NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WQUSBBAOBBt r I KENNISGEVING. BEKENDMAKING. 1884, Drie en Twintigste Jaargang. No. 3. VOOR DONDERDAG 17 JANÜARIJ. BUITENLAND. DONDERDAG 17 JANÜARIJ. Heilige Drie Koningen. 'J'W J ff 1 ADVERTENTIEPRIJS: 50Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. De Russische keizerlijke familie heeft het paleis Anitschkoff te Petersburg betrokken- Het is dus een valsch alarm geweest dat de keizer zich den moord op Sudeikin zóó aantrok, dat hij niet naar Petersburg wilde gaan, om daar als ge woonlijk een deel van den winter door te brengen. In spijt van alle beweringen, strekkende om te doen uitkomen dat de Russische Keizer bij het bekende ongeval op de jacht niet heeft bloot gestaan aan een moordaanslag, wordt toch ver zekerd, dat zulks wel degelijk het geval is geweest. De zuster van Strelnikoif, ter dood gebracht wegens een aanslag op den Keizer, had zich, naar men zegt, verkleed in mansge waad en deed dienst met vele anderen om het wild op te jagen. Zij maakte van die gelegen heid gebruik en verwondde den Keizer door middel van een revolverschot aan den schouder. Wij herhalen, men verhaalt dit. De Russische bladen mogen niets van dien aard mededeelen, vooral niet als het gerucht waar was. Corres pondenten van buitenlandsche bladen mogen het evenmin seinenzij kunnen alleen in een langs een omweg verzonden brief feiten, die op de nihilisten betrekkking hebben, aan hunne bladen schrijven. Het controleeren der juistheid van eenig bericht van dezen aard is onmogelijk. De Burgemeester van Wonseradeel maakt be kend, dat door hem is ontvangen eene missive van den heer Adjunct-Inspecteur voor het ge neeskundig Staatstoezicht, waarbij is medege deeld dat de MAZELEN hebben opgehouden in deze gemeente epidemisch te heerschen. WlTMARSUM, 14 January 1884. De Burgemeester voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Julius-toren bevat voorts nog de gelden en bezittingen van de fondsen voor invalieden- verzorging, voor den vestingbouw en voor het oprichten van een gebouw voor den Rijksdag. Hierbij zijn echter onderscheiden soorten van rentegevende papieren, die allen eveneens nauw keurig nagezien worden. Zoodra een en ander afgeloopen is, worden de noodige processenver baal opgemaakt, de beide sleutels weder tegelijk in het slot gestoken en de deur gesloten. De schatten blijven dan weder twaalf maanden rus tig liggen, zonder dat iemand den Julius-toren betreedt. HONGKONG, 14 Jan. (Reuter-telegram.) Zee- roovers vielen in den Nieuwjaarsnacht Namdinh aaner waren vele dooden en gewonden onder de inwoners en onderscheidene huizen zijn ver brand. Balang by Hanoi is in den nacht van 4 dezer aangevallen, de vijand is teruggeslagen en vluchtte in wanorde, talrijke dooden en gewonden met Bij de Spaansche Kamer heeft de Minister van Buitenlandsche Zaken ingediend ontwerpen van wet tot goedkeuring der handelsverdragen met Portugal en Nederland, benevens ontwerpen be- trokkelijk de handelsconventies met Engeland en de Vereenigde Staten. De Franschen doen niets liever dan constitu- tiën makenof de gemaakte veranderen. De Fransche natie verveelt zich spoedighet be- Dezer dagen zal de gewone jaarlijksche in spectie plaats hebben van den Julius-toren te Spandau. Omtrent de gebruikelijke wijze waar op dit geschiedt, deelt de Nat. Ztg. het volgende mede Wat vooreerst den toegang tot dezen goedbe- waarden Duitschen oorlogsschat betreft, deze kan slechts plaats hebben als de beide hiertoe afgevaardigde leden der schatkist-commissie ter zelfder tijd de hun toevertrouwde sleutels in het slot steken, want op geen andere wijze is dit te openen. Het oogenblik waarop dit geschiedt, wordt nauwkeurig in het protocol opgeteekend. Daarop komt men in de rotunde, waar de blinkende 120 millioen mark bewaard worden, om ten allen tijde in geval van oorlog in de eerste behoeften te kunnen voorzien. De kolos sale som is verdeeld in tien groote afdeelingen, en elke daarvan weder in 12 onder-afdeelingen, zoodat elk dezer laatsten een millioen mark be vat. Elk millioen wordt bewaard in tien buidels, elk met 100,000 mark, waarvan twee-derden in stukken van 20 en een derde in stukken van 10 mark. Zoodra de inspectie begint, wordt op goed geluk een der afdeelingen genoemd en daarvan dan een onder-afdeeling aangewezen om nageteld te worden. Daartoe is een afdeeling militairen gecommandeerd, zoodat het vervelende tellen betrekkelijk spoedig is afgeloopen. Zijn twee of drie der 100,000 buidels uit de verschillende afdeelingen op deze wijze nageteld en in orde bevonden, dan is dit gedeelte der inspectie af geloopen. ABONNEMENTSPRIJS 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. geschenken aanbodengoud wierook en mirre. Op grond nu van dit verhaal begon de be langstellende nieuwsgierigheid te vragen en de verbeelding te dichten. Wat waren die geheim zinnige Magiërs; van waar kwamen zij; hoevele waren er en hoe zouden ze heeten zou men ook weten waar zij gestorven zijn, althans waar hun lijken zijn; wat zouden die geschenken beteekenen Zoo vroeg men en de antwoorden waren verschillend, totdat men eindelijk tot een stemmigheid kwam. De meesten stelden zich eerst tevreden, met te zeggen, dat zij gelijk het woord aanduidt in het oorspronkelijke, wijsgeeren of priesters waren maar Cyprianus hield hen voor sterrekundigen, met ’t oog op de ster die zij zagen, Junstinus de Martelaar, Hilarius, Hieronymus e. a. hielden hen voor toovenaars, maar later werd algemeen aangenomen dat zij, en wel met ’t oog op de geschenken die zij brachten, koningen zijngeweest. Chrysostomus schatte hun getal op 12Epi- phanius op 15, maar meer en meer werd drie het getal, dat vastgesteld werd, wederom om het drieledige van ’t geen zij kwamen brengen. En vanwaar kwamen zij Uit het land van den op gang der zonne, staat er, ja, dat is dus uit het Oosten, maar vanwaar nu Uit Arabie meende de een, uit Persie een paar anderen, uit Chaldea beweerde een derde, Mesopotamie of Indië noem den sommigen, tot eenstemmigheid kwam men in dit opzicht niet. En hun namen Daarom trent waagde men zich niet in gissingen, totdat Beda Venerabilis (geb. 672) de eerste is, die hun de namen geeft, welke zij ten slotte behouden hebben, van Melchior, Caspar en Balthasar. Anderen hebben hen anders genoemd, als Apel- lius, Amerus en Damascus, of Magelach, Golga- lath en Saracinus, of Ator, Sator en Peratoras, maar Beda’s naamgeving heeft het gewonnen en tot heden heeten zij zo©. Men ziet, de zwevende overlevering erlangt een vasten vorm, het blijkt zelfs dat in die koningen een profetie is vervuld of las men niet in Jes. 60, 3, „de Heidenen zul len tot uw licht gaan, en koningen tot den glans die U is opgegaan P” Welnu, hoe langer men zocht, des te meer vond men. Petrus Comestor vond zelfs in 1162 in de kerk van den II. Eustorg in Milaan hun lijken en toen keizer Frederik I deze stad later innam, schonk deze ze aan zijn kanselier Reinald, den Aartsbisschop van Keulen die ze naar die stad liet overvoeren en daar fees telijk begraven. En wilt gij nu ten slotte weten, hoever de vrome verdichting het bracht Welnu, Caspar was koning van Perzië, een 60-jarige grijsaard, wit en met zilvergrijshaar, gekleed in een paarsche tunica en een gelen mantel er over; deze bracht als aan een Vorst het goud, Mel chior was een koning van Nubie, 40 jaren oud met roodbruin haar, bekleed met een gele tunica en een rooden mantel die aan het kind, als aan zijn God, wierook offerde, en Balthasar eindelijk een koning van Saba, 20 jaren oud, zwart en in een roode tunica gekleed, welke aan het kind als aan den Menschenzoon, mirre bracht, met blijkbare toespeling op zijn bitter lijden. Nu moge het waar zijn, dat wij hier aller minst te doen hebben met slotsommen van een geschiedkundig onderzoek, omdat alle gegevens daartoe ontbreken, daar wij nergens iets bezit ten dan het korte, geheel onbestemde bericht van Mattheus, toch blijkt er uit dat men diepen eer bied koesterde voor de persoon van Jezus en er steeds naar streefde, om zijn roem, zij het dan ook op zinnelijke wijze te vergrooten, door den glans waarmee men trachtte zelfs zijn kribbe te omstralen. Laat onze tijd er zich voor wachten, dat hij niet met den zinnelijken vorm, ook de geestelijke kern verwerpe, en als Mattheus het voorstelt, dat reeds de wijzen uit het oosten kwamen om het kindeken in de kribbe te vereeren, onze wijzen dan maar niet verzuimen, om tot den edelen Menschenzoon te gaan, die zijn heerlijke leer met zijn leven heeft bevestigd en door zijn ster ven heeft bezegeld. Nadat ik het vorenstaande had geschreven, kwam mij een artikel onder de oogen, getiteld „De twaalf nachten na kerstmis” geplaatst in het Zondagsblad van het Nieuws van den Dag. In verband met het door mij geschrevene over den Drie Koningendag, acht ik het niet onbe langrijk in het volgend No. dezer Courant dit opstel over te nemen, omtrent de beteekenis der nachten van den 25ste Dec. tot den 6 den Jan. M. E. van der MEULEN. Waarschijnlijk in de hoop bij den Khedive op ondersteuning te kunnen rekenen bij eene poging om de Engelsche autoriteit in Egypte tegen te gaan, heeft de regeering van Turkije naar men te Cairo meent te weten in den laatsten tijd eene zeer vriendschappelijke houding jegens Tewfik aangenomen. Met de ongeregelde negerbenden, die de ge wezen slavenhandelaar Zebihr-Pacha heeft aan geworven, zal weldra eene poging worden ge daan om de afgesneden Egyptische garnizoenen in Soedan te verlossen. Generaal Gordon, vroeger gouverneur van Soedan, meent, dat het opgeven van Oost-Soedan geen verbetering in den toestand zal brengen. „Het gevaar,” zegt hij, „ligt in het vestigen, vlak bij de nieuwe grens van Egypte, van een Maho- medaansche mogendheid, tök. op ondernemingen en die een grooten invloed «al oefenen op de Egyptische bevolkingen, onder Engelands gezag geplaatst. Natuurlijk zullen zij zeggen, dat ook zij kunnen beproeven te doen, wat de Mahdi gedaan beeft, d. i. de binnengeslopenen en de ongeloovigen uit het land te verjagen. Dit ge vaar dreigt overigens niet de Engelschen alleen in Egypte, de overwinningen van den Mahdi hebben reeds in Arabië en Syrië een gevaarlijke gisting doen ontstaan. In Damaskus werd de bevolking bij aanplakbiljetten tot opstand tegen de Turken aangezet. Indien geheel Oost-Soedan aan den Mahdi wordt overgelaten, zullen de Ara bische stammen, welke op de twee oevers der Roode Zee gevestigd zijn, aan het muiten slaan. Turkije zal genoodzaakt zijn tusschen beiden te komen, al ware het slechts om zelfbehoud gebeurt daarentegen niets, dan is het zeer moge lijk, dat de Oostersche quaestie opnieuw te voor schijn treedt als gevolg der zege van den Mahdi. „De vestingwerken, welke men voornemens is aan te leggen te Waddy-Hall, als middel van verdediging tegen hen, zullen tot niets dienen, want de wallen zullen de besmetting niet kun nen tegenhouden. Als aannemelijke grond tot de ontruiming van Soedan kan dus niets anders aangevoerd worden dan de verdediging van eigen lijk Egypte.” De politie te Weenen heeft de hand gelegd op een zekeren Hugo Schenk, zoon van een rechter in Sileziëdie beschuldigd wordt van moord op vier dienstmeisjes. Men zegt, dat hij de laatste jaren geheel en al geteerd heeft op de spaarpen ningen van zulke meisjes, die hij uit Weenen lokte, onder belofte van haar te zullen huwen maar die hij, zooals nu gebleken is, op afgelegen plaatsen vermoordde. In Augustus van het vorige jaar werd er een keukenmeisje vermisteven nadat haar spaar penningen aan de spaarbank waren opgevraagd. Al wat men wist, was, dat zij met een jong- mensch een uitstapje buiten Weenen was gaan maken. In de vorige maand kwamen twee meisjes aan het politiebureau aangifte doen van het ver dwijnen van haar zuster en tante, die, ieder in ’t bezit van omstreeks 1000 florijn Weenen hadden verlaten in gezelschap van een zekeren Schenk, die beloofd had, de zuster, Josefine Tit- mal, te zullen huwen. Sinds haar vertrek in Mei, had men van geen der beide vrouwen iets meer vernomen. Het bleek, dat hare spaarbankboekjes aan de bank ter uitbetaling waren aangeboden door een geëmplooieerde bij den Wester-spoorweg Schenk genaamd die zich meermalen had uit gegeven voor een bediende van Hugo Schenk, maar inderdaad zijn broeder was. Naar Hugo Schenk werd onderzoek gedaan en te Weenen is hij eindelijk gearresteerd. LONDEN14 Jan. De Times ontkent de juistheid van het bericht van den Gaulois, dat de Engelsche regeering hare goedkeuring te ken nen gaf over de overeenkomst ten aanzien van het Suez-Kanaalhij verklaart, dat er geene eindbeslissing hoegenaamd is genomen. De Times verneemt uit Khartoum van den 12en, dat de, opstandelingen Helonau bij Khartoum plunderden en in brand staken. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wonseradeel, Brengen door deze ter kennis van belangheb benden, dat de LOTING van de in het vorige jaar in deze gemeente voor de MILITIE inge schrevenen zal plaats hebben te Witmarsum, in het Gemeentehuis, op Vrjjdag den *4» l^ebi'iiai'ij e.k., des voormiddags ten 9% ure; dat op den dag der loting ter Secretarie van de gemeente door of van wege de lotelingen aan vraag kan geschieden om de getuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettige zoon, ter wijl om vrijstelling wegens eigen militaire dienst of die van broeders te verkrijgen, het paspoort een uittreksel uit het stamboek of een bewijs van werkelijke dienst ten minste tien dagen vóór den dag, waarop de eerste zitting van den Militieraad wordt geopend, ter Secretarie voor noemd moet worden ingeleverd. Witmarsum, den 15den January 1884. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. W. C. T. VISSER Fzn. De Secretaris, E. JANSEN. Langzamerhand verliezen woorden en namen hun eigenaardige beteekenis en worden zij ge dachteloos gebruikt zonder dat men zelfs den oorsprong en de beteekenis kent. Zoo gebruikt men de namen van de dagen der week of de namen van menschen bij onderscheiden volken, zonder acht te geven op het vrome gebruik van vele volken om in den naam de wijding van den dag of den mensch aan de Godheid aan te dui den. Voor ieder kan het duidelijk zijn, dat de dagen der week gewijd zijn aan de Goden en Godinnen van Azië en Europa, men denke slechts aan den Zon- en Maandag, aan den Don derdag en den Vrijdag (Freia). Bij de Israëlie ten was het gebruik zeer algemeen, om de namen hunner kinderen, in eene of andere beteekenis te verbinden met den naam van het Opperwezen, zooals blijkt uit de vele namen, als Samuel, Jesaja, die eindigen op el en ja, verkortingen van Elohim en Jahve (God en Heere). Ook bij de Duitschers bestaat dit gebruik, zooals blijkt uit de namen Gottlieb, Gotthelp, Gottfried e. a. Bij ons volk is de naamswijding zeer zelden in gebruik en ook bij de Franschen zijn maar enkele voorbeelden als Dieudonné (van God gegeven). Eene dergelijke onkunde treft men aan omtrent het verband van den tijd waarop Christelijke feesten als het Kerst- en Paaschfeest gevierd worden, en ’t geen daarbij als gewoonte geldt, de lichten in den Kerstboom, het eten van Paasch- eijeren, het branden van Paaschvuren, met ’t geen men te voren bij de Heidenen aantrof. Doch ik zou te uitvoerig worden, als ik bij al deze bij zonderheden bleef stilstaan, ik bepaal mij voor ditmaal alleen bij de mededeeling van het ont staan der overlevering, die den 6den Januari stempelde tot den Heiligen Driekoningendag, want ik vermoed dat dit den meesten onzer le zers onbekend wezen zal. Die 6de Januari was in de eerste Christeneeuwen een zeer hooge feest dag, zoowel voor de Oostersche of Grieksche, als Westersche of Latijnsche kerk. Men vierde dan tegelijk, 1°. het geboortefeest (de viering toch van het Kerstfeest op 25 December dag- teekent eerst uit de 4de eeuw), 2e de komst van en hulde door de Magiërs aan het kind Jezus gebracht, 3e de doop van Jezus in de Jordaan 4e het wonder bij de bruiloft te Kana. Dit heette te samen het Epiphanienfeest of het feest der verschijning van den Zoon Gods op aarde. Langzamerhand is deze gemengde feestviering gesplitst, het geboortefeest verplaatst naar 25 en 26 Dec, en terwijl de Grieksche kerk dien dag nog altijd vooral als doopdag van Jezus viert, is hij bij de Westersche Christenen bij uitnemend heid de H. Drie koningendag geworden. Het begin der overlevering vinden wij b ij Mattheus, die in het 2de Hoofdstuk van zijn Evangelie verhaalt, dat er Magiërs (wijsgeeren of priesters) uit het oosten, geheel onbepaald, ge komen zijn, die een ster gezien hebben en haar volgend, gekomen zijn bij het kind Jezus voor ’t welk zij neerknielden en aan ’t welk zij hun staande voldoet niet lang. Zoo de verveling haar toppunt heeft bereikt, maakt zij oproer of de Re geering doet een buitenlandsche oorlog, als af leider, ontstaan. Zelfs de belegering van Parijs, hoeveel ellende deze ook bracht, was tot zekere hoogte voor vele Panjzenaars eene aangename afwisseling, vol emoties, in het dagelijksche leven. Het is te begrijpen dat het vooruitzicht op eene herziening der constitutie, door den Minis ter-President Ferry dit jaar in het vooruitzicht gesteldaller gemoederen in beweging brengt, en de gedienstige spreekbuis van Ferrij, de Corr. Havaswerpt nu en dan een balletje opzoo deelt het blad mede, dat aan een aantal afge vaardigden, behoorende tot de meerderheid, het voornemen wordt toegeschreven, bij de herzie- ningsvfiorstellen een amendement in te dienen waarbij de duur van de volmacht van den Pre sident der Republiek in dien zin gewijzigd wordt, dat het hoofd van het uitvoerend bewind voort aan alle vier jaren wordt gekozen de President moet evenwel herkiesbaar zijn. Havas voegt er ook bij,wat de sleutel is van het heele bericht dat Grévij in dat geval zich aan een herkiezing moet onderwerpen en hij zonder twijfel zal wor den herkozen. De laatste bijvoeging wordt door niemand geloofd, wel dat de geheime bedoeling is van Ferrijom Grévij te verwijderen en te vens een streep te maken door de rekening van den president der Kamer Brisson. Men ziet, de republikeinen blijven altijd even onbaatzuchtig. Uit Egypte niets nieuwsmen houdt het er voor, dat de nieuwe Premier, Nubar, de zaak met zijn gewone slimheid zal aanleggen hij zal de troepen uit het zuiden terugtrekken, waar hun positie zonder vreemde hulp toch onhoudbaar is, en de quaestie van het afstand doen van Soedan in het midden laten. Van een bepaald afstand doen zou ook daarom geen sprake kunnen zijn omdat Soedan een deel uitmaakt van het Turk- sche Rijk en derhalve alleen de Sultan hier te be slissen heeft. Dat deze op de bekende Engelsche voorwaarden, d. w. z. voor eigen rekening, geen lust heeft Soedan te heroveren, laat zichhooren. Intusschen blijkt meer en meer, dat de bewe ging in het Zuiden eer een nationaal dan een godsdienstig karakter draagt. Bolswardsche Courant i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1884 | | pagina 1