NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD B<H.SWA»J> WONSER ADEEL Twee en Twi ntigste Jaargang. No. 5. 1883. DONDERDAG 1 FEBRUARI J. VOOR BUI TBMLAWD. i 1J-41 9-2 A ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. 1- 2 2- 3} 3 }-4 ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 1-3 3-4 3-4 3-4 3-4 v.m. 9-10} 10J-12 v.m. 10-12 10-12 n.m. 1-4 1-4 1-4} Ml 1-4} 1-4} 1-4} 1-4} 1-4} BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders der ge meente Wonseradeel Brengen bij deze ter kennis van belang- Arum, Hartwerd, Hichtum, Schettens, Longerhouw, 01de- en Ugoc. Dingsd. De minister-president Duclerc heeft het bemiddelings voorstel niet aangenomen en handhaaft het regeeringsvoorstel’t welk de magt geeft om, zoo ’t belang der repu bliek dat eischtde prinsen van geregeerd hebbende geslachten het land te doen ont ruimen. De raad van ministers, die verdeeld is in deze gewigtige zaak is op het Elysée verga derd geweest onder ’t presidium van Grévy. Men verwacht vrij algemeen, dat Duclerc’s weigering, om het voorstel Favre, dat niet bepaald de prinsen verbant, maar hen het bekleeden van civiele en militaire betrek kingen ontneemt, eene ministeriële crisis na zich zal slepen. Prins Jerome is wegens gemis aan be weging ziek geworden. Het heet dat hij Brengt bij deze ter algemeene kennis, dat gemeld verzoek met de bijlagen in de Secretarie van de gemeente ter inzage ligt, en dat in eene op Zaturdag den 10 Febr. des yoormiddags 10% ure in het Gemeen tehuis te houden vergadering, gelegenheid zal worden gegeven tot het inbrengen van bezwaren tegen het verleenen der gevraagde vergunning. NVITMARSUM, 24 January 1883. Het Gemeentebestuur voornoemd, R. H. ZIJSLING, L. B. De Secretaris, E. JANSEN. Verblijdende en bedroevende VERSCHIJNSELEN. Den 25sten Januarij jl. hield de heer F. J. P. Moquette van Sneek ter dezer stede, eene rede over: De school en het Anti christendom onzer dagen. Het is mijn voornemen niet in dit blad van die rede een verslag te geven, maar naar aanleiding daarvan heb ik enkele opmerkingen. En dan begin ik al aanstonds met mijne blijd schap te betuigen, dat de Spreker, hoewel hij de schoolkwestie levendig wil houden, het betreurt dat de school een politieke twistappel is geworden en de verzuchting slaakte„Had de politiek er zich nooit mede ingelatenMoge het blijken in den a. s. zomer bij de verschillende verkiezingen en vooral ook bij die voor de tweede Ka mer, dat niet deze kwestie alleen de maat staf zij waarnaar men candidaten beoor deelt, zoodat mannen, met wie men in an dere opzichten niet samengaat, die men ongeschikt acht, nochtans gekozen zouden worden, alléén omdat zij tegen of voor het staatsonderwijs zijn. Door in dit opzicht de politiek buiten spel te laten, zal men waar diger, onpartijdiger keuzen erlangen en ’t niet meer zien, dat partijen, die niet te samen behooren, nochtans de keuze vestigen op één persoon, alléén omdat deze in de schoolkwestie eenstemmig denkt met de tegenstanders. Moge het blijken, dat de Heer Moquette in dit opzicht, gesproken hebbe, zooal niet in naam dan toch in den geest der anti-revolutionaire partij. In de tweede plaats acht ik het een ver blijdend verschijnsel dat de Heer Moquette allen oproept die godsdienstig en Christelijk gezind zijn, om zich aan te gorden, tegen de anti-Christelijke beginselen, die zich overal in Europa openbaren, tegen de re volutionairen, die de maatschappij omver werpen willen, die geen Christelijke zeden en tucht meer willen, die van geen op voeding op school meer willen weten en alleen verstandelijke ontwikkeling, alleen verspreiding van nuttige kundigheden be- geeren, i. e. w. tegen alle anarchisten, ni hilisten, socialisten, terroristen, of hoe ze in de verschillende landen mogen worden genoemd. Hy kan zich verzekerd houden, dat aan eene oproeping om ten strijde te trekken, tegen al deze der vroomheid en der maatschappij vijandige machten, voldaan wordt, door het grootste deel der liberalen, door allen die met hem prijs stellen op opleiding tot christelijke deugden, die met hem vroomheid, orde en vrijheid de on misbare bestanddeelen achten van elke chris telijke maatschappij. Blijke het spoedig, dat geene partij zich alleen het monopolie aanmatigt van vroomheid, maar uit alle partijen, zij die in God gelooven, al zijn zij het over het Godsbegrip niet eens, want wie is de mensch die wanen zou God te kunnen begrijpen, zich te samen vereenigen om ernstig strijd te voeren tegen allen, die wanorde in de maatschappij willen stichten, die zedelijkheid als niets achten, de eer baarheid aantasten, die alleen het verstand verlichten willen en niet tevens het hart reini gen. Dat zal vruchtbaarder wezen, dan dat men zich verdiept in godgeleerde haarklo verijen of zich oefent in het schelden, in allerlei vorm op de tegenpartij. Tot zoover ben ik het dus geheel eens met den Heer Moquette en zeker duizende liberalen met mij, wij moeten ons allen gezamenlijk ver zetten tegen al wat anti-Christelijk is, in den door hem aangeduiden zin en de school BEKENDMAKING. Het GEMEENTEBESTUUR van Won seradeel Ontvangen hebbende een verzoek van LIEUWE van CAMPEN te Schraard, om vergunning tot het oprichten van een smederij op het perceel te Schraard, kadastraal bekend Gemeente Makkum, Sec tie C no. 597 Gelet op het bepaalde in art. 6 der wet van 2 Junij 1875 (Staatsblad no. 95); in het algemeen, de lagere in het bijzonder, als de school waar heel het volk wordt ge vormd, moet als doel stellen opvoeding en als middel om daartoe te geraken onderwijs. Ook heb ik er niets tegen als hij beweert, dat de school met den Bijbel, als zoodanig geen inrichting is tot gedwongen bekeering, geen kweekplaats van rechtzinnigheid, dat zij waarachtige vroomheid wil planten in de kinderharten, maar ik acht het een be' droevend verschijnsel, dat ook weder deze Spreker zijn kracht zoekt, ten einde het schoone doel te bereiken dat hij zich voor stelt, in het valsch getuigenis geven tegen de wet van ’78, HoeAls daar toch uit drukkelijk staat, dat het schoolonderwijs wordt, d. i. moet worden dienstbaar ge maakt, niet alleen aan de ontwikkeling van de verstandelijke vermogens der kinderen, maar aan hunne opleiding tot alle christe lijke en maatschappelijke deugden, is dan opleiding, geen opvoeding, is dan volgens de wet, onderwijs niet middel en opvoe ding doel, juist gelijk de heer M. wil? Is het dan geoorloofd de Staatschool tegenover de school met den Bijbel te plaatsen? Laat ons toch der waarheid getuigenis geven. Dat de wet. het anti-christelijke wil is een leugen. Die dat volhoudt bewijze dat Art. 33 al. 1 niet geschreven staat. Wil men beweren, dat op grond van dat Art. de kinderen niet rechtzinnig gereformeerd mo gen worden opgevoed, ik geef het aanstonds toe, maar de Heer M. beweert immers, dat de school met den Bijbel dat niet wil. Wil hij beweren dat de geest van het onderwijs op de Staatschool anti-Christelijk is dat hij in strijd is met de wetdan wordt dit een aanval op de onderwijzers en in zoo ver, ik erken het gaarne, op het onderwijs, welnu hij koine met bewijzen. En weder omals dit op deugdelijke gronden blijkt, hij kan er van verzekerd wezen, dat dui zende ouders dit met hem ten strengste af keuren zullen, dat, wanneer blijkt, dat de wet een doode letter geworden is, tiendui- zende kinderen de staatschool verlaten zul len, want het is niet waar dat een groot deel van het Nederlandsche volk anti-chris telijk onderwijs zou willen. Alzoo dan de wet is niet anti-christelijk, wil opvoeding, dat worde niet meer geloo chend. Met dit wapen worde niet meer gestreden. Wil men iets anders, wil men geen Staatschool meer’ maar de bijzondere school als regel, men doet dan beter, met den minister Pijnacker Hordijk dat duide lijk uit te spreken, doch men overwege dan ten ernstigste, of daardoor vrede in onze landpalen bevorderd worden en vroomheid in de harten onzer kinderen geplant wor den zal en men leze en herleze, wat niet socialisten of terroristen, maar de beza digde mannen onzer eerste Kamer der Sta- ten-Generaal, na een driedaagsch debat in den kleinen kring der afdeelingen, hebben neergeschreven in hun algemeene beschou wingen der Staatsbegrooting en uitgespro ken voor het oor van gansch Nederland, iu de openbare zitting van 25 Jan. jl. bij monde van den heer Pické en in aanslui ting aan diens doorwrochte en hoogst be langrijke rede, door de heeren de Sitter, van Royen en van Swinderen. M. E. van der MEULEN. hebbenden le. dat voor den herijk der Maten en Gewigten dit jaar zal worden gevaceerd Voor Voor Makkum, Wons, Cornwerd, Engwier, Piaam, Idzegahuizum, Zurich, Gaast, Ferwoude, Te Harlingen Voor Kimswerd, Woensd. 4 April Te Witmarsum in het gemeentehuis. Voor Witmarsum, Zatur. Maand. Te Tjerkwerd in de Naai- en Breischool. uren: n.m. Vrijdag 16 Maart Zaturd. 17 Maand. 19 n r> n w 14 16 17 2e. dat dit jaar al de Tjerkwerd, Dond. 15 Maart in de Hoofdwacht. v.m. 9-12 9-12 9-12 9-12 9-12 9-12 9-12 Burgwerd, Lollum, Schraard, Pingjum, c ten aan den herijk moeten worden onder worpen ,3e. dat, ingevolge art. 1 en 4 van het koninklijk besluit van 16 October 1869 (Staatsblad no. 160) de onjuist bevonden gewigten, op verzoek der belanghebbenden, tegen dadelijke betaling van een bij dat besluit vastgesteld bedrag, ten bate van ’s Rijks kas, door den Ijker worden gejus teerd 4e. dat geene maten en gewigten tot de verificatie kunnen worden toegelaten, ten zij zij volkomen droog en schoon worden aangeboden en dat de aanbieders het aan zich zelven te wijten hebben, indien, bij niet inachtneming van dit voorschrift, hun ne maten en gewigten onherijkt worden teruggegeven 5e. dat de belanghebbenden bij het te rugontvangen der voorwerpen er op heb ben te letten, of deze behoorlijk zijn ge stempeld, daar later een beroep op verzui men, die bij den herijk mogten zijn begaan niet van regtsvervolging zal ontslaan; en 6e. dat de Minister van Binnenlandsche Zaken bij beschikking dd. 16 April 1872, no. 198, Afd. 12, Nijverheid, heeft bepaald, dat de onderdeden van het gram de veri ficatie van den herijk uitsluitend aan ijk- kantoren zullen ondergaan. WITMARSUM, 15 Januarij 1883. Burgemeester en Wethouders voornoemd, L. BRITZEL, De Secretaris, E. JANSEN. naar een ziekenhuis zal worden gebragt. En hoe is nu de opinie van Duitschland over Frankrijk’s toestand „De republiek zegt een der staatkun dige schryvers aldaar verkeert reeds in een politiek bankroet of het staat er voor de deur. „’t Ministerie-Duclerc valt. Welligt blijven enkele ministers en wordt het kabinet door anderen weer voltallig ge maakt, b.v. door Ferry en de Freycinet.” Dat de drukpers in Frankrijk waarlijk vrij is, bewijst het dagblad de la France. Het roept de conservatieven op, om zich onmiddelijk te verstaan tot het omverwerpen van de republiek Eene royalistische vergadering te St Quentin zond aan den graaf de Chambord een adres’t welk aldus eindigt: „gij hebt gezegd, genadige Heer! dat gij bereid waart en het uur Gods zou slaan. Veroorloof ons u te zeggen: „„wij zijn bereid onzen koning met onze geheele toewijding te volgen als Christenen en Franschen. „„Leve de koning!”” De onafzetbaarheid der regters wordt af geschaft de regters worden verkozen” dit artikel, het eerste van het wetsontwerp op de regterlijke inrigting, is door de Fran- sche kamer verworpen met 287 tegen 242 stemmen. De meerderheid zag in dat artikel eene bedreiging voor de nationale eenheid en in de plaatselijke verkiezing van regters een eerste stap tot verbrokkeling van grond gebied. „De paus wil Keizer Wilhelm, in zake den kerkelijken twist, tegemoet komen, maar het zwarte centrum werpt hindernis sen op” dit publiek te maken, zou het doel van von Bismarck zijn, door ’s Kei zers brief aan Leo XIII. „Geeft gij toe zeide de keizer tegen den Paus aan de wettelijke bepalingen op de aangifte van kerkelijke benoemingen, dan zal van staatswege de afschaffing der zoogenaamde Mei-wetten mogelijk gemaakt worden.” ’t Zal alzoo nu blijken, of de orde is te herstellen buiten het centrum om. De liberale partij vreest, dat de vrede voor den staat te duur wordt gekocht, en de Ger mania, het orgaan vati het centrum, meent dat de Kerk meer wijsheid moet vragen. Meer dat is een echt Vaticaansch woord en wordt dikwerf gebruikt om alles te ver krijgen. Als er een is die dat goed begrijpt, dan is het von Bismarck. Duitschland moet ook koloniën hebben voor zijne industrie dat is dikwerf gezegd en vindt bij velen een goed gehoor. Anderen voeren daartegen aan, dat Duitsch land bijna alles mist wat een zeevarend volk dient te hebben en beweeren vooral; dat de Duitscher geen matroos wordt. Hoe ’t zij, te Frankfort heeft zich eene Koloniale Vereeniging geconstitueerd, die zich tot taak stelt de openbare opinie voor te lichten en zoo voor eene koloniale politiek te winnen. ’t Berliner Tageblatt is niet ingenomen met die vereeniging. „Voorlichting zegt het hebben wij niet meer noodig, maar wel dat de handen in een worden geslagen, teneinde te komen tot een werkelijk begin.” De Russische Minister von Giers blijft 4 dagen te Weenen en wordt er met open armen ontvangen. Hij komt er om te spreken over 1. het Oostenrijksch-Duitsch verbond; 2. over de Engelsche politiek ten aanzien van Egypte 3. over de verlenging van de volmagt aan de Donau-commissie. En dan als dessertover de toekomst van Turkije. Of deze mededeeling nu op waarheid is gegrond, weten wij niet, maar zeker is het, dat de Oostenrij ksche regeering gaarne op vriendschappelijken voet blijft met Rusland en ook dat in Rusland de aan Oostenrijk vijandige pers in den laatsten tijd een veel kalmer toon aanslaat. ,7'9-10} 104-12 1-4} maten en gewig- BOLSIlABBSC11E COURANT V n •n •n w n n •n •n w n w n w n n.m. n y> i j'.k A n Parrega, Exmorra, Allingawier, Hieslum, Greonterp, Dedgum, Te Makkum n w w n Yt n w n 7) w w n n n kt

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1883 | | pagina 1