NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 5 I Twee en Twintigste Jaargang. 1883. No. 16. 4 DONDERDAG 19 APRIL. i- VOOR EEN GEDENKFEEST. r f] i r 1 N. GR. C. f ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. 4 e 1. De buitenlandsche bladen hebben op nieuw eene aanleiding gehad, om zich met n r- n t- ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van volgens 10 Ct. per regel. Overigens 17 regels. Ver naai’ plaatsruimte. m ir n, 1- De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD van WONSERADEEL, Gelet op het bepaalde in art. 31 der Wet van 4 Julij 1850 (Staatsblad no. 37) Brengt ter openbare kennis, dat op heden door hem zijn gesloten de herziene Lijsten, aanwijzende de Personen die in deze Ge meente bevoegd zijn tot hel kiezen van Leden van de TWEEDE KAMER DER STATEN GENERAAL, van de PROVIN CIALE STATEN en van den GEMEEN TERAAD, en dat gemelde lijsten op nieuw aangeplakt en ter Secretarie der Gemeente voor een ieder ter inzage nedergelegd zijn. Witmarsum, 14 April 1883. De Voorzitter voornoemd, VISSER. OPROEP1WG. Bij het Gemeentebestuur van WONSE RADEEL ingekomen zijnde eene aanvrage van heeren Gedeputeerde Staten, om eenige in het gemeentearchief aanwezige stukken betrekking hebbende op de indijking en droogmaking van de Sens- en Atzebuurster- meeren, in het provinciaal archief te depo neren, worden belanghebbenden uitgenoo- digd, om, indien zij tegen de verplaatsing der stukken bezwaar mogten hebben, daar van vóór 28 April e. k. te doen blijken. Afschriften der stukken blijven in het ge meentearchief bewaard. Witmarsum, 13 April 1883. Burgemeester en Wethouders van Wonseradeel, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. Het reddingsleger begint ook in Engeland zelfs sterk achteruit te gaan in de publieke opinie, door de groote dwaasheden, die er dagelijks door begaan worden. Terwijl ver leden jaar de aartsbisschop van Canterbury het nog als een factor beschouwde, waar mede de Engelsche kerk wel degelijk re kenschap te houden had, verklaarden deze week de op de synode te Canterbury ver gaderde bisschoppen zich gezamenlijk tegen de nieuwe wijze waarop het reddingsleger de waarheden van het Evangelie ingang tracht te doen vinden. De bisschop van Lichfield deelde mede, dat hij onlangs op een „operatie-plan” van het leger de aan kondiging had gelezen, dat de kapitein te Derby tien minuten lang op het hoofd staande den bijbel zou verklaren. En wat nog het ergste was, bij onderzoek was hem gebleken dat de man werkelijk zijn belofte had gehouden, zeker tot niet gering amusement van zijn geloovig publiek. De Lesseps is van zijn reis in de Afri- kaansche woestijn teruggekeerd. Hij heeft zich overtuigd, dat het plan een binnenzee ten zuiden van de Fransche bezittingen te maken, volkomen uitvoerbaar is. Het ka naal, dat de zee toegang tot het lage land moet geven, zal 180 kilometer lang zijn en kan in vijf jaren zijn voltooid. De kosten zouden slechts een zesde bedragen van hetgeen de regeeringscommissie, die tegen het plan was, had opgegeven. In de Amerikaansche hoofdstad zal een groot standbeeld van Luther opgericht worden. Uit de Protestantsche geestelijken van New-York, Baltimore en Washington heeft zich een comité gevormd, dat aan alle geloofsgenooten in het geheele land een verzoek om bijdragen gericht heeft. Het gedenkteeken zal waarschijnlijk een copie zijn van het standbeeld des grooten hervormers, dat in het midden van de be roemde groep te Worms staat. „Ik beken den ontwerper te zijn van den aanslag op het leven van den Czaar in 1880” zeide Bogdanowitsch, toen hij op 9 April met 16 andere beschuldigden te St. Petersburg voor de rechtbank verscheen. Hij gaf eene breedvoerige beschrijving van de inrichting en werkzaamheden van het Roode Kruis, welke revolutionaire par tij hij, tien jaar geleden, had opgericht, met afdeelingen in Rusland (Moskau), en andere Europeesche gewesten. Dit had hij gedaan in den tijd, waarin een aantal personen, verdacht van politieke woelingen, zonder eenigen vorm van proces naar Siberie wa ren verbannen. Het Roode Kruis had ten doel, aan deze bannelingen en hunne nage laten betrekkingen hulp te verleenen. Het daartoe noodige geld werd bijeengebracht in vrijwillige giften, deels van leden der partij, deels van andere medelijdenden. Bog danowitsch verhaalde dat hij op reis door Siberië, alwaar hij Klemenko had helpen ontvlugten, met eigen oogen had gezien dat VACCINATIE—AR ÜM. Burgemeester en Wethouders van WON SERADEEL brengen bij deze ter alge- meene kennis, dat gelegenheid tot kostelooze vaccinatie zal worden gegeven te ARUM, ten huize van den heer G. B. BRUINSMA, op Tiaturdag 21 April’s namiddags 2 uur. Witmarsum, 14 April 1883. De Burgemeester, VISSER. De Secretaris E. JANSEN. BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders van Wonse radeel Gelet op het bepaalde in art. 264 der ge meentewet Brengen bij deze ter algemeene kennis dat afschriften van de door heeren gedepu teerde staten goedgekeurde primitieve ko hieren van hoofdelijken omslag, dienst 1883, ten laste van de gemeente en de dorpen Dedgum, Hieslum, Lollum, Makkum en Par- rega gedurende vijf maanden, inregaan heden in de secretarie voor een ieder ter lezing zullen liggen en dat de aangeslagenen binnen drie maanden na den datum van uitreiking van het aanslagbillet tegen den aanslag bij den gemeenteraad bezwaren kun nen inbrengen. Witmarsum, 14 April 1883. De Burgemeester, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris E. JANSEN. is niet alleen, als waarschuwend voorbeeld, met inkt geschreven, maar met bloed. Hoeve- len, die wij eeren, die de trots zijn van het nageslacht: Oldenbarneveld, de Groot, de de Witten zijn slachtoffers geweest van kerke- lijken haat en staatkundige intrigueDe laatste sporen daarvan zijn nog niet uitge- wischthet slechte zaad van tweedracht vroeger gestrooid heeft nog kiemkracht nog zijn er die er eer in stellen, die opnieuw te ontwikkelen. De geschiedenis zal hen oordeelen, gelijk zij het oordeel heeft uit gesproken over de rechters van de Groot. Maar dat is een gelukkig verschijnsel, dat door de eersten van ons volk een weinig laat, maar dan toch de verschuldigde eer is bewezen aan den grooten Nederlander en dat zijn standbeeld wordt opgericht in de oude prinsenstad. Moge het daar staan om te getuigen tegen den noodlottigen geest, die ’t vaderland tracht te verdeelen in atomen. PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders van Wonse radeel Gelet op de Resolutie van den heer Com missaris des Konings dezer Provincie van den 4e April 1883le afd. ANo. 467 (Provinciaal Blad No. 43.) Brengen bij deze ter kennis van de In gezetenen: 1°. Dat de uitreiking der billetten en dedaratoiren voor de beschrijving van de Personele Belasting en het Patentregt over ons klein land bezig te houden. Ditmaal hadden zij gelukkig een beter onderwerp dan onze eindelooze crisissen en onzen ver warden politieken toestand. Zij hebben met ons den man herdachtdie naast de grootsten van alle eeuwen mag worden gesteld en die Nederlander was, niet slechts door het toeval der geboorte, maar Neder lander in merg en beeneen echte zoon van dit land, toen nog dit land eene eerste rol speelde op het tooneel der wereld. Hugo de Groot ons volk weet weinig meer van dit verheven genie dan dat hij in een kist uit Loevenstein ontvluchtte waar hij om eene of andere reden levens lang was gevangen gezet. Dergelijke fei ten werken op de volksverbeelding, die uit den aard der zaak weinig gevoelt voor dikke foliantenvol scherpzinnige geleerdheid. Niettegenstaande onze vredelievende gezind heid is ook hier de beroemde man, de man die doodt en het schitterende zwaard maakt een sterkeren indruk dan de eenvoudige pen, die toch in staat is het werk van den krijg te vernietigen. Dan komen de feiten, waarmede reeds de kinderlijke verbeelding zich heeft gevoed: het turfschip van Breda, de Loevensteinsche kist. Het werk van een de Groot te waardee- ren eischt hooger beschaving en grondige studie; de populariteit is niet de roem. Ook was voor den grooten naam van het Delftsch orakel deze feestviering in kleinen kring niet noodig; maar zij heeft ons goed gedaan om het Nederlandsehe volk in de oogen van ’t buitenland misschienmaar vooral voor ons zelven. Wij kunnen, als geheel, de Groot niet naar eisch waardeerenwij kunnen nog minder hem na volgenhij is onnavolgbaar. Maar feestvieringen als deze zijn ons nuttig en goed, omdat wij in ’t ge denken der groote mannen, der gewichtige feiten van ’t verleden ’t begrip versterken van onze eenheid, dat anders dreigt verlo ren te gaan. Waar is het Nederlandsehe volk? ismen soms geneigd te vragen. Wij hebben par tijen en fractien in ’t kerkelijke en in ’t staatkundige, tot in het oneindige. Wij zijn erger dan verdeeld wij zijn versplinterd. Allerlei wind van leering uit het buitenland aangewaaid, heeft invloed op ons. En om dat wij een klein volk zijn en elkander van nabij kennen, elkander van nabij op de vingers zienontaardt onze staatkundige en kerkelijke strijd al te licht in een twist van een bijzonder scherp en hatelijk karakter. Wat elders betrekkelijk onschuldige scherts is met eene groote partij wordt hieromdat de partijen zoo klein zijn en de leiders zoo goed bekend ook in hun intiem leven, bijtende spot met personen. Het is geen wonderdat onze rustige burgers de rustigsten zijn van allen en zich in ’t geheel niet bemoeijen met de openbare zaak, hunne zaak, maar die door personen- quaesties, door het drijven van kleine clubs, zoo wanhoopig wordt in de war gebracht. Radicalen, liberalen, antirevolutionairen waar is het vaderland? Of wordt het mis schien vertegenwoordigd door de stillen in den lande, die zwijgend aanzien hoe de za ken worden gedreven? Op deze wijze dreigt het besef van onze volkseenheid verloren te gaan; nu reeds is het zoover gekomen, dat omtrent verschil lende punten van wezenlijk belang geene verstandhouding mogelijk isomdat men elkander evenmin verstaat als de metselaars en steenhouwers aan Babels toren. Wij spre ken verschillende talen en hetzelfde woord heeft eene andere beteekenis, naarmate van den kring, waarin het wordt gebezigd. En toch, er zijn nog dingenwaarin wij elkander verstaan. Nog klopt on? hart sterker als daar sprake is van de mannen van ’t verleden, van hunne daden, hunnen moed, hun bewonderenswaardig genie. Om eenen de Groot te eeren komen mannen van verschillende richting en geloofsbelijde nis bijeen. Daar is het vaderland. Daarbij: wij weten allen dat in den tijd dien wij zoo gaarne herdenken, in onzen hel dentijd, de factiegeest niet minder hevig was dan in onze dagen. De geschiedenis van de kerkelijkstaatkundige beroerten uitdie dagen het dienstjaar 1883/84, zal aanvangen in de maand Mei dezes jaars, op den eersten dag na den voor deze Gemeente bepaalden ver- huistijd en dat met de wederinzameling daarvan acht dagen daarna een begin zal worden gemaakt. 2°. Dat evenwel hiervan zijn uitgezon derd de Patentpligtigen, vermeld onder Nos. 3740 van tab. 14 der wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad No. 34), zijnde Slijters in Wijnen Dranken en Likeuren in ’t klein Tappers, Kroeghouders en Koffijhuishouders, als aan welken door of vanwege de Ont vangers zoodra mogelijk na den ingang van het dienstjaar en zonder de gewone be schrijving af te wachten een declaratoir zal worden bezorgdhetwelk na verloop van drie dagen van hen weder zal worden af gehaald. 3°. Dat diegenen, welke bij het aanbie den of bezorgen der billetten of verklaringen of ook bij het terughalen van dezelve mog ten zijn voorbijgegaan of overgeslagen, zich in geen geval op zoodanig verzuim mogen beroepenmaar integendeel gehouden zijn om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen vóór of uiterlijk op den Sisten Mei e.k. in te dienen ten kantore der Ont vangers alwaar de billetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. 4°. Dat de Patentpligtigen van de tabel len 7 en 16 (zijnde de KramersVreemde Kooplieden en Schippers of directie voeren de van Vaartuigen), zoomede de Debitanten van Loterijbriefjes, voor zooveel dezelve hun beroep niet beginnen aan te vangenter bekoming van hun Patent aangifte behoo- ren te doen ter gemeente-secretarie vóór de Expiratie van den termijn voor de op- haling der gewone dedaratoiren van Patent bepaald. 5°. Dat voor de Sub. 4°. gemelde Pa tentpligtigen, op vertoon der Kwitantie van de betaalde regten, dadelijk de patenten verkrijgbaar zullen zijn wordende de Patentpligtigen, vermeld onder Nos. 3740 van tab. 14, bij deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent overeenkomstig art. 2 der wet van 24 April 1843No. 26, niet aan hen mag worden afgegeven dan nadat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar hebben betaald, en het ver schuldigde van het voorgaande jaar ten vol len zal zijn aangezuiverd, terwijl zij boven dien, wanneer zij in gebreke blijven de pa tenten af te halen, telken reize, dat zij het vereischte patent of afschrift van dien aan de bevoegde ambtenaren niet kunnen ver- toonen, volgens art. 32, par. 1 der wet van 21 Mei 1819 vervallen in eene boete van f 15,00. 6°. Dat ingevolge art. 29par. 2 der wet van den 29sten Maart 1833 (Staatsblad No. 4) tot tegenschatters dezer Gemeente zijn benoemd: 1 Sjoerd H. Alkena te Makkum 2 Jelle H. Kroon te Kimswerd 3 Auke M. Aukema te Burgwerd en 4 Auke Posthumus te Tjerkwerd. Voorts worden de ingezetenen indachtig gemaaktten eerstenop de wijzigingen welke een der vrijstellingen van vrouwelijke bedienden bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (Staatsblad no. 59) hebben ondergaan en ten andere op diewelke in de [twee eerste paragraphen van art. 27 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4) bij art. 7 derzelfde wet van 1869 zijn gebragt, zoo mede op hunne verpligting om bij hunne bezwaarschriften, ingevolge art. 1 der wet van 4 April 1870 (Staatsblad no. 49), over te leggen een duplicaat van hun aanslag biljet, dat, tegen betaling van 5 centsbij den Ontvanger verkrijgbaar is. Witmarsum, den 14 April 1883. Burgem. en Weth. voornoemd, VISSER. De Secretaris E. JANSEN. B0L8WARDSCHE COURANT I? l 1 t 8 e 3- j-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1883 | | pagina 1