NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOESWAR» WONSERADEEL
I
1J
Twee en Twintigste Jaargang.
1883.
No. 37.
DONDERDAG 13 SEPTEMBER.
VOOR
«UITEHiTIjAlV».
DE VRIJDENKERS.
Jl
Bjl
ml
ook
BW
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Zij die zich met
het volgende kwartaal
op dit Blad abonneren, ontvan
gen de nog verschijnende Nos.
gratis.
hun beste denkbeelen te danken hebben
aan het Christendom, dat zij nu verwerpen.
M. E. van der MEULEN.
den
vrees
Generaal Ramberg heeft bij het aanvaar
den van de betrekking van buitengewoon
Regeeringscommissaris in Croatië, in een
zeer krachtige, maar tevens kalme en ver
zoenende proclamatie aan de bevolking
hiervan kennis gegeven. Hij verzekert den
BOLSWARD.
Zondag 9 dezer werd hier de 14e Alge-
meene Vergadering van de Provinciale
Friesche Werklieden-Vereeniging gehouden.
Ze werd geopend met eene toespraak van
den Heer O. Rommerts, die het ontstaan
der Werkliedenvereenigingen in herinnering
bracht.
De werkman zag hoe menschen, die een
zelfde bedrijf uitoefenden zich vereenigden
tot behartiging van eikaars belangen. De
kooplieden in hunne kamers van koop
handel, de fabriekanten op hunne nijverheids
congressen en zoo meer. Toen nu zijn loon
allengs verminderde omdat de waarde van
het geld minder werd door den hoogen
prijs der levensmiddelen, werd ook bij hem
het denkbeeld gewekt om zich met zijne
mede-arbeiders te vereenigen, om zoo des
te beter het hoofd te kunnen bieden aan
de moeiten des levens.
De arbeiders-vereenigingen werden aan
vankelijk met weerzin ontvangen. Men zag
achter haar het roode spook der revolutie.
Werkgevers verboden hunne arbeiders er
lid van te worden. Doch wantrouwen heeft
plaats gemaakt voor waardeering. Men
Voor het groote feest der onthulling van
het beeld des Oorlogs en dat des Vredes
op den Niederwald hebben zich aangemeld
284 vereenigingen van oudstrijdersmet
verzoek om plaats voor 10.000 leden.
Zooveel plaatsen konden niet beschikbaar
worden gesteld, maar Keizer Wilhelm zal
toch door allen gezien kunnen worden.
In de Keizerlijke tent worden 50 fau
teuils gezet voor vorstelijke personen.
Ter rechterzijde van die tent zullen staan
de generaals, wier beeltenissen op het beeld
des oorlogs zijn aangebracht, en bij dit
beeld de leden van de besturen der strijders-
bonden, die de kosten van het beeld heb
ben bijeen gebracht.
Bij het beeld des vredes worden de stu
denten en schoolleerlingen geschaard, die
zich belast hebben om bijdragen voor dat
figuur te verzamelen.
De muziek van 4 groote militaire corp
sen zal het feest opluisteren, en onder het
luiden van al de klokken van de naburige
dorpen zal de ontelbare schare aanheffen
het echt Duitsche lied „Nun danket alle
Gott 1”
zen zijn, noch van landen, noch van volken,
noch van standnoch van geslachtnoch
van leeftijd. De Romein, de Syro-phe-
nicischede arme vooralde vrouwhet
kind, de gevallene, allen zoeken hem, allen
zijn hem welkom. Bij hem geen rassen
haat geen anti semitisme, geen anti-roma-
nisme. Maar wat willen de vrijdenkers
daarvoor dan in de plaats geven Wij
wachten ook hier op iets „nieuws” te ver
geefs. Het beste wat zij beloven en geven,
is ontsprongen aan de oude bron, waaruit
heerlijke waarheden opborrelen als kris
talhelder, levend water, maar waaruit men
met voorliefde het zand ophaalt, dat op
den bodem ligt, om dan triomfantelijk
uit te roepen ziehier wat men het Chris
tendom noemt’t is enkel zand en slijk.
Ongetwijfeld, Dr. Gunst heeft gelijk, wij
willen met Jezus een „koningrijk der He
melen”, maar op aarde, als een zout, dat
de flauwe wereld des stofs smakelijk maakt
als een licht, dat vol reinen gloed schittert
te midden van de tallooze ongerechtigheden,
die immers ook de vrijdenker verafschuwt,
’t Is volstrekt onwaarals hij verzekert
dat het iets „nieuws” zou zijn, dat men „in
plaats van de christelijke zedeleer” nu
„werken zou op verheffing van den mensch,
op verbetering van zijn lot, dat de nieuwere
tijd maatschappelijke toestanden tracht te
verbeteren, in tegenstelling met de oude
opvatting van het Christendom”. Wat nu
geschiedt en in nog zeer geringe mate, is
niet anders dan het langzamerhand door
werken der beginselen, die reeds voor vele
eeuwen in de Evangeliën zijn neergelegd.
Juist de leer dat armen en rijken gelijk
zijn, man en vrouw dezelfde rechten hebben
is uitsluitend aan het Christendom te danken.
Jade Christelijke zedeleer eischt „kruisi
ging”, maar niet van den „mensch” doch
van het „vleesch” en als de vrijdenker dat
woord begrijpt in den zin waarin het ge
bruikt wordt, dan zal hij erkennen dat daar
alleen wordt bedoeld, iets waarmee hij, hoop
ik, ’t eens zal zijn, dat de geest moet heer-
schen over ’t vleesch.
In waarheidhoe ik zoek, ik vind en
vond nog niets nieuws onder de zon die de
vrijdenkers over ons willen laten opgaan.
Wel merk ik op grove onkunde omtrent
de beginselen van den Christelijken gods
dienst wel dit, dat vele vrijdenkers onder
een ongelukkig gesternte geboren schijnen,
zoodat zij kennis hebben gemaakt met een
of ander soort van akelig verminkt Chris
tendom dat zich ’t is niet te loochenen
voor het ware vaak uitgeeft en dat zij op
dit verminkte Christendom gaan schelden
alsof het ’t onverbasterde ware. Er zijn
onder de vrijdenkers nog al eenige genees-
heeren, verbeeld u dat deze altijd de men
schen beoordeelden naar de voorwerpen die
zij in de ziekenhuizen en krankzinnigen
gestichten aantreffen. Wij aanvaarden gaar
ne de hulp der vrijdenkers en vinden het
vreemd, dat zij in hun vergadering, zij de
mannen der vrije gedachte, het recht van
’t vrije woord betwisten wanneer een man
als P. H. Hugenholtz Jr., in hun midden
wenscht te spreken. Mocht ’t zoo zijn en
’t in elk geval zoo worden, dat alle men
schen die van goeden wille zijn, die in den
grond der zaak ’t zelfde bedoelen, elkander
niet af- en uitstooten, maar met elkander
samenwerken, om de mensehheid verder te
ontwikkelen en haar dat geluk te doen
deelachtig wordendat voor allen bestemd
is en dat onafscheidelijk verbonden is met
reinheid van zeden.
Het kan zijn, dat er een diepe klove is
tusschen sommige vrijdenkers en ons, die
Christenen willen blijven. Als het nam.
de bedoeling is om te leeren, niet„de
levende God is overal,” maarde levende
God is nergens. Zij die uitdrukkelijk ma
terialisten zijn, die alleen aan stofwisseling
gelooven, voor wie er dus ook geen zede-
wet kan zijn, al willen zij er, in strijd met
hun stelling, door een beter gevoel gedreven
toch aan vasthouden, zij kunnen met ons
niet samen werken dat erken ik. Doch
ook de zoodanigen zullen evenals de ande
ren goed doen, door een wat bescheidener
toon aan te slaan en te erkennen, dat zij
Croaten, dat ’s lands rechten, nationaliteit
en taal niet aangetast zullen worden, maar
de rust zal hij met alle daartoe beschikbare
middelen herstellen in elk geval zal hij
zijn plicht vervullen. Hij hoopt dat de be
volking hem het volbrengen van deze taak
mogehjk zal maken, ten einde alles weder
te eerder in den gewonen toestand kunne
komen. Deze proclamatie wordt over het
algemeen gunstig opgenomen.
De Vrijdag gehouden vergadering der
Croatische nationale partij verklaardde,
dat het benoemen van den commissaris een
grondwetschennis is. De Hongaarsche-
oppositie-partijen beweren insgelijks, doch
op andere gronden, dat de Hongaarsche
Regeering de grondwet geschonden heeft,
en zullen het Kabinet hevig bestrijden.
Evenwel vinden al de fractiën der oppositie
het niet meer dan billijk, dat Hongarije
voldoening verlangt en het staatsgezag her
steld worde. Ter conferentie van de Hon
gaarsche oppositiemannen werd door velen
de wensch geuit, dat Croatië van zijn voor
rechten zou worden vervallen verklaard,
doch de meerderheid stemde hiermede niet in.
De ongunstige beweging breidt zich in-
tusschen volgens Weener telegrammen, in
de Engelsche bladen, meer en meer uit.
In geheel Mexico is van niets anders
sprake dan van de onlangs ontdekte goud
velden in Beneden-Californië. Uit Guya-
mas en Sonora worden in allerijl expeditiën
derwaarts gezonden. De legende zegt, dat
een inwoner van Santa-Gertrudes het be
staan van eene goudader kende en op zijn
sterfbed het geheim aan zijne familieleden
heeft geopenbaard. Dezen moeten gedu
rende eenige maanden voor zich zelven de
aangewezen terreinen hebbeu geëxploiteerd;
maar lang kon dit niet stilblijven, en nu
volgden de buren, die weldra groote hoe
veelheden goud op verschillende plaatsen
verkochten. Dit heeft gaandeweg alge-
meene opgewondenheid en spanning ver
oorzaakt. Heel Guyamas loopt uit om de
goudlagen te gaan opsporen de uitgestrekt
heid daarvan bedraagt, naar tot dusver ge
dane opsporingen, 15 mijlen en men schijnt
nog niet aan het einde. Dat het ernst is
met deze zaak, blijkt uit een officieel tele
gram, hetwelk de militaire chef en com
mandant van Beneden-Californië heeft ge
richt tot den Minister van openbare werken
in Mexico „Ik heb zoo luidt het
uit Mulegé, op de te Santa-Gertrudes ont
dekte placers, zeer bevredigende officieele
en particuliere berigten ontvangen. Men
heeft klompen gedegen goud gevonden van
1 pond 4 adarmes, en van 15 ons 7 adar-
mes, a 24 karaat. De uitgestrektheid der
tot dusver bekende placers is 8 a 10 mijl.”
Latere berichten spreken, zooals wij hier
boven zagen, van 15 mijl.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De zwarte stip, die nog altijd aan
politieken hemel wordt gezien en
verwekt, vertegenwoordigt de Fransch-Chi-
neesche kwestie.
Inderdaad zij is dreigend.
Een oorlog tusschen Frankrijk en China
zou groote gevolgen kunnen hebben, want
daarbij zijn gewichtige handelsbelangen be
trokken.
Men klaagt reeds in Engeland, dat de
Engelsche vloot in de Chineesche wateren
niet sterk genoeg is en Duitschland zendt
gaandeweg oorlogsvaartuigen derwaarts
teneinde, zoo noodig, den Duitschen handel
te beschermen.
Frankrijk zoo redeneert men te Berlijn
is niet gereed voor een formeelen oorlog
in Oost-Azië. De krijgsmacht, waarover het,
tot een transport derwaarts, kan beschikken,
is te zwak en, wilde het de zoogenaamde
tractaat-havens in China blokkeeren, dan
zou dit verschillende protesten uitlokken.
De Chineesche gezant, markies Tseng,
een geslepen diplomaat, spreekt vredelie
vend, maar houdt altijd een slag om den
arm en ’t einde van al zijn redeneeringen
is: „ik weet niet zeker, of mijne idée’s ook
die zijn van de regeeringsinannen te Peking.”
Op 6 jl. is te Genève de zoogenaamde
vastendag gehouden, ingesteld naar aanlei
ding van de moordtooneelen van den St.
Bartholomeus-nacht.
Die dag is vroeger afgeschaft geweest,
maar door de geavanceerde liberale partij
hersteld.
De zaken staan nu op dien dag te Genève
stil, de kantoren zijn gesloten en de werk
lieden houden rustdag, maar de kerken
worden toch niet, als vroeger, drukker be
zocht.
De Franschen die te Genève wonen of
er tijdelijk vertoeven, hebben Victor Hugo,
die in het hotel Byron bij Vevey logeert, uit-
genoodigd, om hun gast te zijn aan een groot
feestmaal, waaraan ook zullen deelnemen
de heeren Lockroy en Naquet, die Victor
Hugo gezelschap houden.
Verder zullen aan de feesttafel plaats vin
den de heer Arago, Fransch gezant te Bern
en Ruyz Zorilla, die verblijf houdt in het
Schweizer Hof.
Dat zal zeer zeker een recht politiek
diné worden.
Voor eenige dagen is in Amsterdam een
Internationaal Congres gehouden van Vrij
denkers. Het werd niet door honderden
bijgewoond, maar dat kon ook niet, want
wij hebben hier te doen met een keurbende
van meest jonge mannen en enkele vrou
wen die als de trotsche Alpen uitsteken
boven de vlakke velden en de lage heuve
len, boven ons gewone stervelingen. Wij
zijn dwergen tegenover die reuzen, wij sla
ven tegenover die vrijen, wij zijn de dwa
zen, die nog voor vroomheid ijveren, zij de
wijzen, die volgens Domela Nieuwenhuis
met het „zwarte spook” gebroken hebben,
maar toch het „roode spook” nog niet aan
durven. ’t Is dan ook eerst „De Dageraad”;
als het socialisme zijn zonnegloed over ’t
menschdom zal doen schijnen, zal ’t een
Hemel op aarde zijn. Voorloopig echter
mag men met een begin tevreden zijn, im
mers ook „de morgenstond heeft goud in
den mond.” Hoort welke de zegeningen
zijn, die ons voorgespiegeld worden. Aller
eerst en allernoodzakelijkst moet het chris
tendom van de aarde verdwijnen. Daartegen
zijn de stormrammen gericht geweest van
mannen als Dr. Büchner, Dr. de Paepe,
Mej. Besant. De vloed der welsprekendheid
stroomde en overstroomde het publiek soms
zoo lang, dat velen de vlucht namen. Doch
’t is een zegen die komen zal, als maar
eens de vloek van dat christendom zal weg
gevaagd zijn van de aarde. Immers „het
volk smacht naar andere spijs dan wat de
catechisatiekamer schonk” zeide Dr. Gunst
reeds in eene vroegere vergadering van de
vereeniging „de Dageraad”. En als men
verneemt, wat volgens de dagbladen ditmaal
verkondigd is, dan is het christendom een
vijand van allen vooruitgang, de toestand
der vrouw daardoer niets verbeterd en Je
zus, die letwel in éénen adem genoemd
wordt met Joë Smith, den voorstander der
veelwijverij bij de Mormonen, evenals alle
stichters van godsdiensten een lijder aan
godsdienstwaanzin, die, indien hij nu leefde
in een Krankzinnigengesticht zou worden
geplaatst.
Voorzeker, indien deze dingen alzoo zijn,
dan roepen wij dien profeten eener nieuwe
toekomst een hartelijk welkom toe. Vragen
wij echter naar de nieuwe leerdie het
menschdom verlossen zaldan roept Dr.
Gunst ons toe: „De mannen der vrije ge
dachte willen breken met den in steen ge
houwen godsdienst der volken, met een God,
die tusschen kerkmuren is opgesloten”, en
als wij nu hoopvol wachten op het „nieuwe”,
zoo luidt het„de levende God is overal”.
Dat wij het hiermee volkomen eens zijn
zullen velen begrijpen, maar dat wij teleurge
steld vragen is dat nu iets „nieuws” even
zeer immers die leer is reeds zoo oud als
het Christendom en wie kent niet het lied
des dichters
Op bergen en in dalen
En overal is God
Waar mijn gedachten zweven
Of stijgen, daar is God
Omlaag en hoog verheven,
Ja, overal is God!
En vragen wij naar het bewijs voor Jezus’
waanzin, dan erlangen wij de plompe voor
stelling, dat hij een timmermanszoon is ge
weest, die alleen gezegd heeft dat hij de
Messias en zoon Gods is. Alsof slechts
dat het doel van zijn optreden is geweest
en niet juist het streven om de vroomheid
los te maken van tempelmuren en daarvoor
in de plaats te stellen eene aanbidding in
geest. Voorts is het niet te ontkennen, dat
de Evangelisten in Jezus een menschen-
vriend schetsen, voor wiens liefde geen gren-
B,
BOLSWARÜSCHE COlltAXT
I