afdoend ge
neesmiddel blijken zal. Intusschen oppert
de Pall Mall Gazette de vraag, hoe de
Premier de voor hem zoo noodige rust zal
kunnen nemen. Zoowel met het oog op
buitenlandsche als op binnenlandsche aan
gelegenheden (zegt het blad), is zijn per
soonlijk beleid op dit tijdstip van het aller
hoogste gewigt. Eene decoratieve of onder
geschikte rol kan hij niet spelen. Het ver
trouwen, dat Europa op dit oogenblik in
Engeland stelt, is vóór alles toe te schrij
ven aan het vertrouwen dat het stelt in
Gladstone’s leiding der zaken.
Carey en 20 andere personen zijn Zatur-
dag jl. voor het tribunaal van correctioneele
politie te Dublin gebragt onder beschuldi
ging van een complot gesmeed te hebben om
verscheiden officieren van politie en andere
ambtenaren van het openbaar gezag te
vermoorden.
dig en daardoor onbillijk.’ Eenige j aren ge
leden sloot men het oog voor vele gebreken
en nu ziet men het vele goede voorbij, ’t
Is hier, als met het oordeel over heel de
maatschappij. Leest men verschillende bla
den, dan is ’t ook niet anders dan jamme
ren over den treurigen toestand waarin ons
volk verkeert, vooral in zedelijk opzicht.
De liberalen zijn van alles de schuld, het
liberale beginsel voert het volk naar den
afgrond des ongeloofs, zal het eindelijk stor
ten in een poel van zedeloosheid en ontucht,
van moord en doodslag. Hoort men daar
entegen bezadigde mannen, zooals onlangs
in de zitting der 2de kamer den heer de
Beaufort zeggen„De spiegel van de ze
delijkheid der natie, dat zijn de strafpro
cessen. Gaat men nu na de strafprocessen
van de 18e eeuw, dan ziet men dat de ze-
delijke toestand destijds zoo ongunstig mo
gelijk was de zedelijkheid in Nederland
is dan ook in de laatste eeuw zeer vooruit
gegaan,” dan herleeft de moed weer eenig-
zins, dan wanhopen wij niet aan de toe
komst van ons volk.
Ik dweep volstrekt niet met alles wat
de liberalen doen, maar evenmin met het
onophoudelijk getwist der Antirevolutio
nairen en de middelen die zij aanwenden,
om hun doel te bereiken of met den ultra-
montaanschen geest, die in de Roomsch-
Katholieke Kerk den boventoon voert. De
hoofdzaak is, dat wij den toestand onzes
volks, van ons onderwijs met onpartijdigheid
waarnemen en beoordeelen. Ik zie met den
Heer Mees volstrekt zooveel heil niet in
„wijziging van de wetten”, vooral niet wat
„het godsdienstig element” betreft. Dat
„godsdienstig element” moet in de harten
der onderwijzers en der onderwijzeressen
leven. Zet in de wetten wat gij wilt, breng
den Bijbel op alle scholen, die letter van
wet en schrift blijft dood, als er geen vrome
zin is in het gemoed dergenen die onder
wijzen. Ik wil gaarne met hem als „gods
dienstig mensch”, dicht, heel dicht bij de
„antirevolutionairen” staaji, als deze maar
werkelijk alleen ware vroomheid zoeken
en wil niet weten van die „schoolwetman
nen” die van geen echten godsdienst willen
weten. Doch laat ons niet eenzijdig de fout
zoeken in de wetten. Wat zou ’t baten, al
kwam er een anders geredigeerd artikel 33
in da wet van ’78, al beval de wet op ’t
middelbaar onderwijs, alle leeraren om
vroom te zijn, al stond een dergelijk voor
schrift in die op ’t hooger ouderwijs? ’t Is
goed dat wij overal de fouten en gebreken
opsporen en erkennen, maar terwijl wij
weten, dat in menige school een goede geest
heerscht, tal van jongens en meisjes vol
strekt niet overladen worden met al te in-
spannenden arbeid, er Goddank 1 nog veel
hoepelende jongens en touwtjespringende
meisjes zijn, spreken wij den wensch uit, dat
vooral de ouders in hunne huizen, dagelijks
vroed en vroom zullen zijn, opdat de kinderen
in dien gezonden dampkring opgroeien. In ’t
huis wordt de maatschappij gekweekt. Als wij
daar onzen kinderen gehoorzaamheid en
zelfstandigheid, orde en eerlijkheid, liefde
voor waarheid en recht, eerbied voor God
en Jezus leeren, dan zullen er goede leer
lingen, onderwijzers, leeraars en hooglee-
raars in Nederland komen. Dan wordt de
school goed, de kerk kweekt liefde en het
zal ons volk welgaan.
M. E van der MEULEN.
BOLSWARD.
Naar men verneemt is de uitslag van de
aanbesteding van het huis van den heer
R. Smits gemeente-ontvanger alhier, ge
weest als volgt
G. de Boer te Balk voor f11,284, D.
Landstra voor f 10,578, H. Lammertsma voor
f 10,468, J. Oosterbaan voor f 10,833, D.
Gerritsma voor f 10,387, L. Vos voor f 10,464
allen te Bolsward, II. v. d. Valk te Cu-
baard voor f 12,948, J. v. d. Lei voor f 10,859,
P. Westra voor f 10,670, beide te Arum Tj.
v. d. Steele te Sneek voor f11,428, R.
Veltman te Joure voor f12,498, A. Posthu
mus te Tjerkwerd voor f 11,567 en J. Jor-
ritsma te Bolsward voor f9458 aan wien
het werk is gegund.
BOLSWARD, 14 January 1883.
Onder de vele berigten in iedere Cou
rant van ongelukken, in de laatste dagen
voorgevallen door het onvoorzichtig rijden
op nog te zwak ijs, moeten we ook uit
onze stad een slachtoffer melden. Twee
meisjes zouden heden voormiddag naar Mak-
kum rijden, om daar de ouders van een
hunner te bezoeken. Bij Tjerkwerd op het
nieuwe Kanaal komende, had de voorste het
ongeluk door het ijs te vallen. In den om
trek was niemand te zien, en de andere
was het onmogelijk hulp te verleenen. Toen
er eindelijk hulp kwam opdagen, was het
te laat, de later nog ingeroepen geneeskun
dige hulp van den heer Hannema te Bols
ward, kon slechts den dood constateeren.
BOLSWARD, 15 January 1883.
Bij de heden alhier door de Ijsclub
„Eendracht” gehouden hardrijderij op schaat
sen, en waaraan slechts 13 personen deel
namen, werd de prijs ad f 100 behaald door
P. Westra van Oenkerk, en de premie ad
f30 door D, de Jager van Hommerts.
WONSERADEEL, 13 Jan. 1883.
De gemeenteraad heeft in zijne heden ge
houden vergadering de volgende besluiten
genomen
1. Tengevolge van de resolutie van Gedep.
Staten, waarbij de goedkeuring aan de ge
meente-begroo ting wordt onthouden, toe te
geven aan de bij een vorige resolutie ge
maakte aanmerking op den post voor ver-
gaderkosten en dezen post met f 250 te ver
lagen.
2. In onderhoud en beheer bij de ge
meente over te nemen een door particulie
ren aangelegd gedeelte kunstweg naar
Baarderburen onder Arum.
Daar is een tijd geweest, dat de wet op
het lager onderwijs, vooral die van ’57, een
„Kruidje-roer-mij-niet” was, dat men met
de hoogere burgerscholen dweepte, ten op
zichte van het onderwijs heette Nederland
een modelstaat. Dat was eenzijdig en het
gevolg eener eenzijdigheid, dat zij namelijk
altijd eene andere baart, kon ook hier niet
uitblijven. Na de juichtonen komen de klaag
tonen. Nu heet het: de wet op het hooger
onderwijs werkt ellendig, vier Hoogescholen
De VOORZITTER van
gemeente Wonseradeel
Gezien art. 7 der Wet van 4 Julij 1850
(Staatsblad no. 37);
Noodigt de inwoners der Gemeente uit
omzoo zij elders in de Directe Belastin
gen zijn aangeslagen, waardoor het bedrag
van aanslaggevorderd voor de kiezers
van leden voor de Tweede Kamer der
Staten Generaalde Provinciale Staten en
den Gemeenteraad kan worden bereikt
daarvan vóór den vijftienden Fe
bruary ter Secretarie door overlegging
van het aanslagbillet of van een uittreksel
uit het kohier der directe belastingen
doen blijken.
Witmarsum, den 13 January 1883.
De Voorzitter voornoemd,
L. BRITZEL.
weg;
e de
hij pelen, tollen
De i
jlden rooken onrustbarend veel, zij billarten en drin
ken beijersch bier de laatsten kleeden zich
als jonge dames, zitten nuffig stil op krans
jes en zijn wanhopig wijs.” Als het er zoo
in het vrome Utrecht uitziet, zal dit wel
niet liggen aan mannen als Bientjes, die
zekerlijk trachten zulke booze geesten te
bannen, maar aan de opvoeding, die derge
lijke kwasten en nuffen ontvangen in de
ouderlijke woning. Jan Holland geeft zijn
pen geen rust, maar schrijft zijn „Moderne
heksen,” dat is een deel der vrouwelijke
jeugd, zijn „dat getob met onze jongens,”
met zooveel snelheid ’t een na ’t ander, dat
er werkelijk gevaar in eenig uitstel schijnt
te zijn.
M. J. Mees van Haarlem verdedigde 11
Jan. j.l. te Amsterdam de volgende stel
lingen
1. De liberale partij in kerk en staat is
verzwakt, omdat zij zich, in zake het on
derwijs, zoowel lager, als middelbaar en
hooger, op een verkeerd standpunt en op
den verkeerden weg bevindt.
2. Als godsdienstige menschen staan wij,
in zake dit onderwijs, dichter bij de anti
revolutionairen dan bij de schoolwetmannen.
3. Wijziging van de wetten, zoodat het
godsdienstig element meer in elk deel van
het onderwijs tot zijn recht komt, is dus
eder dringend noodzakelijk.
Als men deze klachten ën stellingen leest,
dan moet men tot de slotsom komen, dat
Nederland, als er niet spoedig verandering
komt, een treurige toekomst tegen gaat, om
dat onze kinderen, onze jongelingen en jon
ge dochteren zoo letterlijk bedorven worden.
Of is ’tgeen deze mannen schrijven en uit
spreken misschien geheel onwaar ’t Is
verre van mij dit te beweren. Ik weet te
goed, dat er aan de vorming onzer jeugd
en jongelingschap zeer veel hapert, maar
zoo treurig als velen den toestand schetsen
is hij ongetwijfeld niet. Men wordt eenzjj-
mor-
c ho!”
kei ijk
tbaar.
on de
issend
schip
rken-
nader
wed-
m ge-
rstikt
onzer
rerge-
Lucy
t, en
i van
spoor
st zoo
e on- is een onbestaanbare weelde, een ondragelijke
lastwij hebben intusschen, en onder vaak
benarde oms^mdigheden, er weleer vijf ge
had, behalve Amsterdam’s Athenaeum. De
d ge- wet op het middelbaar onderwijs is een mis-
sdend geboorte. Aan het „van alles wat,” is de
dek degelijkheid opgeofferd. Mannen als J. A.
Bientjes, leeraar aan ’s Rijks Hoogere Bur-
bak- gerschool te Utrecht, Jan Holland e. a.
IL trekken met vliegende vendel en slaande
trom tegen den verderfelijken, het jonge in
toen de jeugd doodenden geest waarvan het on
derwijs doortrokken is te velde. De eerste
schrijft„onze jongens van twaalf jaar hoe-
„QiOn eD knikkeren niet meer onze
meisjes springen niet meer touwtje. De eersten
tylOOOOOOC^^
Dan moet tevens het aantal inspecteuren
worden vermeerderd, daar er thans zoo wei
nig zijn dat zij ónmogelijk eene eenigzins
voldoende inspectie kunnen houden. Er zijn
er, die toezigt moeten houden op 700 werk
plaatsen te,Leipzig één op 933. Hierbij
komt dat die ambtenaren geen magt heb
ben om de patroons tot het nemen van maat
regelen te noodzaken.
Men spreekt nu wel van het wetsontwerp
eener werkliedenverzekering, maar ook wan
neer er tegen dit stuk veel minder oppositie
bestond dan thans het geval is, zouden wets
bepalingen op de veiligheid van leven en
gezondheid voor den werkman niet overtol
lig zijn. Dat er zulke bepalingen kunnen
worden gemaakt en uitgevoerddaarvan
heeft men een goed voorbeeld in Engeland.
PETERSBURG16 Jan. 1883.
De brand in het circusgebouw te Ber-
ditchef ontstond aan bet slot der voorstelling
door het afsteken van vuurwerk. 800 men
schen verdrongen elkander tegen de binnen
waarts openslaande deur. De andere deu
ren waren wegens de koude dichtgespijkerd.
De brandspuiten konden door de felle vorst
niet werken. Het aantal dooden is nog
niet bekend.
PARIJS, 16 Jan. 1883.
In Figaro en aangeplakt op de muren
verscheen heden een manifest van Prins
Napoleon. De politie deed het van de mu
ren verwijderen.
'»4
tr
R0L8WARDSCHR COURANT
DEN RAAD DER
q
H