NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD WONSER ADEEL
1883.
Twee en Twintigste Jaargang.
No. 40.
VOOR
Ei
DONDERDAG 4 OCTOBER.
BUTEN IjAA».
BIVNENLINB.
Herfstoverdenkingen.
en zijn
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
De alliantie
Duitschland is zoo
Diplomatique, als
üngen. Naar aanleiding van de artikelen
van het Journ. de St. Petersb. zegt het
blad
„Men kan daarin niets anders zien dan
eene verklaring van Rusland, dat het aan
spraak maakt op souvereine rechten over
Bulgarije. Op dit punt zal Oostenrijk het
nooit met Rusland eens worden. Oosten
rijk verlangt, dat de Staten van het Balkan-
schiereiland zooveel onafhankelijkheid en
autonomie zullen genieten, als slechts mo
gelijk is, terwijl Rusland alles bestrijdt, wat
naar onafhankelijkheid streeft. Hetzelfde
is toepasselijk op Servie, waar Rusland zich
opnieuw in alle materieele en moreele quaes-
tien mengt. Oostenrijk zou het niet gedul
dig kunnen aanzien, als die inmenging nog
langer duurde. Daarom behoeft er om
Bulgarije of om Servie nog geen oorlog te
worden gevoerd, maar het is slechts billijk
dat de aandacht er op wordt gevestigd,
hoe Rusland de vredelievende bedoelingen
van Duitschland en Oostenrijk beantwoordt.”
Mag men den Weener correspondent van
Daily News gelooven, dan zou in de omstre
ken van Charkoff een depot van wapenen,
dynamietbommen, buskruit enz, der revolu
tionairen ontdekt zijn. Tevens is eene brief
wisseling in cijfers in beslag genomen, uit
welke blijkt dat eene uitgebreide zamen-
zwering bestaat, waarbij ook verscheidene
officieren te Petersburg en elders betrokken
zijn. Als gevolg daarvan zouden zeventien
officieren der artillerie en 138 zeeofficieren
in hechtenis zijn genomen, onder welke
verscheidene oud-gedienden.
De moord, onlangs op baron Nolde, een
rijk grondeigenaar in Koerland, gepleegd
en die als een agrarische misdaad werd
aangemerkt, was, zooals thans uit goeden
bron wordt bericht, een persoonlijke wraak
oefening, waarmede de quaestie van het
grondbezit niets gemeen had. Baron Nolde
had nl. een jonge dochter verleid, wier
vader een moordenaar huurde en deze vol
bracht den hem opgedragen last. Bij het
openen van Nolde’s testament bleek dat
hij zijn moordenaar, die een zijner bedienden
was, met een legaat van twee duizend
roebels bedacht had.
VE RGADERING van den raad
der Gemeente Wonseradeel op Zater
dag den 6e October 1883, ’s voorin. 11 uur
Punten van behandeling
1. Resolutie van Gedeputeerde Staten,
houdende aanmerking op de verordening
tegen het nazoeken van veldvruchten.
2. Ontwerp besluit tot wijziging der ge-
meentebegrooting voor 1883 en plan voor
eene geldleening.
3. Voorstel van burgemeester en wet
houders tot invoering van het tonnenstelsel
met wisseltonnen te Gaast en Parrega.
4. Missive van het departement Leeu
warden der Maatschappij tot nut van ’t
algemeen, vragende adhaesie aan een ver
zoek aan het hoofdbestuur tot vestiging van
eene kweekschool voor bewaarschoolhou-
deressen te Leeuwarden.
5. Rekening van het beheer van den
kunstweg BolswardHarlingen.
6. Benoeming van een Commissielid voor
het beheer van den kunstweg Bolsward
Harlingen.
7. Voorstel van burgemeester en wet
houders tot wijziging van het reglement van
orde.
8. Voorstel van de commissie voor het
ontwerpen van strafverordeningen tot het
regelen van het gebruik van de stoomfluit
op stoombooten.
9. Reclames tegen aanslagen in den hoof-
delijken omslag.
Witmarsum, 29 September 1883.
De Burgemeester,
C. W. C. T. VISSER Fzn.
Het doet ons genoegen te kunnen ver
melden, dat de heer J. van der Feen van
het Buma-leen een beurs heeft verkregen
tot voortzetting zijner studie aan de
Hoogeschool te Utrecht.
BOLSWARD.
De afdeeling van den volksbond alhier
besloot in de vergadering van Donderdag
jl. den gemeenteraad te verzoeken, de drank
wet meer toe te passen, omdat er alhier
nog veel voorkomt, wat tegen die wet strijdt;
onder erkenning, dat de toepassing tot nu
toe de goede werking reeds doet zien.
CORRESPONDENTIE.
Tengevolge de uitgebreidheidvan het
officieel raadsverslag der belangrijke raads
vergadering op Vrijdag 28 September1.1.
kan hetzelve niet voor heden avond of
morgen voormiddag aan de abonnés wor
den toegezonden.
De UITGEVER.
tusschen Oostenrijk en
„innig”, zegt la Gazette
er ooit iemand in de ge
schiedenis van Europa kan worden aange
wezen.
Er kan dan ook geen derde in dit ver
bond worden opgenomen met gelijke rech
ten en plichten.
Geen sprake alzoo van een drievoudig
verbond.
Niemand mag met de geheimen tusschen
de twee Keizers bekend gemaakt worden.
Men weet echter wel het een en ander
van die wonderbare alliantie.
Vraagt Duitschland hulp van Oostenrijk,
dan zullen 200,000 Oostenrijksche soldaten
Zuid-Duitschland bezetten en verdedigen.
Toch kunnen Mogendheden, die er lust
aan hebben, zich als „bijloopers” laten in
schrijven en in tijd van nood zullen zij
Oostenrijk-Duitschland wel mogen helpen.
Wederkeerige hulp zal hen, naar omstan
digheden, worden verleend.
Een Pruisische officier, die "de herfst-
manoeuvres in Frankrijk dit jaar bijge
woond heeft, zet onder den titel „Frank-
reichs Kriegsbereitschaft” uiteen, wat Frank
rijk sedert 1871 voor zijn leger heeft gedaan.
In aantal is dat leger het Duitsche voorbij
gestreefd.
Het Fransche leger telt op voet van oorlog
23 legercorpsen met 620,000 man infanterie,
42,500 ruiters, 79,600 man artillerie met
2622 kanonnen, 6700 man genie en 5800
pontonniers, te zamen 754,000 man en
2622 kanonnen.
Voor de betrekking van Secretaris bij
het bestuur van Wonseradeels Zuiderzee-
dijken komen in aanmerking de heeren
M. A. Jentink, P. Peereboom en S. II. Prins.
ARUM.
Bij den Kerkeraad der Herv. Gemeente
alhier is het berigt ontvangen, dat de heer
W. Mekking predikant te Zuid Zijpe het be
roep naar onze gemeente heeft aangenomen.
WITMARSUM.
Met genoegen vernemen we, dat de heer
B. Haga predikant bij de doopsgezinde ge
meente alhier dezer dageu als zoodanig be
noemd te Barsongerhorn, voor dat beroep
heeft bedankt.
Wat zal het Ministerie doen als Koning
Alfonso in zijn hoofdstad is teruggekeerd
Men zegtgezamenlijk de portefeuilles
stellen ter dispositie van den Koning.
Dan zal hoogstwaarschijnlijk Sagasta be
last worden met de formatie van een nieuw
Kabinet.
En dat Kabinet zou het op zijn Pro
gramma ook plaatsen grondwetsherziening?
Men gelooft het niet en dan zal er on
middellijk parlementaire strijd zijn.
mensch zijn en het behoeft ook niet, ’t
Gezellig zamenleven stelt ons in staat te
genieten, ook al kwijnt de zon en al schijnt
moeder natuur te treuren, ’t Genot is
voor den redelijken mensch niet enkel, niet
hoofdzakelijk gelegen in een streelen zijner
zinnen, in het zich laten koesteren door
de warme zonnestraal, en het rond blik
ken in een lachende natuur. Om te ge
nieten heeft hij niet noodig uitstapjes te
maken, hij is aan plaats noch tijd gebonden,
zoo min als aan de voortbrengselen der
stof. Met October beginnen de avonden
van gezellig huiselijk zamenzijn, waarin de
band, die huisgenooten omstrengelt, zich
voordoet als een fluweelen snoer bezet met
paarlen en koralen. Lokte de zomer den een
hier, den ander daar, en waren zelfs de kin
deren niet in de ouderlijke woning te hou
den, gaslicht en kagchelwarmte oefenen een
weldadigen invloed uit op het zamenzijn
en zijn in staat om de waarheid in Ps. 133
uitgesproken, te doen aanschouwen. En
meer nog. Wat de natuur nu niet kan
geven, biedt ons de kunst als vergoeding.
Muziek en zangkoren oefenen zich, rede
naars en declamators bereiden zich voor,
beoefenaren der tooneelspeelkunst maken
hunne programma’s op, zeer zeker om
reeds den 17 October het 25 jarig bestaan
van hunne kamer Gijsbert Japicx luisterlijk
te vieren. Zijn hunne krachten daarvoor
te klein ’t Hangt er van af hoe ieder
der werkende leden ook van de verschil
lende vereenigingen zijn krachten wil aan
wenden, hoe hoog men de eischen stelt.
Met een goeden wil kunnen we veel, met
inachtneming der billijkheid, zijn we met
weinig te vreden. Ter wille van kunst
en wetenschapter wille van ’t genot,
dat zij ons kunnen doen smaken, laat ieder
dan doen wat hij kan, ’t zij door zelf te
werken, ’t zij door hen, die werken te
ondersteunen. Een ieder dit toepassende,
ook in het huishoudelijk en maatschappe
lijk levenzoo zal deze herfst een wel be
steedde zijn, en kracht geven, om ook de
daaropvolgende wintermaanden blijmoedig
in te gaan, ook dan alles te doen om die
te veraangenamen, genot zoekende in huis,
en daarbuiten niet alleen als er wat goeds
is te zien en te hooren maar ook in het
verschaffen van genoegen aan anderen,
die dit niet kunnen koopen.
Rusland heeft aan de Mogendheden eene
nota gezonden betreffende de gebeurtenis
sen in Bulgarije. De verzekering wordt
daarin gegeven, dat Rusland verzoenend
zal tusschen beide treden.
De Pester Lloyd gelooft blijkbaar niet
veel van Rusland’s onbaatzuchtige bedoe-
Regenbuien en windvlagen, en nog meer
dan deze, het later verschijnen en vroeger
verdwijnen der zon herinneren ons, dat we
den schoonen tijd des jaars weder hebben
gebad. ’t Natuurgenotin onzen omtrek
niet bijzonder groot, wordt bij den dag ge
ringer. De zomer met zijn lange dagen,
met zijn rijkdom van bloemen en vogels,
met alles wat ons verder boeit en aange
naam is, heeft ons verlaten, en heeft plaats
gemaakt voor korte en ook koude dagen.
Al mogen er nog heerlijke dagen in deze
maand komen, waar op het ons toeschijnt
dat de zon hare warmte heeft behouden,
en veel in de natuur zich dan nog lachend
voordoet, we weten de orde in de natuur
is onveranderlijk, de zon bukt ook voor
die vaste wetten. In weerwil dat we dit
weten en zien, valt het toch moeielijk, als
men nog zoo vele groene bladeren aan
vele boomen ziet, aan hunne aanstaande
vergankelijkheid te denken; stemmen die
ons aan de werkelijkheid herinneren, zijn
daarvoor noodig, en die doen zich hooren
niet door ons gehoor maar door wat onze
oogen zien. Aan die vroeg bloeiende hees
ters en boomen waarvan de bladeren reeds
die eigenaardige gele tint bezitten, een
zeker teeken dat zij zullen heengaan niet
een uitgezonderd, even als aan den mensch
oud van dagen door zijn eerwaardige zil
veren kruin het uur van scheiden wordt
verkondigd. Ook de nu nog groene bladeren
zullen spoedig verbleeken, als de dagen
van digte nevel en regen komen, als de
zon wegblijft om ze weder op te droogen.
Verrijst de zon later weder eens helder
uit de kimmen, dan herleeft weder de hoop
dat we de bladeren al zijn ze reeds van
tint verandert nog eenigen tijd zullen be
houden. Helaas, de zon komt niet alleen,
zij brengt een kraebtigen herfstwind mede
en hij is zonder mededoogen. Blad voor
blad rukt hij af, kracht ontbreekt om aan
den wind weerstand te bieden, zij zijn te
veel verzwakt, en niet een blijft over, de
stem der vergankelijkheid hebben we dan
gezien en vernomen, velen echter vergeten
die spoedig als zij die gevallen bladeren
waaraan ze in den zomer verkwikking
hadden te danken onder hunne voeten ver
trappen. Ook de aanstaande tijd waar in
de natuur ons zoo weinig aantrekkelijks
geeft, kan toch niet zonder genot voor den
Het Duitsche leger telt 670,000 man met
2040 kanonnen, waarbij de kavallerie ster
ker is dan de Fransche, terwijl Frankrijk
daarentegen 101,000 man infanterie] meer
in het veld brengt.
De reserve daarentegen is in het voordeel
van Duitschland, ’t welk daaronder telt
246,000 man met 440 kanonnen en 23 es
kadrons, terwijl Frankrijk eene reserve van
niet meer dan 96,000 man bezit, waaronder
84 eskadrons. De schrijver somt verder
de voordeelen op, die Duitschland boven
Frankrijk heeftde volkomen gelijke oefe
ning der manschappen, snellere mobilisatie,
betere paarden en hechter legermechanisme.
In Frankrijk wisselen de Ministers van
Oorlog te veelvandaar telkens veran
dering van stelsel, van uitlegging der niet
altijd duidelijke wetsbepalingen, geen sta
biliteit in leiding en toepassing der veror
deningen. Het Fransche spoorwegnet is
uit een strategisch oogpunt zeker veel ver
beterd, maar de plannen zullen niet voor
1888 voltooid kunnen zijn en ook dan nog
zal Duitschland een grooter aantal doorloo-
pende lijnen naar de grenzen hebben. Over
het geheel oordeelt de schrijver, dat de
Franschen nog jaren lang hun leger en zijne
organisatie van gebreken te zuiveren zullen
hebben, voordat het naar den maatstaf van
zijn model het Duitsche leger volko
men strijdvaardig genoemd kan worden.
„"Wij eischen den geheelen linkeroever
„der Roode Rivier, benevens eene strook
„gronds, die onzijdig worde verklaard.”
Ziedaar de eisch van China, een eisch
zegt de Parijsche officieuse Temps die
gelijk zou staan met het prijs geven van al
onze bezittingen aan de Delta.
Lord Dufferin, de Engelsche diplomaat,
die de Oostersche huishouding, in zooverre
Engeland daar de handen in heeft, bered
dert, is, tot weinig vreugde van den Groo-
ten Heer en van de Verhevene Porte, te
Constantinopel aangenomen.
Hij heeft al eenige vragen op lippen en
geen enkele daarvan wordt met genoegen
opgevangen.
Ook de verslaggever der Times, die de
Fransche manoeuvres bij woonde, heeft vele
aanmerkingen te maken. Er werd meer
gestreefd naar uiterlijk vertoon dan naar
wezenlijke kracht. Er werd te weinig gelet
op den waren staat van het schijngevecht,
in verband met de vooraf gestelde uit
komsten.
De correspondent vindt overigens, dat het
leger onbetwistbaar goed gedisciplineerd is
en dat men met een kalme onverzettelijkheid
de Franschen gemakkelijk kan leiden. Maar
de officieren hebben met vier groote moei
lijkheden te kampen: 1. den geest van ge
lijkheid en het republikeinsche ongeduld om
hooger te komen en een bevelhebberschap
te verkrijgen 2. de ongezonde taal der ra
dicale pers, die minachting jegens de offi
cieren predikt; 3. den korten duur van den
dienst en 4. het gemis aan esprit de corps,
voortspruitende deels uit den korten dienst
tijd en deels daaruit, dat een officier bij
elke bevordering van regiment verandert.
6
BOLSWARDSCHECOURANT
-■