NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWAR» A WOKSBMMtt a 1883. Twee en Twintigste Jaargang. No. 44. DONDERDAG 1 NOVEMBER. VOOR '"H BUITENLAND. -5 FT Ingezonden. t i ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. De Spaansche republikein de Castelar is zeer tevreden over de politiek van het ministerie. Ten zijnen huize is eene vergadering ge houden waarin besloten werd een manifest aan hunne partijgenooten te richten, om hen uit te noodigen zich welwillend te toonen jegens het tegenwoordige kabinet, zoolang het voortgaat op den weg der hervormingen Ten bewijze dat de eensgezindheid onder de royalistische partij in Frankrijk, na den dood van den graaf van Chambord, nog niet bereikt is, kan dienen, dat de graaf Maurice d’ Andigné, gewezen secretaris van den graaf van Chambord, aan den Gaulois een brief heeft geschreven, waarin hij ont kent dat hij, gelijk de Gaulois bericht had, den graaf van Parijs zijne trouw betuigd heeft. Graaf de Bourg, een ander legeti mist van naam, verklaart zijnerzijds, dat hij alleen don Carlos kan erkennen als wettigen erf genaam van den Franschen troon. De Londensche Daily News meldt op nieuw, in den geest van zijn vroeger weer sproken berichten, dat hetgeen vroeger is gemeld omtrent de saamtrekking van Rus sische troepen aan de Duitsche grens, vol komen waar is, zooals blijkt uit de mede- deeling van ooggetuigen. Niet alleen de steden, maar ook de kleinste dorpen zijn vol, vooral van kozakken. Dat Duitschland er op let, toonen de vele bezoeken van hooge legerhoofden aan de Oostelijke gewesten, de versterking der Duitsche vestingen aldaar en de vereeniging van troepen aan de grenzen. en door alle wettige middelen de invoering van het algemeen stemrecht te bevorderen. Ook zal er eerstdaags een manifest van Ruiz Zorilla verschijnen. Daarin zal van de voor vallen in Augustus niet veel worden ge zegd, maar aan de republikeinen van alle nuances zal den raad worden gegeven, door wederkeerige concession aan hunne verdeeld heid een einde te maken om door het al gemeen stemrecht de grondwet van 1869 terug te krijgen. In den nacht van Zondag, acht dagen geleden, zouden er volgens gerucht te St.- Petersburg exemplaren eener proclamatie zijn verspreid, gericht tot Alexander III en geteekend het Uitvoerend Comité. Die proclamatie bevat eerst een beschrij ving der nadeelige gevolgen van den tegen- woordigen politieken, socialen en financi- eelen toestand dan volgt een scherpe af keuring van het bestaande regeerstelsel en daarna wordt rechtstreeks tot den keizer het verzoek gericht, de vertegenwoordigers des volks bijeen te roepen. „Wij wenden ons tot u zegt het co mité als burger en als eerlijk man en hopen, dat persoonlijke wrok uw plichtbesef en uw verlangen, de waarheid te vernemen, niet verzwakken zal. Wij vragen niets an ders dan recht en gerechtigheid, niets an ders, dan hetgeen alle beschaafde natiën reeds bezittenpersoonlijke en politieke vrijheid. Wij verlangen, dat vertegenwoor digers van het Russische volk worden bij eengeroepen. Wij verlangen een volkomen amnestie, onvoorwaardelijke vrijheid van drukpers en van vergaderen, als het eenige middel, om Rusland van de omwenteling te redden.” Ten slotte wordt hij met mededoogenlooze wraak bedreigd, indien al deze eischen niet worden ingewilligd. Mijnheer de Uitgever der Bolswardsche Courant. Reeds eene keer, tijdens ik hier in functie ben als Commissaris van Politie heeft het Raadslid de heer v. d. Weij iets ten na- deele der Politie gezegd en wel in de Raads vergadering van den 17 Augustus 1882, toen er een crediet was aangevraagd om in den beginne dat de tramdienst geopend was, daarop toezicht te houden. Ik heb mij daar toen weinig aan gelegen laten liggen, omdat ik dat Raadslid niet als een bevoegd deskundige beschouwde, om een oordeel uit te spreken over het al of niet noodige toezicht houden door Poli- tie-agenten en ook omdat ik hem gaarne dat genoegen destijds gunde, het beschou wende als een gevolg der minder aangename kennismaking tusschen ons beiden, bij welke kennismaking hij wel degelijk de magt van een Commissaris van Politie heeft leeren kennen. Nu de heer v. d. Weij echter in de Raads vergadering van 15 October jl. bij de be handeling der begroeting voor 1884, weder eens aan zijn oud bekend zwak heeft toegege ven,zal ik zoo vrij zijn daarop te antwoorden, en ook mijne ideën zeggen ofschoon mij, niet, even als de heer v. d Weij, straffeloos heid wordt gewaarborgd, volgens art. 47 der gemeentewet. Over het voorstel tot tractementsverhoo- ging voor den Commissaris van Politie zal ik niet veel zeggen, dat zoude van mijne zijde onkiesch zijn. Meent de heer v. d. Weij echter dat f800 tractement voor een Commissaris van Po litie genoeg is, dan heb ik alleen dit ant woord Een Commissaris van Politie heeft een stand in de maatschappij op te houden, moet fatsoenlijk wonen en leven, en kan niet even als een arbeider, melkverkooper of suupboer met klompen langs de straat loopen, maar moet altijd goede kleederen aan het lijf hebben. Meent hij echter dat een Commissaris van Politie wel zoo gekleed kan gaan, dan verwondert het mij zeer dat de heer v. d. Weij geen voorstel doet om het trac tement met f 200 te verlagen. Dat is echter eene zaak die den heer v. d. Weij zelve moet weten, anders is het echter met de uitdrukkingen door hem gebezigd Als het nu nog was dat de politie beter is dan vroeger, maar dat is ook het geval niet. De meeste, ja tal van verordeningen dat gaat met de handhaving zoo zoo. En dat zit niet in gebrek aan agenten, maar hierin dat er niet op wordt toegezien.” Weet de heer v. d. Weij wel het onder scheid tusschen het Politiewezen en de Politie Ik moet veronderstellen van niet, want ware het zoo, zeer zeker zoude hij dan bovenstaande uitdrukkingen niet heb ben gebezigd. Daarom zal ik het hem eens zeggen: Onder het Politiewezen wordt verstaan, de organisatie, de regeling, de administratieve regeling, zooals het aantal ambtenaren en beambten, kleeding, wapening, tractemen- ten enz., terwijl onder de Politie verstaan wordt de personen die volgens die organi satie hunne diensten prestoeren in het be lang der gemeente en ter toepassing van Wetten, Konk. Besluiten en Politieveror deningen. Wanneer dus de heer v. d. Weij had gezegdHet Politiewezen is niet beter dan vroeger dan had ik hem niet alleen gelijk kunnen geven maar zelfs verder ge gaan en gezegd dat reeds tal van jaren het Politiewezen aan verbetering behoefte heeft, maar nu hij gezegd heeft dat de Politie niet beter is dan vroeger, waarin eene ha telijke insimulatie ligt opgesloten, nu moet ik tegen die bewering opkomen. Van mij zelven alleen dit, datwaar Burgemeester, Wethouders en Kantonreg- ter van Bolsward, Officier van Justitie en Procureur-Generaal Directeur van Politie in Friesland niet alleen tevreden zijn met mijne dienstverrigtingen als Politie-ambte- naar, maar mij daar zelfs bewijzen van hebben gegeven, behoef ik mij zeker aan het oordeel van den heer v. d. Weij, die als chirurgijn wel verstand kan hebben van heelkundige operatiën, maar niet van Po litiezaken, niet te storen, en zal ik er mij ook. niet het hoofd mede breken. Voor mijne Politie-agenten die mij trouw ter zijde staan, zooals eed en pligt gebie den, wil ik echter eene lans breken en hier openlijk verklaren dat zij beiden flink, ferm en degelijk hunne pligten waarnemen, ja zelfs meer doen dan redelijkerwijs van hen te vorderen is. Het publiek moge oordeelen of deze mijne verklaring meer gewicht in de schaal zal leggen dan de zwartgallige, nurksachtige voorstelling van het Raadslid v. d. Weij. Omtrent de laatste insimulatie aangaande het gebruik van houten aschvaten het Met zeer veel belangstelling worden we kelijks, ja dagelijks, de roemnjkste nieuws tijdingen in onderscheidene dagbladen van bovengenoemde tentoonstelling waargeno men. ’t Is dan ook niet te verwonderen dat dit tal van bezoekers van heinde en ver uitlokt, eens een 4 daagsch reistochtje naar onze Amstelstad te makenvooral van uit Friesland wordt van zoo’n 4 daagsch reistochtje veel gebruik gemaakt, en ’t valt niet te ontkennen, dat hij wien ’t niet aan geldelijke macht ontbreekt, voor hem een bezoek aan onze Amstelstad de moeite overwaard is, de duizende menschen die sedert de opening hiervan ooggetuige waren, zullen zeer zeker allen met een „dankbaar en voldaan” huiswaarts zijn gekeerd. Gelukkig mag voorzeker het idee ge noemd worden van eenige Nuts-departe- menten, welke meenden door finantieelen steun ook eenigen uit den werkenden stand in de gelegenheid te stellen deze tentoon stelling in oogenschouw te kunnen nemen ook ons Nuts-departement, gesteund door de Vereeniging Handel en Nijverheid, meende hierin niet ten achter te mogen blijven, en weldra slaagde men er in een 9 tal personen te vinden die gaarne van deze uitnoodiging gebruik maakten, en na dat op eene daarvoor gehouden vergadering hun eenige wenken en raadgevingen waren gegeven, werd de reis aanvaard op Zondag den 29sten Julij. Veel, zeer veel werd er onder de reis gesproken over ’t schoons wat wij nu zouden aanschouwen en na een frissche zeelucht te hebben genoten, ariveerde men in eene aangename stemming te on geveer 3 uur 30 minuten in onze Amstel stad, zeer natuurlijk werd door ons eerst het logement opgezocht, en na den inwen- digen mensch wat te hebben versterkt, vingen wij uit groote nieuwsgierigheid eene wandeling door de stad aan. Zeer bewonderenswaardig zagen onze oogenop tegen de bouworde die daar heerscht, tegen de groote en hooge gebouwende fraaije logementen, de drukte en het ge kriebel van honderden menschen, het over stelpend gejaag van trammen en omnibus sen en niet minder tegen de duizende telefoondraden die van ’t eene gebouw naar ’t andere zijn gelegd onwillekeurig doet al ‘t geen te aanschouwen valt je verdwa len en soms meer dan een uur van de plaats der bestemming brengen, tot dat wij ein delijk van vermoeijenis van een tram ge bruik maakten ons logement opzochten en ons ter ruste begaven. Den volgenden morgen werden wij reeds vroeg gewekt door ’t geschreeuw van kra mers en venters en om geen tijd te verliezen begaven wij ons ten 5 ure naar de bloemen- en groentemarktwat hier te zien valt is bijna niet te beschrijven, de duizende prach tige bloemen meest allen uit het naburige Aalsmeer aangevoerd, geven een voorkomen alsware het een lusthof, aan de overzijde wordt het den voetganger bijna onmogelijk gemaakt te passeeren, de honderden ven ters en kooplieden met hunne groentewa- ren, geven een onuitstaanbare drukte en geschreeuw maar toch mag men gelooven dat de handel er levendig is. Ten ongeveer 9 uur waren wij op den Dam zamen gekomenvan waar ons de tram bracht op de Ruijsdaelkade in de onmiddelijke nabijheid van het tentoonstel lingsterrein, en na een toegangsbewijs en boekje (plattegrond) te hebben gekocht werd tegen ongeveer 10 uur de tentoon stelling open gesteldwaarna wij ons weinige oogenblikken later op het terrein bevonden. Het hoofdgebouw, dat oogenschijnlijk door 4 olifanten wordt gedragen geeft reeds den prachtigsten indruk, en zoo niet onze wan deling bepaald was den eersten dag daar buiten te blijven, zoo zoude het ons zeker hebben uitgelokt daar binnen te treden wij begeven ons evenwel rechts af in de richting der Stadhouderskade en zien al zeer spoedig dat van alle mogelijke gebou wen niet kan worden geprofiteerd om er eene nauwkeurige opmerking van te maken hoewel het er alles even net en keurig uit ziet. Wij staan even stil bij het paviljoen van den Koning, en onwillekeurig lokt het u uit ook een kijkje daar binnen te nemen, wat daar het oog ontwaardt is zeer zeker de prachtige schoorsteen van gesneden hout werk, de zoo allerkeurigste polijsten schoor steenmantel, en de daar onderstaanden haard welke als in eene spiegel in den mantel wordt teruggekaatst, ook het meublement, de fraai je en in alle deelen doelmatigen boekenkast, de piano, en het speeltafeltje met zijn in gelegd dambord is zeker de moeite waard hier een kijkje te nemenvan hier gaande treedt gij de Kapel binnen en hoewel het er van buiten zeer klein uitziet doet het u van binnen verlustigen met al zijn gedreven koperwerk, voorstellende de geboorte en levensloop van Christus tot zijn 12de jaar. Weinige treden verder gaande ontwaren wij een zeer groote ton of vat en het lieve geveltje wat men uit gewone steen kool heeft weten te vervaardigen zijn zeer be- zienswaardig als een paar ware kunststuk ken van handenarbeid. Van hier gaande doet ge uw oog verlustigen in ontelbare duizende schatten en zonder te vragen zult gij zeker weten dat gij u in eene diamant slijperij bevindt, onbeschrijfelijk zijn bijna de kostbaarheden die u hier in het oog vallen, en hoewel gij duidelijk op alles kunt lezen niet aan te raken of beschadigen wordt gij overal door Militaire macht be spied. Wat ons hier verder aangenaam aandoet is, dat gij kunt zien hoe de diamanten wor den gevonden en geslepen, behalve de ma chine of slijperij bevinden zich hier 3 man nen en 2 jongens welke allen voor de bereiding der steenen werkzaam zijnvan hier gaande komen wij tot aan den brug die ons over het water leidt, en na eenige oogenblikken bij den in volle werking zijn de watermachine te hebben stilgestaan treden wij de Thunische afdeeling bin nen, wat deze afdeeling oplevert is van verschillenden aard. Wij verzuimen echter nietden bij den ingang zijnde salon te aanschouwende twee mannen rechts van den ingang (wij meenden Arabieren) te midden der door hen gefabriceerde goede ren bestaande in matten, aardewerk, enz. zijn bezig met weven en het vervaardigen van surprices, links van den ingang vindt gij een kast met alle mogelijke gevonden oude munten en steenenweinig verder verlustigen wij ons oog bij de keurige eta lage van de zoo fijn met goud en zilver bewerkte rijzadels en costumes en na nog een oogenblik bij de groote kast met de kostbaarste goud en zilverwerken te hebben stilgestaan, verlaten wij onder den gunstigsten indruk deze afdeeling; niet minder aange naam doet het ons aan wanneer wij komen bij de kleine doch lieve bakkerij de „Voor zorg” en zien hoe zich tal van personen verlustigen en zich te goed doen. (Wordt vervolgd.) Zooals zeker velen zich zullen herinneren, hebben dezen zomer eenige werklieden uit Bolsward, daartoe in staat gesteld door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en de Vereeniging Handel en Nijverheid eene reis gemaakt naar de Internationale Tentoonstelling te Amsterdam. Van hunne bevindingen hebben zij een verslag opge maakt, welk verslag ons bereidwillig ter plaatsing is afgestaanen dat wij hier laten volgen. De Internationale Tentoon stelling te Amsterdam. (V ROLSWARDS6HECOURANT A L F rr-j ij as

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1883 | | pagina 1